KLEIN LOGBOEK
ÏERLINDENPARK
102 legeraalmoezeniers
verzekeren de zielzorg onder
de Belgische soldaten
Studentenstaking
425.000 fr
RAFFELGEMSTRAAT -AALST
Mgr Camaert reeds tien jaar
geestelijk bezieler van het
Legervikariaat
De werkloosheid
Verkeers-
ongevallen
ETRIMO
UW APPARTEMENT IN EEN PARK
VANAF
SLEUTEL OP DE DEUR
RUIME FINANCIERING
VOORDELIG WONEN
IN HET
INLICHTINGEN EN BEZOEKEN TER PLAATSE
OPEN ALLE DAGEN - OOK ZATERDAG
TEL 299 37 - 299 38
HOOGBOUW IN DE STREEK
SATURATIE
Terwijl men in sommige middens
van oordeel is dat zich in het Aal-
sterse een (voorlopige) saturatie
aftekent in de hoogbouw, worden
verder nieuwe projekten gepland.
Een daarvan betreft 60 apparte
menten met zwemkom. Blijkbaar
tracht men het aantal attraktieve
(welvaarts) elementen te verho
gen.
Van een saturatie kan men in
derdaad spreken wanneer deze
hoogbouw zich niet kan of wil af
stemmen op deze bevolkingslaag
tot wier mogelijkheid het niet be
hoort zo maar 1 miljoen of meer
te spenderen voor een appartement
dat woonruimte moet bieden voor
een gezin van vier personen.
De hoogbouw in de agglomeratie
en dan vooral in centra op een be
trekkelijk korte afstand van sta
tions en andere verbindingspunten,
maakt nog steeds ruime kansen bij
aldien er rekening wordt gehouden
met de reeele leefsituatie van het
gemiddeld gezin. De grote vergis
sing is dat men deze leefsituatie
van het grootste deel van de bevol
king op het financieel vlak nogal
hoog aanslaat.
Ongetwijfeld heeft men in de
streek - meer dan in grote agglo
meraties rekening te houden
met bijkomende faktoren, waarvan
niet het minst de drempelvrees
t.o.v. het appartement.
Het begrip «eigendomsverwer
ving» van een appartement wordt
nog steeds vertroebeld door diep
ingewortelde traditionele opvattin
gen. Een strakke individualistische
levensopvatting, die indruist tegen
het meer kommunitair samenleven
dat hoogbouw toch betekent,
speelt daarbij eveneens een niet
te onderschatten rol.
Met deze faktoren houden in
feite niet zovele bouwgroepen reke
ning. Met het onvermijdelijke ge
volg dat de hoogbouw alhier een
aangelegenheid wordt, niet van de
bescheiden koper, maar van inves
teerders.
Heel wat bezwaren bij de kleine
man zouden kunnen weggenomen
worden mits een degelijke voor
lichting. Maar dat is een andere
kwestie.
Wat er ook van zij Indien de
hoogbouw in stad en streek verder
willens nillens gericht wordt tot de
financieel sterken, dan zal men in
derdaad vrij vlug terecht kunnen
gewagen van een werkelijke satu
ratie. Financieel zwakken zijn ook
in deze zogenaamde welvaartstijd
nog steeds het grootste deel van
da bevolking.
Tijdens de week van 21 tot 27
januari werden er per dag gemid
deld 90.244 volledig en 96.527 ge
deeltelijk werklozen gekontroleerd,
hetzij een totaal van 186.771.
Vergeleken met de vorige week
werd een vermindering van 125
volledig en van 32.853 gedeeltelijk
werklozen genoteerd.
De vermindering van de gedeel
telijke werkloosheid vloeit voort uit
de terugkeer tot een regelmatiger
aktiviteit in de bouw als gevolg
van de verbetering van de weers
gesteldheid.
DIRK MARTENS...
EN DE DRUKKUNST
Een recent «Beknopt Verslag»
in «De Standaard - 'Nieuwsblad»
en aanverwante edities, begint als
volgt «Het is wel zo en dat
■weten reeds onze schoolkindertjes
dat Dirk Martens uit Aalst de
boekdrukkunst heeft uitgevonden,
terwijl ^e Nederlandse kinderen le
ren dat het Jan Laurens Koster uit
Haarlem was. In Mainz en zelfs in
vele niet-Duitse landen blijven ge
leerden hangen aan het vertrouwde
denkbeeld, dat een burger va..
Mainz, Johannes Gensfleisch zum
Gutenberg, het ambacht van het
drukken met losse letters voor het
eerst heeft toegepast.»
