Twee werelden
weekkalender
ETIIIIIO
HANDELSPOCKET
Bouwhuip
door Or A. J. üronïii
doteer its isw agenda
P.V.B.A. Lid van de
Handelskamer Aalst
DENDERSTRAAT 18
AALST - Tel. 053 - 227.57
betekent veilig bouwen - zonder
zorgen - betekent goed en goed
koop bouwen.
Onze faam honderden referenties
en honderden gelukkige gezinnen
LEVENSWIJSHEID
Ware moed is niet, geen angst
te hebben, doch zijn angst te
overwinnen.
(Remy Montalée)
WENS HUN EEN
GELUKKIGE NAAMDAG
Zondag 23 aug.: Aster,
Claudius, Filip, Beniti, Sidonius,
Zacheus
Maandag 24 aug.: Bartholo-
meus, Bart, Bartel, Emilie,
Michaela, Micheline
Dinsdag 25 aug.: Elmar,
Lodewijk, Lode, Ludwig, Ludovic
Louis, Clovis
Woensdag 26 aug.: Elie,
Pelagfa, Menna, Hilwigis, Zefirin
Donderdag 27 aug.: Cesar,
Emerita, Eutalia, Gebhard,
Vidianus
Vrijdag 28 aug.: Augustinus
Gustaaf, Staf, Stien, Stijn, Gusta
Adelina, Alina, Elmar, Walter
Zaterdag 29 aug.: Sabina,
Verona
ZON OP ONDER
23 aug. 5u41 19u48
3Q sept. 6u40 18u24
MAANSTANDEN
Laatste kwartier op 23 aug.
te 21u34m
Nieuwe Maan op 31 aug. te
23u10m
STERRENHEMEL
23 aug.: Saturnus, de verste
planeet die nog met het blote oog
is waar te nemen, staat vandaag
vlak onder de maan. Men moet
deze samenstand in de vroege
ochtend gade slaan, nog voor de
opkomende zon de hemel in lichte
laaie zet en alle planeten en ster
ren uitdooft.
BIJZONDERE DAGEN
Zondag 23 aug: 14de zon
dag na Pinksteren
Maandag 24 aug: H Bartho-
lomeus, patroonheilige van de
looiers St Jan de Doper pa
troonheilige van de ziekenverpleeg
sters.
Dinsdag 25 aug: H. Ludovi-
cus, patroonheilige van de likeur
stokers, limonadeverkopers, haar-
kappers en passementmakers.
Vrijdag 28 aug.: H. Augus
tinus, patroonheilige van de druk
kers, letterzetters, boekbinders en
boekhandelaars.
AGENDA
Aalst 23e jaarbeurs tot 31 oogst.
Zondag 23 aug.: Profonde-
ville dag van het water met te
10u30 geritmeerde mis op de
Maas en zegening van de stroom
en de boten Bonsecours Sint-
Hubertusfeest. Rendez-vous van
ruitersclubs, zegening van de
paarden. Plechtige mis Brugge
schitterende historische stoet van
de Gouden Boom geschiedenis
van Vlaanderen en Brugge van de
9de tot en met de 15de eeuw
te 15u30. Cerfontaine 5de toe
ristische autorally Francor-
champs 3de Waals Moto-cross
kampioenschap Maissin herden
king van de Slag van 22 aug.
1914 Knokke bloemencorso -
nachtelijke optocht met verlichte
bloemenwagens te 21 u Namen
automobilisme 14e grote prijs van
de citadel van Namen - beklim
ming van de Citadel internatio
nale wedstrijd Virton Frans-
Belgische herdenkingsdag
Trois-Ponts grote landbouwmarkt -
veewedstrijd ook op 24 aug.
Maandag 24 aug.: Knokke
2de internationaal vuurwerkfestival
Dinsdag 25 aug.: Saint-Mard
feest van de jeugd
Donderdag 27 aug.: Stavelot
dagen van Guillaume Apollinaire
Vrijdag 28 aug.: Rossignol
herdenking van de veldslag van
Rossignol 1914.
