Bruisende
drank
.Li.'
Jozef Meganck - Aalst 1807-1891 -
FEDERALISMEDE OPLOSSING
GROTE AALSTENAARS
OPINIES.
Het Aakter Söldaienhoekje
Agatha Christie
Proloog tot een kristen sociale strijd
Vandaag kan in Belgie geen enkele kwes
tie nog naar zijn feitelijke inhoud en vertrek
punt op grond van konkrete gegevens en
werkelijke noden worden opgelost. Of het
gaat om de aanstelling van een ambtenaar,
de vestiging van een nijverhe:d, de afbake
ning van een bisdom of om 't even wat.
Telkens komt het probleem van de Vlaams-
Waalse verhoudingen om de hoek kijken en
de zaak tot in het eindeloze bemoeilijken
en vertroebelen.
Daarenboven neemt de prikkelbaarheid
in beide kampen zodanig toe dat morgen
plots een hevige beroering van de openbare
mening naar aanleiding van een of andere
kwestie een massa verhitte Walen of ver
bitterde Vlamingen in een echte mars op
Brussel zou kunnen doen oprukken. Dan zou
een bewuste en durvende minderheid niet
alleen zoals in 1950 een koning tot aftreden
dwingen, maar wellicht gans de Belgische
staat bruusk doen uiteenspatten.
Rond het ziekbed van de bedreigde staat
staan thans vele geneesheren geschaard.
De enen schrijven alleen maar verdovings
middelen voor om de pijnen en de krampen
wat te* stillen. Anderen zijn voorstander van
een homeopatiese behandeling onder de
vorm van zeer voorzichtige en uitgedunde
hervormingen. De meest konsekwente poli
tieke denkers en pragmatici dringen aan op
een krachtdadig ingrijpen en brengen reeds
de zieke in konditie en de operatietafel in
gereedheid.
WAT IS FEDERALISME
Deze laatsten gaan uit van het principiële
standpunt dat een volk alleen door politieke
gestaltegeving én zijn grondgebied kan ver
dedigen én zijn eigen wezen op ekonomisch,
sociaal en kultureel gebied harmonisch kan
ontplooien. Daarom is voor Vlaanderen een
minimum van politieke zelfstandigheid nood
zakelijk en dit minimum kan alleen bekomen
worden door de federale omvorming van de
Belgische eenheidsstaat.
Het federalisme zal niet alleen de Vlamin
gen en de Walen toelaten de grootst moge
lijke politieke zelfstandigheid te verkrijgen.
Het is ook de ideale en meest evenwichtige
kombinaiie van centraal gezag en vrijheid
voor beide gelijkgerechtigde volksgemeen
schappen, waarbij elk staatsdeel door de
federale grondwet duidelijk afgebakende en
beschermende bevoegdheden zal bezitten.
De Vlaamse federalisten zijn verdraagza
me mensen. In tegenstelling met wat som
mige unitaristen ons als een weerwraak-
toekomstbeeld voorschotelen, willen wij van
onze demografische meerderheid geen mis
bruik kunnen maken. Wij kennen te goed
SOCIALE KWESTIE
En uit het verslag van deze bijeenkomst,
deze merkwaardige tussenkomsten (wij ci
teren)
De heer Pieter Daens zegt dat de wer
king van het Vlaamsche zou moeten ver
sterkt worden, daar de huidige wijze van
handelen weinig of geen hoop geeft voor
de toekomst. Men zou moeten eene Vlaam
sche volkswerking daar te stellen. Dit is
voor het Gilde een punt van eerste nood
zakelijkheid, want zonder dat zal hetzelve,
evenals vroeger andere Vlaamse maatschap
pijen te niet gaan.
Om tot het beoogde doel te geraken,
stelt spreker als eerste middel voor, nu en
dan openbare vergaderingen te houden in
het lokaal, waartoe het de leden zou gegund
wezen vrienden en kennissen uit te nodigen.
