2>e
m omstreKen
De walen en wij
Blik achter de schermen
van een Plaza de Toros
NEC SPE, NEC METU
Prijzen werkelijk
zonder konkurrentie
«Galerie DE KEIZER»
Vlaanderenstraat 6
AALST - Tel. 242.81
Belgische graveurs van heden
in Oud Gasthuis te Aalst
KLEIN LOGBOEK
Gazet van Aalst
21ste JAARGANG Nr. 97
ZATERDAG 11 DECEMBER 1965
MET BIJVOEGSEL
2,50 F HET NUMMER
Wij staan aan de vooravond van het CVP
I kongres te Luik. Het is een statutair kon-
gres, die de statuten van 1946 wil aanpas
sen aan 1965.
De partij was reeds gefedereerd in zijn
twee vleugels, maar bieef unitair in de
leiding.
Door de laatste ontwikkeling van de po
litieke toestand in Belgie was het overwicht
van de vlaamse vleugel, althans numeriek
gezien zeer sterk geworden. De vlaamse
vieugei heeft driemaal meer leden dan de
waaise of francophone. En dit feit reflec
teert zich in het parlement op de 88 CVP
volksvertegenwoordigers behoren er slechts
23 uitgesproken tot de franse taaigemeen
schap.
In een zuivere unitaire partij, zijn 4e
walen uus volkomen geminoriseerd en han
gen ze van de goodwill van de Vlamingen ai.
De meer autonomie van de beide vleugels
wordt hierom aan beide kanten gevraagd
Enerzijds omdat de Vlamingen meer hun ei
gen potje willen koken zonder dat sommige
brusselaars en ook wel walen roet in het
eten kunnen gooien. De walen hebben vrees
voor de vlaamse numerieke overmacht,
maar toch blijft bij hen een zekere remi-
nescentie bestaan naar de vroegere tijden
toen zij paternaiistisch konden regeren,
over de viaamse mensen, niet omdat de Vla
mingen de minderheid waren, MAAR OM
DAT VLAANDEREN POLITIEK ONMON
DIG WAS.
De politieke vertegenwoordigers van het
vlaamse land spraken frans te Brussei en
van een vlaamse reflex was bij hen geen
spraak.
Dat men nu ook van de taalwetten van
1932 zegge wat men wil, al waren zij mini-
malisten-wetten, zij hebben de ganse atmos
feer veranderd. Wie in Vlaanderen de
iranskillon wil uithangen tekent meteen
zijn politieke dood. Sommige PVVers zul
len dit, ondanks hun succes van 1965, in
de toekomst moeten geloven.
Dat Dr. Cuvelier uit Ronse het goed in
zijn oren knoopt.
Maar blijven wij in eigen rangen.
De heer volksvertegenwoordiger PARISIS
heeft in de «GAZETTE DE LEGE» een
hoofdartikel laten verschijnen getiteld «UN
WALLON PARLE AUX WALLONS».
Dit zou allemal niet zo bezwarend zijn,
was deze anders sympathieke heer geen
waaise vleugel-voorzitter en was hij niet
de mogelijke gesprekspartner in de schoot
van de Partij.
Wie een hond wil slaan vindt gemak
kelijk een stok, maar die met de stok slaat
loopt gevaar gebeten te worden.
Hierop begrijp ik het artikel van den
Heer Parisis niet.
Wat hij van de voerstreek zegt, zullen
wij negeren, wij begrijpen een beetje de
luikse sentimentaliteit. Zij hebben de an
nexatie woede. Malmedy is luiks, Eupen is
luiks, Moresnet is luiks, waarom met de
voerstreek. Luik verlangt Klein Belgie te
zijn.
Maar in zijn artikel is een zinsnede, die
voor ons zeer kwetsend is en ik begrijp
niet, waarom de Vleugelvoorzitter zich zo
vergallopeerd.
TENZIJ DIT BERUST OP EEN ZUIVER
ONTWETENDHEID, feit die wij nogal veel
vaststellen bij ééntaligen, wanneer ze over
andere kuituren willen spreken.
De heer PARISIS vindt dat wij zonderiin
gen zijn omdat wij Vlamingen ons willen
opsluiten in onze kieine cultuurkring en
niet openstaan voor de invloeden van de
wereldtalen.
Was de titel van zijn editoriaal, «Un
wallon parle aux flamands» ik zou er geen
bezwaar tegen hebben, want wij zouden ant
woorden met een glimlach, omwille van
deze onwetenheid Maar nu richt hij zich tot
de walen, en wil hij een superioriteitsge
voel versterken, DIE MET DE ACTUALI
TEIT NIET MEER OVEREENSTEMT.
