-4J?
BRUISENDE
DRANK
JAM CLERCKER
cf da Laatste
van Vlaanderen
AG THA CHRISTSE
10
50
De lui met wie ik werken moest
zouden haar zonder pardon om
zeep hebben gebracht als ze het
te horen hadden gekregen. Ik
hoopte haar door mijn dreigemen
ten tot zwijgen te brengen, maar
ik vreesde het ergste. Rozemarijn
flapte er alles uit wat ze wist. Het
beste wat ik kon doen was eclip
seren. Maar toen ontmoette ik Iris
en ik zwoer bij mezelf dat ik dat
meisje zou trouwen als ik mijn op
dracht tot een goed einde had ge
bracht.
Toen ik niet langer aktief be
hoefde te zijn, kwam ik weer te
voorschijn en zocht ik met Iris in
kontakt te komen. Ik ben met een
grote 'boog om haar huis en fami
lieleden heen gelopen, omdat ze
anders ongewenste navraag zou
den doen naar mijn ware identiteit.
Maar ik maakte me ernstig be
zorgd over haar toen ze er zo el
lendig en nerveus begon uit te
zien. Ze leek me ziek... of doods
bang... en George kwam me be
paald abnormaal voor. Ik stelde
haar daarom voor met me te trou
wen en er met mij vandoor te
gaan. U weet, dat ze dat heeft
geweigerd. 'Heel verstandig mis
schien. Maar toen wist George mij
te strikken voor zijn dinertje. Toen
wij aan tafel gingen zei George,
dat hij u later op de avond nog
verwachtte. Waarop ik vlug zei,
dat ik een zakenrelatie ontmoet
had, waardoor ik waarschijnlijk
wat vroeger zou moeten weggaan,
ik had in werkelijkheid een kennis
uit Amerika ontmoet... Monkey
Coleman... maar ik wilde toen nog
iedere ontmoeting met u vermij
den. Ik was namelijk nog niet klaar
met mijn werk.
U weet wat er toen gebeurd is.
George werd aan tafel vergiftigd.
Door wie hij en zijn vrouw werden
vermoord, weet ik niet.»
«Hebt u zelfs geen vermoeden?»
«Het kan alleen de kellner of
een van de gasten aan tafel zijn
geweest. De kellner lijkt me al
zeer onwaarschijnlijk. Ik ben het
niet geweest en Iris evenmin. Het
kan Sandra Farraday zijn geweest
of Stephen Farraday... of allebei.
Maar mij lijkt Ruth Lessing nog
veel waarschijnlijker
«Heeft u enige grond voor deze
veronderstelling
«Dat niet. Maar zij lijkt mij toch
het meest waarschijnlijk... ai heb
ik geen idee, hoe zij het voor me
kaar heeft gekregen. In beide ge
vallen was het vrijwel onmogelijk
voor haar, door haar plaats aan
tafel, iets in hur» glas champagne
te gooien. En hoe meer ik er over
nadenk, des te vreemder lijkt het
me, dat zij George naar het leven
heeft gestaan. Of dat zij kans ge
zien heeft cyaankali in zijn glas te
deponeren. En toch heeft het in
zijn glas gezeten
Anthony wachtte even. «Maar er
is nog iets anders, wat mij raad
selachtig voorkomt. Heeft u al
ontdekt wie die anonieme brieven
aan Barton heeft geschreven, die
hem op het ideg gebracht heb
ben
Race schudde ontkennend het
hoofd. «Neen, ik dacht van wel...
maar dat is een vergissing geble
ken.»
«Het belangrijkste is, dat dit
betekent, dat er ergens iemand
moet bestaan, die er van op de
hoogte was dat Rozemarijn is
vermoord. Als u daarom niet op
past, is dat degene, die het vol
gende slachtoffer zal zijn I»
ooo
HOOFDSTUK XI
Telefonisch was Anthony er van
op de hoogte gekomen dat Lucilla
Drake om vijf uur met een vriendin
buitenshuis zou gaan thee drinken.
Hij liet en,ge speling voor moge
lijke toevalligheden, ais daar zijn
een terugkeren om nog gauw een
portemonnaie, een tasje of een pa
raplu te halen. Daarom had hij
zijn komst op Elvaston Square
precies op vijf minuten voor half
zes gesteld. Het was immers zijn
bedoeling Iris te spreken te krij
gen en niet haar tante. Want als
hij door tante Lucilla ontvangen
werd, was zijn kans verkeken dat
hij één rustig woord met zijn meis
je zou kunnen wisselen.
