BRUISENDE DRANK JAN CLERCKER of de Laatste Binders van Vlaanderen AGATHA CHRISTIE 44 Hartstochtelijk klonk het «Hoe kon ik dat Hoe kon ik dat Ro zemarijn was toch mijn zoster Had ik haar moeten verraden aan George Hij was zo volkomen overtuigd van haar liefde. Hoe had ik dat na haar dood kunnen doen Maar wat 'ik weten wil is dit wat moet ik nu doen, nu ook George er niet meer is Nu laat ik het u lezen, omdat u zijn beste vriend was. Maar moet inspekteur Kemp het ook niet weten «Zeker. Kemp moet dit in han den krijgen. Het is een bewijsstuk, weet u.» «Maar lezen ze het dan hardop voor op de rechtzitting «Dat is niet noodzakelijk. Ze onderzoeken alleen de oorzaak van George's dood. Niets wordt gepu bliceerd wat ter zake minder rele vant-is. U moest mij het stuk maar toevertrouwen.» «Goed, hier heeft u het.» Toen zij hem uitliet vroeg ze nog bij de voordeur «Dit wijst er toch op dat Rozemarijn zichzelf van het leven heeft beroofd, vindt u ook niet Race gaf ten antwoord «In elk geval .wijst het er op, dat zij er een ernstig motief voor had.» Zij slaakte een diepe zucht. Race daalde de stoep af. Toen hij nog eens omkeek zag hij hoe ze hem in de deuropening stond na te kijken. o o o HOOFDSTUK VII Mary Rees-Talbot verwelkomde kolonel Race met iets, dat leek op een ongelovige kreet. «Beste jongen, wel heb ik van mijn le ven... de laatste keer was geloof ik in Allahabad, waar je zo plotse ling verdwenen bent I Je hebt ze ker weer wat van me nodig, want van gezelligheidsvisites heb je van je leven niet gehouden. Kom er maar eerlijk voor uit «Ik zou trouwens jouw helder ziendheid moeilijk om de tuin kun nen leiden, beste Mary, jij hebt gewoon een Rontgenapparaat in je hoofd.» «Staak je wild geraas en spreek op I» «Het is om Betty Archdale be gonnen, je dienstbode, die me daar juist heeft binnengelaten.» «Och kom, wou jij me soms ko men vertellen, dat dat kind met haar onvervalste Cockney-accent, een internationale spionne is Maak dat je tante wijs I» «O, helemaal niet nodig. Ik weet het, ze is een eenvoudig kamer meisje, meer niet. Maar ze zal mij iets kunnen ophelderen... mis schien.» «En waar blijf ik dan zolang «Wel,.Mary blijft zichzelf gelijk. Zij offreert me vriendelijk een glas van het een of ander, belt het meis je en als Betty het drankje brengt, loopt Mary even weg.» «O, en staat dan buiten de deur het gesprek verder af te luisteren.» «Dat mag ze doen als ze er zin in heeft.» «En dan weet ik het allerlaatste van de zoveelste Europese krisis.» «Het spijt mij. Er is in dit geval geen sprake van een politieke kwestie.» «Wat jammer I Hoe het zij, ik speel graag mee.» Mevrouw Rees-Talbot, een leven dige brunette van negenenveertig, belde en gaf haar knap uitziend kamermeisje instruktie even een whisky-soda voor kolonel Race te brengen. Toen Betty Archdale met een presenteerblad terugkwam, stond mevrouw al bij de tussendeur die tot haar eigen boudoir toegang ver leende en zei tegen haar «Kolonel Race heeft je nog wat te vragen, Betty.Daarop trok zij zich terug. Betty wierp een vrijmoedige blik op de rijzige gestalte van de ver grijsde militair. Iets van waakzaam heid blonk in haar ogen. Race nam de tumbler van het blad en lachte eens tegen haar. «Heb je de krant gelezen vandaag «Ja, mijnheer.» Onderzoekend keek Betty hem aan. «Heb je ook gelezen dat mijn heer George Barton gisteravond in het Luxembourg gestorven is «O ja, wat afschuwelijk hé Zij had kennelijk genoten van dit schandaal. «Je hebt daar 'in huis gediend, nietwaar «Zeker, mijnheer. Ik ben er weg gegaan vrij kort na de dood van mevrouw.» «Die is ook in het Luxembourg overleden.» «Ja, dat is wel heel toevallig.» Op ernstige toon ging Race ver der «Ik merk dat je pienter ge noeg bent om verband te leggen tussen die twee feiten.» Zij sloeg haar handen 'in elkaar en riep uit «Hebben ze hem dan ook vermoord Dat stond niet zo in de krant I» «Waarom 'ook', Betty? De dood van mevrouw Barton is destijds aan zelfmoord toegeschreven.» Ze keek hem vlug even uit haar ooghoeken aan. Nog altijd een knappe man, dacht ze bij zichzelf, al 'is hij niet jong meer. Maar een echte heer. Van dat slag, van wie je vroeger 'n gouden tientje kreeg, als ze jong waren. Wil je wel gelo ven, dat ik niet eens weet hoe een gouden tientje er uitziet Maar wat wil hij van me «Dat weet ik