JAM CLERCKER
of de Laatste Binders van Vlaanderen
ff Derde leeftijd» moet
gelukkige leeftijd worden
Bejaardenzorg een opdracht voor allen
door
Sylvain VAN DER GUCHT
en
Lodewijk VAN LAEKEN
205
En wat gaan wij nu begin
nen vader? Het besie is aan Jan
te schrijven en hem het geval met
Dreas te verhalen.
Dat is al goed mijn dochter,
maar gij weet op geen honderd
uren waar onze vriend zich be
vindt, bijgevolg is het onmogelijk
hem te schrijven.
Florida schudde het hoofd. Zij
moest bekennen dat haar vader
waarheid sprak.
Wijl vader en dochter zich sa
men onderhielden, werd er door
de meid behoedzaam op de ka
merdeur geklopt.
Wat is er nu weer gaande?
vroeg de dokter verdrietig.
Mijn heer, was het antwoord
de briefdrager heeft mij zoeven
een brief voor u overhandigd.
Florida sprong recht van haar
stoel, opende de deur, nam de
brief, die de meid haar aanbood
en overhandigde hem aan haar
vader.
Dit kan niet beter wezen
zegde de dokter, het opschrift be
ziende, het is een brief van Jan
Clercker.
Van Jan? Ach, vader, spoed
u om hem te lezen.
De heer Du Bien brak de brief
open en las hem met heldere stem
doch naarmate hij zijn lezing voort
zette slaakte Florida pijnlijke
zuchten.
De brief was zeer koel en treu
rig opgesteld, zoals de vorige was
geweest.
Jan schreef dat hun ontslag
was gegeven en dat zij beiden
twee dagen daarna te Aalst in
hun oud logement zouden afstap
pen.
Hij schreef nog in goede ge
zondheid te zijn, evenals zijn
vriend Victor, en hij hoopte dat de
heer Du Bien en zijn dochter ook
nog welvarend waren, alsook
Roosje zijn zuster. Hij brandde
van verlangen om haar weder te
zien en hij verzocht de dokter hem
de dag aan te duiden, die het best
geschikt was om zich op het Val
kensteen aan te bieden, ten einde
hem te bedanken voor al de goed
heid, die hij aan hem en zijn zus
ter had betoond.
Verder verontschuldigde hij zich
van zolang gewacht te hebben om
te schrijven.
Voorts geen enkel woord, waar
in liefde doorstralen kon, zelfs
geen bijzondere groet aan Florida.
Bij het eindigen van deze be
leefde, maar tevens koele brief,
schoten Florida de tranen in de
ogen.
Het hart van het zonderling
meisje, dat niet lichtvaardig tranen
stortte, was gebroken.
Ach vader, zegde zij, wat is
Jan jegens mij onverschillig ge
worden. Ik die dacht zijn genegen
heid nooit te zullen verliezen.
De heer Du Bien schudde spij
tig het hoofd.
Dit zijn. zegde hij, allemaal
gevolgen, door de ongelukkige
handelwijze van Dreas veroor
zaakt; maar wees gerust en steeds
welgemoed, mijn dochter, want ik
ben overtuigd dat Jan in zijn ge
moed minder onverschillig is dan
hij tracht te laten blijken. Gevol-
genlijk verwondert mij zijn schrijf
trant niet, vermits ik de oorzaak
kan raden; want de jongeling be
schuldigt mij voorzeker inwendig
van met hem het eerst te hebben
willen afbreken, omdat ik op de
brief die mij niet werd besteld,
niet heb kunnen antwoorden.
Vader vroeg Florida, zou het
niet goed zijn dat wij Jan het
geval met Dreas lieten weten, zo-
haast hij te Aalst, in de Koorn-
bloem zal aangekomen zijn?
Dit ware misschien niet
slecht, gaf de heer Du Bien ten
antwoord, maar dit zou te zeer
op een verschoning gelijken, en
personen van mijn stand behoeven
dit zo lichtvaardig niet te doen. Ik
ben goed bevriend met de waard
uit de afspanning. Hij is door en
door eerlijk. Ik zal hem verzoeken
de levenswijze, die Jan in Frank
rijk heeft gevolgd te achterhalen
en mij die vervolgens over te bren
gen. Dit zal, geloof ik, zo moeilijk
niet wezen, daar beide vrienden
de waard en de waardin zeer toe
genegen zijn en dus zeer gemak
kelijk kunnen uitgehoord worden.
Is nu, waaraan ik niet twijfel, Jan
Clercker ons waardig gebleven;
dan zullen wij niet dralen hem
zelf te gaan vinden, om het klein
misverstand, dat tussen ons be
staat, weg te nemen en onze
vriendschap vaster dan voorheen
te bevestigen.
