en omstreken
CARDIJN
Werken aan de Rijkswachtkazerne
Wordt President Johnson
in 1968 herkozen
«Galerie DE KEIZER»
Vlaanderenstraat 6
AALST - Tel. 242.81
Provincie telt thans 1.301.073 inwoners
Grootste steden en gemeenten
in Oost-Vlaanderen
door L. Moyersoen
Langzame, maar
gestadige stijging
der werkloosheid
Kunstschilder Theophile Praet
overleden
GROTE VLAAMSE KERMIS
Ve Gazet van Aalst
NEC SPE, NEC METU.
SCHENKT
UW VERTROUWEN AAN
INGANG VRIJ
23ste JAARGANG Nr. 58
ZATERDAG 29 JULI 1967
MET BIJVOEGSEL
2,50 F HET NUMMER
Het Staatsblad van 19 juli 1967 publiceerde de cijfers der werkelijke bevolking
per gemeente op 31 december 1966. Hieruit blijkt dat de provincie Oost-Vlaanderen
thans 1.301.073 inwoners telt. hetzij 643.568 mannen en 657.505 vrouwen.
Per arrondissement ziet de verdeling er uit als volgt
ARRONDISSEMENT
Mannen
Vrouwen
Totaal
AALST
129.592
132.437
262.029
DENDERMONDE
87.125
86.985
174.110
EEKLO
42.493
41.841
84.334
GENT
229.839
240.109
469.948
OUDENAARDE
56.472
58.146
114.618
SINT-NIKLAAS
98.047
97.978
196.034
GROOTSTE VIJF
Wij geven hieronder per arrondissement
de vijf steden of gemeenten met het grootst
aantal inwoners. Hier en daar zit wel een
verrassing.
Arrondissement Aalst
1. Aalst 45.900
2. Ninove 12.087
3. Erembodegem 11.562
4. Lede 10.229
5. Geraardsbergen 9.201
Arrondissement Dendermonde
1. Wetteren 20.775
2. Zele 18.386
3. Hamme 17.083
4. Lebbeke 12.820
5. Buggenhout 12.277
Arrondissement Gent
1. Gent 157.084
2. Sint-Amandsberg 24.778
3. Gentbrugge 22.986
4. Merelbeke 13.755
5. Evergem 12.329
Arrondissement Oudenaarde
1. Ronse 25.371
2. Oudenaarde 21.980
3. Nederbrakel 6.558
4. Kruishoutem 4.742
5. Zingem 3.488
Arrondissement Sint-Niklaas
1. Sint-Niklaas 48.851
2. Lokeren 26.654
3. Beveren 15.359
4. Temse 14.559
5. Stekene 8.781
GROOTSTE TIEN
De tien grootste gemeenten van de pro
vincie Oost-Vlaanderen zijn de volgende (in
volgorde) Gent, Sint-Niklaas, Aalst, Lo
keren, Ronse, Sint-Amandsberg, Gentbrugge
Oudenaarde. Wetteren, Eeklo.
IN COST-VLAANDEREN
De evolutie van de werkloosheid in
de provincie Oost-Vlaanderen schijnt
er op te wijzen dat er zich een ver
traging en zelfs een lichte achteruit
gang manifesteert in het ekonomisch
leven van onze provincie.
Is voor Oost-Vlaanderen wellicht de
finitief de tijd voorbij, dat men had
af te rekenen met langdurige en aan
zienlijke werkloosheid, dan stijgt de
laatste jaren toch het aantal werk
lozen die nog arbeidsgeschikt zijn.
Zo kwam men van 1963 tot 1967
(april) van 1.550 tot bijna 5.000
tot arbeid geschikte werklozen.
Is dit op zichzelf beschouwd nog niet uit
zonderlijk hoog, toch duidt de voortdurende
stijging op een minder goede gang van za
ken.
Het werkelijk totaal aantal werklozen be
droeg in april 1967 nagenoeg 11.000. Sinds
1963 kon men een op en neergaande bewe
ging van het aantal werklozen vaststellen,
maar sinds oktober 1966 is de stijging aan
houdend en groter geweest tot men begin
dit jaar zelfs 11.500 werklozen noteerde.
Het gemiddeld werkloosheidspercentage
ligt in drie arrondissementen van Oost-
Vlaanderen nog steeds hoger dan het rijks
gemiddelde van 4,6 t.h. In de arrondisse
menten Aalst en Ronse bedraagt dit gemid
delde 5,3 t.h. en voor Sint-Niklaas 4.8 t.h.
WERKGELEGENHEID
Ook de evolutie der werkgelegenheden
(onderworpen aan R.M.Z.) is minder gun
stig in Oost-Vlaanderen dan in andere pro
vincies van het land.