niet, mijnheer,» antwoordde zij bedeesd. «Maar misschien heb jij er nooit aan geloofd, dat het zelfmoord was «Nou ja, mijnheer, eigenlijk niet, ziet u «Dat 'is belangrijk... werkelijk heel belangrijk. Waarom dacht je van niet Zij weifelde. Haar vingers speel den wat met haar schortje. «Toe, zeg het maar. Het kan van belang zijn.» Hij zei dat op zo'n ernstige, aardige manier, dat je jezelf wel heel gewichtig moest voelen, op zo'n ogenblik. «Denkt u ook, dat ze Jiaar om zeep hebben gebracht, mijnheer «De mogelijkheid bestaat, zeer zeker. Maar hoe kwam jij op dat idee «Kijk,» zei Betty met enige aar zeling, «doordat ik op een dag iets had horen zeggen, weet u.» «Nu Zijn stem klonk rustig en erg aanmoedigend. «De deur stond open, ziet u. Ik bedoel, ik sta nooit aan de deur te luisteren. Daar houd ik niet van,» betoogde Betty braaf. «Ik bracht juist het zilver naar binnen toen zei mevrouw Barton iets te en toen kwamen ze in de hall en gen meneer Browne. Ze zei, dat hij eigenlijk anders heette. En toen keek hij vuil, die Browne; ik had nooit gedacht dat hij zo vuil kon kijken, want hij heeft zo' fijn en aardig gezicht. Maar toen zij hij, dat ze daarover verder haar mond moest houden, want dat er ook een middel bestond om iemand het zwijgen op te leggen... Stel u voor I» Nadruk verboden vervolgt door SILVAIN VAN DER GUCHT en LODEWSJK VAN LAEKEN 93 Treems was van zijn kant ins gelijks diep ontroerd geweest door de opmerking van de vróuw. Zou er dan toch iets broeien Moest er dan iets voorvallen dat hem voor eeuwig zou ongelukkig maken Waarom kwam die ongeluksvogel hem ditmaal weerom bezoeken Gisterennacht, 't is waar, had hij van Sprietvlechter tweeduizend frank gewonnen; dit was de eerste maal sedert dat hij de klerk wist spelen, dat hij zulke aanzienlijke som verloor. Was het misschien om daarover zijn beklag te maken dat hij had aangebeld Neen, Treems was ditmaal niet gerust; hij voelde dit al te goed toen hij de trappen afging en zijn knieen onder hem knikten, zodat hij zich aan de leuning moest vast houden, om niet te vallen. Hij trad doodsbleek in het klei ne, lieve studeerkamertje; Spriet vlechter kwam hem glimlachend te gemoet en drukte hem de hand. Hoe gaat het, mijn beste Treems Ge schijnt niet al te best te wezen. Toch wel, toch wel, beste heer Sprietvlechter, antwoordde Treems, de hem toegestoken hand drukkend. Deze nacht wat lang opge bleven, zeker meende Spriet vlechter. En hij liet deze woorden lachend vergezeld gaan door een beweging met de duim tegen de vinger ge plakt, als iemand die een bo.rreltje te veel heeft gepakt. Treems lachtte flauwtjes en ant woordde 't Kan wel, want het was re delijk laat toen ik thuis kwam. De klok sloeg ongetwijfeld de kleine uurtjes Treems antwoordde daar niet meer op, vurig verlangend te v/eten waaraan hij het bezoek te danken had. Wat nieuws vroeg hij. Zijt ge alleen Ja. Vermeulen is hier niet Neen, Vermeulen lis sedert gisteren naar Brussel vertrokken. Hij is nog niet terug -Neen... Maar wat doet ge nu riep Treems, die zag dat de notarisklerk ijlings naar de deur was gesprongen en haar met ge weld open wierp. Wat doet ge nu herhaalde hij, toen hij een doffe bons en een akelige schreeuw hoorde. Ik wil de nieuwsgierige per sonen, die aan de deur luisteren, een lesje geven dat hun toekomt. Treems kwam nader en zag de meid in haar volle lengte op de vloer uitgestrekt; het bloed liep uit haar neus en mond en ze klaagde verschrikkelijk. Sprietvlechter lach te om dit schouwspel, de tijger had geen hart 'in de boezem, me delijden was hem vreemd. Treems hief voorzichtig de be bloede kop der vrouw op en vroeg haar zacht Hoe is dat gebeurd, Katrien, waarom zijt ge zo onvoorzichtig Hebt ge erg pijn Toe, ga nu naar uw kamer en was uw gelaat; 't zal niet erg zijn... Katrien wierp een kwade blik op de valse notarisklerk en ging wenend naar boven. Ziet ge, zei Sprietvlechter, dat het heel gevaarlijk is zulke oude knorpotten in huis te houden; ik wou u juist een belangrijke zaak mededelen. Ik had toch liever gehad dat gij dit oud en zwak mens niet mis handelde. Tut I Tut I Tut I Die oude verdient niet meer; het is goed dat het vandaag haar laatste dag is, ik kreeg anders nog lust om naar te wurgen Haar laatste dag riep de advokaat verbaasd uit, wie zeat dat Ik I Treems schokschouderde. Met al