Twee werelden
weekkalender
ETRIM
HANDELSPOCKET
Bouwhulp
door Dr A. J. Cronin
Noteer in uw
agenda
P.V.B.A. Lid van de
Handelskamer Aalst
DENDERSTRAAT 18
AALST - Tel. 053 - 227.57
betekent veilig bouwen - zonder
zorgen - betekent goed en goed-
koop bouwen.
Onze faam honderden referenties
en honderden gelukkige gezinnen
2
LEVENSWIJSHEID
De rijke mens die gezond wil
zijn, moet leven als een arme
mens.
(Sir John Lubbock)
WENS HUN EEN
GELUKKIGE NAAMDAG
Zondag 9 augustus Deme
trius, Romaan, Romain, Maurilius,
Serenus, Verianus
Maandag 10 augustus
Amedee, Asteria, Laurentius,
Laurent, Lorenz, Lootje
Dinsdag 11 augustus
Alexander, Gorik, Gery, Suzanna,
Suze, Susie, Suzette
Woensdag 12 augustus
Clara, Klaartje, Digna, Eberhard.
Florimond, Hilaria
Donderdag 13 augustus
Cassiaan, Konkordia, Hippoliet
Wigbert
Vrijdag 14 augustus
Atanasia, Eusebius, Werenfried
Zaterdag 15 augustus
Maria, Mia, Marijke, Marietje,
Mieke, Maaike, Myriam, Mirjam,
Marion, Mireille, Alfred, Claudio
Tarsicius
ZON OP ONDER
9 aug. 5u19 20u16
31 ajg. 5u53 19u31
MAANSTANDEN
Eerste kwartier op 10 augustus te
9u50
Volle Maan op 17 augustus te
4u15
BIJZONDERE DAGEN
Zondag 9 augustus 12de
zondag na Pinksteren H. Ro-
manus patroonheilige van de lin
nenhandelaars.
Maandag 10 augustus
H. Laurentius, patroonheilige van
de herbergiers, glasblazers, koks,
kassiers, advokaten, bibliotheca
rissen, boekhouders, brandweer
lieden, brouwers, klerken, kolen
branders, leerlooiers, scholieren en
schrijvers.
Woensdag 12 augustus
H. Clara, patroonheilige van de
wasvrouwen, strijksters en de tele
visie
Donderdag 13 augustus
H. Cassianus, patroonheilige van
de onderwijzers en de scholieren
Zaterdag 15 augustus O.L.
Vrouw Hemelvaart op het Feest
van Allerheiligen van het Heilig
Jaar 1950 werd door Z.H. Paus
Pius XII als dogma verklaard en
bepaald dat «Maria de Onbevlek
te Moeder van God, altijd Maagd
na afloop van haar aardse leven
naar lichaam en ziel in de hemel
se heerlijkheid werd opgenomen.
AGENDA
Zondag 9 augustus Brugge
48ste internationale zwemwedstrijd
Damme Brugge te 14 u Brus
sel meiboomplanting voor de 662
maal - Volksvermaak Koksijde
jumping - zegening van de paar
den Overmere venetiaans wa
terfeest. Folkloristische dansen.
Showorkesten. Stoet van feeste
lijk verlichte boten. Vuurwerk op
het meer van 15 tot 22u30.
Zaterdag 15 augustus
Oostende ook op 14 augustus
Internationale rolschaatswedstrij-
den Waimes grote feesten
«Een avond in Beieren»
SN DE NATUUR
9 aug. Oogst van de win
tertarwe. Van 9 tot 18 augustus
valt de meeste regen van gans het
jaar.
11 augustus Einde der
hondsdagen
14 augustus Gemiddeld de
warmste dag van augustus. Oogst
van de vroege haver.
VOLKSE WEERKUNDE
15 augustus Maria Hemel
vaart brengt verandering van weer
mee.
