BRUISENDE
DRANK
JAN CLERCKER
of de Laatste Binders van Vlaanderen
AGATHA CHRISTIE
—^TraKW
53
De Engelsman sloeg een zege
vierende oogslag in het rond, even
alsof hij had willen zeggen Gij
ziet dat ik mij niet bedrogen heb
Toen zegde hij tot de kapitein
Mijnheer, daar de kerel die
wij hier meenden aan te treffen,
te paard verder getrokken i-s, kan
het ons ver leiden; het is reeds
van deze voormiddag geleden dat
wij nog hebben gegeten; ik ge-
lo'of dat wij wel zouden doen iets
te nuttigen om onze honger te
stillen, vooraleer ons op weg te
begeven. Later zullen wij mis
schien de gelegenheid niet meer
vinden en in de nacht eten is al
tijd ongezond.
Dat voorstel werd eenparig aan
genomen; men zette zich aan de
tafel, vroeg bier of genever, vol
gens de dranklust die men voel
de, terwijl de boerin door de kapi
tein werd verzocht vier grote kas-
saars te bakken, waarin hesp
noch eieren mochten ontbreken.
Dat zou welhaast gereed
zijn, zei hij, want zulk gerecht
vraagt niet veel werk.
Terwijl het gezelschap wachtte
tot er opgediend zou worden, gaf
Jan Clercker zijn bewondering te
kennen aan de heer John Stier-
marck, over al hetgeen hij hem
zo behendig had zien verrichten.
Ik ben door de natuur ook
een weinig begaafd, zei Jan; wan
neer ik naar iets schiet, mis ik
zeer zelden het doel, waarin mijn
Vriend, Victor Leefmans, mij eve
naart; ook zijn wij, als oude ja
gers, er niet vreemd aan om een
spoor te volgen, maar hetgeen gij
doet, heb ik mij nooit als een mo
gelijkheid kunnen inbeelden
Gij doet mij veel eer aan,
jongeling, antwoordde John glim
lachend. Nochtans is bij dit alles
niets zonderlings; men moet alleen
om goede speurder te zijn, be
gaafd wezen met een scherp ge
zicht, vaste wil en volharding om
een begonnen zaak uit te voeren.
Maar vooral hoeft men jong te
beginnen.
Gij zijt dan vroeg begonnen,
mijnheer Stiermarck
Hoofdinspekteur Kemp vervolg
de «Iemand heeft de heer Bar
ton tot zwijgen gebracht. Deze
had argwaan gekregen... en wel
in zeer bepaalde richting. Hij zou
er nooit toe over zijn gegaan een
buitenhuis te kopen in de onmid
dellijke nabijheid van de Farra-
days, als hij hen niet van zeer
nabij in de gaten had willen hou
den. Hij moet hun dus vrij dui
delijk hebben laten blijken wat
hij dacht, toen hij hen uitnodigde
dit laatste dinertje bij te wonen.
Mrs. Farraday is niet het type
om werkloos te blijven toekijken.
Zij heeft hem voor willen zijn. Ik
geef toe het is niets dan teorie.
Maar gebaseerd op haar karak
ter. Bovendien houd ik vol, dat de
enige persoon, die ongemerkt iets
in Bartons glas heeft kunnen doen
degene is geweest die aan zijn
rechterhand heeft gezeten.»
«Maar niemand heeft er iets
van gemerkt,» zei Anthony,
maar is niet gebeurd. Ze moet het
«Dat is zo. Het had gekund...
dus verdraaid handig hebben ge
daan.»
«Zo handig als een gooche
laar.»
Race kuchtte eens en begon
zijn pijp te stoppen. «Nog een
andere kleinigheid. Ik geef toe.
mrs. Farraday is een autocrate.
jaloers en hartstochtelijk, dol op
haar man, in staat het niet bij één
moord te 'aten. Maar, Kemp, acht
u haar ook in staat de verdenking
af te schuiven op een onschuldig
kind als Iris, door dat poederpa
piertje in haar tasje te stoppen
Lijkt u dat in overeenstemming te
zijn met de trots en de eer van
de Kidderminsters
Kemp verschoof onbehaaglijk
op zijn stoel en tuurde in zijn kop
thee.
Niet zeer vroeg, slechts van
mijn zestiende jaar.
Gij hadt dan toch goede
aanleg, mijnheer, anders zoudt gij
zo ver niet zijn gekomen.
