'Kern'63 stopt ermee,,
Retros
pectieve
Van Saene
Banken en
cultuur
Toneelinformatie
<~LOa'itcr Somi en cAndré <~U<xn <zDaele
Kern '63, de «toneelgroep» die vijf jaar geleden te Aalst
van start ging en meteen deining verwekte in het Aalsters
toneelleven, stopt er mee. Dit blijkt uit een verklaring van
Walter Boni en André Van Daele.
In die verklaring heet het wij citeren «De toneelliefheb
ber van Aalst en omliggende zal zich wellicht reeds afge
vraagd hebben waar het programma van 68-69 van KERN
bleef. Het antwoord is eenvoudig Kern stopt ermee. Wij
vermoeden dat velen onder U dat wel ergens jammer zullen
vinden. En ongetwijfeld stijgen elders ook juichkreten op,
want achter de coulissen van het verwaterd amateurisme
werd Kern benijd en tegengewerkt. Wij zijn onze trouwe
bezoekers een verklaring schuldig.»
Dhr. A. Van Landuyt, direkteur van de Bank van Brussel - Aalst,
presenteerde vorige week tijdens een perslunch een luxe-uitgave die
verscheen naar aanleiding van de retrospectieve Van Saene, die heden
avond in het Oud Hospitaal wordt geopend. Dit gebeurde in aanwezig
heid van een pleiade van vooraanstaanden Marnix Gijsen, Prof. Baudin
"-of. Haecht, Marcel Duchateau, Hubert Van Herreweghen, e.a.
Dit rijk geïllustreerd boek belicht in een overvloed van kleurenplaten
en teksten het oeuvre en de evolutie van Van Saene. De tentoonstelling
zelf omvat een 150 nummers uit de voornaamste perioden van de
schilder.
Van Saene is een minitieus artiest, wars van goedkope effecten. Het
werk is sober, met een voorkeur voor de vaste zwierige lijn en kompo
sities van uiterst smaakvol gekozen kleuren en vlakken. Naast zijn
schilderijen en tekeningen is Van Saene ook de auteur van talrijke
monumentale fresco's, o.m. een fresco in Civitas Dei tijdens Expo
1968, in de Nationale Bank en op andere plaatsen.
s.
Dat er belangstelling bestaat voor deze retrospectieve van een kwart
eeuw werken bewijzen de talrijke vooraanstaanden die zullen aanwezig
zijn op de openingsplechtigheid. Vermelder, wij nog dat tijdens deze
plechtigheid, die onder het voorzitterschap staat van de heer Louis
Camu, voorzitter van de Bank van Brussel, het woord wordt gevoerd
door Theo Lefevre, Minister van Staat, Prof. Frans Van Mechelen,
Minister voor de Nederlandse Kuituur en Schepen Bert Van Hoorick.
De luxe-katalogus wordt tijdens deze plechtigheid ook te koop aan
geboden.
In onze uitgave van volgende week komen wij uitvoeriger terug op
deze belangrijke tentoonstelling.
Foto tijdens de voorstelling van de katalogus. Van links naar rectus
M. Van Saene, Marnix Gijsen, Prof. Van Haecht, A. Van Landuyt.
Een Vlaamse persoonlijkheid uit
het bankwezen opperde enige tijd
geleden de idee van kulturele vei
ligheid. Hij achtte het noodzakelijk
dat aansluitend bij een maatschap
pelijke zekerheid ook een vorm van
kulturele zekerheid zou moeten
bestaan.
In een welvaartstaat van van
daag zou het inderdaad niet denk
baar kunnen zijn dat iemand nog
verstoken blijft van die dingen die
elkeen, en dus een ganse gemeen
schap, optillen boven het alledaag
se met één woord kuituur.
