JEUGD - JEUGD - JEUGD
PIET
RIELANT
detective
De geheime opdracht
dÊÊ
t, Hfe
n.v. Standaard-Boekhandel
W«^3F7T'
door Lode Stevenberg
mn snüben.
*14
li
■M-s^
SF
jullie weer terug reut het konvooi sddn!
Ik wist het echter dl lans...Die drnd dot Jé'te in min
en ik komedie j,
re keitje him
Nu mad je alles
Wel! wel! Midi men el-
kddr nietkdn tesenko
men! Ji wilde Je dus mei
min zdken bemoeien.
I
toMIÖ
r£n nu je er reeds téveel I f&ev/s rrn twee bomstrmen bebohben mm km» ran
vanaf weet, ml ik je op IJ be stroopt overseuverb, nis hen nrrr de wrtervellen voert
min mdnier uit de wed rui
Wi werken voor rekening m Mr. Burke, die het
phnkeeil de Silyerfhte te hopen. Jtesr Cum -
minds weigert se te verhopen, hekben we he-
sicten het konvooi te saboteren, wt
voor kern ketfditlissement betekent!
11
OVERAL TER WERELD SPREE KT EN LEEST MEN
OVER COMPUTERS
het nieuwe wereldwonder
Programmeren van Computers in Algol 60
een boek van 5G0 blz. door A. Dirkzwager665 fr.
1. Codetheorie door Pr. L. Buyst 124 blz. 275 fr.
2. Regionale welvaartsverschille n in Belgie door De Baere,
Tavernier en Van Rompay 162 blz. 455 fr.
3. De Budgettering in de Onder nemingsorganisatie
door R. Delbeke 492 blz. 570 fr.
In deze uitzonderlijke werken richt de Standaard wetenschap
pelijke bibliotheek zich voor namelijk tot de specialisten in
het vak.
(ST - THERESiA BOEKHANDEL)
KAFELLESTRAAT 11 AALST TEL. 228.41
Open alle werkdagen van 8 tot 19.30 uur.
10
door W. VANDERSTEEN
28
1111 -sa:
fj\w/smrt6T op beoever en reut im het bos,
iN BE ROCK BE WIG VRN IK VUKHTENBEN Hf IE HUH-
i [3*7is Rents hpchtrls mi hen, ronn een mp
gete7En,ohjbeht.
m SlUIPT HEIL VOORZICHT 16
BiCHTêHBii IN RiCHr PL0TSEUH6
T'JH REVOLVER OP HEN
--^OpS-
\^EN 6EHRRRH VHN TRHHEN WMR-
schuwt HE/s-maR te lrrt-tutt er
SEVRffR DREi6T.
IA
m EN SE tlETöETEL VRN BORHE, BiE UIT HET
HO,mi. VERPtiCi/TEN fft/DV BE WRPEHS
HEER TE lESSEN
«■IMT-llli, llll**-....- v
De vrachtwagen houdt stil omdat
■iemand anders de weg gebruikte. Kijk, nu
pinkt het groene licht. Het gevaar is ge
weken.
De camion maakte spoed en zwenkte de
dorpsstraat op.
Hé, wat gebeurt er vroeg Dirk.
Geleider Joe is niet mee vertrokken. Hij
komt hierheen.
Vlug, naar de doornhaag.
Ze hijgden, hun harten bonsden.
En Bill, waar zit die rilde Dirk.
Verdwenen
Jan vervoegde zijn vrienden.
Jongens, fluisterde hij, groot nieuws.
Ge zult raar opkijken.
Wat scheelt er
Bill, de man met de baard, moet
iemand uit ons dorp zijn. ik zag hem aan
de andere kant van het park over de gracht
gaan. Hij kwam uit de richting van het
dorp.
Geweldig, reageerde Piet, hoe zijt ge
er achter gekomen
Waar het huis staat, weet ik niet
juist. In elk geval, toen ik even voor midder
nacht hierheen sloop, liep Bill op enige
stappen van mij op de landweg.
En dan
ik deed wat ik kon om hem gade te
slaan. Ik weet ook de plaats waar hij over
de gracht trok.
Fantastisch, daar moeten we heen.
Sti'l, rilde Dirk, kleine Joe komt in
de buurt.
De geleider liep naar de gracht.
Hallo, Bill.
De man met de baard legde de plank
over de gracht, Joe stak het water over.
Samen verdwenen Bill en Joe tussen het
kreupelhout, ze namen de plank met zich
mee.
Vreemd, opperde Piet, waarom blijft
die Joe hiesr Vorige nacht deed hij dat
niet.
Vooruit. We sluipen het hele park
rond, gebood Jan. W-ie weet, ontmoeten
we hen ginder niet.
Jammer dat de gracht hier zo breed
is, zei Piet, nu kunnen we die kerels niet
goed bijhouden.
Geen nood, verzekerde Jan, ik weet
de plaats langswaar Bill het park verlaat.
Ze liepen in gebogen houding dicht bij
de doornhaag, kropen toen op handen en
voeten de landweg over, trokken door een
weide en slopen tussen bomen en struik
gewas langsheen de gracht.
Halt. We zijn er, jongens, waar
schuwde Jan, hier moeten we ons verstop
pen.
Ze zochten een geschikte plaats langs
ds waterkant en legden zich in het gras.
Merkwaardig, dat wij hier zo dicht
bij de huizen van ons dorp zijn, merkte
Piet op. Zouden die kerels een van die
woningen betrekken
Best mogelijk, knikte Jan. Waarom
niet
De jongens wachtten vol spanning. Het
was donker buiten. Een lichte wind deed
de bladeren ritselen.
Hoe laat 'is het nu
Vijf over half twee.
Kwamen Bill en Joe nu maar, kloeg
Dirk, dat we naar huis konden.
Stil, kommandeerde Piet. Stemmen
Ze luisterden.
Ik hoor takken kraken, verzekerde
Jan. De mannen komen vast hierheen.
Brrr. Moesten ze ons ontdekken, dan
zijn wij verloren, rilde Dirk.
Genoeg, kerel, uw schrik verraadt
ons nog.
Het geluid naderde.
Houdt de overkant goed in de gaten,
waarschuwde Jan. Wa_ar die takken in het
water hangen, daar komen ze te voorschijn.
De stemmen werden duidelijker. Men zag
beweging tussen het kreupelhout.
nadruk verboden
vervolgt