Edgard Van Cauwelaert, lid van de taai-
kommissie heeft het eens gezegd: wanneer
men in contact komt met een geemacipeer-
de frans-sprekende belg komt men tot de
vaststelling dat hij uitgaat van een axioma
DE WERELDCULTUURTAAL IS IIET
FRANS.
Dit feit is historisch juist geweest. Het
Frans was de cultuurtaal van Europa in de
17de en 18 de eeuw. Vroeger was zij dat
niet, toen was het latijn, de taal van alle
gecultiveerde mensen van Westeuropa.
Claude Pascal, het grootste franse genie
schreef in 1643 bij een uiteenzetting over:
La règle des partis «Je vous le dirai en ia
tm, le fransais n'y vaut rien».
Pascal was een verdediger van de uni
versaliteit van de latijnse taal.
Mijnheer Parisis mag het mij niet kwa
lijk nemen, maar zijn artikel is een verkeer
de voorstelling en ik acht het mij tot plicht
hem sommige feiten onder de ogen te bren
gen.
Eerst en vooral schijnt hij niet te her
kennen dat wij Vlamingen tot nederlands
taalgebied behoren. NEDERLANDS, MIJN
HEER PARISIS, IS ALLEEN BESCHAAFD
BRABANTS, het Nederlands is ontstaan uit
het Brabants, onder invloed van onze «Ver
triebenen» uit de 16e eeuw. De ouders van
Joost van de Vondel waren Antwerpenaren,
en het Wilhelmus van Nassauwe werd ge
dicht door een oud-burgemeester van Ant
werpen.
's Hertogenbosch, Breda, Bergen-op Zoom
Eindhoven zijn brabantse steden zoals Ant
werpen en Brussel.
Maai- komen wij nu tot de realiteit. Ik
ben er zeker van dat «een op twee Vlamin
gen passief het Frans verstaat en de vlaam
se intellectuelen allemaal. Van de wa
len zijn er nog geen 3 procent die neder
lands begrijpen. Mijnheer Parisis behoort
tot deze categorie.
Wij zouden kunnen zeggen zoals onze
grote dichter Guido Gezelle: Laat ze rijk
zijn, laat ze kaal, zij is vlaains en zij is de
mijne. Maar onze taal is niet arm, wij zijn
van de rijkste en ik beweer zelfs relatief
de rijkste van alle cultuurtalen. Wat een
pretentie
In geen taalgebied over de ganse wereld
is de oplage van het pocketboek, verhou
ding tot het bevolkingscijfer, zo hoog als in
het nederlands taalgebied.
Op dit ogenblik, verschijnen in het Ne
derlands Drie ENCYCLüPediEa die mei
The Britsh Encyciopedy of met de duitse
Brockhaus of met de Larousse Universelie.
zeer gemakkelijk de vergelijking kunnen
doorstaan. Ik citeer* uosthoek, W mkler
Prins en onze eigen Standaard-Encyclope
die.
Nog meer, de oplage van de positieve we
tenschappelijke litteratuur (maar hierom
niet altijd in het nederlands) van ons taal
gebied is hoger dan die van de Franse uit
gaven. En nu komt U mij zeggen, Mijnheer
Parisis, dat wij ons opsluiten in het gettho
van ons klein taaltje.
Had Luther de zuidsakser, zijn gewest-
spraak niet gemaakt tot de hoogduitse kat
hedertaai, dan had men mogelijk Neder
lands gesproken van Bonen tot Komngs
berg.
De begrippen van de franse revolutie wer
den in het frans uitgedragen na de glorie
tijd van Le Roi-Soleil. Wij zijn in de ge
schiedems de dupe geweest, maar zei Bre-'
dero niet «HET KAN VERKEREN»
Alleen een wederzijds respekt kan de
twee gemeenschappen, naast elkaar laten
leven. Maar de walen moeten afleren Cul
tuur-Impenalisten te zijn.
Wie de klok wil terug zetten doet aan
anachronisme.
MARCEL DE BISSCHOP
VOORSTELLING
TENTOONSTELLING
AALST
OP 17 DECEMBER A S.
OFFICIËLE OPENING
IN CENTRAAL
TE BRUSSEL
Gisteravond had in de feestzaal van het
stadhuis de voorstelling aan de pers plaats
van de tentoonstelling gewijd aan de stad
Aalst die zaterdag 17 december te 17 u. in
het Centraal Station officieel wordt geopend
Tijdens het volgend jaar zal deze ten
toonstelling in verschillende andere centra
zo Vlaamse als Waalse, worden gehouden.