Wel ik weet bijna zelf niet
hoe :ik speurder ben geworden;
al ben ik een Engelsman, toch heb
ik mijn jonge jaren in Amerika
doorgebracht. Toen mijn vader,
die weduwnaar was geworden,
met mij naar Londen terugkeerde,
trok hij een kleine handel ter hand
waar ik niet zeer veel van ver
stond. Zekere dag riep hij mij al
leen en verklaarde dat hij door
een ongelukkige- winstberekening
alles verloren had en nu weldra
zou genoodzaakt zijn van de edel
moedigheid van zijn zoon te leven.
Wat wilde ik doen Ik beminde
mijn vader teerhartig en ik zou
schier het onmogelijke uitgedacht
hebben om hem geen armoede te
zien lijden. Ik besloot mensenja
ger te worden. Te dien einde kocht
en las ik boeken over politie- en
gerechtshandelingen, volgde vlij
tig al de processen, begon kleine
dieven op te sporen, maakte ken
nis met de politie en was weldra
haar rechter arm geworden om de
moeilijke misdaden aan de dag te
brengen. Ik vervulde mijn kinder
plicht vijftien jaar lang, leefde so
ber, werkte dag en nacht, zag af
van alle vermaken en was niet wei
nig verwonderd bij mijn vaders
dood een erfenis te vinden van een
ronde som geld en de verklaring
dat vader Stiermarck zich maar
voor arm had uitgegeven om zijn
zoon het sparen en werken in te
boezemen.
Een zonderling man uw va
der I
Ja maar, als gij in uw leven
kinderen hebt, volg hem niet na.
Wat geeft mij nu die rijkdom
Mijn leven was droef en droog ge
weest. Ik had geen smaak voor
de jongelingsvermaken, ik vond er
geen vreugde in geld uit te geven
en aan mijn eigen overgelaten, gaf
ik gehoor aan de heimelijke voor
stellen van de Franse consul tot
het opsporen der binders in de
«Het doet mij genoegen,» her
nam Race, «dat u luer toch even
ernstig twijfelt.»
Kemp redde zich uit de situatie
door zich op beschermende toon
tot Anthony te wenden. «A propos
mijnheer Browne, zo zal ik u ten
minste maar blijven noemen als
u het goed vindt, ik heb het bij
zonder op prijs gesteld, dat u zo
dadelijk met juffrouw Marle naar
mij toe gekomen is, om haar dat
verhaal te laten vertellen.»
«Het had ook geen uitstel kun
nen lijden,» was Anthony's oor
deel, «misschien was ik anders
helemaal niet bij u gekomen.»
«Zij had er natuurlijk niet veel
zin in,» veronderstelde Race.
«Heel begrijpelijk, overigens,»
viel de hoodinspekteur in, die.z;ch
nog een kop thee inschonk. An
thony proefde voorzichtig van zijn
koffie.
«In elk geval heeft het haar op
gelucht. Zij ging heel wat vrolijker
weg dan ze kwam.»
«Na de begrafenis gaat ze een
tijdje naar buiten, hoop ik,» ging
Anthony voort. «Het lijkt me een
opluchting eens even te ontsnap
pen aan die eeuwig ratelende tan
te Lucilla.»
«Dat geratel biedt ook zekere
voordelen,» was Race van mening.
«Ik was anders blij dat we geen
stenografisch verslag van haar
verklaringen hoefden te maken.
De brigadier zou nu anders met
schrijfkramp in het ziekenhuis lig
gen.»
«Wat mij betreft,» zei Anthony,
«ik geloof dat u gelijk hebt, in-
spekteur, dat de zaak nooit voor
de rechter "kan worden gebracftï.
Dat is wel hoogst onbevredigend.
Wij weten namelijk ook nog altijd
niet wie die anonieme brieven aan
Barton heeft geschreven, met de
noordelijke departementen van de
republiek.
Mijne heren, zei de bazin,
de kassaars zijn gereed.
Wil ze maar spoedig opdie
nen i riep de kapitein.
- Mijnheer, sprak Jan, John
Stiermarck bij de hand nemend,
gij zijt een voortreffelijk man. ik
ben verblijd dat ik u ken; en het
bedrijf dat gij uitoefent, al wordt
het van vele mensen die misschien
reden hebben het gerecht niet zeer
toegedaan te zijn, misprezen, is
loffelijk en aan de samenleving
zeer voordelig.
- Het vergenoegt mij uw goed
keuring te bekomen; ik hoop, mijn
heer Jan, dat wij vrienden zullen
blijven.
