Radio Free EuropePopulairste
zender achter het IJzeren Gordijn
JAN CLERCKER
of de Laatste Binders van Vlaanderen
Ondanks het feit dat de kom-
munisten jaarlijks miljoenen uit
geven om de voor de zogenaamde
satellietlanden en de Sovjet-Unie
zelf bestemde uitzendingen van
Radio Free Europe, blijft deze de
meest populaire zender achter het
IJzeren Gordijn. Vandaag is Radio
Free Europe bedrijviger dan ooit
te voren. Voor het Oosten bete
kent hij een voorpost in de koude
oorlog; voor het Westen een onont
beerlijk instrument om het mono
polie van de eenzijdige kommu-
nistische informatie in de satelliet-
landen tegen te gaan.
De studio's van RFE zijn gele
gen in de mooie Englischer Garten
te Muenchen. op nauwelijke enkele
kilometer van het IJzeren Gordijn.
De zender werd gesticht in 1950
op initiatief van enkele Amerikaan
se partikulieren en is dus uiteraard
geen regeringsinstelling. Haar doel
stelling is trouwens ook gans ver
schillend van deze van andere sta
tions. RFE bestaat in feite uit vijf
afzonderlijke zenders die zich elk
in het bijzonder tot één van de
satellietlanden richten Polen,
Tsjechoslowakije, Hongarije, Roe
menie en Bulgarije. Al deze zen
ders beschikken over een betrek
kelijk grote vrijheid van handelen
zij stellen zelf de programma's
samen naar eigen goeddunken,
maar de topleiding is Amerikaans.
Het zijn trouwens ook Amerikanen
die voor de nodige financiële mid
delen zorgen. Met dit doel worden
geregeld in de U.S.A. koliekten
gehouden door de «kruistocht voor
de vrijheid».
Op het ogenblik telt Radio Free
Europe zowat 1.500 personeels
leden, waarvan 700 Duitsers, 150
Tsjechen, 100 Polen, 200 Roeme
nen en Bulgaren en 120 Amerika
nen. De meesten van hen zijn poli
tieke vluchtelingen.
POPULAIR BEHALVE BIJ
DE KOMMUNISTEN...
Blijkens korrespondenties en
verklaringen van achter het IJze
ren Gordijn, is Radio Free Europe
momenteel de populairste zender
uit het Westen in de satellietlan
den. Uit een onderzoek bleek dat
97 t.h. van de radioluisteraars in
de satellietlanden afstemmen op
een Westerse zender. 87 t.h. van
hen luisteren geregeld naar RFE.
Dit betekent dus dat RFE qua po
pulariteit achter het IJzeren Gor
dijn de BBC of de Voice of Ame
rica ver overtreft. Geen wonder
PART1KULIER
INITIATIEF
UITGEGROEID
TOT
WERELD-
ORGAN ÏZATiE
dan ook dat sinds het ogenbl K
dat deze radiozender in de ether
kwam, de stroom protesten van
wege de Sovjet-Unie en haar satel
lietlanden langs diplomatieke weg
en in de UNO haast geen moment
heeft opgehouden. Luisteren naar
Westerse zenders is in Oost-Euro
pa nog altijd een strafbare daad.
De uitzendingen van RFE wor
den gesaboteerd door duizenden
stoorzenders, gelegen op 225 ver
schillende plaatsen, meestal in de
satellietlanden en in Oost-Duits-
land. Daarnaast is er een voort
durende campagne in de Oosterse
en Westerse kommunistische pers
om RFE te diskrediteren.
Achtentwintig korte- en midden
golfzenders in West-Duitsland en
Portugal zorgen voor de versprei
ding van de RFE-programma's die
varieren van nieuws en kommen-
taren (om het uur) tot program
ma's over kuituur, opvoeding, we
tenschap, sport, geneeskunde en
mode.