UW APPARTEMENT IN HET
TERLINDENPARK
RAFFELGEMSTRAAT AALST
RAADPLEEG GRATIS ONZE DIENSTEN
VERKOOP - STAATSPREMIE - VERHURING
TEL. 053 - 299.37
■■1^I
Ondanks mijn schijnbare bra-
vour was ik mij er maar al te zeer
van bewust, dat er voor een stu
dent bijna geen mogelijkheden wa
ren om zich aan deze kleine noor
delijke universiteit op eigen kracht
drijvende te houden. Om de waar
heid te zeggen was de enige kans
zich te verzekeren van een baan
tje als «verbinder» of als «huis
knecht» bij een van de zieken
huis chirurgen, een functie die,
hoewel er geen salaris aan verbon
den was, de gelukkige die haar
vervulde recht gaf op gratis kost
en inwoning in het ziekenhuis. Nu
was mij in vertrouwen meegedeeld
dat de verbinder van mijn hoogle
raar in de chirurgie, professor Sir
William MacEwen, binnenkort be
vorderd zou worden tot registra-
teur. Ik had het gevoel dat ik goed
aangeschreven stond bij MacEwen
voordat ik bij de marine ging, had
ik bewijzen gekregen van zijn wel
willendheid, en bij elk van de drie
maandelijkse responsie-colleges,
die er sinds mijn terugkomst ge
houden waren, had ik de beste
antwoorden gegeven. Kortom ik
had besloten hem om de betrek
king te vragen.
In de operatiezaal waren de
meesten van mijn studiegenoten
reeds bijeen, zij vulden de in een
cirkel geplaatste rijen banken die
verrezen tot aan het witte glazen
dak, maar mijn vriend Chisholm
had een plaats voor mij vrijgehou
den op de voorste rij. Terwijl ik
mij de bank in wrong en naast hem
ging zitten hoorde ik dat een zacht
gemompel, vol verwachting, de
lucht vervulde; dit werd heviger
toen de patiente een vrouw van
middelbare leeftijd, reeds onder
narcose binngereden werd.
Het lijden was niets vreemd
voor mij, maar toch, toen ik haar
daar bewegingsloos zag liggen,
piepend ademhalend, met haar
hoofd volkomen kaalgeschoren en
ingesmeerd met jodium, zodat het
precies op een reusachtige biljart
bal leek, was er in haar verschij
ning iets onmenselijks en potsier
lijks dat mij vreemd bewoog. Op
de zalen was ik haar ziektege
schiedenis te weten gekomen.
Het was zo begonnen. Terwijl
zij bezig was met haar huishoude
lijke plichten, de kinderen naar
school help, het middagmaal voor
haar man klaar maakte, had zij
een zacht geklingel in haar oren
gehoord - als het gelui van klok
ken in de verte, of als wind die
in de schoorsteen fluit, een zo
zonderlinge gewaarwording, dat ze
er eigenlijk om lachen moest. Toen
de geluiden in de daarop volgen
de weken bij tussenpozen terug
kwamen, druppelde zij wat warme
olie in haar oren. Er was niet
veel verbetering te merken. En
toen begon zij last te krijgen van
haar ogen, de letters in de krant
schenen wazig en onduidelijk. Ha
dat was het natuurlijk. Waarom
had zij er niet aan gedacht dat
zij nieuwe brilleglazen nodig had?
Zij ging regelrecht naar de opti
cien.
Maar nee, de sterke bril hielp
haar niet, en nu voelde zij zich
werkelijk bijzonder onprettig. Zij
had hoofdpijn, zij had geen eet
lust meer, en soms bereikte het
lawaai in haar oren de hevigheid
van een trein die door een spoor
wegtunnel dendert. Wat ter wereld
was er met haar aan de hand?
Afgetobd en bang, bracht zij een
bezoek aan haar huisdokter.
De dokter lunsterde vriendelijk
naar haar verhaal, zette de stet
hoscoop op haar borst en lachte
wijs. Zij was wat oververmoeid,
zei hij, ze ging te veel op in haar
kinderen, ze ontzag zich te weinig.