Nu zijn onze schoolgeschiedenis
boekjes altijd wel voorbeelden ge
weest van vaderlands chauvinisme,
maar nooit ofte nimmer hebben wij
zwart op wit gedrukt zien staan
dat Dirk Martens de uitvinder van
de drukkunst was, wel dat hij deze
«kunst» voor het eerst in de Neder
landen toepaste. De man van het
Standaard - Beknopt" Verslag heeft
blijkbaar speciaal geschiedenison-
derricht genoten, tenzij hij hoopt
op het Aalsters ereplaket...
VOORBEELDIGE
SAMENWERKING
Over de samenwerking die, on
geacht levensbeschouwelijke opvat
tingen, partij en andere bindingen,
in het ganse Vlaamse land, niet
het minst 'in het Aalsterse, geleid
heeft tot een betekenisvolle aktie
voor Leuven Vlaams, zal eenieder
zich verheugen die van oordeel is
dat de verdeeldheid in het verleden
ook de zwakheid is geweest van de
Vlamingen.
Toen nu meer dan een jaar ge
leden te Aalst het Regionaal Komi-
tee voor Taalregeling van het Hoger
Onderwijs later 5 novemberko-
mitee - werd opgericht, sprak Dr.
Maurits van Haegendoorn de hoop
uit dat precies alhier dat komitee
werkelijk representatief zou zijn en
alle partijpolitieke strekkingen er
zouden in vertegenwoordigd zijn.
Men is daar op voorbeeldige
wijze in geslaagd.
«MUNITIE» VERKNOEIEN...
Precies op het ogenblik dat dus
via dit 5 novemberkomitee een ruim
vertrouwen is gewekt tussen men-
Tijdens de week van 29 januarj
tot 4 februari werden door de rijks
wacht 1.022 verkeersongevallen
vastgesteld. Hierbij werden 12 per
sonen ter plaatse gedood, 153
werden zwaar en 491 licht gewond.
Tijdens het weekeinde waren er
349 ongevallen met 3 doden ter
plaatse, 61 zwaar en 166 licht ge
wonden.
De voornaamste oorzaken van
de dodelijke ongevallen waren
slippen ingevolge overdreven snel
heid 1; rijden aan de verboden
kant 2; niet naleven van de voor-
rangsregels 2; onoplettendheid
van voetgangers 4.
sen van verschillende politieke opi
nie, wordt iemand die van meetaf
ook achter dit komitee gestaan
heeft het mikpunt van een kroniek
schrijver in «Wij», het partijorgaan
van de V.U. Dus niet de afwezige
parlementairen, maar uitgerekend
iemand van de aanwezigen de
C.V.P. volksvertegenwoordiger Ro
ger Otte. Men noemt zijn toespraak
aan het einde van de betoging
«kort en mat», maar in feite ver
wijt de kroniekschrijver hem op iro
niserende toon dat hij, R. Otte,
Vlaamsbewust toch in de C.V.P.
staat. Noch min, noch meer I
Men zou aan dit stukje elekto-
rale literatuur best kunnen voorbij
gaan, ware het niet dat dergelijk
proza een samenwerking zoals
deze te Aalst momenteel bestaat
dreigt te vertroebelen. V.U.-mensen
uit het Aalsterse die in het 5 no
vemberkomitee tot dusver voortref
felijk werk hebben geleverd, zullen
zich met dit stukje tegen R. Otte
niet erg gelukkig voelen.
Als de kroniekschrijver van
«Wij» zijn Vlaamse munitie goed
wil gebruiken, dan heeft hij in elk
geval een andere en op de koop
toe nog verantwoorde keuze.
Wordt bv. het arr. Aalst in de
Senaat niet vertegenwoordigd door
een 19e eeuws anachronisme uit
Ronse
'Uit de kroniek in «Wij» blijkt
eens te meer hoe gevaarlijk het is
komment-aar te leveren aan de hand
van een tweedehands relaas. Want
het is o.m. ook onjuist, zoals in
het «Wij»-kroniekje wordt geschre
ven, dat volksvertegenwoordiger
Van Hoorick «het (klaar)speelde
dat de meeting 'a l'improviste' om
gevormd werd tot een driepartijen-
manifestatie, waarop hij in de eer
ste plaats zijn (vooraf klaarge
maakte) 'improvisatie' opdreunde.»
De slottoespraken van vertegen
woordigers, niet van drie, maar van
vier partijen (ook oud gemeente
raadslid Ray De Smet sprak de
betogers toe) werden gehouden op
verzoek van de voorzitter, sekre-
taris en enkele andere leden van
het 5 novemberkomitee, deze laat-
sten, allen mensen in wie de V.U.