Een hoogst bescheiden kamer
meisje, een veel bedeesder type
dan Betty Archdale, deed nem
open en zei, dat juffrouw Iris net
thuis was gekomep en zich 'n de
studeerkamer bevond. «Laat dan
maar,» zei Anthony met een lachje,
«dan v/eet ik haar zelf wel te v:n-
den.»
Toen hij binnen kwam draaide
Iris zich met een ruk naar hem
om. «O, ben jij het
Vlug trad hij op haar toe.
«Waarom schrik je zo, liefje
«O,» begon zij, «je moet weten,
het heeft geen haar gescheeld of
ik ben daarnet overreden. Mijn
eigen schuld. Ik denk, dat .k n
gedachten verdiept op de rijweg
heb lopen suffen, zonder uit te
kijken. Toen schoot er plotseling
om een hoek een auto te voor
schijn.»
Hij drukte haar even liefkozend
in zijn armen. «Doe dat vooral
niet meer, Iris. Wil je wel geloven,
dat ik me ernstig bezorgd maak
over je Omdat je zo volkomen
geabsorbeerd bent, de laatste da
gen. Wat scheelt er toch aan, lief
ste Je zit ergens over te lobben,
is het niet
Zij knikte toestemmend, haar
bedroefde ogen opslaande naar de
zijne. Zij fluisterde «Ik heb een
gevoel van ontzettende angst, ik
ben doodsbang.»
Anthony had die angst reeds in
haar ogen gelezen, voordat z'j
gesproken had. Hij nam nu zijn
gewone, opgewekte houding aan
en ging naast haar zitten op een
brede canapé. «Kom, spreek eens
vrij uit tegen mij.»
«ik kan het niet, Anthony.»
«Kom nu, je moet niet doen zo
als die heldinnen in een treinroman
die al in het eerste hoofdstuk de
jonge held vertellen dat zij een
afschuwelijk geheim bezitten, dat
zij onmogelijk kunnen vertellen
voor het boek vijftigduizend woor
den verder is.»
Iris poogde te glimlachen. «Ik
wil het je graag vertellen, Anthony,
maar je zult het heel erg vreemd
vinden, ik denk niet, dat jij het
zult geloven.»
Anthony begon op de vingers
van zijn rechterhand af te tellen
«In de eerste plaats een onwettig
kind. In de tweede plaats chan
tage van een teleurgestelde aan
bidder. In de derde plaats...»
Zij viel hem verontwaardigd in
de rede «Neen, geen grappen,
alsjeblieft. Niets daarvan.»
«Gelukkig, nu voel ik me al
helemaal opgelucht. Vooruit nu
maar, domoortje, voor de dag er
mee
«Het is heus ernstig, het betreft
die laatste noodlottige avond.»
«Nu vroeg hij op wat scher
pere toon.
iris ging voort «Je bent van
morgen bij het gerechtelijk onder
zoek geweest... je hebt ge
hoord...»
Nadruk verboden
vorvo'.gi
door
SILVASN VAN DER GUCHT
en
L002WUX VAN LAEKEN
Hij was moe en afgemat, niet
van de lange weg, maar van ze
nuwachtigheid. Pas was de post
wagen een haif uur de stadspoor
ten uitgereden of een der paarden
was neergevallen, dodelijk gewond
zodat het dier moest afgemaakt
worden en Coilaert zich verplicht
zag iemand naar de stad te zen
den om een nieuw paard te halen.
Vandaar ruim een uur oponthoud.
Enige honderden meter verder
hadden de reizigers plots een luid
gekraak vernomen, gevolgd door
een hevigo schok. De postwagen
kantelde om en lag opzij. Een der
wielen was losgedraaid en twee
spaken gebroken. Uren lang werk
te men er aan, doch zonder ge
volg. De procureur was eindelijk
het wachten moe er vandoor ge
trokken en begaf zich alleen naar
Oordegem.
Als Treems er maar zal zijn,
mompelde hij kwaadgeluimd. Mis
schien is hij ook, het wachten moe,
terug naar Aalst gekeerd en zal
aldus gans de zaak mislukken.