En Jan's vrienden zijn ook
de mijne, mijnheer Stiermarck, zei
Victor, die alles stilzwijgend had
aanhoord en hij drukte insgelijks
de Engelsman de hand.
Ondertussen waren de met hesp
en eieren vervaardigde koeken,
die men toen in ons Vlaanderen
kassaars noemde, op de tafel ge
plaatst en met begon smakelijk te
eten, want al de aanwezigen had
den goede eetlust en het was
schoon om de toebereide spijs in
de hongerige magen te zien ver
dwijnen, tussen het gekras en ge
ritsel van vorken, messen en gla
zen en onder het algemeen ge
praat en gelach.
Toen men goed had gegeten en
nog beter gedronken, smeet kapi
tein Delfoer vier vijf frank stukken
op de tafel en zei
Zie, bazin, dat is voor uw
moeite en goed onthaal.
En wijl het mens hem wel hon
derdmaal bedankte, riep hij uit
Nu, mannen, dat wij goed
zijn gevoed, gaan wij de ruiter op
sporen die hier gisteravond heeft
gestaan. Dat eenieder zijn wapens
goed naziet. Die lust heeft om te
roken kan zijn pijpje ontsteken en
daarmede voorwaarts
Het was een ogenblik een ge
klikklak van de pannen der kara
bijnen en pistolen, welke men
opende om te zien of het buskruit
mededeling dat z jn vrouw was
vermoord.»
«Blijft u bij uw vermoeden,
Borwne informeerde Race.
«Ruth Lessing. Inderdaad, dat
blijft mijn kandidate. U heeft me
gezegd, dat zij toegaf op George
verliefd te zijn geweest. Dat kar
een motief hebben gevormd om
Rozemarijn uit de weg te ruimen,
om daarna met George te kunnen
trouwen.
«Zeker,» gaf Race toe, «daar
toe lijkt Ruth Lessing me in staat,
koel berekenend, zonder scrupules
of medelijden. Die eerste moord
is daarmee verklaard. Maar dat
sluit juist de tweede volkomen uit.
Dan zou ze in een plotselinge pa
niek de man van wie ze hield en
met wie ze wilde trouwen, hebben
vergiftigd Een tegenargument is
bovendien... ze heeft Iris dat pa
piertje onder tafel zien gooien en
er niets van gezegd
«De mogelijkheid bestaat dat
ze dat niet gezien heeftopper
de Anthony enigszins aarzelend.
«Ik geloof zeker, dat ze dat ge
zien heeft,» was Race van oordeel.
«Toen ik haar verhoord heb, heeft
ze duidelijk over één punt willen
zwijgen. En Iris Marle heeft zelf
gezegd, dat ze denkt dat Ruth
Lessing het gezien heeft.»
«Komaan, kolonel zei Kemp.
«Nu is het uw beurt. Tot nu toe
oppert u alleen bezwaren tegen
onze beide kandidaten. Kom eens
rnet uw schuldige voor de dag.
Eerlijk is eerlijk I»
Race sloeg zijn ogen bedacht
zaam op en keek Anthony Browne
langdurig aan. Diens wenkbrauwen
gingen omhoog. «Nu moet u niet
zeggen, dat u mij nog altijd voor
de schurk van het stuk houdt
«Ik geloof dat ik weet,» ant
woordde Race aarzelend, «wie
er zich nog behoorlijk in bevond
en dan weer toesloot dat het
kraakte.
Jan en Victor, die zulks gewoon
waren, stopten hun pijp, alsook de
heer Stiermarck, die dat met veel
statigheid deed, benevens twee
gendarmen. De overigen waren
geen rokers. Kort daarop, na hun
veldflessen van genever te hebben
voorzien, verlieten zij de herberg
onder de groeten van baas en ba
zin, die alle dagen zulke milde
gasten wel zouden hebben willen
ontvangen.
De zon ging juist onder toen ze
buiten kwamen; rode, gele en pur-
pere strepen sierden de wester-
kim en de zoele avondstond be
loofde zo verrukkend te zijn als
de morgenstond was geweest.
Doch de mannen hadden heel iets
anders in de zin dan de schoon
heid van de natuur te bewonderen;
zij trokken dan voort met de heer
Stiermarck aan het hoofd, altijd
het spoor van het dravend en
soms ook stapvoetend paard vol
gend, langs de parochies Zonne-
gem, Vlierzele en Bavegem, zon
der dat men bemerkte dat het
paard ergens had gestaan.