Doch net zoals voor een sociale
of maatschappelijke zekerheid is
er geld en veel geld vereist. Want
hoe brutaal het ook moge klinken
kuituur kost geld en brengt er geen
op
En nochtans gaan kuituur en
ekonomie hand in hand en hoewel
men de indruk heeft dat deze bei
de 'begrippen als water en vuur
tegenover mekaar staan blijft er
toch een noodzakelijk verband tus
sen beiden nagenoeg hetzelfde
als tussen het beschikbaar heb
ben van voldoende geldmiddelen
voor overbodige zaken langs de
ene kant en langs de andere zijde
voldoende waardering voor het
waardevolle.
Hieruit mag men niet afleiden
dat kuituurwaarden eksklusief zou
den voorbehouden zijn aan de wel
stellenden, niets is minder waar.
Ook voor de «man in de straat»
moet de mogelijkheid geschapen
worden zijn 'kuituurbesef en zijn
kultuunbeleven te verruimen en te
ontwikkelen.
Anderzijds is het even waar dat
kuituur niet kan gedijen op een
ekonomisch zwakke grond en het
ligt voor de hand dat de overheid
de verantwoordelijkheid heeft die
voorwaarden te scheppen die een
echt kuituurleven mogelijk maken.
Niet alleen de overheid
Doch initiatief kan ook uit een
onverwachte hoek komen. Uiter
aard is 'n bankinstelling niet direkt
afgestemd op zuivere geestelijke
waarden. 'En 'misschien lijkt het
daarom bij een eerste zicht ook
verwonderlijk dat een bankinstel
ling zich om 'iets ais 'het kuituur-
leven gaat bekommeren. Mogelijk
ruikt dit alles naar een nieuwe
vorm van propaganda. Wij zouden
het anders stellen en zeggen dat
een grote financiële instelling ook
verplichtingen van sociale en kul
turele aard heeft tegenover de ge
meenschap waarin ze dagelijks
werkt.
Dat de Bank van Brussel dit
reeds jaren lang realiseert is een
verdienste die men niet genoeg
kan onderlijnen. Niet alleen bete
kent zij een daadwerkelijke hulp
maar levert terzelfdertijd ook een
aktieve bijdrage om het plastisch
'kunstleven van de stad op een ho
ger peil te brengen.
Geen eendagsvlieg
De politiek die deze bank voert
'is gelukkig geen eendagsvlieg;
het is daarom goed bij deze nieu
we tentoonstelling Van Saene even
het voorbije te bekijken.
Het is drie jaar geleden dat de
Bank van Brussel een eerste -ini
tiatief nam en haar medewerking
verleende aan de tentoonstelling
«kunstbezit in ieders bereik».
Langs een soepele weg van mo
derne kredietverlening gaf zij het
publiek de mogelijkheid werk van
gekende hedendaagse schilders
aan te kopen. Dit werd een sukses
en vrij spoedig stelde de 'Bank
haar lokalen zelf open voor ten
toonstellingen. Het was met de
'kruisweg van Edgard Tijtgat dat de
reeks werd aangevangen. Vermel
den wij even dat het voor de eer
ste maal was dat dit beroemd en
semble buiten haar bewaarplaats
aan het publiek werd voorgesteld.
De ruime belangstelling die deze
tentoonstelling en de daaropvolgen
de mochten genieten leverden het
overtuigend bewijs dat men te
Aalst deze inspanningen waardeer
de en betekenden meteen de beste
aanmoediging om op de ingeslagen
«Of moesten wij ons
politiek engageren
«Onder de vele redenen die tot
de Kernstop hebben geleid, deze
Overbezetting van de stads
schouwburg ten gevolge van ver
bouwingswerken aan de zaal van
het Groen Kruis. Gevolg daarvan
gebrek aan repetitietijd in de zaal,
beperking van de tijd nodig voor
adekwate dekorbouw. In deze om
standigheden was het niet langer
mogelijk degelijk afgewerkte pro-
dukties te brengen. (Denkt U maar
even terug aan «Helena of de
Levensvreugde», «Antigone», «Van
Mu-izen en Mensen», «Don Juan
en De Pauw», «Andorra», opvoe
ringen waarvoor wij minstens veer
tien dagen op 'het piatteau kon
den werken.)