UW APPARTEMENT IN HET
TERLINDEN PARK
RAFFELGEMSTRAAT AALST
RAADPLEEG GRATIS ONZE DIENSTEN
VERKOOP STAATSPREMIE VERHURING
TEL. 053 299.37
Behalve de geneesheer-directeur
behoorden er nog twee artsen tot
de medische staf van de inrichting
dokter Peters, een kleine, dikke
man op leeftijd met een vrolijk ge
zicht en een hartstocht voor de
opera, die hem op zijn ronden Ver
di en Offenbach deed neurien en
dokter Jane Carmichael, een char
mante talentvolle vrouw die, door
een laboratorium-ongeluk in haar
jeugd geschonden en misvormd,
geweigerd had haar leven een tra
gedie te laten worden en dit sinds
dien op schitterende wijze aan de
zorg voor krankzinnigen wijdde.
Ook moet ik niet vergeten de di
rectrice te noemen, zuster Montgo
mery, een tengere, slanke dame
met zilverwit haar, bezadigd en
kalm in haar optreden, aristocra
tisch in haar manieren, in wier fij
ne handen een groot deel van het
ingewikkelde beheer der inrichting
berustte en die met een sussend
woord, een enkele rustige blik, de
meest weerspannige patient kon
kalmeren. Al deze goede mensen
legden tegenover mij een vriende
lijkheid en toegeeflijkheid aan de
dag die ik trachtte te vergelden
door aan mijn nieuwe team mijn
beste krachten te geven, kortom,
door een consciëntieuze aandacht
voor mijn werk.
Het ontbrak de plichten aan de
«kliniek» van Lochlea stellig niet
aan belangwekkendheid en ver
scheidenheid. De hele receptuur
was aan mijn zorg toevertrouwd,
het klaar maken van de reusachti
ge flessen met oplossingen van ka
lium- natrium- en ammonium-bro
mide, chloral-hydraat, paraldehyde
en vele andere, waarvan een ruim
gebruik gemaakt werd als kalme
rende middelen. Ik nam het bacte
riologische werk op me, en het
microscopisch onderzoek van zie
kelijke weefsels. Ik had ook de
nogal zonderlinge plicht die patiën
ten te voeden die niet wilden eten
een werkje dat het inbrengen
van een maag-sonde vereiste, een
duistere kunst, waarin ik al spoe
dig buitengewoon bedreven werd.
Bovendien hield ik de ziektege
schiedenissen bij, deed de avond
ronde langs de galerijen als een
der doktoren een vrije dag had,
en maakte mij in het algemeen
nuttig en aangenaam voor mijn
meerderen.
Bovenal werd er op verzoek van
dokter Gavinton, die aan deze
soort van behandelingen een hoge
therapeutische waarde toekende,
van mij verwacht dat ik met onze
patiënten op een gezellige manier
omging, hun spelletjes organiseer
de, met hen tennis, cricket en
handbal speelde, en deelnam aan
de concerten en bals die geregeld
tot hun welzijn en vermaak gege
ven werden.
Er is veel geschreven over de
bewoners van krankzinnigenge
stichten, dat niet alleen van een
buitengewoon slechte smaak ge
tuigt, maar ook klinkklare onzin
is. Het is bijvoorbeeld de gewoon
te zulke ongelukkigen af te schil
deren ais hoogst amusante lieden,
die voortdurend menen belangrij
ke historische persoonlijkheden te
zijn, zoals Napoleon, Julius Cae
sar of Lady Godiva, en wier daar
uit voortvloeienre misstappen in
deze rollen aanleiding geven tot
hevige vrolijkheid. Niets zou ver
der van de waarheid af kunnen
staan. Geen enkele maal tijdens
mijn verblijf op Lochlea kwam ik
een patient tegen melt zulke ver
makelijke neigingen. De nuchtere
waarheid is, dat geestesstoornis
sen altijd meelijwekkend zijn. Toch
zijn ze fascinerend voor degenen
die ze bestuderen, die de kolos
sale taak op zich nemen de mys
teries van de menselijke geest te
onderzoeken.
