JAM CLERCKER of de Laatste Binders van Vlaanderen door Daphne du Maurier 10 En waarom kon hij de rol niet spelen die zij hem had toebedacht en een ruwe, gemene kerel worden, die godslasteringen uitbraakte en smerige vette handen had, in plaats van die ernstige gestalte die daar achter die glimmende tafel zat, die niet op haar scheen te letten Eindelijk sprak hij haar aan en er klonk maar een licht accent in zijn stem. En nog steeds keek hij haar niet aan, maar ging door met het tekenen van de reiger. «Het schijnt dat u bezig was met het bespioneren van mijn schip,» zei hij. Onmiddellijk wekte dit haar woede op. Zij spioneren I Goede hemel, wat een beschuldiging «Integendeel,» zei zij op de hel dere, duidelijke toon en met de jongensachtige stem die zij altijd gebruikte als zij tegen haar be dienden sprak. «Integendeel. Het komt mij voor dat uw mannen het gewaagd hebben zonder toestem ming mijn landgoed te betreden.» Nu keek hij onmiddellijk op en stond op. Hij was lang en slank, veel langer dan zij zich had voor gesteld... en in zijn donkere ogen kwam een blik van herkenning en hij glimlachte eens kalm voor zich heen. «Ik moet u mijn nederige ver ontschuldigingen aanbieden,» zei hij. «Het was nog niet tot mij door gedrongen dat de meesteres van het landgoed mij persoonlijk is ko men bezoeken.» Hij bood haar een stoel aan en zij ging zitten. Hij bleef haar aan kijken met diezelfde blik van her kenning en heimelijk vermaak 'in zijn onen. Toen leunde hij achter over in zijn stoel, kruiste zijn be nen en kauwde op zijn penhouder. «Was het op uw bevel dat men mij heeft gevangen genomen en hierheen gebracht vroeg zij, om- LADY DONA dat zij toch iets moest zeggen en hij blijkbaar niet van plan was iets anders te doen dan maar te kijken op zijn eigenaardige zonder linge manier. «Mijn mannen hebben bevel elk een te binden die het waagt in de buurt van mijn schip te komen,» antwoordde hij. Maar u bent stout moediger geweest dan de bevol king en daarom heeft u helaas door die stoutmoedigheid moeten lijden. U bent toch niet gewond of ge kneusd, is het wel «Neen,» antwoordde zij kortaf. «Waar beklaagt u zich dan over «Ik ben niet gewoon op een der gelijke manier behandeld te wor den,» antwoordde zij. Zij was nu weer boos geworden omdat 'hij haar blijkbaar voor de gek hield. «Neen, natuurlijk niet,» zei hij kalm, «maar het zal u geen kwaad doen.» Goede hemel, wat een onbe schaamdheid, wat een vervloekte brutaliteit - Haar woede scheen hem slechts te amuseren, want 'hij bleef kalm achterovergeleund op zijn stoel zitten, terwijl 'hij haar glimlachend aankeek. «Wat bent u van plan met mij te doen vroeg zij. «Ah, dat is het nu juist I» ant woordde hij, terwijl hij zijn pen houder neerlegde. «Dat zal ik eens moeten nakijken in mijn boek met voorschriften.» Hij trok een lade van de tafel open en haalde er een boek uit, waarin hij ernstig ging zitten bla deren. «Gevangenen... de beste meto de om gevangenen te maken... het ondervragen van gevangenen... hun behandeling... etc... etc...», las hij hardop. «Hmm, ja, het staat hier allemaal. Maar ongelukkig ge noeg handelt het boek alleen over gevangenneming en behandeling van mannelijke gevangenen. Blijk baar heb ik niet kunnen voorzien dat ik ook nog wjl eens te maken zou krijgen met vrouwelijke gevan genen. Ik moet zeggen dat het buitengewoon nalatig van mij ge weest is.» Zij moest weer aan Godolphin denken, aan zijn woorden «Aan gezien die kerel een Fransman is, is het alleen maar een kw,estie van tijd.» Zijn stem onderbrak de loop van haar gedachten. «Zo is 'het beter,» zei hij. «Boos