Nadat zich in de periode 1954-64 een
stijging met 11,8 t.h. had voorgedaan (de
geringste toename van alle Vlaamse pro
vincies, waarvoor het gemiddeld plus 24,1
bedroeg) dan is in de periode 1964-1965
Oost-Vlaanderen de enige Vlaamse provincie
waar deze werkgelegenheid met 0,5 t.h. is
teruggelopen. Voor gans het Vlaamse land
kende men toen een toeneming van 1,2 t.h.
Zijn deze cijfers op zichzelf nog niet ver
ontrustend, toch zijn ze een aanwijzing op
dat de verantwoordelijke overheidsinstan
ties tijdig de gewenste maatregelen zouden
treffen.
Donderdag II. overleed te Aalst in de ouderdom van 78 jaar kunstschilder
Theophile Praet.
Zijn meeste doeken wijdde hij aan de mooiste hoekjes van de Sint Martinus-
kerk, waarin hij dagen doorbracht. Het waren echte kunststukken, die de kunstkenners
tot bewondering brachten.
De heer Praet was oudstrijder 1914-18, voorzitter van het Nationaal Ver
bond der Militaire Oorlogsinvaliden 1914-18 1940-45 afdeling Aalst en werd ver
eerd met verschillende eretekens.
De begrafenisplechtigheid heeft plaats op maandag 31 juli e.k. te 10 u. 30
in de Sint Jozefskerk te Aalst.
Nu men volop met de werken aan het
rijkswachtgebouw in de Denderstraat is be
gonnen, beseft men pas hoe broodnodig
deze aanpassingen waren, vermits de gara
ges, de ingangspoort en een degelijke aan
passing van de binnenkoer tot het allernood
zakelijkste behoren.
Deze aanpassing wordt evenwel ook ach
ter de gevels doorgevoerd, daar de verschil
lende diensten in andere lokalen zullen ge
huisvest worden. Zodoende zal eindelijk
iedereen over voldoende ruimte beschikken
om degelijk te kunnen werken.
Ook achter de huisvestingen in het rijks
wachtgebouw zelf werd een punt gezet en
alle lokalen die hierdoor vrijkomen zullen
gebruikt worden als burelen.
Waar wel even mag op gewezen worden
is op het feit dat het de rijkswachters zelf
zijn geweest die de volledige inrichting heb
ben aangepakt, iets wat de hogere instan
ties eens zouden mogen weten. Daardoor
wordt trouwens eens te meer bewezen dat
de werking van het trage en logge adminis
tratieve apparaat een rem is op de r^rmal»
evolutie van de staatsdiensten.
U wordt verwacht op dd
op zaterdag 29, zondag 30 en maandag 31 juli op de terreinen van de
Jongensschool, Moorselbaan, Aalst.
Voor kardinaal Cardijn, diegene die wij
soms onze generaal genoemd hebben, wil
ik graag getuigen.
Het is nu 40 jaar geleden dat ik de eer
genoot Eerwaarde Heer Cardijn te leren
e kennen, toen we hier te Aalst de K.A.J. ge-
sticht hebben op het einde van 1927. Ontel-
bare keren hebben wij hem ontmoet, op
werkvergaderingen, op de grote dagen van
de K.A.J.ook in Calcutta, bij mij thuis,
op zijn bureau. Het gebeurde dat hij mij
deze laatste jaren bij hem deed komen in
de Paleizenstraat, als hij meende dat ik
hem een dienst kon bewijzen, onder meer
voor zijn talrijke reizen. Als het lukte, kon
3 hij daar toch zo hartelijk voor bedanken.
Aan Cardijn is onze generatie enorm veel
ij verschuldigd. Toen men na de eerste we-
a reldoorlog zich met het probleem ging be-
zighouden en naar een formule zocht om
de ontkerstening en de verwildering van de
jeugd tegen te houden, wees hij de weg
u de weg van de gespecialiseerde katholieke
aktie, het apostolaat van de jonge arbeider
j door de jonge arbeider.
f
Welke waren de geheimen van zijn suk-
ses Cardijn was een optimist. Ik heb hem
zo dikwijls horen spreken, in grote en in
i intieme vergaderingen. Hij was niet bang
de sociale mistoestanden hier en overal in
4 de wereld scherp aan te klagen, maar bit
ter was hij nooit; nooit sprak hij een woord
j' van haat of liet hij wrok blijken. Wellicht
was dat omdat hij een man was van de
daad. Wanneer hij mistoestanden vaststelde
k en aankloeg, dan was zijn eerste reaktie
niet, zoals zovele minder gelukkige sociale
leiders de schuldigen op te sporen en ze
j eens duchtig uit te kleden; zijn eerste ,-eak-
1 tie was Wat kan ik doen, wat kunnen onze
kajotters doen om dat te verhelpen
Hij was een man van geloof, geloof in
I God, in de kerk, maar ook geloof in de
mens. Zijn revolutie lag hierin dat men de
jonge werkman niet langer ging beschouwen
als een «object», dat moest beschermd
worden opvatting die aan de grondslag
lag van het patronaat en tenslotte van heel
de pré-cardiaanse katholieke jeugdorgani
satie maar als een subject dat zelf zijn
eigen bescherming in handen moest nemen
en zelf als beschermer van zijn broeders
moest optreden.