De kapitein werd verdrietig en
sprak in zijn gramschap ongedul
dige en grove woorden, maar John
ging altijd, als op Gods genade,
voort, zeggende dat zij, volhar
dend, toch zouden eindigen met
de ruiter te vinden.
Nabij Oosterzele liep de aarde
weg door de bossen; het was al
lang avond geworden, doch daar
de maan klaar en helder scheen,
had de Engelsman, gewoon aan
zulke dingen, tot dusver beschei-
delijk het paardenspoor gevolgd.
Men bleef dan staan tot de twee
gendarmen hun lantaarns hadden
ontstoken en na een weinig te heb
ben gerust en een teug aan de
veldfles te hebben gedronken, gin
gen de lantaarndragers en de heer
Stiermarck vooruit en de anderen
volgden. Zo trokken ze door de
bossen, niets ziende dan het ge
wemel van de vledermuizen en
niets horende dan het geschrei
George Barton en zijn vrouw heeft
vermoord... Iris Marle I»
Met een ruk schoof Anthony
zijn stoel achteruit. Hij werd vuur
rood... toen beheerste hij zich,
met de grootste moeite. Er klonk
even een trilling in zijn stem,
maar overigens bleef deze even
luchtig en spottend als altijd.
«Wel ja, laten we die mogelijkheid
ook eens onder de loupe nemen.
Waarom heeft ze mij dan verteld,
denkt u, dat zij dat poederpapier
tje onder tafel heeft gegooid
«Omdat,» antwoordde Race,
«zij deksels goed wist dat Ruth
Lessing haar daarbij betrapt
had.»
Anthony overwoog dit argument.
Hij hield zijn hoofd wat scheef en
gaf toe. «Akkoord. Een punt voor
u Ga voort, waarom verdenkt u
haar verder nog
«Het hoofdmotief,» vervolgde
Race, «is dan verder geld. Ro
zemarijn beschikte immers over
een aanzienlijk fortuin, dat bij
haar dood aan Iris zou komen.
Verder had Rozemarijn, zoals zij
wist, een morele inzinking gehad,
waardoor het vermoeden van zelf
moord in de hand zou worden ge
werkt I»
«Juist, maak maar een monster
van het lieve kind bromde An
thony.
«Helemaal geen monster,» be
toogde Race verder, «maar een
aardje naar haar vaartje, net als
neeff Victor Drake I»
«Victor Drake riep Anthony
stomverbaasd.
Nadruk verboden vervolgt
door
SSLVAIN VAN DER GUCHT
en
LODEWiJK VAN LAEKEN
102
der nachtuilen, die tussen de eeu
wenoude bomen dartelden, of het
verwijderd geblaf der wachthon
den op de nabijgelegen hoeve.
Nog leidde het bekende spoor hen
langs Oosterzele, Gijzenzele,
Landscauter en Gontrode, tot zij
rond middernacht, vermoeid, te
Wetteren uitkwamen, aan de heir
baan naar Gent.
Hier waren de manschappen
niet weinig teleurgesteld. De ruiter
had, naar het scheen, beurtelings
op de kassei en de zijbaan gere
den; maar het was onmogelijk de
paardenstappen te volgen en nog
wel bij nacht. En geen wonder,
32 diligenties die de dienst Gent
en Brussel deden, reden daar dag
en nacht voorbij, zonder de post-
karossen, vrachtwagens en rijtui
gen van bijzondere personen te
tellen. Al wat Stiermarck kon vast
stellen was dat hij de baan naar
Gent opgereden was.
Het was spijtig zo ver gekomen
te zijn en misschien nog onver-
richterzake te moeten terugkeren.
Kapitein Delfoer stampte van
kwaadheid op de grond dat het
kraakte, doch er was niets aan te
doen; maar de heer Stiermarck,
die als een ware Engelsman zijn
driften naar de omstandigheden
kon bedwingen, zei dat men de
moed niet mocht opgeven, maar
nog enige tijd de heirbaan moest
volgen.
Men gaf gehoor aan zijn raad,
doch met een soort van tegenzin,
eenieder aanzag de opsporing als
mislukt.
Maar opeen begon Moor onge
rust te worden. Hij liep ongedul
dig heen en weer en zijn haren
rezen ten berge.
Mijnheer Clercker, sprak de
kapitein, wat wil dat zeggen, uw
hond wordt zo omstuimig. Zou hij
onraad vrezen
Heel goed mogelijk kapitein,
laat ons een ogenblik blijven
staan.
Nadruk verboden vervolgt