Er wordt gebruik gemaakt van
de Westerse nieuwsagentschappen
maar de grootste aandacht wordt
besteed aan de kommunistische
agentschappen en radio-uitzendin
gen, die dag en nacht beluisterd
worden met een zeer geperfektio-
neerde «monitoring service», in
feite de enige In Europa die in
staat is de lokale kommunistische
zenders achter het IJzeren Gordijn
op te vangen. Het aantal beluis
terde radiostations en ontvangen
nieuwsagentschappen bedraagt
meer dan vijftig, wat betekent dat
Radio Free Europe de grootste
aptoriteit is op stuk van Oost-
Europese aangelegenheden en min
stens over een even indrukwekken
de dokumentat-ie beschikt als het
Amerikaans Ministerie van Buiten
landse Zaken, voor wat betreft de
Sovjet-zaken.
Uit verklaringen van vluchtelin
gen uit het Oosten en reizigers
blijkt dat men achter het IJzeren
Gordijn, en meer bepaald dan de
satellietlanden, werkelijk- begerig
is op alles wat uit het Westen
komt. Daarom heeft RFE sinds
lang een belangrijk gedeelte van
zijn zendtijd ingeruimd voor nieuws
over typisch West-Europese aan
gelegenheden, zoals de NATO, de
EGKS, de Gemeenschappelijke
Markt en Euratom. Dit zijn voor
het merendeel onderwerpen waar
voor onder de grote massa hier
slechts een betrekkelijke belang
stelling bestaat, maar die door de
arbeiders en boeren in de satel
lietlanden met evenveel aandacht
worden gevolgd als bij ons een
radioreportage over een voetbal
wedstrijd.
Vandaar dat RFE geen moeite
of kosten spaart om het monopolie
van de kommunistische voorlich
ting in de satellietstaten te breken
en de mensen achter het IJzeren
Gordijn nog iets anders te brengen
dan het door een rode bril bekeken
nieuws.
door
S1LVASN VAN DER GUCHT
en
LODEWiJK VAN LAEKEN
110
Er woonde toen bij ons een
ouderloze jonkman van reeds 30-
jarige leeftijd, Louis Vermeulen
genaamd, die mijn schoonvader
had laten opvoeden en ter schole
liet gaan, waar hij zeer goed had
leren lezen en schrijven. Hij was
mij zeer dienstig voor de boek
houding en uitleveren van mijn
waren en werd bij ons aanzien
als kind van den huize.
In zijn ledige uren, wanneer hij
niets bijzonders te verrichten had,
amuseerde hij zich meermaals met
in de velden te jagen; zijn jacht
hond was enige weken geleden
gestorven en dit had hem van zijn
gewone vermaken weerhouden,
want een jager zonder hond heeft
toch niet veel te beduiden.
Het was op de 14e oktober,
die dag zal ik nooit vergeten,
schoner weder zou men niet heb
ben kunnen wensen. Louis had in
huis niets te doen en hij besloot,
niettegenstaande hij geen hond be
zat, uit jagen te gaan, al stelde
hij zich bloot door veel van zijn
kennissen uitgelachen te worden.
Hij was dan in de voormiddag
vertrokken; weinig had hij gescho
ten, want de jongeling was niette
genstaande zijn jachtiust, een el
lendige jager en wel meermaals
kwam hij platzak naar huis. Het
begon reeds laat te worden, toen
'hij zich nog op een half uur gaans
van hier met een weinig gevulde
weitas aan de bossen bevond. De
zon ging onder en rijke wolkkleu-
ren sierden de Westerkim. Hij was
vermoeid en zocht rond zich een
eenzame plaats om een weinig te
rusten. Hij zag op kleine afstand
enig kreupelhout op de helling van
een bosje; daar ging hij heen en
legde er zich neer op de wijze
dat de voorbijgangers hem moei
lijk konden zien. De jager sloeg
nog eens de ogen naar de neder
dalende zon en bleef enige tijd
peinzend zitten.