Men zou die openbare bijeenkomst ook bui
ten het lokaal kunnen houden. Avondfeest
jes met voordracht, in de voornaamste her
bergen der stad gegeven, zouden voorzeker
veel bijdragen om tot een goed einde te
komen. Aldus zou men het volk opwekken
en belang inboezemen aangaande den
Vlaamschen strijd.
Tussenkomst van bestuurslid Emiel Van
Renterghem
«Het is goed en wel van voordrachten te
geven, doch men dient te weten of men een
voldoende getal aanhoorders zou bijeenkrij
gen».
Pieter Daens
«Het middel daartoe is eenvoudig en bij
middel der weekbladen, die voorzeker kos
teloos de voordrachten zullen aankondigen,
eene voldoende ruchtbaarheid zou kunnen
maken. Hij belooft echter gedurende hot
eerste jaar het nodige drukwerk -kosteloos
te zullen leveren».
(Hiervoor zegt de heer voorzitter hem in
naam van het bestuur hartelijk dank).
Na enkele minder belangrijke tussenkom
sten besluit de voorzitter, Dr. Isidoor Bau-
wens, deze bijzondere bestuursvergadering
in dezer voege
«Ik vind dat de bespreking lang wordt. In
gezien de BIJZONDERE GEWICHTIGHEID
van het punt stel ik voor dat hetzelfde in
de jarenlange verdrukking door de Belgische
staat en zijn machtshebbers. Dat onrecht
willen wij anderen niet aandoen. Ondanks
onze huidige numerieke meerderheid onder
vinden wij overigens nog altijd dagelijks aan
den lijve onze minderheidspositie in de Bel
gische staatsleiding en overheidsdiensten,
bij de Belgische geldmachten, aan de Bel
gische universiteiten en in het Belgisch we
tenschapsbeleid, in het Belgisch leger en de
Belgische diplomatie, in het Belgisch ge
recht en de Belgische vervoermaatschappij
en, aan het Belgisch hof en in de Belgische
hoofdstad, en noem maar op.
Wij weten dat het opstellen van de fede
rale grondwet heel wat technische moeilijk
heden zal doen rijzen, doch die wetenschap
mag ons niet afschrikken. Bepaalde hervor
mingen zullen waarschijnlijk slechts gelei
delijk kunnen doorgevoerd worden aan de
hand van de opgedane ervaringen. De fede
rale staat zal overigens veel meer dan de
kunstmatige eenheidsstaat een dinamisch,
levend orgaan zijn, dat gestadig zal groeien
en zich gemakkelijker zal kunnen aanpas
sen aan de wisselende internationale en na
tionale, ekonomische, sociale en kulturele
aktualiteit.
DE ALGEMEEN - NEDERLANDSE
INTEGRATIE
De federalisering van Belgie is ook een
eerste stap naar algemeen - Nederlandse
integratie.
De samenhorigheid van de Lage Landen
bij de Zee werd doorheen de ganse Vlaamse
Beweging steeds* sterk aangevoeld. Vanaf
de Nederlandse Taalkongressen in 1850 over
het Algemeen Nederlands Verbond en de
groot - Nederlandse gedachte in het voor
oorlogse V.N.V., leidde deze verbondenheid
zelfs tijdens de oorlog bij de Belgische en
Nederlandse regeringen te Londen een
voor de Belgische patriotten onverdachte
hoek tot de Benelux - gedachte.
Hoe onafgewerkt ook, toch heeft Benelux
reeds een zekere ekonomische eenheid ge
geven aan de Nederlanden naast een begin
van politieke eenheid op buitenlands vlak.
De algemeen - Nederlandse integratie zou
voor alle Vlamingen een hoofdobjektief moe
ten zijn en blijven.