de eerbied die -ik u verschuldigd ben, verzeker ik u dat ik u duizend maal liever aan de deur wierp dan mijn oude trouwe Katrien. Dank u, boog Sprietvlechter, met een ondeugende lach in de ogen. Dank u wel, beste hger, dat ge me duizend maal lager stelt dan die oude heks. Er is hier geen sprake van lager of hoger schatten, mijnheer Sprietvlechter. Die oude sukkel heeft moeder jarenlang bijgestaan, heeft me gewiegd en vertroeteld, sloot mijn moeder en ook vader de ogen op hun sterfbed, ik mag je gens haar niet ondankbaar zijn. En moogt ge het jegens uw weldoener vroeg Sprietvlechter bitter. -- Mijn weldoener... Wie is mijn weldoener Ik, parbleu, of telt ge mij dan voor niets meer O, zo, gij heet u mijn wei doener en ge weet dat ik u voor wat goud meer dan de helft van de buit afstond. En redde ik u niet van de schande - Schone zaak, om me er langs een andere zijde des te die per in te dompelen, om... Genoeg, genoeg, onderbrak Sprietvlechter, ik was hier niet ge komen om te twisten, maar wel om u over dringende zaken te spreken. En die zijn vroeg Treems verblekend. Wacht een ogenblik, zei Sprietvlechter. En hij ging aan hoek en venster, aan deur en kast luisteren om te zien of er geen onraad was. Ik mag gerust spreken, zei hij op gedempte toon Treems, we worden verraden. Van bleek werd de advokaat sneeuwwit. Verraden I kreet hij. Ja. Die duivelse Po verdenkt u op onrustbarende wijze. Sedert lang zoekt hij de draad van het geheim van de moord op Rigault. En... Hij beschuldigt u van moord en erfdeelontvreemding I Mij O God toch, o God, dan ben ik verloren, reddeloos ver loren Dit is ook mijn gedacht, heer advokaat. Er blijft maar een red ding meer over. -Spreek Spreek De procureur van kant ma ken I Treems Het zich met een diepe zucht in zijn leunstoel vallen. Neen, neen, ik kan niet, ik kan niet I zuchtte de advokaat. - Het moet I beval de klerk. - Ik doe het niet I Ik wil mijn handen in het bloed niet dopen I - Mij is het goed, grinnikte de duivelse, man. Binnen een maand valt uw hoofd op het schavot. Neen, neen, dat ook niet I riep Treems. O, wat ben ik toch ongelukkig I Sprietvlechter liet hem enige ogenblikken aan zijn overwegingen over. Hij bezag zijn slachtoffer met helse vreugde; Sprietje zag lijden en bevond zich nu 'in zijn waar element. Wat bewijst me dat ge waar heid spreekt en dat Po waarlijk op het spoor meent te zijn van de misdaad Het bewijs ligt hierin, sprak Sprietvlechter. Hij ging in zijn brieventas en haalde er een grote omslag uit en reikte deze over aan de advokaat. Lees, voegde hij er bij. Bevend nam Treems de brief uit de omslag, die het merk van Brus sel droeg, en las Brussel, de 29 maart 1803 Kabinet van de Procureur der Republiek Rue Ducale, 6, Brussel. Citoyen Notaris, «Ued. wordt opgeroepen de woens- «dag aanstaande, om in mijn kabi- «net mij enige persoonlijke inlich- «tingen te verschaffen over zekere «Treems, die met u, wegens de «zaak de Montmirail in betrekking «heeft gestaan. «Daar het thans bewezen is dat «diefstal de drijfveer was van de «moord op de heer Rigault, die «zich met een som van tweehon- «derdduizend frank naar bedoelde «advokaat begaf, en daar de heer «Treems sedert die tijd een onge- bonden en wellustig leven leidde, «niet in overeenkomst met zijn for- «tuin, zo rusten de ergste verden- «kingen op hem. «Ik deel u zulks in vertrouwen mee «om u aan te tonen hoe gewichtig «de zaak is en ge diensvolgens mij «de minste bijzonderheden zoudt «verschaffen om me nopens be- «doelde persoon genoegzaam in te «lichten. «Ik verwacht u op de gestelde «datum om 11 uur van de morgen «in mijn kabinet, rue Ducale 6. «Gedaan te Brussel, op 29 maart «1803. «Beleefde groeten. «A. PO. «Prokureur v. de 'konsul. «Aan citoyen Vosselaer, notaris te «Aalst, in de Lange Nieuwstraat.» De brief ontviel sidderend de hand van de rampzalige advokaat. Min God, mijn God I Waar zal dat eindigen kermde hij. Doe wat ik u zeg en alle gevaar is geweken. Maar hoe Sprietvlechter> oog ontglipte een gengster; hij voelde dat de advokaat reeds toegaf. Alles was gewonnen. Neem pen en inkt, beval hij. Treems zette zich aan de lesse naar en nam het gevraagde er uit. Schrijf nu wat ik u ga voor zeggen. Zijt ge gereed Ja. Nadruk verboden vervolgt

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1968 | | pagina 10