Ze moest alles wat gemakkelijker
opnemen, meer bladgroenten eten,
af en toe een week-end naar zee
gaan. Hij gaf haar een tonicum,
dat er haar wel gauw bovenop zou
helpen. Ook spoot hij haar oren
uit.
Gerustgesteld, en vol hoop dit
wondermiddel aangrijpend, ging
zij weer naar huis. De volgende
morgen, toen zij opstond, voelde
zij zich duizelig; zij wankelde,
verloor haar evenwicht en viel zij
waarts op de grond. Daarna werd
de vreselijke ziekte erger, onver
biddelijk, maar zonder herkend te
worden. Vergezeld door haar man
bezocht ze een andere dokter en
toen nog een, steeds kreeg zij
weer een andere diagnose, beurte
lings werd de schuld gegeven
aan de lever, de zenuwen, de
maag, en steeds kreeg zij een
nieuwe behandeling, die er schro
melijk in faalde haar lijden te ver
lichten.
Tenslotte was zij in wanhoop
naar het ziekenhuis gevlucht en
hier was zij toevertrouwd aan de
zorg van iemand die noch een
domkop noch een kwakzalver was.
Zij was grondig, wetenschappelijk
onderzocht, alle onderzoekings
methoden waren toegepast. Toen
waren de fatale woorden geuit
«Een hersentumor... De enige en
dan nog zwakke hoop is: een on
middellijke operatie.»
Met welk een angst, welk een
nachtmerrie-achtige vrees had zij
dit vooruitzicht onder ogen gezien!
En tenslotte had zij zich op deze
zelfde morgen, overgegeven aan
het onbekende, aan dat vacuum,
waarin scherp staal haar hoofd
zou binnendringen, haar schedel
zou losmaken en zich een weg zou
banen naar de zetel van het leven
Plotseling riep een stilte in de
zaal me tot de werkelijkheid te
rug de professor was binnen
gekomen onaangekondigd en door
niemand vergezeld, maar met een
kalme waardigheid, een blik van
innerlijke doelbewustheid, die hem
dadelijk tot de centrale figuur
maakte in het drama dat voor on
ze ogen opgevoerd zou worden.
Sir William MacEwen was in die
tijd al de zeventig gepasseerd,
maar zijn lange, schrale gestalte,
recht als een kaars, zjin regelma
tig gladgeschoren gezicht en knap
profiel, zijn gebruinde huid die
zich strak over zijn hoge jukbeen
deren spande, zelfs het dunne zil
verwitte haar dat zijn markante
kop omlijstte drukten een jeugdi
ge ontembare kracht uit. Men be
hoefde maar naar MacEwen te
kijken om onmiddellijk een groot
man in hem te herkennen, wiens
krachten onverminderd bleven.
Trouwens al meer dan dertig jaar
werd hij geroemd als de beste
hersenchirurg van Europa. Wij stu
denten een door en door on
eerbiedig stelletje beminden
en vereerden hem, noemden hem
onder elkaar «Billy» en vertelden
vol bewondering de legenden over,
die er rond zijn naam waren ont
staan.
Hij was reeds gekleed voor de
operatie en na rustig een paar
Röntgenfoto's te hebben bekeken,
wendde hij zich tot de studenten.
Zijn stem was zacht, maar scherp
gearticuleerd, zijn manier van doen
hoffelijk, een toonbeeld van wel
levendheid.
«Heren wij hebben vandaag een
interessant geval, waarvan wij ge
loven» -J— wanneer hij zich tot ons
richtte, gebruikte hij altijd het
majesteitsmeervoud «waarvan
wij geloven dat het onmiskenbaar
de verschijnselen vertoont van in-
tracraniaal glioom'»
Hij zweeg even, en zijn oog,
langs de banken dwalend, bleef
ongetwijfeld omdat ik aan het
eind van de voorste rij zat
rusten op mij.
«Wat zijn deze symptomen?»