Florida antwoordde niet, maar,
haar vader aan de hals vliegende,
zoende zij hem op beide wangen.
HOOFDSTUK LXIV
BLIJEINDIG TREURSPEL
Toen Jan Clercker en Victor
Leefmans te Aalst in de afspan
ning de Koornbloem afstapten, was
alles in Oost Vlaanderen en wel
bijzonderlijk in de omtrek van de
stad grotelijks veranderd.
Gans het departement krielde
van gendarmen, zodat het niet
meer mogelijk was. indien er el
ders nog enige Binders bestonden
en deze een aanslag zouden po
gen te plegen hun voornemen te
doen slagen.
Ook waren al hun bijzondere
aanleiders naar de eeuwigheid.
Albert Disschers was, korten tijd
nadat Jan Clercker hem had verla
ten in de gevangenis gestorven.
Hendrik Sprietvlechter en La
Marche waren te Gent gerecht en
werden slechts een maand later
gevolgd door drie en veertig der
voornaamste schelmen van de ben
de
Van al de handlangers van de
Binders, was er maar één, die
zich zeer behoedzaam, zonder
straf, uit de handen van het ge
recht wist te redden. Het was de
arglistige advokaat Minsga.
Echter verviel hij later in zulke
armoede, dat hij, veracht van alle
eerlijke lieden, in een vreemd land
ellendig is gestorven
De twee vrienden, Jan en Victor
vernamen al deze bijzonderheden
van de waard en de waardin, die
hen hartelijk welkom heetten en
hen dadelijk in het bezit stelden
van al de geldspeciën, die zij in
hun handen toevertrouwd hadden
vooraleer hen tocht te beginnen.
Vooraleer te scheiden, riep de
waard Victor Leefmans alleen en
had met hem een lang onderhoud
zonder dat Jan, die overvallen was
door de slaap, dit had opgemerkt.
De tweede dag na hun aan
komst zaten de twee scherpschut
ters, na te hebben gemiddagmaald
in de hof van de herberg, in een
prieel hun pijpen te roken.
Moor die gans de omreis had
medegemaakt lag aan de voeten
van zijn meester te slapen.
Wat is toch de vrijheid van
de mens een zalige staat, zegde
Jan. Waarlijk, ik kan het bijna niet
meer gewoon worden geen beve
len meer te ontvangen en door ie
der gerust te worden gelaten, want
van het ogenblik, dat wij geen
Binders meer te vervolgen hadden
is het leven tussen gendarmen en
beambten van de openbare macht
mij schier onverdraaglijk gewor
den.
Gij weet, beste vriend ant-
«Ons land telt momenteel 1,3
miljoen bejaarden, of 13 der
totale bevolking. Het volgende de
cennium zal dit percentage stijgen
tot 15 zonder dat velen zich
bekommeren om het lot van deze
mensen «op derde leeftijd». De
jongeren vergeten al te gemakke
lijk dat de welstand waarvan zij
thans genieten in grote mate te
danken is aan het noest werken
van die mensen die vandaag ge
pensioneerd zijn».
Aldus de h. J. Van Geel, natio
naal sekretaris van de Landsbond
der Gepensioneerden, tijdens de
ontvangst die georganizeerd werd
n.a.v. de overhandiging door de
charmante Vlaamse zangeres Mar
va van de eerste bandopname be
doeld als ontspanning voor bejaar
den, in het bejaardentehuis «Het
ware Heem» te Waregem, een
modelinrichting waar de bejaarden
zich als volwaardige burgers ge
ïntegreerd voelen in een maat
schappij die zich maar al te vaak
onverschillig toont tegenover het
lot van de «afgeschreven burgers»
Met dit initiatief heeft de Lands
bond zijn steentje willen bijdragen
ter oplossing van het tekort aan
infrastruktuur voor vrije tijdsbe
steding en kuituur.
Van die 1,3 miljoen bejaarden
kan ongeveer 75 zich zeer goed
in eigen huis handhaven, zonder
biezondere vorm van hulp; 15
kunnen het ook in eigen woning
stellen maar zijn op hulp aange-
woordde Victor, dat ik volkomen
uw gevoelen deel. Het beste, dat
wij nu kunnen doen is, gelijk wij
reeds voorgenomen hebben, elders
op ons gemak te gaan leven en op
onze lauweren te rusten.