Het begon ondertussen goed
donker te worden, toen hij uit zijn
mijmeringen werd gewekt door het
gesprek van manspersonen, d'ie
zich op zeer kleine afstand van
hem in het houtgewas bevonden,
zonder dat hij of zij elkaar konden
zien. Hij bekreunde zich zo weinig
op hun gesprek, dat hij zonder
gerucht te maken ging opstaan om
zich naar huis te begeven, toen
zijn aandacht werd gewekt door
het horen uitspreken van zijn
naam. Hij hield zich stil, luisterde
toe en weldra ontdekte hij dat de
personen die tot elkaar spraken,
binders waren en dat zij voorne
mens waren d'ie nacht het huis
van mijn schoonvader te plunderen
die zij wisten in het bezit te zijn
van een aanzienlijke som geld, die
hij daags te voren had ontvangen,
en mij te vermoorden, om zich te
wreken over hun kameraden, die
ik had verraden.
Zouden wij binnen een uur
vertrekken of nog wat langer wach
ten vroeg er een.
- 'Binnen twee uren zal de
maan opkomen, antwoordde de
andere, en dan kan men ons zien.
Wel, wie zou ons zien bij
een zo alleenstaande woning Wij
behoeven geen maneschijn te vre
zen,
Hoeveel tijd zouden wij no
dig hebben om van hier tot aan
de woning van de meier te komen?
Een half uur.
Welnu, laat ons binnen twee
uren vertrekken.
Louis kon het vervolg van de
samenspraak niet verstaan, daa,
men zeer stil begon te spreken,
doch het dacht hem genoeg te
hebben gehoord. Hij stond op zon
der gerucht en een omweg makend
om hen te ontwijken, verwijderde
hij zich met veel omzichtigheid.
'De stoutheid der binders was hem
bekend en hij peinsde niet spoedig
genoeg b'ij mij te kunnen zijn om
zijn weldoeners te redden.
Niettegenstaande hij, zich neer
zettend, weinig acht had gegeven
op de plaats waar hij zich bevond,
wist hij weldra waar hij was en
hij -kende, eens rondkijkend, aan
stonds heel goed de weg welke
hij diende te volgen om zich regel
recht naar huis te begeven. Hij
spoedde zich dapper en op minder
dan twintig minuten was hij buiten
adem van het lopen in onze wo
ning. Hij vertelde m'ij alles en
wilde het noodklokje luiden, dat
-in een torentje hangt op het dak
van ons huis, om bij alle gevaar
de boeren ter hulp te roepen.
Neen, zei ik, laat ons dat
niet doen, want dan zullen de
schelmen zich ongehinderd verwij
deren om later hetzelfde spel te
herbeginnen en dan zullen wij mis
schien onverwachts overvallen wor
den en de tijd niet hebben om
ons to verweren.
Wat besluit gij dan te doen?
vroeg de jonkman.
- Louis, antwoordde ik hem, ik
reken op uw moed; wij zullen de
aanval der binders met de wapens
-in de vuist afwachten en er zoveel
van neerschieten als wij kunnen.
Intussen luidt gij het alarmklokje;
dit zal de overblijvende schelmen
doen vluchten. Mijn schoonvader
is een oud man, hij is reeds gaan
slapen; gij weet dat hij doof is en
w-ij bijgevolg niet hoeven te vrezen
dat hij door -het gerucht zal wor
den gewekt. Ik zal mijn vrouw van
te voren op de hoogte brengen en
haar geruststellen, want er is voor
ons, d'ie op de hoede zijn, weinig
gevaar.
Zo gezegd, zo gedaan. Wij
brachten onze geweren in gereed
heid; er waren er gelukkig drie in
huis, waarbij een karabijn. Louis
was 'n zeer slechte schutter, maar
ik kon, als het lukken w ide, rrrijn
man staan. Wij -hadden ons op de
bovenkamer begeven en bespied
den vandaar de omgeving, van het
huis. Louis was -eeds twee uren
terug en wij zagen nog geen bin
ders; het was maneschijn en wij
■konden bescheidei'ijk alles waarne
men wat er zou gebeuren.
Meier, jprak Louis plots,
daar komen ze aan; ze, gij kunt
hen bescheidelijk zien.