Gedurende de laatste twee sei
zoenen moesten wij meer en meer
beroep doen op vertolkers van
buiten de stad. Dat bracht zware
financiële lasten mee. Omdat wij
de vertoningen niet breder konden
spreiden (cfr. hoger) waren de
weg verder te gaan.
Iedere individuele tentoonstelling
die plaats had even vermelden
zou ons zeker te ver leiden en
bovendien beperkte men zich niet
tot de lokalen van de bank zelve.
Aan grotere manifestaties in het
Oud Hospitaal werd eveneens be
langrijke medewerking verleend, in
die mate dat alleen dank zij deze
medewerking iets dergelijks kon
gerealizeerd worden.
Retrospectieven als van Oscar
Jespers, onze grote expressionis
tische beeldhouwer, de Vlaamse
Wandtapijten, Maurice Schelck en
vooral van Valerius De Saedeleer
hebben duizenden bezoekers naar
het Oud Hospitaal gebracht. Met
een leerden zij ook dat schitterend
monument v. middeleeuwse bouw
kunst kennen.
Het is de verdienste van direk
teur A. Van Landuyt en de ganse
staf van de Bank van Brussel een
behoefte te 'hebben onderkend en
zic'h ingespannen te hebben voor
het scheppen van de middelen om
deze behoeften te voldoen.
Nieuwe -initiatieven wachten op
uitwerking en de belangrijke ten
toonstelling Van Saene komt zich
hierbij nog voegen. Wij hopen dat
deze tentoonstelling de erkenning
en het sukses mag genieten waar
op ze recht 'hebben. 'D.V.
produkties niet renderend. 'Dit zou
op zichzelf niet zo erg geweest
zijn, hadden wij de homogeniteit
van vroegere jaren 'kunnen hand
haven. Omdat zulks niet het geval
was moesten wij het zoeken in
een andere richting het kleine
theater, dat te Mechelen, Antwer
pen, Brugge, Gent, Merelbeke en
Brussel reeds geruime tijd zijn
bestaansrecht bewezen had.
Onderhandelingen met Aalsterse
zakenkringen wettigden de hoop
op een eigen zaaltje. Elke week
konden wij van maandag tot vrij
dag beschikken over ons theatertje
voor ongeveer 80 toeschouwers en
dit van oktober tot mei. Wij plan
den een reeks voorstellingen waar
onder de kreatie van Vlaams werk
en reeds stond vast dat tijdens
het seizoen 1968-69 veertig voor
stellingen zouden gegeven worden.
Om ons onbekende redenen
liepen de onderhandelingen dood.
Het blijkt wél mogelijk een wieler
koers (zelfs voor amateurs) te
financieren, niet om (met véél min
der duiten) het toneelleven te sti
muleren. En dat in een tijd waarin
iedereen raast over kuituur.
Of moesten wij ons dan toch
politiek engageren U zal zich
herinneren dat wij ons steeds van
politieke en partijbindingen wen
sten te houden.»
«Plannen voor klein theater»
Verder luidt het in deze ver
klaring «Heeft Kern iets bereikt
al die jaren Wij laten het aan U
over daarop te antwoorden. Alleen
dit is het toeval dat na de op
richting van Kern plots ook anderen
de noodzaak voelden tot koncen-
tratie te komen en zo hun reper
toire en de voorstellingen zelf aan
de vereisten van deze tijd aan te
passen
Blijft ons nog over en wij
doen het héél graag allen en
iedereen te danken die onze wer
king hebben mogelijk gemaakt
het stadsbestuur, 'inzonderheid de
schepen van Onderwijs, Kuituur en
Sport, onze steunfirma's, al de me
dewerkers, van de nederige garde
robedame en de meisjes van de
zaaldienst tot de dekorbouwers en
de toegewijde belichter, de spe
lers van Aalst en daar buiten en
ons terecht veeleisend publiek.
Is Kern nu voorgoed dood Als
in de 'hierboven aangehaalde om
standigheden een gunstige kente
ring komt, liggen onze plannen
pasklaar om met een 'klein theater
van wal te steken.»
Tot zover de verklaring van
Walter Boni en André Van Daele.