Jan bleef een stond nadenkend
en als in gepeinzen verzonken zit
ten. Eindelijk zegde hij op vastbe
raden toon:
Ziehier, Victor, wat ik heb
gedacht; wij zullen in een aange
name streek een buitengoedje ko
pen en aldaar onze intrek nemen.
Ik weet dat gij genegenheid koes
tert voor mijn zuster Roosje. Ik
zou u dan aanraden met haar te
trouwen; ik zou dan bij u blijven
inwonen en, na mijn dood, erven
uw kinderen al wat ik bezit.
Dit openhartig antwoord trof het
gemoed van Victor en deed hem
blozen, doch met een veelbedui
dende glmlach Jan beziende, ant
woordde hij:
Lieve Jan, ik wil de gene
genheid die ik voor uw zus koes
ter niet verbergen; dit zou overbo
dig zijn daar gij haar kent. Ook
behaagt mij uw voorstel ten volle
wezen, terwijl voor de overige
10 de kollektieve huisvesting
de enige uitkomst is. Verder blijkt
nog dat 95 van de bejaarden
de individuele woonvorm verkiezen
en slechts een zeer gering aantal
het bejaardentehuis. Momenteel
telt ons land 1.000 bedden voor
kronische zieke bejaarden, terwijl
er 25.000 nodig zijn. Wat de be
jaardeninstellingen zelf betreft
zijn aldus de h. Van Geel
39 der instellingen zeer goed
te noemen, 33 middelmatig en
28 uitgesproken slecht; de
helft van de bestaande inrichtin
gen moeten noodzakelijk aange
past of gemodernizeerd worden
NIET ALLEEN
MATERIELE NOOD
Waar vroeger bejaardenzorg
«armenzorg» betekende is het pro
bleem het laatste decennium ver
legd. Ook inzake levensomstandig
heden is het besef gegroeid dat
het ook en vooral gaat om een
morele en geestelijke nood; de
materiele nood is niet langer be
palend wanneer men het heeft
over bejaardenproblemen. Een mo
derne bejaardenzorg moet gericht
zijn op de noodzaak de bejaarden
een zinvol bestaan te verzekeren,
rekening houdend met zijn recht
op zelfstandigheid en menswaar-
alleenlijk zou ik geen meisje on
gelukkig willen maken, door met
haar in de echt te treden, zonder
dat ik haar bemin.
Daarin hebt gij gelijk meen
de Victor maar uw gedachten kun
nen nog veranderen.
Neen, antwoordde Jan, mijn
voornemen zal nooit veranderen
Slechts één maagd heeft mij voor
tijds het hart doen kloppen; dit
was Florida. Doch deze was te
hoog van afkomst voor de zoon
van Adriaan Clercker, de baas uit
de Hope van Vrede. Derhalve heb
ik haar nooit van liefde gesproken.
Een ogenblik, Jan. Ik heb u
over deze zaakiets belangrijks te
melden. Weet gij nog dat gij voor
de heer Du Bien aan Dreas een
brief hebt overhandigd?
Zekerlijk. En dan?
Hewel, die brief, die sedert
zo lange tijd is geschreven, werd
slechts voor vier dagen door Dreas
de champetter aan de geneesheer
besteld.
vervolgt nadruk verboden
digheid. De integratie van de «se
niors» in de samenleving dient tot
stand te worden gebracht met de
middelen die de gemeenschap ter
beschikking stelt en met de in
spanning en medewerking van de
bejaarden zelf. De gevaren die de
uitschakeling van de beiaarden in
de hand werken zijn van velerlei
aard; financiële nood, nood aan
een aangepaste huisvesting, en
aan een zinvolle tijdsbesteding
De bejaarden zelf moeten voor
bereid worden op de nieuwe le
venssituatie. Hier is vooral voor de
gemeenten een belangrijke voor
lichtingstaak wéggelegd.
Tot slot betreurde de h. Van
Geel dat men in ons land op stuk
van bejaardenzorg nog niet ver
gevorderd is. Vooral de kennis van
het probleem is noodzakelijk om
er een gezonde oplossing voor te
vinden. Zulks veronderstelt kcordi-
natie van allen en de medewerking
van de bejaarden en de bejaar-
denorganizaties. Het zou verkeerd
zijn te wachten op allerhande stu
dies om verwezenlijkingen door te
voeren. Tot dusver is er te weinig
geld voor deze verwaarloosde
groep omdat men niet genoeg
«hart» heeft gelegd in het streven
naar een oplossing. Slechts een
nauwe samenwerking tussen privé-
initiatief en openbare besturen
kan een oplossing brengen voor
de problemen die rond de bejaar
den rijzen, en van de «derde leef
tijd» een mooie en gelukkige leef
tijd maken.