Zij geeft een zeer overzichtelijk beeld van
de Dirk Martensstede op het historisch,
ekononnsch, kultureel en folkloristisch vlak
ln een volgende uitgave komen wij uitvoe
riger op deze tentoonstelling terug.
Er weze aanhennnerd dat zij tot stand
komt op initiatief van de Dienst «Bijschool-
se aktiviteiten» van het Ministerie van Na
tionale Opvoeding in samenwerking met het
Aalsiers stadsbestuur Dienst Onderwijs en
Kuituur.
De culturele werkgroep «Inka» brengt
de Aalsterse kunstliefhebbers nog een bui
tenkansje. De laatste faze van het program
ma 1965 is één van de merkwaardige ten
toonstellingen die ooit werden gehouden,
en de «Belgische graveurs van heden» die
in het Oud Gasthuis exposeren brengen de
kijker werkelijk een weelde voor het oog
Alle zalen van dit enig mooi gebouw wor
den gevuld door werken van nagenoeg vijf
tig meesters, van Masereel tot Joris Minne,
Luc Claus, Octaaf Landuyt, Luc Peire, Betty
Schmetz, Herman Lampaert, gekende na
men die in de graveerkunst een hele weer
klank hebben.
Zij brengen alle strekkingen die de kunst
wereld kent, al draagt de sfeer van het
Oud Gasthuis natuurlijk bij tot de passende
beoordeling van deze grafieken. Met deze
expositie past het nochtans ook de werk
groep «Inka» de verdiende plaats te geven
in het Aalsterse culturele lever..
De Aalsterse schepen heeft dit duidelijk
beklemtoond nadat de h. Devidts een korte
schets had gegeven van de werking in de
Bij de Vrijwillige Brandweer te Aalst werden Kpt.-coininandant E. De Vidts,
sergeant F. Lievens, korporaal E. Van den Borre en eerste brandweerman A.
Gillis vereremerkt voor hun 25-jarig lidmaatschap bij de brandweer. Tevens
werd hulde gebracht aan sergeant L. Van Driessche welke na 40 jaar dienst
in de erewacht zijn intrede deed. Hier bemerken we ook twee brandweeroffi-
cicrcn van Pontoisc (Frankrijk) welk de delegatie vormden van de verbroe
dering die tot stand kwam in 1927 tu: sen Aalst en Pontoise (Cl. Het Volk)
voorbije maanden. In zijn eerste werkjaai
heeft «Inka» werkelijk vele Aaistenaars
kunnen integreren in het culturele leven
Met de uitgave van een Kunstwerk over
Aalst, de schitterende expositie «Kunstbezit
in ieders bereik», tentoonstellingen over
Jespers, Van sane, Van Hecke, Reyns, heeft
men werkelijk vernieuwing gebracht op
cultureel gebied. Hierbij kon men tevens
een voorname bankinstelling in de werking
betrekken, en de mogelijkheid werd zelfs
geschapen om bijzondere voorwaarden te
verkrijgen bij de aankoop van Kunstwerken
Met de tentoonstelling «Belgische gra
veurs van heden» wordt geen werking afge
sloten maar wordt integendeel eenieder
voorbereid op de plannen voor de -.oekomst
waarin namen als Permeke, Spillaert, Slab
binck voorkomen. Met de steun van stadsbe
stuur, dat in het Oud Gasthuis toch schit
terende mogelijkheden heeft, en van het
Departement van Nationale Opvoeding en
Cultuur komt er dus nog één en ander op
de schotel...
KARDINAAL SUENENS
(DEFINITIEF) NAAR ROME?
In doorgaans welingelichte kringen te
Brussel is dezer dagen andermaal het ge
rucht opgevangen omtrent de benoeming
van Kardinaal Suenens tot Staatssekretaris
van Vatikaanstad. Een soortgelijk bericht
werd destijds kategoriek gelogenstraft
Thans zou evenwel blijken dat de Paus aan
de Belgische Kardinaal het voorstel heeft
herhaald.
Kardinaal Suenens zou evenwel bedenk
tijd hebben gevraagd.
EEN MERKWAARDIG WINSTPUNT
Zoals men weet hebben de onverdroten
Inspanningen van de Geraardsberse bur
gemeester, de h. Van de Putte, geleid tot
de vernederlandsing van de electriciteits
maatschappij Denderlec die vrijwel de
meeste gemeenten van het arrondissement
voorziet van electnciteit.