Toen we in 1927 de K.AJ. hier te Aalst
begonnen na jaren geijverd te hebben in
de oude jeugdorganisaties, was een van de
moeilijkheden die we ontmoetten, onze on
derpastoors te overtuigen dat de jonge
werkman geen beloning moest krijgen om
hem naar onze vergaderingen te lokken,
maar dat men van hem integendeel een bij
drage moest vragen om kajotter te mogen
zijn.
Revolutionnair was het vertrouwen dat
hij in de jongeren stelde opdat zijzelf hun
beweging zouden opbouwen. Revolutionnair
was ook zijn zorg voor stijl in de beweg.ng.
Weinig mensen hebben zoals hij de eigen
fierheid aangesproken en tot bewustzijn
van eigen waarde opgewerkt.
Zijn redenaarstalent was van het wilde
genre, omstuimig, dynamisch. Maar er was
niemand die er onverschillig kon voor blij
ven. Hij greep u helemaal aan. Honderde
keren heb ik zijn geliefde thema's horen
uiteenzetten, te Aalst, te Gent, te Lourdes,
te Brussel op het Heizelstadion, nogmaals
te Aalst, te Rome en tot in Indie toe. Het
was telkens hetzelfde en toch altijd fantas
tisch. De fysieke kracht die deze tengere
man kon ontplooien was ontzettend en wil
lens nillens moest je mee.
(vervolg op 2de bladz.)
President Johnson van de Verenigde Sta
ten zou bij de Amerikaanse verkiezingen
van volgend jaar verslagen kunnen worden.
Het is nog altijd niet waarschijnlijk dat
zulks gebeurt, maar het wordt de laatste
tijd wel voor mogelijk gehouden, gezien de
groeiende openbare kritiek op het beleid
van de president. Onnodig er bij te voegen
dat de kwestie Vietnam daar voor een zeer
groot deel tussen zit.
In de geschiedenis van de Amerikaanse
verkiezingen sinds 1789 is het maar vijf
maal voorgekomen dat een president die
kandidaat was voor een tweede ambtsperio
de een nederlaag leed. Veertien maal werd
een president herkozen. In de 19e eeuw wa
ren het twee Demokraten en een Republi
kein die het Witte Huis aan kandidaten van
de tegenpartij verloren en in de 20e eeuw
twee Republikeinen die door Demokraten
werden verslagen.
President Martin van Buren (een Neder
lander) werd in 1840 opzij gezet door Wil
liam H. Harrison, die reeds een maand na
zijn aanstelling overleed. In 1888 moest pre
sident Grover Cleveland zijn plaats afstaan
aan Benjamin Harrison, maar vier jaar later
gebeurde het omgekeerde.
In 1912 verloor president William H. Taft
de verkiezingen van Woodrow Wilson omdat
Tafts voorganger, Theodore Roosevelt, een
scheuring in de Republikeinse partij had
veroorzaakt. In 1932 werd president Her-
bert Hoover, die de gevolgen van de instor
ting van de beurs van New York niet had
kunnen vermijden, bij de verkiezingen ver
drongen door Franklin D. Roosevelt, de
enige president die zelf niet minder dan drie
keer werd herkozen.
Men mag wel als zeker aannemen dat
Lyndon B. Johnson in de Demokratische
partijkonventie van de zomer van 1968 kan
didaat gesteld wordt voor een tweede
ambtstermijn in het Witte Huis.
Maar bij de verkiezingen zou hij een ne
derlaag kunnen lijden tegen de Republi
keinse kandidaat, al kan nog niemand voor
spellen wie dat zal zijn. Wel worden reeds
talrijke namen vooropgesteld. Namen die
het meest opgeld maken zijn die van gou
verneur George Romney van Michigan, du
oud vice-president Richard Nixon, gouverj
neur Nelson Rockefeller van New York ei r
gouverneur Ronald Reagan van Californie
Indien men enige waarde mag hechtei
aan oude tradities, dan staan de kansei
van president Johnson er dus niet zo slechfl
voor.