de toekomst
is
begonnen
de hedendaagse
economische geschiedenis
van het arrondissement aalst
Ie
een terugblik
1—17
Het is mij aangenaam hulde te
brengen aan de directie en de re-
daktie van de Gazet van Aalst
ter gelegenheid van haar 25-jarig
jubileum. De G. v. A. heeft steeds
haar kolommen breed opengesteld
voor de economische problemen
van onze streek, maar ik ga niet
naar het verleden terugblikken;
mijn taak is er om naar de toe
komst te speuren en de geachte
lezers ertoe aanzetten even na te
denken wat zou kunnen geschreven
worden bij het 50-jarig jubileum
van dit weekblad. Beschouwingen
vooropstellen nopens ons econo
misch leven van 1994 is weliswaar
een gewaagd opzet, doch de ex
ploratie van het onbekende beant
woordt wel aan de innerlijke drang
van nieuwsgierigheid van de mens.
Als wij de grafieken bestuderen
van de evolutie van de menselijke
mogelijkheden is het verbazend hoe
de laatste tijd de opwaartse bewe
ging der curves van een buitenge
woon acceleratie-verschijnsel ge
tuigt; nemen wij bvb de «snelheid»;
het is niet zolang geleden dat het
snelste voertuig de postkoets was
die tussen 15 20 km per uur over
bedenkelijke baantjes rotste en
botste; in 1910 bereikte men de
snelheid van 106 km/uur - in 1920
was het 302 km/uur - in 1940 over
trof het 750 km/uur; 15 jaar later
kruisen de raketten aan meer dan
40.000 km/uur...
In de mechanische fabricatie was
ten tijde van James Watt de milli
meter een limiet voor de veeleisen
de ingenieur; rond 1900 daalde men
tot 1 10e van de millimeter; 20
jaar later werkte men met de mi
cron en thans refereert men naar
de angstróm.. Idem voor het pro
duceren van energiebronnen... Idem
door F. P. Callebaut
Voorzitter der Handelskamer Aalst
en Gewest.
voor het staalverbruik... idem voor
de ontdekkingen op biologisch ge
bied, enz. enz.
Wij leven thans in een wereld
die een zulkdanige opwaartse trend
heeft dat van een merkwaardige
mutatie mag gesproken worden
in de hoog geindustrialiseerde lan
den, alhoewel wij individueel het
verschijnsel niet volkomen beseffen.
Onze productiemogelijkheden wor
den onbegrensd, dank zij organisa
tie en groepsactiviteit, die de hoek
stenen vormen van onze evolueren
de omgeving; zware afhankelijkheid
van de éne mens tot de andere
echter door een steeds verder ge
dreven specialisatie in de uitwisse
ling van deel-producten en deel-
diensten worden morgen de elec-
triciteitsfabrieken verwoest, het le
ven wordt lamgelegd; wordt onze
bevoorrading petroleum brutaal ge
remd, dan wordt zulks zeer akelig
Het is een pittige oefening even op
te sporen hoeveel mensen thans be
trokken zijn in de talloze bewer
kingen om ons op een passend mo
ment een gewoon maaltijd te
laten verorberen. Door deze mach
tige organisatie werd het mogelijk
de arbeidsduur te verminderen en
de globale produktie toch op peil
te houden, zelfs te verhogen, en
kwalitatief te verfijnen. De franse
economist Fourastié voorspelt voor
het einde van deze eeuw de 30-
uren-week, doch vraagt zich af wat
wij met de overblijvende 159 uren
van de week zullen aanvangen
VEEL lektuur is m. i. een der op
lossingen en moge de Gazet van
Aalst rond dat tijdstip dat een
gouden jubileum zijn zal ver
schijnen als een aalsterse New-York
Times op minstens 160 bladzijden
Dit beknopt overzicht begint vlak
na de jongste wereldoorlog.
De economische opleiding die
ik als Gentenaar aan de Gentse
Universiteit genoot bestemde
mij zeker niet voor tot de bestuur
lijke loopbaan die ik sinds 1946
bekleed na een eerder kort verblijf
te Turnhout in dezelfde hoedanig
heid.
Benevens mijn veelvuldige en erg
verscheiden bestuurlijke opdrach
ten ging van meet af aan mijn aan
dacht naar twee andere takken,
enerzijds naar de geschiedenis van
het Land van Aalst, meer bepaald
naar het tijdvak sinds de eeuwwis
seling, anderzijds naar de econo
mische toestand en noden van mijn,
ons arrondissement.
De vóór de oorlog 1939-1945
bestaande huisnijverheden siga
ren in het Geraardsbergse, hand
schoenen in het Zottegemse, kant,
passementerie, hemden en keurslij
ven in het noorden van mijn ambts
gebied deze huisnijverheid ver
dween en de vrijgekomen arbeids
krachten zouden weldra werkloos
vallen. Voeg daarbij de sterk ver
kavelde en te kleine landbouwuit-
batingen en de traditioneel econo
misch gevoelige textielsector en
iedereen kon de toekomst met on
gerust gemoed inzien.
Op initiatief van de Economische
Inspectiediensten bij het Ministerie
van Economische Zaken werd in de
vijftigerjaren een (zeer beperkt)
comité ingesteld dat er zich zou
op toeleggen de oorzaken van de
crisistoestand in de meest getrof
fen sectoren op te sporen, dit door
besprekingen met de belangheb
benden; uit de opgedane kennissen
werden de besluiten getrokken en
werd gepoogd te helpen in de mate
van de mogelijkheden. De eerder
geringe omvang dezer mogelijkhe
den was er oorzaak van dat de
hoezeer goed bedoelde werking van
dit comité ten dode was opge
schreven.