Op dit ogenblik stuit iedere werkelijke
ingrijpende maatregel ter bevordering van
de algemeen - Nederlandse integratie op de
interne verhoudingen in Belgie. In de Brus
selse regeringskringen en bij de unitaire
partijen worden zoveel mogelijk de gevoe
ligheden van de Franstaligen ontzien, die
op z'n zachtst uitgedrukt, ijskoud blijven
voor elke toenadering tot Rijksnederland.
(vervolg van eerste bladz.)
eene volgende zitting des bestuurs op de
dagorde zou gebracht worden. Eenieder
zou aldus tijd en gelegenheid vinden om op
de zaak nog eens grondig na te denken»
TELEURGANG
Jammer genoeg eindigt hier het ver
slagboek van de Taalgilde. Toevallig
of niet
Over de verdere geschiedenis van deze
belangrijkste «Vlaamse» groepering in
het Aalsterse, tijdens de laatste decen
nia van de vorige eeuw, is weinig be
kend. Mag men aannemen dat haar
teleurgang bespoedigd werd door de
daaropvolgende heftige sociale strijd in
het Aalsterse, waar o.m. Pieter Daens
en Jan Van Langenbaeke een vooraan
staande rol in speelden
Hoe dan ook het voorstel van Pieter
Daens op de laatst bekende vergade
ring van de Taalgilde was een proloog
tot de latere Kristene Volkspartij.
Clk.
P.S. Rond de periode dat te Aalst het Da
vids - Genootschap werd opgericht,
stichtte Achiel Eeman (26-11-1866) te
Aalst de Bokkenrijders.
In de negentiger jaren (15-3-1895)
stichtte hij de Waterratten. Van deze
konservatieve-katolieke groepering was
ook Woeste lid.
Toen deze in de eerste oorlogsmaanden
van 1914 aan koning Albert een paci
fistisch geluid liet horen, namen de
Waterratten dit de konservatieve lei
der zeer kwalijk. Historici hebben het
pacifisme van Woeste, aanvang 1914,
verklaard door zijn Pruisische afkomst.
Het verhaal luidt dat de jonge Woeste
toen hij voor het eerst naar Aalst
kwam, waar hij eigenlijk door de mees
te konservatieve katolieken niet zeer
vriendelijk werd ontvangen, luid kra
kende schoenen droeg. Dit maakte
vooral indruk op de toen nog pril-jonge
Romain Moyersoen.
DE EUROPESE INTEGRATIE
De federatieve indeling van Belgie in
Vlaanderen en Wallonië ligt ook in de lijn
van de Europese eenwording.
Volgens Philippe Saint Mare, raadsheer
bij het Rekenhof te Parijs, moet de Euro
pese integratie noodzakelijk leiden tot een
reorganisatie van Europa, dat voor een de
gelijk selektief ekonomisch beleid in «Lan
de; of Régions» zal dienen onderverdeeld
te worden.
Wanneer de tolburelen zullen wegvallen,
die politieke grenzen van het nationaal
grondgebied tot ekonomische grenzen
maakte, zal het natuurlijk kader dat door
een funktionele streek wordt gevormd, ge
leidelijk de bovenhand krijgen op het staats-
nationale karakter. Daarbij zullen de oude
grenzen, die vaak op de meest grillige wijze
werden getrokken, meer en meer aan bete
kenis gaan verliezen. De ekonomisch-funk-
tionele streken zullen voortaan als basis
eenheden gelden in de Europese onderlinge
wedijver.
Onder de 52 ekonomische streken van de
Europese Ekonomische Gemeenschap neemt
Vlaanderen met zijn 5.200.000 inwoners op
dit ogenblik de 7e plaats in. Vlaanderen is
dus niet te klein om in het Europa van mor
gen ekonomisch leefbaar te zijn en een re
latieve ekonomische beslissingsmacht te
kunnen uitoefenen.