heid staat u niet, begrijpt u wel Nu begint u er meer uit te zien zoals u werkelijk bent.» 17 «Wat weet u van mij vroeg zij. Hij glimlachte nogmaals en ging wat meer naar voren op zijn stoel zitten. «Lady St. Columb,» zei hij, «de bedorven lieveling van het hof. De Laiy Dona die in de Londense herbergen drinkt met de vrienden van haar echtgenoot. U bent een hele beroemdheid, weet u wel Zij voelde dat zij een kleur kreeg door de bijtende ironie van zijn woorden en de kalme, min achtende manier waarop hij over haar sprak. «Dat is voorbij,» zei zij, «dat is voorgoed afgelopen.» «Voor het ogenblik, bedoelt u.» «Neen, voor altijd.» Hij begon zachtjes 'in zichzelf te fluiten. Toen stak hij zijn hand uit naar zijn tekening en begon de achtergrond te tekenen. «Als u een poosje in Navron Huis gewoond hebt, zult u er wel genoeg van hebben,» zei 'hij, «en de geuren en geluiden van Londen zullen u weer roepen en dan zult u aan deze bui terugdenken als aan een ding uit het verleden.» «Neen,» zei zij. Hij ging er niet verder op in, maar bleef rustig tekenen. Zij sloeg hem gade en zij was nieuws gierig, want hij tekende heel goed en zij begon te vergeten dat zij zijn gevangene was en dat zij ei genlijk als vijanden tegenover el kaar stonden. «Die reiger stond in de rivier, vlak bij de oever,» zei zij. «Ik heb hem gezien zoeven, voordat ik op dit schip kwam. «Ja,» antwoordde hij, «daar staat hij altijd als het eb is. Hij komt daar voedsel zoeken. Hij heeft zijn nest evenwel op enige afstand, in de buurt van de Kweek aan de hoofdrivier. Wat heeft u nog meer gezien «Een paar steltlopers en nog een paar andere vogels. Ik geloof dat het wulpen waren.» «O ja,» zei hij, «die zijn daar ook altijd. Ik vermoed dat het voortdurend gehamer op het schip hen op de vlucht heeft gejaagd.» «Ja,» antwoordde zij. Hij bleef zitten fluiten en teke nen en zij keek naar hem en zij verwonderde zich er over dat het haar zo natuurlijk voorkwam hier in die hut te zitten op dat schip, naast die Fransman, terwijl de zon door de vensters naar binnen scheen en het water zachtjes klot ste tegen de wanden van het schip. Het leek wel een droom, maar dan een droom waarvan zij geweten had dat hij werkelijkheid worden zou, net alsof dit een bedrijf was van een toneelstuk waarin zij zelf een rol speelde en op dit ogenblik het doek was opgegaan en iemand haar had toegefluisterd «Hier moet je beginnen.» vervolgt nadruk verboden door SILVAIN VAN DER GUCHT M LODEWUK VAN LA EKEN 131 De advokaat was als door de bliksem getroffen. Hij was een handlanger der bin ders, evenals Vosselaer en de an deren, die hij zo weinig ging be zoeken als het maar mogelijk was, uit vrees van zich te doen verden ken, als hun handel uitkwam. Want de advokaat van de duivel had veel meer vooruitzicht dan al de ande ren; hij was het nochtans die hen goede raad gaf en voor de bende pleitte als er ergens een binder tegen de lamp was gelopen. Dat stieltje bracht hem, zonder grote gevaren, een goed sommetje op en het ventje schrok bij de gedach te dat die winstgevende bron kon uitdrogen. Nadat hij een weinig tot bedaren was gekomen, hetwelk, om de waarheid te zeggen, niet heel lang duurde, want de advokaat was de aandoeningen en gemoedsangsten een weinig gewoon, sprak hij tot de notaris Vriend, ik ben hier gekomen om u te vermanen op uw hoede te zijp; ik heb u ook iets bijzonder mede te delen, maar uw verhaal heeft mij zo geslagen, dat ik u zou verzoeken te doen wat gij gedaan hebt met Sprietvlechter, toen hij u zijn wedervaren heeft verteld. Wat wilt gij daarmee zeggen beste vriend Dat gij wel zoudt doen