vlekkem
het dorp zonder café's...
wat baat het...
Nieuwe steden, voorbeelden van
revolutionaire sociale stedebouw
Waar de toekomst
reeds begonnen is...
«woordvoerder»
voor T.V.-Echo
ergerde
dorpsgenoten
«waar haalt de man dat vandaan
De Gazet van Halst
6 Fr. het nummer
24ste jaargang Nr. 11
zaterdag 16 maart 1968
NEC SPE, NEC METU...
ONAFHANKELIJK REGIONAAL WEEKBLAD
VOOR AALST EN OMLIGGENDE
Redaktie en Beheer
Schoolstraat 26 Aalst
Tel. 241.14
Vlekkem, 298 inwoners, waarvan
237 kiesgerechtigden, met een
neo-gotisch kerkje uit de 19e eeuw
en een burgemeester kunstenaar,
de h. De Somer, die de gelijkna
mige kunstwerkstede dirigeert,
kreeg zaterdag II. voor de T.V. de
eer als eerste gemeente in dit land
van Brueghel en Bachus te wor
den vermeld waar de dorstigen
niet langer meer in de traditionele
«estaminet» van weleer zich kun
nen laven.
Een inderdaad niet alledaags
feit in dit land, waar het aantal
drankslijterijen of hoe men het ook
noemen mag nog steeds aan de
zeer hoge kant liggen en het me
rendeel der «Belgen» nog steeds
de traditie van de vorige geslach
ten in ere houdt.
Neen, het kommentaar van de man, die op invitatie van de
zaterdagse T.V. - Echo de oorzaken opsomde waarom in dit
qua bevolking kleinste gemeente van het arrondissement, de
bierkraan niet langer meer loopt en weshalve dus de laatste
«café» gesloten werd, is niet in goede Vlekkemse grond ge
vallen.
Maar de versie van de welbe
spraakte man die zaterdag 11. voor
de T.V.-buis zo maar stout ende
bout beweerde dat de café's te
Vlekkem geen man aan de toog
meer kregen, omdat elkeen in de
schulden steekt een nieuw ge
bouwd huis, een auto, een buiten
landse reis, enz. - is daar in
dat anders zo rustige dorp men
wordt er burgemeester tussen pot
en pint, zei burgervader De So
mer met een nauwelijks verho
len koleire onthaald.
Potverdorie, zei ons een boer,
die op zijn hof de eerste lente
lucht snoof, waar haalt die man
dat vandaan De gemiddelde
Vlekkemnaar zit in goeden doen
en is zeker niet meer onderhevig
aan de welvaartslasten dan welke
andere Belg ook.
Er waren nog andere kommen-
taren, waaruit men geredelijk mag
afleiden dat bedoelde woordvoer
der nu precies niet de aangewezen
man zal zijn om te Vlekkem een
splinternieuw café te openen.
Maar op de keper beschouwd
Meteen kwam dit dorp in het
nieuws, zo lang het natuurlijk nog
bestaat, want Bambrugge, Burst,
enz. hopen dat zij hun respektie-
velijk part krijgen van dit dorp
zonder café, de dag dat het fusie
mes er drastisch doorheen wordt
getrokken.
Maar let op mijn woorden, zei
iemand, eer het ooit zo ver komt
staat te Vlekkem wel hier of daar
een splinternieuwe attraWtiepool,
met felle neon-lichten die vanaf
de autosnelweg wenken zal.
Dit is een fragment van wat een album over «Lelijk Belgie» dixit
de bekende uitspraak van de bekende Vlaamse architekt Braem
^zöu kunnen zijn.
Een triestig, urbanisriscn stilleven» Een huis, ergens aan de baan
Aaist - Ninove, dat er sedert bïj"na vrpÜ?n iaar onafgewerkt staat, dat
door zijn huidige toestand de ganse omgeving^o"ntsiSE4.®n waarvan de
toegang tot overmaat van ramp door «onbekenden» gsBrulkt wordt
als vuilnisbelt.
En dit is slechts een voorbeeld uit eigen streek.