BESLUIT
In 1962 schreef Dr. M. Van Haegendoren
«Als uiting van een universeel streven naar
zelfbeschikking, streefde de Vlaamse Bewe
ging immer naar de verwezenlijking van een
principe dat algemeen in de wereld geacht
wordt van het allereerste en allergrootste
belang te zijn voor de harmonische samen
leving van de volkeren. Het principe van het
afzonderlijk bestaansrecht van volkeren en
kuituren hoe klein ook wordt alge
meen erkend».
Niet alleen de Volksunie, maar alle Vlaam
se parlementsleden hebben de historische
opdracht, in overleg met de Walen, dit
grondbeginsel voor de Vlaamse en Waalse
volksgemeenschap in politieke werkelijkheid
om te zetten.
Frans De Brul.
Ruth nam het biljet aan, las het door om
er zeker van te zijn dat het in orde was en
borg het daarna op in haar handtasje.
«Afgesproken. Ik ga er heen. Twaalf uur.
Welk hotel
«Rupert, bij Russell Square.»
Zij noteerde dit.
«Ruth kind, ik zou niet weten wat ik zon
der jou beginnen moest...» Hij legde zijn
hand amicaal op haar schouder. Zoiets had
hij nog niet vaak eerder gedaan. «Jij bent
m'n rechterhand, mijn tweede ik.»
Zij kleurde voldaan.
«Ik heb het je nooit gezegd», ging hij
voort, «ik heb jou maar als de gewoonste
zaak van de wereld beschouwd, maar je
weel niet hoeveel steun ik aan je heb, in
ieder opzicht.» Hij herhaalde «In ieder op
zicht. Je bent de aardigste en hulpvaardig
ste secretaresse ter wereld.»
Met een lachje om haar vreugde en ver
legenheid te maskeren, gaf Ruth len ant
woord «Als je zo praat, bederf je ine to
taal I»
«O, maar ik meen het I Je bent zoveel als
mijn compagnon. Ik zou niet buiten je kun
nen I»
Toen zij op weg ging, gloe;de er iets warm
in haar, door deze woorden. Dat gevoel be
hield zij tot ze in Hotel Rupert aankwam.
Geen ogenblik zag ze op tegen haar op
dracht. Victor Drake was een zake'ijk geval
voor haar, zoals ze er dagelijks vele placht
op te knappen.
Hij was precies wat ze zich van hem had
voorgesteld, alleen belangrijk knapper. In
zijn karakter kon zij zich niet vergissen.
Daar zou wel niet veel van deugen. Weinig
gevoel, sluw berekenend, achter een mom
van diabolische charme. Maar zij had er
niet op gerekend, dat hij zo goed kon door
gronden wat er in een ander omging en wist
te speculeren op de gevoelens van anderen.
Misschien ook was zij gevoelig geweest voor
zijn charme, want die bezat hij zonder enige
twijfel.
Hij deed net of hij bijzonder aangenaam
verrast was. «De afgezante van George
Wat verbazend aardig! Buitengewoon zelfs»
Op effen, droge toon had zij George's
voorwaarden genoemd. Victor had ze aller
beminnelijkst geaccepteerd.
«Honderd pond Helemaal niet gek. Die
goeierd Zestig was ook goed geweest...
maar vertel hem dat maar niet I Op voor
waarde dus Lieve nicht Rozemarijn vooral
niet lastig vallen... die onschuldige nicht
Iris met rust laten... en die respectabele
r.eef George niet hinderlijk zijn Akkoord.
En wie komt er afscheid nemen aan boord
van de San Cristobal Doet u dat, miss
Lessing Dat vind ik erg aardig van u
Zijn zwarte ogen lachten in zijn gebruind
gelaat. Hij leek een beetje op een toreador,
echt romantisch Vrouwen waren dol op hem
en dat wist hij best.
In 1805 kreeg Aalst een Akademie waar
in onderricht werd gegeven in tekenen,
bouw-, schilder- en beeldhouwkunst.
Eerste bestuurder lesgever was Willem
van Buscom, de man die de preekstoel bei
telde voor de St Maartenskerk.