Inderdaad, ik zag op enige af
stand een veertiental zwartgemaak
te kerels die onder elkander be
raamden. V-ijf zonderden zich af en
stelden zich achter het huis op
wacht. Het moest wel zijn aat zij
besloten hadden langs voren bin
nen te dringen, want m;jn twee
wachthonden lieten zich langs
achter niet horen en de overigen
naderden de voordeur. Zij namen
deze 'in ogenschouw, alsook de
waterluiken, die allen van zeer
sterk eikenhout waren vervaardigd.
Terzelfdertijd klopte er een op de
deur, denkende dat men die zonder
wantrouwen zou hebben geopend,
daar men mij meermaals voor bij
zondere omstandigheden, b'j nacht
kwam wekken. Nomand antwoord
de en hij herhaalde zijn gekiop,
doch vruchteloos; wij gebaarden
alsof wij dit niet hoorden Eindelijk
verloor een hunner zijn geaaid; hij
zette de tromp van z:jn karab'jn
op het slotgat, loste eet schot
en het slot vloog verbr.jze'd aan
stukken. Doch daarmee waren zij
niets genaderd, daar de grendels,
ijzeren staven en haigKettlng, ge
noegzaam waren om de deur ge
sloten te houden.
Ik -had het recht op deze moor-
ders te schieten van het ogenblik
dat zij voor mijn woning bleven
stilstaan, maar een milde ziel walgt
het te allen tijde om een mens te
doden, zelfs wanneer deze een
boosdoener 'is; dit gevoelen deed
mij wachten om op hen te vuren,
tot zij de aanval hadden begon
nen. Maar bij deze eerste poging
tot inbraak, legde -ik aan op een
der binders die dicht aan de deur
het uitwerksel naspeurde door het
springen van het slot veroorzaakt.
Het schot brandde los en hij
stortte met verbrijzeld hoofd dood
ter aarde neer.
Zijn makkers hadden deze te
genstand niet verwacht en gingen
enige stappen achteruit.
Meier, sprak Louis, zij gaan
de ogen gevestigd houden op het
bovenvenster van waaruit gij hebt
geschoten. Ga intussen naar be
neden; g'ij weet dat zij 'het slot
der deur hebben doen springen;
misschien kunnen zij langs het gat
hat het heeft gelaten de arm door
steken en de grendels wegschui
ven. Neem dit geweer en geef mij
het uwe, ik zal intussen herladen.
Gij hebt gelijk, zei 'ik, en
ik begaf mij met het geladen wa
pen van de jonkman, zonder licht
en zo stil mogelijk, naar beneden.
Aan de voordeur komende zag
■ik inderdaad de arm van een bin
der door het gat steken waar het
slot had gestaan, zonder twijfel
om de b'innensluit-ing te openen.
Ik plaatste mijn roer onder de arm
van de dief en meende vuur te
geven, toen -ik twee schoten op
de straat hoorde losbranden.
Louis -heeft zich aan het
venster vertoond, sprak ik spijtig
tot mij zeiven, misschien is hij
gekwetst.
Vol verlangen om hem te wre
ken, loste ik mijn schot. Ik hoorde
een tweede binder neerploffen en
ik liep gezwind naar boven op de
kamer. Louis was bezig de kara
bijn te herladen.
Wat hebt gij mij verschrikt,
riep ik uit; ik dacht toen ik dit
gespuis hoorde schieten, dat gij
u hadt laten zien.
Waarlijk neen maar ik vrees
de dat, nadat gij op hen door de
opening d'ie zich in de deur bevindt
hadt gevuurd, zij op dezelfde wij
ze naar u zouden hebben gescho
ten. En ik wilde -hun aandacht af
leiden. Ik nam een stok en bond
er een oud overtreksel aan van
mijnheer Riggeleer, waarna ik die
zeer voorzichtig naar het venster
uitstak; niet zodra had men dit
gezien of zij gaven vuur.
Deze listige vondst deed mij
'lachen; maar denkende dat ik geen
tijd mocht verspillen, riep ik
Haastig, geef mij uw kara
bijn en spoed u naarTiet klokzeel
en begin maar uit al uw krachten
te luiden; ik zal ondertussen zien
of ik nog wat lood naar de hoof
den der schelmen -kan zenden.
Nadruk verboden vervolgt