Eensdeels de meest gestrenge voorschriften van urbanistische diensten
anderdeels het dulden, tegen het gemeenschapsbelang in want dat
is toch oprechte, eerlijke urbanisatie, konsekwent streven naar waar
achtige woonkultuur van ergerlijke situaties ter zake.
Want zoals gezegd, dit huis is slechts, toevallig gekozen, 'n voorbeeld.
Verenigingen voor kuituur- en natuurschoon hebben hier en elders goed
te ijveren.
Wat baat het als men In ettelijke gemeenten in de streek zo maar laat
begaan.
En wat baat het, als zelfs de partijen, in deze verkiezingsperiode, allen
met programma's voor een beter, een schoner land, zich ook niet be
kommeren om het in de praktijk brengen van sommige hunner pro
grammapunten M.a.w. nachtelijke eiektorale ridders er maar op door
plakken, «Lelijk Belgie» nog wat feller In de verf zetten, affiches prij
ken op alie mogelijke plaatsen, privaat eigendom niet altijd wordt
ontzien in elk geval mede de proef op de som leverend dat dit land
in menig opzicht een «oerwoud» is.
in een bekend Zwitsers tijd
schrift is onlangs een artikel
gepubliceerd van wijlen Sir
Richard Costain, voorzitter
van de instelling die er mede
belast was voor de ontwikke
ling te zorgen van de nieuwe
stad Harlow bij Londen. Dit
artikel is getiteld «Nieuwe
steden, voorbeelden van een
revolutionaire sociale stede-
bouw».
Twee eeuwen geleden begon in
Groot Brittannie de „eerste indus
triële revolutie en Engeland draagt
nog steeds de stempel van deze
geweldige gebeurtenis. Hierdoor
speelt het land nog steeds een
vooraanstaande roi in het zoeken
naar een oplossing voor de sociale
ekonomische en stedebouwkundige
problemen, die bij de industrialisa
tie rijzen.
Inzake de stedebouwkundige
ontwikkeling heeft Groot Brittannie
in 1946, op het ogenblik dat zij
de gebombardeerde steden diende
weder op te bouwen en het hoofd
diende te bieden aan de demogra
fische explosie, een wet uitgevaar
digd krachtens welke volledig nieu
we steden zouden opgericht wor
den.
In twintig jaar doemden 21 nieu
we steden uit de grond op 8 rond
Londen, boven de «groene gordel»
en 43 in Engeland, Schotland en
het Land van Wales.
Het gaat hier om de volledige
steun met handels- en industries
bedrijven en georganiseerd om
autonoom te leven, niet als doch
tersteden, maar als agglomeraties
die zichzelf kunnen bedruipen en
voor een uitstekend evenwicht zor
gen tussen de bevolking en de in
dustrie in het gebied waar zij zijn
gevestigd.
De nieuwe steden zijn het werk
van ontwikkelingsinstellingen die
door de overheid worden gekon-
troleerd en die met de geldmid
delen welke zij van het Ministerie
van Financien lenen goed uitgerus
te industriële komplexen dienen in
het leven te roepen welke de on
dernemingen en het personeel aan
lokken.
JEUGDIGE BEVOLKING
Het schijnt paradoxaal dat deze
stoutmoedige proefneming, die er
in bestaat steden uit de grond te
stampen volgens een zeer strikt
plan, verwezenlijkt werd in een
land dat de individuele vrijheid zo
op prijs stelt.
in dit kader blijft er niettemin
ruim plaats voor het partikulier ini
tiatief. Een van de gemeenschap
pelijke kenmerken van de nieuwe
steden is de jeugdige leeftijd van
de bevolking. De kinderen groeien
er op in een milieu dat bijna als
ideaal kan worden bestempeld en
zijn een belofte voor de toekomst.
De nieuwe Engelse steden lok
ken deskundigen uit de hele ivereld
en de promotors smaken thans de
tevredenheid een vaak geslaagds
poging te hebben gedaan en voor
waarden te hebben in het leven
geroepen die aan deze steden toe
laten zich in een klimaat van ge
zondheid en vreugde te ontwikke
len en er de mensen toe aan te
zetten zich aldaar te vestigen en
hun kinderen in vrede op te voe
den.