In 1954- 1955 werd de omvang
van de werkloosheid in ons land
en niet in het minst in het Vlaamse
landsgedeelte oprecht onrustwek
kend zodat op initiatief van de
toenmalige regering en gestuwd
door de dynamische geestdrift van
wijlen provinciegouverneur Mariën,
naar het klassieke wapen gegrepen
werd van de tewerkstelling van
werklozen door de openbare be
sturen.
Met het oog hierop werd een
uitgebreide voorlichtingsvergade
ring belegd te Aalst; hierna kreeg
een groot deel van de verantwoor
delijke gemeentebeheerders het be
zoek van de toenmalige directeur
De Clippel van de Rijksdienst voor
Arbeidsbemiddeling en Werkloos
heid en van mijzelf.
Deze actie werd met onmisken
bare bijval bekroond zodat aldus
werd bijgedragen tot het omslaan
van de toestand in gunstige zin op
gebied van tewerkstelling in het
algemeen.
Overtuigd van de noodzakelijk
heid aan regionale economie te
doen, nam ik het initiatief een stu
die van het arrondissement te laten
doorvoeren zodat ik hiervoor kon-
takt opnam met de Inspectiediens
ten van het Ministerie van Econo
mische Zaken die voor het Ron-
sische reeds dergelijke studie had
den ondernomen.
Uiteindelijk leidde dit, dank zij
de geldelijke bijdrage van de Be
stendige Deputatie van de Provin
ciale Raad van Oost-Vlaanderen,
tot een wetenschappelijk verant
woorde studie over ons arrondisse
ment op economisch gebied; dit
gebeurde door het seminarie voor
Economie en onder leiding van de
huidige Minister voor Streekecono-
mie de heer Vlerick. Bij gemis aan
door A. VAN BENEDEN
Arrondissementkommissaris
gezaghebbend uitvoerend orgaan
kon deze studie niet de vruchten
afwerpen die ze inhield.
Inmiddels was door de Stichting
Lodewijk De Raet een studieweek
einde ingericht waarop o.m. de hui
dige Minister voor Nederlandse
Cultuur de heer Van Mechelen het
woord voerde en de economische
noden van de streek als thema be
handelde.
Op initiatief van de toentijdse
schepen van Financiën en van de
Middenstand van de stad Aalst, de
h. G. De Stobbeleir, werd de Eco
nomische Dienst van de stad Aalst
opgericht doch dezes werking bleef
noodgedwongen beperkt tot de stad
Aalst zelve.
Alsdan kende de Kamer voor
Koophandel een grondige hervor
ming en kon de gelukkige hand
worden gelegd op een vooruitstre
vende, actieve, klaarziende voorzit
ter in de persoon van de heer F. P.
Callebaut. Na een studiereis in En
geland bracht hij de overtuiging
mede dat de proef met een behoor
lijk uitgerust nijverheidspark moest
worden gewaagd. De aangepaste
tussengemeentelijke formule om tot
de verwezenlijking hiervan over te
gaan kon echter niet worden door
gedreven o.m. door gemis aan geld
middelen.
De vier arrondissementskommis-
sarissen van onze provincie waren
inmiddels opgenomen als lid van
de Economische Raad voor Oost-
Vlaanderen ook de Economische
Raad van Vlaanderen betoonde
herhaaldelijk waarderende belang
stelling voor onze werking op eco
nomisch gebied zodat mocht ver<
wacht worden dat uiteindelijk toch
over een arrondissementeel orgaan
zou worden beschikt dat de no
dige werkmiddelen zou krijgen om
de gestelde doeleinden te helpen
bereiken. Dit orgaan kwam er on
der impuls van oud-minister L.
Moyersoen en wel met de oprich
ting van het Actiecomité voor Eco
nomische Expansie van het arron
dissement Aalst.
Na het internationaal Congres
voor Regionale Economie te Oos
tende in 1958, verschenen dan de
economische expansiewetten die
voor onze streek een heilzame in
vloed zouden kennen. Een verga
dering werd te Aalst belegd ten
behoeve van de nijveraars en waar
op toelichtingen werden verstrekt
over de toepassing van bedoelde
wetten.
Tot slot van deze bijdrage wil
ik nog de studie vermelden van
Sodegec een werkgroep waar
van wetenschapsmensen behoren
de tot de universiteiten van Gent
en Leuven deel uitmaakten die
haar bekroning vond in het opstel
len van het zeer degelijke Richt-
plan voor de Denderstreek.
In samenwerking met de reeds
genoemde Stichting Lodewijk De
Raet werd een cyclus van acht
toelichtingsvergaderingen over dit
Richtplan op touw gezet, die ruime
belangstelling kreeg van heel wat
betrokkenen.
Op grond van dezelfde studie
werd en wordt nog gedok
terd door een adviescomité om een
behoorlijk algemeen plan van aan
leg van het arrondissement op te
stellen.
Deze bijdrage is een poging ge
worden om een overzicht te geven
van al de krachten die hebben sa
mengewerkt, bewust en onbaat
zuchtig om de economische bloei
van ons arrondissement op peil te
brengen en te houden.
Ik prijs mij gelukkig hiertoe te
hebben kunnen bijdragen in de ma
te van de eerder geringe moge
lijkheden die mij zijn toebedeeld.