ook een fles wijn op te halen voor ons beiden, want, geloof mij, wij heb ben het nodig. Zonder een woord te spreken, nam de notaris een kleine bel, die zich naast hem op de lessenaar bevond en belde. Onmiddellijk daarop vertoonde zich de oude meid. Ga, zei hij haar, in de kelder en breng een fles wijn mede uit de bak die zich het verst van de trap bevindt, 'benevens twee ro mers. De oude vrouw keek haar mees ter zeer verwonderd aan, want de wijn waarvan hij de 'bak aanduidde was zeer kostelijk en werd nooit door de notaris opgehaald dan 'b'ij bijzondere gelegenheden. Zij maak te evenwel geen opmerking, maar volbracht met langzame stappen het bevel van haar meester. Nadat de romers volgeschonken en gelegd waren sprak de notaris - Hewel, vriend, wat nieuws hebt gij mij te melden Hetgeen ik u te zeggen heb, antwoordde de advokaat, heeft veel betrekking op hetgeen er met Sprietvlechter vijf dagen geleden is gebeurd. Vandaag, kort na de middag, kwam Coorenbijter, de deurwaarder, me spreken over een rechtsgeding. Wijl wij beiden zo over allerhande zaken spraken, vroeg hij mij of ik al iets gehoord had van hetgeen er was voorgeval len te Meire. Ik antwoordde hem dat ik daarvan niets wist, en dat was de waarheid, want ik had nog niemand van de vrienden gespro ken. Hij begon mij dan te vertellen dat aldaar een Engelse speurder was geweest, vergezeld van twee andere kerels, die Vlaams spraken en enige gendarmen. Dat zij een zwarte hond bij zich hadden, door wiens hulp zij het lichaam hadden gevonden en uit de aarde opge dolven van 't vermoord huismeisje van pachter Vergammen, die reeds zo lang vermist was. Dat zij van daar naar het huis van de weduwe Verpluymen waren gegaan, die de dag te voren was vermoord, dat de Engelsman aldaar zijn opzoekin gen opnieuw was begonnen en wel dra met volle overtuiging had we ten te zeggen, niet alleen langs waar de moordenaar 'in het huis gedrongen was en op welke wijze hij het had verlatgn, maar ook gans zijn gestalte en zijn ouderdom. Het schijnt, zei ik, enigszins onder de indruk, dat deze speur ders slim zijn, wel te verstaan in dien de zaak niet overdreven is. Ge hebt nog niets gehoord, zei hij. Die Engelsman heeft zelfs weten te zeggen dat de moorde naar zijn schelmstuk niet bedreven heeft om geld te stelen, maar wel om bijzondere en enige belangrijke papieren te bekomen, dat hij lede ren handschoenen droeg, ja zelfs wist hij welke soort van snuif hij gebruikte. En heeft men de schelm aan gehouden vroeg ik. Dat zou ik niet kunnen zeg gen; het schijnt dat zij 's avonds vertrokken zijn langs Ottergem, misschien om hun opzoekingen langs die streek voort te zetten. Ik werd enigszins ongerust door het verhaal; ik vroeg mij af of het soms een van onze mannen was geweest die de aanslag had ge waagd en misschien wel een der bijzonderste, ik dacht ook op Sprietvlechter, maar daar ik niet kon begrijpen om welke reden hij de moord zou hebben bedreven, gaf ik het op. Wij spraken midder- wijl nog van enige andere onbedui dende zaken, tot Coorenbijter mij eindelijk verliet. - Wat dunkt u nu, meester Vosselaer Peinst gij niet met mij dat het dezelfde persoon is die aan Sprietvlechter heeft gezegd dat hij moordenaarssnuif gebruikte waarvan Coorenbijter mij zoveel bijzonders wist te verhalen Zonder enige twijfel. En zou deze vreemdeling Sprietvlechter eerstdaags, geen kwade poets kunnen spelen Dit zou wel kunnen gebeu ren, beste vriend, ook dienen wij nu wat beter op onze hoede te zijn. Wat duivel, wie had ooit gedacht dat die Engelse mensenjagers op ons zouden afgekomen zijn En de notaris sloeg met de ineengewrongen vuist vol gram schap op de lessenaar, dat het kraakte. 