De bereikte resultaten inzake de verne
derlandsmg van Denderlec behelzen:
1. Het Nederlands wordt algemene voer
taal in de Interkommunale.
Voortaan, althans vanaf mei 1966, zullen
de algemene vergaderingen te Geraardsber
gen worden gehouden
3. In het Vlaamse land zullen zes kanton
nale sekties worden opgericht om de 62.000
abonnees in de 85 vlaamse *gemeenter
(voor het merendeel in het arrondissement
Aalst gelegen) gemakkelijker te bereiken.
4. Te Geraardsbergen zal een exploitatie
zetel werden opgericht.
EEN ANDER ASPECT VAN DE
ELECTRICITEITSDISTRIBUTIE
Dat aan de taaimistoestanden in Dender
lec, met een overwegend Vlaams klienteel
pas thans een einde gaat komen is een ge
volg van het feit dat lang niet alle (Vlaam
se) vertegenwoordigers in de Interkommu
nale hun verantwoordelijkheid hebben op
genomen. Des te verdienstelijker is het on
verpoosd streven van de h. Van de Putte.
De volgende stap in verband met de elec-
triciteitsdistributie vanuit Lessen, zou mis
schien betrekking kunnen hebben op het
feit dat de tarieven er heel wat hoger lig
gen dan elders.
WAT GEBEURT ER MET DE DODE STIER NA EEN GEVECHT
Een stierengevecht is afgelopen. De torero
wordt door de entoesiaste menigte storm
achtig toegejuicht. Meerdere mannen lopen
de arene op, binden de dode stier aan een
sleeptuig en vier paarden trekken het ka
daver weg. Daarna wordt de arena gezuiverd
en het zand glad gestreken. Het volgende
gevecht kan beginnen.
Maar wat gebeurt er met de dode stier
die in een geheime voor het publiek ontoe
gankelijke gang wordt getrokken
Een groep van vier slachters wachten
telkens m deze omheining op hun taak. Het
zijn mannen die niet alleen hun arbeid won
derwei verstaan, maar die daarenboven ra
zend snel en rationeel te werk gaan. In
nauwelijks twintig minuten tijds moeten zij
de stier villen, uitbenen en ontleden en
zulks tot zes k zeven maal per dag.
Ondertussen staan er torero's te wachten
die dikwijls het hoofd van een of ander bij
zonder gevaarlijke maar mooie stier als aan
denken komen opeisen. Dit hóófd moet eerst
zeer omzichtig en met kennis van zaken van
de romp worden gescheiden. Ook zulks moet
met bekwame spoed gebeuren gezien de
heersende hitte.
De slagers die de stier moeten ontleden
verdelen de stukken al tijdens hun arbeid
de beste brokken verdeelt men onder de
ouderlingengestichten en hospitalen. De
rest wordt de volgende dag aan een schap
pelijk pnjske verkocht aan de minder ge
goede bevolking.
Gewoonlijk is het een alles behalve aan
genaam schouwspel getuige te zijn \an het
slachten van een stier die men een half uur
vroeger als tegenstander van de torero in
de arena bewonderde. Doch het snel en
grondig werk van de slachters werkt even
fascinerend. Terwijl de ene de horens uit
de schedel losmaakt, begint de andere de
stier al te villen en een derde haalt er al
de ingewanden uit en werpt deze zorg
vuldig van elkaar gescheiden in verschil
lende bakken met stromend water. Dan be
gint het ontleden van de stier. Hoogstens
twintig minuten later ligt de stier omzeg
gens gereed voor de verkoop in een koelkast.
Ook de darmen en magen vooraf zorgvul
dig in kokend water gereinigd worden
erbij gevoegd. En nauwelijks is dit werkje
opgeknapt of de deur wordt open geworpen
en een nieuw kadaver binnengebracht. Het
zelfde werk kan herbeginnen.
En ondertussen dringt tot in de wandel
gangen het gehuil door van de vaak histe-
rische menigte in de arena, een massa die
vaak onwetend is van het kleine drama dat
zich gans de dag door achter de schermen
van de «Plaza de Toros» herhaalt Zij heeft
immers slechts oog voor de moed en de durf
van de torero, die niet zelden zelf het slacht
offer wordt van zijn eigen waaghalzerij.
Maar ook dat hoort immers bij het spek
takel waarvoor de Spanjaarden en met
hen vele buitenlandse toeristen duizen
den peseta's neertellen. En zelfs wanneer
het om werkelijk «menselijke» drama's
gaat, betekent zulks voor de massa niet
langer sensatie. Want ook zij kennen de
harde wet van de spektakelwereld wat er
ook gebeure, «the show must go on»...