Deze stichting leverde aan onze stad een
groot aantal kunstbeoefenaars gedurende
de vorige eeuw. hoge toppen zouden ze
echter niet scheren. De interessantste was
Jozef Meganck.
Jozef was een slagerszoon, op bevel van
vader leerde hij de kleermakersstiel maar...
behaalde toch de erepalm in de stedelijke
akademie (1826). Hij werd nu leerling van
Jozef Paelinck te Brussel, samen met een
andere Aalstenaar P.F. De Pau.
In 2832 teruggekeerd naar zijn geboorte
stad, behaalde hij een eerste accessit in
een prijskamp, uitgeschreven door de Kon.
Akademie te Gent: het werk «Geef aan Ce-
sar wat aan Cesar en aan God wat aan God
toekomt» hangt nog in het stadhuis.
Daarna verhuisde hij naar Brussel
(1835). Zijn werk werd door de adel ge
maakt wat hen een heel stel ieerlingcn
bezorgde o.m. de prinses d'Arenbeig. Hij
bezocht Rome (1838) waar hij vooral land
schappen en portretten borstelde. Bij zijn
terugkeer schonk hij het portret: «Italiaanse
geeft een penning aan een pelgrim» aan de
stad.
Tot vier maal toe zcu hij de reis naar
italie ondernemen.
Dit oefende een geweldige invloed uit op
zijn werk. zijn kunst veritalianiseerde zo
dat hij er alle originaliteit bij inschoot. De
kunstenaar verviel in aangeleerde houdin
gen: op zijn atelier trof men ledepoppen
aan als mannequins, verder schilden en har
nassen; in zijn schilderwerken moest alles
er netjes en gepolijst uit zien, een ziel trof
men er echter niet aan.
Toch was hij overstelpt met werk: een
gewrocht vertrok zelfs naar het Hof
van Sint-Petersburg! Intussen had hij het'
genre verlaten om zich toe te leggen op
godsdienstige taferelen o.m. Aloysius van
Gonzaga (St Maartenskerk (1856), de h.
Harten, de H. Blasius, O.L.Vrouw (Begijn
hofkerk 1858-59).
Na 1870 trad hij vooral op als schilder
van kruiswegen: Kerken van St Martinus,
St Jozef, Begijnhof, Zwarte Zusters, enz.
In 1890 keerde hij terug naar Aalst waar
hij zijn twee eigendommen aan de Com
missie voor Burgerlijke Godshuizen schonk.
Als schilder was Meganck buitengewoon
produktief, als mens voelde hij zich gelukkig
de noodlijdenden, de getroffenen te kunnen
helpen.
Zijn hele leven bleef hij geloven in «de
oude leugenpraatjes over waardige onder
werpen, evenwichtige compositie en juiste
tekening (Dr. E. H. Gombrich) Dat de ver
ouderde akademische opvattingen geduren
de de laatste helft van de 19de eeuw voor
de Franse impressionisten werden over
boord gegooid heeft Meganck niet in het
minst beroerd.
F.C.
WIST U
Dat MILAC Sint Anna voor volgende week een grootscheepse vie
ring voorziet van zijn schamel 5-jarig bestaan, met militaire steun,
tentoonstelling, gespreksavond voor toekomstige so.daten en familie
alsook een gezellig samenzijn voor alle militairen en oud-gedienden
van de parochie.
Je vrienden van het thuisfront.
«U is al een heel tijdje bij Barton, is het
niet, miss Lessing
«Al zes jaar.»
«Hij zou u niet meer kunnen missen. Ze
ker, ik begrijp dat allemaal. Trouwens, ik
weet alles van u, miss Lessing.»
«Hoe weet u dat vroeg Ruth op scher
pe toon.
Victor grinnikte... «Dat heeft Rozemarijn
me verteld...»
«Rozemarijn Maar ik dacht...»