'De advokaat bleef enige tijd zon der spreken in diepe overweging. Mij dunkt, zei hij eindelijk, dat het wijselijk voor oys ware van alle handel met binders en moordenaars te laten varen en in het vervolg wat voorzichtiger te zijn. Bij mijn trouw, zijn de En gelse speurders slim, wij zijn toch ook geen uilen ook al werd Sprietvlechter geklist, hetgeen ze ker spijtig zou zijn, zoudt gij u toch kunnen troosten, vermits al de bewijsstukken die u zouden kunnen doen verdenken vernietigd zijn door het vuur. Ook geloof 'ik vast dat Sprietvlechter liever zou sterven dan ons te verraden. -- Dat is wel waar, antwoordde Vosselaer, maar ik geloof toch dat het beter zou zijn ons uit de voe ten te maken en ons op geen Sprietvlechter te betrouwen. Wij hebben reeds een fraai sommetje geld met dat spel gewonnen en ik denk dat het toch hier in ons depar tement met de 'binders niet lang meer kan duren. Dit zou heel goed kunnen gebeuren, meester. En misschien hebt ge gelijk, mij dunkt dat uw gedacht beter is dan 'het mijne. Gij en 'ik zijn bijna de enigste die hier in de stad handlangers van de binders zijn, zonder hun aan slagen bij te wonen. Sprietvlechter is onvoorzichtig geweest, dit gaat hem aan. Misschien zou het niet slecht zijn met onze zuur gewon nen centen het land te verlaten en hem in de klem te laten. Neen, zei de notaris, dit mo gen wij niet doen. Later kan dit gebeuren. Er zijn nog andere aan slagen beraamd, die zeer winstge vend kunnen zijn en die ons onmo gelijk kunnen doen verdenken. Laat ons dan wachten, her vatte de advokaat. Overmorgen in de namiddag kom ik terug, ik zal ondertussen wel eens overwe gen wat ons te doen staat en er eerst eens over slapen. En 'hij nam zijn 'hoed en stok, stond op en, Vosselaer bij de hand nemend, zei 'hij Nu, vriend, goede moed, alles zal misschien nog beter gaan dan wij denken. Tot overmorgen, mompelde de notaris, die ver van in een goe de luim verkeerde, dan zullen wij mogelijk meer weten dan nu. Zo sprekende deed hij de advo kaat uitgeleide tot aan de deur, bleef zelfs met hem op de straat enige ogenblikken vriendelijk staan praten, zodat iedereen die hen zag niet zou geraden hebben welk een zwarte ziel er in hun lichaam huisde. In het bijzonder kantoor van notaris Vosselaer bestonden twee uitgangen; de ene, die in het kan toor uitkwam, waar de klerken werkten, en de andere in de beste kamer, waar hij weleer de ongeluk kige pastoor van Onkerzele en zijn neef had ontvangen. De nota ris had de heer Minsga langs het kantoor der klerken laten uitgaan, gelijk hij gewoonljik met iedereen deed en was hem gevolgd. Hetgeen we daar voorgesteld hebben, zei hij fluisterend tot de advokaat, zal ik rijpelijk overwegen en misschien zal het kunnen uitge voerd worden, vroeger dan wij me- men, Welk voorstel Elders op onze renten te gaan leven. Ha, ja. Ik zei wel dat er nog enige winstgevende aanslagen beraamd werden, maar wie weet of ze wel kunnen uitgevoerd worden. De politie wordt te sterk. -- Dat is het. En die Engelsman ziet er geen man uit om er de aap mee te houden. Juist dit doet mij aarzelen. Enfin, we zullen daar later wel nog eens op terugkomen. Salut, Minsga. Salut, notaris. En de twee schurken scheidden van elkaar. ooo HOOFDSTUK XXXIV EEN ONTWERP OM ALS PRINSEN TE LEVEN Nauwelijks waren zij vertrokken of de deur die uitkwam in de beste kamer werd behoedzaam ge opend en Sprietvlechter kwam rood van gramschap te voorschijn. Nadruk verboden vervolgt

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1968 | | pagina 10