En bij deze gedachte versnelde
hij de stap. Het sloeg tien uur op
de toren van Oordegem wanneer
hij zich voor de herberg «La Beile
Vue» bevond. Daar Po niet wist
tot wie zich te wen_den en geen
spoor ontdekte yan Treems of ge
rechtsdienaars, 'besloot hij binnen
te gaan.
Op dit ogenblik weerklonk drie
maal achtereen uilengekras.
Po bleef een ogenblik getroffen
staan; die kreet klonk toch zo zon
derling.
Koim, kom, mompelde hij
lachend, ga ik me nu iaten af
schrikken door een uil
En de hand aan zijn gordelriem
brengend, tastte hij naar zijn pis
tolen en stapte de herberg binnen.
Goedenavond, zei hij tot' de
man die achter de toog stond.
Goedenavond, antwoordde
deze. Nog zo laat op de baan
Ja. Geef me een pot bier.
Terwijl de man om het gevraag
de naar de kelder ging, wendde
de oude ipverheks zich om en zei;
Mijnheer, zet u bij het vuur,
het moet buiten koud zijn.
-Dank u, vrouwtje. Ik heb nog
al snel gegaan en dat maakt warm
bloed.
De baas 'bood hem de pint aan
met de woorden
Wel bekome het u.
Dank u.
En de procureur dronk het glas
ledig in een teug.
Geef me nog een tweede,
beval hij.
Moet ge nog ver gaan
vroeg de oude vrouw.
Neen, tot aan het dorp. Hoe
ver is het nog van hier
Een half uur.
Nog zo ver? mompelde Po
ontevreden.
Hij zocht naar een voorwendsel
om het gesprek op Treems te
brengen. Het was gevaarlijk vlak
af te vragen naar de advokaat,
die men hier waarschijnlijk niet
kende. Hij moest dus een list ver
zinnen, om naar de weg te vragen.
Hij martelde hiermede zijn brein,
toen het vrouwtje hem ter hulp
kwam.
Er zijn vandaag veel vreem
delingen hier geweest. Misschien
is u zeker ook van Aalst
Ja, knikte Po.
En is het waar dat men de
Binders weldra zal uitroeien
Er is toch spraak van.
Ja, vandaag is er veel over
gesproken geweest, hernam de
heks. Een heer is hier geweest met
drie gendarmen. Hij heeft hier
alles goed opgenomen en ons uit
gevraagd.
Uver wat vroeg Po.
Wel, het schijnt dat men de
moordenaars van Rigault ontdekt
heeft, want thans schijnt het ze
ker dat Collas alleen de manslag
niet bedreven heeft. Er zitten an
dere personen tussen. Hoge per
sonen, voegde zij er bij; hoge per
sonen, die een grote plaats in de
maatschappij bekleden. Morgen
zal de klopjacht waarschijnlijk be
ginnen. Het had vandaag geweest,
zo een voornaam heer die men uit
Brussel verwachtté, aangekomen
was.
Po vond het zonderling dat die
oude vrouw zo goed op de hoogte
v/as; hij gaf er ook zijn verbazing
over te kennen.
Hoe weet ge dat vroeg hij.
Hi, hi, hi, lachtte de oude,
ik hoor veel en zie nog meer. De
heren waren daar aan tafel aan
't klappen, het was in 't Frans,
maar ik heb vroeger nog te Brus
sel als keukenmeid gediend en ik
versta zeer goed de Franse taal.
Aidus heb ik alles vernomen.
Deze uitleg scheen de procureur
heel natuurlijk. Hij berustte er dan
ook in en drong niet verder meer
aan.
Toen de baas hern voor de twee
de keer een pint had gebracht,
vroeg hij hem
Zijn die heren nog hier
Ja, alien zijn bij de meier.
Die woont zeker in 't dorp
Ja, maar als ge de binnen
weg neemt, zijt ge er op tien mi
nuten.
Dan zal ik liever de binnen
weg maar nemen, antwoordde Po.
Zijt ge niet bang Wil ik u
vergezellen vroeg de herbergier.
Dank u, vriend, ik heb mijn
helper bij, laat ze maar komen.
Én dit zeggende, toonde hij de
blinkende koppen zijner pistolen.
De baas vergezelde hem tot aan
de deur en toonde hem de v/eg.