«Dat is in orde. Ik zal Rozemarijn niet
verder lastig vallen. Ze is al zo aardig voor
mij geweest. Bijzonder veel medegevoel. Ik
heb van haar al honderd pond gekregen,
om de waarheid te zeggen.»
«U heeft...» Ruth zweeg en Victor lachte.
Zijn lach werkte aanstekelijk. Zij merkte
dat ze zelf ook moest lachen. «Dat is geen
manier van doen, mijnheer Drake I»
«Ik ben een geweldige klaploper. Grote
technische routine I Mijn mama bijvoorbeeld
komt altijd over de brug, zo gauw ik haar
telegrafeer, dat mijn zelfmoord voor de deur
staat I»
«U moest u schamen I»
«Ik neem het mezelf ook hoogst kwalijk.
Er deugt niet veel aan mij, miss Lessing.
U moogt best weten, hoe erg het met mij
gesteld is.»
«Waarom vroeg ze nieuwsgierig.
«Ik weet niet waarom. U is zo heel an
ders. Ik zou bij u niet ver komen met mijn
gewone trucjes. Die heldere ogen van u...
U zou geen medelijden met me krijgen.»
Zij zei «Ik heb geen medelijden met
zwakkelingen.»
«Wie zegt dat ik een zwakkeling ben
Neen, daarin vergist ge u, lieve juffrouw.
Ik mag niet deugen, maar daar staat één
ding tegenover.»
Zij trok haar lipje op. De gebruikelijke
verontschuldiging zeker.
«En dat éne is
«Ik heb een prettig leven, dat verzeker ik
u knikte hij. «Ik heb heel wat gezien in
mijn leven, Ruth. Ik ben van alles geweest.
Toneelspeler, winkelier en kellner, kruier en
requisiteur in een circus. Ik heb als matroos
gevaren in de wilde vaart. Ik ben zelfs bijna
president geweest van een Zuid-Amerikaan-
se republiek. Ik heb in de gevangenis geze
ten. Maar nooit heb ik een eervol beroep
uitgeoefend of mijn schulden betaald.»
Lachend keek hij haar aan. Zij voelde,
dat zij verontwaardigd behoorde te doen.
Maar de kracht van Victor Drake was een
duivelse kracht. Kwaad kon hij aantrekkelijk
doen schijnen. Hij zag haar nu wonderlijk
doordringend in de ogen.
«Je hoeft niet zo braaf te kijken, Ruth I
Je houdt er niet zoveel moraal op na als je
denkt I Succes is je afgod. Je bent echt een
meisje om met je baas te trouwen. Dat had
je trouwens al lang moeten doen. George
had nooit die domme Rozemarijn moeten
trouwen Hij had jou moeten nemen. Dan
was hij heel wat beter geweest I»
«U is vrij onhebbelijk en beledigend I»
«Rozemarijn is zo'n dom kind, altijd ge
weest. Schattig als iets, maar onnozel er
bij. Zij hoort tot dat soort voor wie mannen
op de knieen vallen, maar geen echte trouw
kunnen voelen. Maar jij... jij bent heel an
ders. Mijn hemel, als een man op jou ver
liefd wordt... zou hij nooit genoeg van je
krijgen.»
Hij had haar zwakke plek geraakt. Met
een plotselinge, onbeheerste openhartigheid
antwoordde zij
«Ja, als I Maar hij zou niet op mij ver
liefd raken I»
«Je bedoelt, dat George niet verliefd op
je geworden is Houd jezelf niet voor de
gek, Ruth. Als Rozemarijn eens iets over
kwam, zou George onmiddellijk met je trou
wen I»
(Ja, dat was het. Dat was het begin van
alles geweest.)
Victor had haar strak aangezien en ge
zegd «Dat weet je net zo goed als ik
(Ze had gedacht aan George's hand op
haar schouder... Ja, zeker, hij had gelijk.
Hij vertrouwde haar volkomen en voelde
zich afhankelijk...)
Nadruk verboden.
vervolgt