De Begroting 1968 Het financieel beleid van de Dirk Martensstede Alleen centrale overheid kan oplossing geven aan kronische kwaal. Een uiteenzetting van Schepen Ringoir De Gazet van Aalst 6 Fr. het nummer 24ste jaargang Nr. 17 zaterdag 27 apri! 1968 NEC SPE, NEC METU... ONAFHANKELIJK REGIONAAL. WEEKBLAD VOOR AALST EN OMLIGGENDE Redaktie en Beheer Schoolstraat 26 Aalst Tel. 241.14 Ir weerwil van de stijgende belastingen blijft de budgettaire tosstand van de stad Aalst kortsluitend. De begroting van 1968 sluit af, wat de gewone dienst betreft, met een globaal tekort van 35.74S.134 fr. De financiële moeilijkheden waar mede Aaist af te rekenen heeft is een aigemeen verschijnsel in het gemeentelijk beleid in ons land. In een uiteenzetting inzake de begroting 1968 heeft schepen Ringoir dit gezegd en als zijn mening uitgesproken dat alleen de centrale overheid aan deze stijgende financiële moeilijk heden van een groot aantal gemeenten in ons land een oplos sing kan geven. FiSKALE MEERONÏV ANGSTEN, MAAR STIJGENDE UITGAVEN Ten informatieve titel geven wij hier een bondig overzicht van de financiële situatie van de stad Aalst aan de hand van het exposé van de schepen van Financien en Middenstand tijdens de raadszitting van vorige week. zeggen dat wij er in geslaagd zijn een aantal nieuwe buitengewone projekten op stapel te zetten die in 1968 ons bestuur weer voor nieuwe problemen en moeilijkheden zullen stellen. En zo komen wij dan tot de begroting 1968 zelf. DE GEWONE BEGROTING 1963. Het kollege heeft niets onverlet gelaten om de raad voor te lichten. Het ontwerp werd besproken in onze subkommissie van financien, zodat ik mag aannemen dat alle specifieke technische aangelegen heden met betrekking tot het bud get 'n antwoord hebben gekregen. a) Het resultaat van de begroting 1968 De begroting voor 1968 sluit af wat de gewone dienst betreft, met een globaal tekort van 35.746.134 frank 20.292.000 fr. tekort voor het jaar 1968 zelf, 15.453.000 fr. tekort van vorige dienstjaren. Om te beginnen twee vaststel lingen 1. Onze bidgettaire toestand blijft tekortsluitend, spijts een is namelijk dat voor de financie-||nieuwe verhoging van onze fiskali- iNVESTERINGEN 1967 1967 was opnieuw een jaar van belangrijke investeringen. We kun nen U nu reeds zeggen dat voor 1967 ruim 130.000.000 F. verbin tenissen werden aangegaan waar van ca. 74 miljoen voor werken en leveringen van buitengewone aard en 56 miljoen voor aanwervingen en onteigeningen. Ik kan daar van daag niet verder op ingaan, dat is een kwestie van het jaarverslag 1967. Toch een paar voorbeelden ter illustratie 1. Vastlegging voor het kultureel centrum waarvan de werken eer lang aanvangen 24 miljoen met 60 t.h. staatstoelage. 2. Vastlegging van diverse we- genwerken 17 miljoen. 3. Vastlegging voor het sport centrum Osbroek 11 miljoen. 4. Vastlegging van het brand weerarsenaal, afwerking 7,5 mil joen. 5. Voor het nieuw slachthuis voltooiing 9 miljoen. 6. Voor aanwervingen en ontei' geningen voor B.B.A. en grondbe leid 51 miljoen; voor het indus trieterrein 4,5 miljoen. De keerzijde van de medaille ring van deze investeringen 104 miljoen fr. leningen nodig zijn waarvan de meeste in 1968 wer kelijk zullen opgenomen worden. Daardoor zullen onze gewone uit gaven uiteindelijk gevoelig beïn vloed worden en zullen wij naar middelen moeten uitkijken om deze meeruitgaven te bestrijden. Wij mogen in alle objektiviteit telt. 2. Er blijft een belangrijk tekort aan te zuiveren van vorige dienst jaren. Het is waarschijnlijk dat, zoals in 1967 het geval was, het tekort van vorige dienstjaren (geraamd op ruim 15,4 miljoen) in belang rijke mate zal weggewerkt worden door aandelen uit het hulpfonds en uit andere fondsen voor hulp verlening aan gemeenten met finan ciële moeilijkheden. We hopen dat in elk geval. We zullen de uitslag van de begroting verder in dit verslag bespreken. Laten wij ech ter achtereenvolgens de ontvang sten en uitgaven onderzoeken. b) De gewone ontvangsten De gewone ontvangsten worden voor 1968 geraamd op 185,6 mil joen fr. De ontvangsten eigen aan 1968 zelf belopen omtrent 184,8 miljoen frank. Als wij deze raming vergelijken met de cijfers der twee vorige ja ren dan zien wij de evolutie der stadsinkomsten eigen aan het dienstjaar als volgt rekening 1966 165 miljoen begroting 1967 170 miljoen begroting 1968 184,8 miljoen Hoe is de stijging van onze in komsten te verklaren Op deze vraag geeft hoofdstuk III der ont vangsten (fondsen en belastingen) het antwoord. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat andere ontvangstposten niet geevolueerd hebben. Sommige van deze posten hebben min of meer de ontwikkeling van de uitgaven gevolgd ik denk aan de kredieten van hoofdstuk VIII (wegen en wer ken), aan het hulpcentrum 900, aan de schuld. Maar deze toename is, vergeleken bij voornoemd hoofd stuk III, weinig belangrijk. Volgende cijfers illustreren deze vaststelling Fondsen en belastingen (afger.) rek. 1966 1 15.000.000 begr. 1967 121.500.000 begr. 1968 133.500.000 We stellen vast dat alleen op dit hoofdstuk de inkomsten ver hoogd zijn met ca. 18,5 miljoen ten opzichte van de rekening 1966, ca. 12 miljoen ten opzichte van de begroting 1967. Bij verder onderzoek blijkt dat er voor de toename van de stede lijke inkomsten, in hoofdzaak twee faktoren spelen 1. De toename van onze aande len in de staatsfondsen (gemeen tefonds en speciaal fonds der in komstenbelasting). 2. De verhoging der fiskale in komsten, te wijten, in de allereer ste plaats, aan de verhoging van de fiskaliteit; in bijkomende orde, voor bepaalde belastingen (perso nenbelasting), aan de ontwikkeling van de conjunctuur. c) De gewone uitgavan Oe gewone uitgaven worcien in deze begroting globaal vastgesteld op 221.373.094 fr. Daarvan heb ben 16.253.486 fr. betrekking op vorige dienstjaren, zodat voor '68 zelf de uitgaven 205.119.608 fr. belopen. De vergelijking van dit laatste cijfer met de gegevens van 1966 en 1967 geeft ons volgende evo lutie van de stedelijke gewone uit gaven (na wijziging) rek. .1966 170 777.000 begr. 1967 189.425.000 begr. 1968 205.119.000 Om beter de evolutie ten opzich te van 1967 te kennen, willen wij voor 1967 de cijfers weergeven der oorspronkelijk door de raad vast gestelde begroting. Aldus noteren wij volgende ontwikkeling rek. 1966 170.700.000 ontwerp '67 183.000.000 begr. 1968 205.000.000 Het groeiritme van onze uitga ven is veel sneller en veel spon taner dan dat van onze inkomsten. Dat is precies de kern van ons budgettair probleem en van het fi nancieel probleem der gemeenten 'in het algemeen. Onze uitgavenbegroting laat zich herleiden tot volgende grote ru brieken, waarvan ik met U de ont wikkeling nader wil onderzoeken 1. De personeelsuitgaven, pensioenen en sociale lasten Deze uitgaven worden in onze begroting 1968 grosso-modo ge raamd op 96.500.000 fr. In de rek. 1966 bedroegen ze 81.600.000 fr. In de oorspronkelijke begroting 1967 89.300.000 fr. Er is dus een snelle en een voortdurende stijging van deze uitgaven vast te stellen, nl, 14.900.000 fr. verhoging t.o.v. de rekening 1966 en 7.200.000 fr. verhoging t.o.v. de oorspronkelijke ■begroting 1967. Dat maakt een ge middelde jaarlijkse verhoging van ruim 7.000.000 fr. Ik moet er op wijzen dat de toe name der personeelsuitgaven, in voormelde periode, niet beinvloed werd door kaderwijzigingen. Wel werd het tijdelijk personeel, in toe passing van de overheidsonderrich- tingen. in de loop van 1967 in vast verband geregulariseerd, in veel gevallen boven het kader. Deze maatregel had echter veeleer een gunstige weerslag wat de sociale wetten betreft. De toename van de personeels uitgaven met 14,9 miljoen sedert 1966 is het gevolg van 2 faktcren; 1. De stijging van de levens duurte 5 t.h. plus 2,5 t.h. voor zien in de kredieten van 1968 als provisie voor indexverhoging op bezoldigingen. We kunnen deze spontane verhoging (weerslag van de levensduurte) grosso modo schatten op ca. 6.500.000 fr. 2. De sociale programmatie van rijkswege toepasselijk gemaakt voor de gemeenten en waarvan de maatregelen steeds door de raad eenparig werden goedgekeurd. In dat verband kunnen wij noemen a) De verhoging van het vakan tiegeld (van 5.000 fr. in 1966 tot 7.500 fr. n 1938) meeruitgaaf van ca. 1.000.000 fr. b) Toekenning van een vergoe ding voor nacht- en zondagpresta ties (hoofdzakelijk voor de politie van belang) ca. 2.100.000 fr. c) Toekenning van een restruc- turatiebonificatie aan 't personeel' (max. 6.500 fr. plus index) meer uitgaaf van ca. 2.800.000 fr. d) Verschillende aanpassingen der bezoldigingsschalen vanaf 1 april 1967 alsook voor de akade- mies sedert 1 juli 1962, meeruit gaaf van ca. 2.000.000 fr. Ik geloof dat hier verdere kom- mentaar overbodig is. De personeelslasten drukken zwaar op het stadsbudget, dat is een feit. De kwestie is wordt het personeel in de openbare sektor te veel betaald Ik geloof dat het antwoord op deze vraag evenmin kommentaar vergt. 2. De last van de stadsschuld De last v. de stadsschuld wordt voor 1968 geraamd op 63.688.000 fr. meer dan in de rekening 1966. Ik moet er op wijzen dat deze vergelijking niet strookt rnet de werkelijkheid. Inderdaad is in de schulduitgaven 1968 een post be grepen van 12,5 miljoen voor de last van nieuwe leningen. Welnu, deze post zal grotendeels fiktief zijn. Het is zo dat de nieuwe le ningen voor 1968 pas tegen einde 1968, en dan nog maar voor een gering deel, zullen goed gekeurd worden. Zodoende zal de last van de nieuwe leningen slechts in '69 een werkelijke weerslag uitoefenen. Houden wij met deze faktor reke ning dan kunnen wij zeggen dat de last van de schuld vermoedelijk als volgt zal verlopen (vervolg op blz. 2)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1968 | | pagina 1