Tussen de negende en de
tiende boom, rechts zult ge een
klein v/ege!tje vinden. 'Dit wegeltje
loopt door het Eksterbos; als gij
het neemt, zijt ge op tien minuten
bij de meier. Volgt ge de grote
baan, dan 'hebt ge een goed half
uur nodig en riskeert ge nog dat
ge het huis niet vindt. De woning
van de meier, een groot huis met
zes vensters in de voorgevel, staat
rechts als ge uit het Eksterbos
komt, het tweede huis, ge zult het
gemakkelijk herkennen.
Po dankte en begaf zich cp
weg. Het was de dood, die hij
tegemoet liep.
De procureur stapte met ge
zwinde pas vooruit. De wind nad
zich nog meer verheven. Hij raas
de op omstuimige wijze en drong
voor zich het donkere wolkendek.
De bomen langs de baan rilden
onder zijn koude adem en rammel
den en kletsten hun takken door
een. Po worstelde met woede te
gen de wind, die hem vlak„ in het
gelaat blies, met zijn baard speel
de en de punten van zijn jas als
vanen deed wapperen. Bijwijlen
keek de maan voor enige pozen
door het zwarte luchtruim en ver
lichtte het landschap.
Ha, mompelde Po, daar is
het Eksterbos. Ik zal weldra ter
bestemming zijn... Hé, wat is dat?
voegde hij er bij... dat is nog
maals de schreeuw van dat kwade
beest.
Hij hield een ogenblik stil en
hijgde naar adem.
Hoor, nogmaals. Zou dat
een afgesproken teken van de
Binders zijn of werkelijk het na
tuurlijk gehuil van de kerkuil
■Hij bleef nog een ogenblik
staan luisteren.
Bah, zeide hij, dat zal de
roofvogel zijn. Wat zouden de
Binders hier op deze plaats aan
vatten? Als er onraadkomt, dan
zal ik me wel 'betrouwen op mijn
pistolen.
Hij zette zich terug in beweging
Had de ongelukkige omgezien
dan zou hij bemerkt hebben dat
twaalf gestalten hem in de duis
ternis achterna waren geslopen.
Eén man was tien stappen
vooruit op zijn makkers. Wanneer
het maanlicht over het landschap
rees, dan kon men bemerken dat
een glinsterend voorwerp in zijn
handen flikkerde.
'Het was de dolk, die men hen
had gegeven, om de sluipmoord
te bedrijven. Op de tenen sloop
hij de procureur achterna en is
hem op enkele meters genaderd.
Juist maakt hij zich gereed om
toe tespringen en de noodlottige
slag toe te brengen, maar op het
zelfde ogenblik weergalmt een
pistoolschot.
Bij deze losbranding springt Po
ter zijde, keert het hoofd om en
ziet een woeste kerel op hen toe
schieten, een dolk in de lucht
zwaaiend, en door de ganse bende
op de hieien gevolgd.
Spoedig had hij een van zijn
pistolen gegrepen en wiide vuren,
maar een stem klinkt hem in de
oren:
U/v wapen neer, of gij wordt
in vieren gesneden I Wij zijn
hier met dertien vastberaden ke
rels, die u bij het eerste verzet
uw ongehoorzoomheid duur zullen
doen boeten!
Ge zijt een hoop lafaards!
huilde de procureur; ge schaamt
u niet met een ganse schaar een
weerloze reiziger aan te vallen.
Dit is hier de kwestie niet, ant-
woorde dezeltde siern zo ge een
haar durft krenken van het hoofd
van deze man, die voor u staat,
dan zijt ge een man de doods.
Wat verlangt ge?
We willen weten wat ge hier
te Oordegem komt verrichten.
'Dit zijn mijn zaken.
Goed, ge wilt het dus niet
zeggen?... Mannen treedt vooruit
en maakt u van de bespieder
meester.
Po had opnieuw zijn wapen op
geheven en trad ook een stap
vooruit.
Ik heb hier vier schoten, ze
zijn bestemd voor de vier mannen
die het eerst durven wagen me te
naderen. Ik zal me niet laien wur
gen als een klein kind.
Een aarzeling ontstond in de
rangen der Binders.
Wat wilt ge van mij, her
haalde de procureur, zeg het mij
en al het in mijn macht is zal ik
het u toestaan.
De man die voor u staat is
ons opperhoofd, hernam de stem,
het is geen van uw bekende tegen
wie ge een bevel van aanhouding
zoudt hebben uitgevaardigd. In
één woord het is advokaat Treems
van Aalst.
Treems! riep de procureur
verbaasd uit. Treems?
Hadrak verboden vervolgt