«Hevige hoofdpijn, braken zon
der aanwijsbare oorzaak en onaf
hankelijk van het gebruik van
voedsel, en buitengewone duizelig
heid».
«Ga door».
«Gewoonlijk wordt er neuritis
van de nervus opticus geconsta
teerd, met atrophie van de papil.
De graad van hevigheid van de
neuritis is een betrouwbare aan
wijzing voor de zijde waar de tu
mor zich bevindt.»
«En als deze tumor zich in de
kleine hersenen zou bevinden?»
«Dan zou de patient langzaam
spreken, met horten en stoten, en
het hoofd zou ingetrokken zijn. De
patient zou de neiging hebben te
vallen naar de kant tegenoverge
steld aan die van de tumor. Er
zou éénzijdige verlamming optre
den».
«De prognose?»
«Het vooruitzicht is zeer ernstig
Tumoren van de hersenbasis zijn
weliswaar meestal van beperkte
omvang, maar moeilijk te berei
ken. Door een plotselinge haemorr-
hagie, asphixie of een druk op de
vitale centra kan de dood intre
den».
«Uitstekend. Ik feliciteer u».
Met inspanning behield ik mijn
houding van angstvallige gereser
veerdheid. Op dit ogenblik had ik
niets liever gedaan dan met mijn
ijver en slagvaardigheid indruk ma
ken op Billy. Ik had het gevoel
dat de fortuin me niet gunstiger
had kunnen zijn dan met het bie
den van deze goede gelegenheid.
Nu was de snorkende ademha
ling van de patiente overgegaan
in een zacht gesis, de operatie-
zuster had de laatste steriele doek
om haar hals gespeld en met een
blik op zijn narcotiseur naderde
MacEwen de operatietafel.
Als een kunstenaar die de om
trekken van een groot schilderstuk
afbakent, nam hij een lancet en
maakte de eerste insnijding. Snel
vouwde hij de schedelhuid om en
legde de glanzende schedel bloot.
Toen begon hij, terwijl het gegons
van de trepaan de kamer vulde,
een rond stuk been weg te snij
den, zo groot als een flink thee
schoteltje. Het was zwaar werk,
want hij gebruikte geen electrische
boor. Als MacEwen één zwak had
dan was het minachting voor mo
derne hulpmiddelen, hij gebruikte
uitsluitend de eenvoudigste beno
digdheden en vertrouwde helemaal
op zijn eigen schitterende be
kwaamheid. Toen hem eens ver
zocht was als deskundige te ge
tuigen voor een hoge rechtbank,
werd hem door de rechter ge
vraagd of hij zijn insturmenten
kookte. «Mijnheer» antwoordde
Billy, zijn handen uitstekend,
smal en fijn als van een vrouw,
hoe zou ik deze kunnen koken?
Nu had hij de trepaan terzijde
gelegd en met een retractor lichtte
hij de beenschijf uit. Daaronder
werden de rose membranen bloot
gelegd, broos en fijn geaderd als
een vlindervleugel. Met vaardige
hand trok hij ze opzij. Maar blijk
baar vond hij de opening niet
groot genoeg en moedig, kalm,
zette hij zich aan het werk om
deze wijder te maken. Ik hield
mijn adem in, toen de snijdende
beentang krassend door het sche
delbeen ging, rakelings langs de
wortels van de halswervels. Toen
dit klaar was, en de hersenvlie
zen gescheiden waren, klonk er
plotseling een gedempt gemom
pel, bijna een zucht uit de mon
den der studenten. Daar donker
en beangstigend rood in de witte
substantie van de hersenen bevond
zich de tumor. Onder de heldere
straal van de voorhoofdspiegel
van de professor, ingesloten door
pincetten, binnen die angstaanja
gende kloppende holte, bloeide hij
als een kwaadaardige rimboebloem
of als een vreemd zee-organisme
wiegelend in een onderzees licht,
een zee-anemoon, wier scharlaken
rode bladeren de dood te weeg
brengen met hun omhelzing.
vervolgt
nadruk verboden