Aalst zeker vertrouwen heeft. En
door deze komiteeleden werd ge
vraagd dat de toespraken vrij kort
zouden gehouden worden.
Roger Otte moge dan geen
volkstribuun zijn, in zijn «Leuven
Vlaams» klonk dezelfde overtuiging
en dezelfde oprechtheid als van de
andere sprekers. En daar gaat het
om. De rest zijn politieke Canzo-
nissima-nonsens voor rekening van
de hogerbedoelde kroniekschrijver.
De staking in de onderwijsinstel
lingen te Aalst was dinsdag vrijwel
algemeen. In verschillende vrije
inrichtingen sloten de leerkrachten
zich bovendien aan bij de studen
ten. Zij verzamelden met de leer
lingen van de rijksscholen 's mor
gens op de Grote Markt, waar een
drietal optochten werden gevormd.
De betoging verliep rustig en de
studenten werden opgeroepen voor
een meeting in de zaal Rink, die in
de namiddag zou plaats hebben.
Aan deze meeting namen enkele
duizenden studenten deel en door
verscheidene sprekers werd aange
drongen op de overheveling van
Leuven Frans naar Wallonië.
Mede naar aanleiding van de
traditionele week van de soldaat,
zijn wij even ons licht gaan opste
ken bij Mgr. Cammaert, opper-
aalmoezenier van het Belgisch le
ger en sedert 12 november 1957
Pro-vikaris van het Belgisch leger
vikariaat. die bereid was ons een
kort overzicht te geven van de alge
mene werking van de aalmoeze-
niersdienst in de schoot van ons
leger.
Bij dekreet van de Congregatie
van het Consistorie thans Con
gregatie voor de Bisschoppen
werd op 7 september 1957 het Le
gervikariaat voor het Belgisch Le
ger opgericht, met aan het hoofd
een Legervikaris met de bevoegd
heid van een ordinarius personalis,
funktie waarvoor de titularis van de
aartsbisschoppelijke zetel van Me-
chelen-Brussel in aanmerking komt,
■in casu kardinaal Suenens. De ad
ministratieve leiding en de geeste
lijke bezieling van dit Legervika
riaat werd bij dekreet van kardi
naal Suenens op datum van 12
november 1957 toevertrouwd aan
Mgr. Cammaert, die reeds opper-
aalmoezenier van het leger was en
daarmee de bevoegdheid kreeg van
een vikaris-generaal.
De aalmoezeniers ontvangen ju-
risdiktie van de Legervikaris en
hebben de bevoegdheid en machten
van een pastoor over de leden van
het Legervikariaat, die tot het gar
nizoen behoren waarover ze worden
aangesteld.
In totaal telt het Belgisch Leger
vikariaat 102 aalmoezeniers die
werkzaam zijn in Belgie en Duits
land. Zij behoren tot alle Belgische
bisdommen en meerdere klooster-
kongregaties. Dit schijnbaar groot
aantal aalmoezeniers is aldus
Mgr. Cammaert evenwel zeer
onvoldoende om te beantwoorden
aan de noden van dit «bisdom» dat
verspreid is over gans Belgie, een
groot deel van Duitsland en verder
nog in andere NATO-gebieden. In
Duitsland vormt de opvoeding van
de ruim 22.000 Belgische kinderen
een der voornaamste taken van de
legeraalmoezeniers, die in deze
taak worden bijgestaan door gods
dienstleraars en -leraressen in de
50 lagere scholen en de twee athe
nea die door deze kinderen worden
bezocht.
GEESTELIJKEN IN UNIFORM
Nadat de militaire dienstplicht
in ons land in 1912 werd ingevoerd
aanvaardden de Belgische bis
schoppen in 1920, met instemming
van de H. Stoel, aan de kerkelijke
immuniteit van de militie te verza
ken, mits enkele waarborgen voor
wat de modaliteiten betrof van
deze soldatendienst voor de gees
telijken, zoals o.a. de gekoordi-
neerde militiewetten die voorzagen
in de wijzigingen en rekening hiel
den met de nieuwe toestanden.
De geestelijken worden van
rechtswege 'ingedeeld bij de ge
zondheidsdienst en ontvangen in
het opleidingscentrum te Aalst hun
vorming tot geestelijke bra.nkar-
diers, zonder dat nochtans de gees
telijke opleiding van de «Cibisten»
in het opleidingscentrum wordt on
derbroken.