Lochlea was een vooruitstreven
de inrichting, een der beste van
Schotland en ofschoon zij de ge
wone hoeveelheid ongeneeslijken
herbergde, kreeg zij ook vele ge
vallen van «instorting», mensen
die ontredderd waren door de druk
en de spanning van het leven
een zakenman, door een bankroet
gebracht tot een zelfmoordpoging
een arme jonge moeder, erbarme
lijk uit het lood geslagen door het
verlies van haar eerste baby, een
huisvrouw, gebroken door gezins
moeilijkheden en ontrouw van
haar man...
Deze patiënten te genezen en
weer op de been te helpen, hen
weer met heldere ogen weg te
zien gaan uit deze ommuurde ci
tadel, geschikt om hun dagelijkse
plichten te hervatten, en deel te
nemen aan de strijd om het be
staan, dit was het voornaamste
doel van Gavinton en zijn mede
werkers op Lochlea, en tevens
hun eigenlijke beloning. Het was
in velerlei opzichten een aangrij
pend werk. Maar er was ook ge
vaar aan verbonden.
Van al de bewoners van Loch
lea was George Blair degene aan
wie ik het meest gehecht geraakt
was. Deze jongeman, bij iedereen
bekend als Geordie had een le
vensgeschiedenis, die door zijn
open, innemende aard nog roeren
der aandeed en daardoor in het
bijzonder mijn meegevoel opwek
te. Vijf jaar voordien had hij zijn
neef vermoord, om de waarheid te
zeggen, hij had hem gewurgd.
Toch schenen de omstandigheden
van de misdaad tot op zekere
hoogte de schuldige te ontlasten.
Toen wij er samen over spraken
dit procédé van zelf-openbaring
werd altijd aangemoedigd be
kende Geordie mij, dat de ver
moorde jongeman zijn zuster be
ledigd had, ja om de kwestie
op de minst aanstoot gevende
manier uit te drukken getracht
had, met lichamelijk geweld zijn
attenties aan haar op te dringen.
Deze smaad had Blair tijdelijk uit
zijn evenwicht gebracht: een feit
dat bij zo'n rechtschapen jonge
kerel volkomen begrijpelijk was.
Stellig had de uitspraak van de
rechtbank geluid «Schuldig, maar
met gekrenkte geestvermogens».
Bijgevolg werd Geordie, die ver
oordeeld was tot gevangenschap
«zo lang het den Koning behaagt»
voornamelijk door invloed van zijn
familie weggevoerd naar Lochlea,
waar hij de rest van zijn leven
moest doorbrengen. Deze last van
een levenslange straf was, hoewel
zij mij zwaar en onrechtvaardig
voorkwam, door Blair manmoedig
geaccepteerd een feit dat voor
mij nog sterker in zijn voordeel
getuigde. Niemand in het huis was
opgewekter en energieker dan hij.
Hij zong op de concerten, met een
prachtige bariton, hij dirigeerde
iedere zondag het kerkkoor. Op
de maandelijkse bijeenkomsten
verscheen hij in een Schots gala-
rokjejiwas- klaar voor iedere dans,
leiddq^de polonaise en was reus
achtig in de achtvoudige «reel».
Hoewel hij wat kort en gezet van
gestalte was, was hij begiftigd
met een opmerkelijke lichaams
kracht en nam hij geestdriftig deel
aan alle spelen die op Lochlea ge
organiseerd werden. Dit was het
in de eerste plaats, wat ons sa
menbracht. Ik heb altijd van alle
soorten sport gehouden en in de
ze periode dweepte ik met
lichaamscultuur ik stond iedere
morgen om zes uur op voor een
ijskoud bad daarna volgde een
half uur Muller-gymnastiek, een
sprint om het terrein of de een of
andere sport, voordat ik wegging
naar de Universiteit om mijn col
leges te volgen. Dus speelden
Geordie en ik menig fiks partijtje
tennis of squash. Wanneer ik za
terdagsmorgens vrij was, namen
we dikwijls een bal mee naar bui
ten en trapten we hem elkaar toe
op het recreatieterrein. Het was
zo'n aardige kerel, zo vrolijk en
krachtig, zo voorkomend ook
want ongevraagd sloofde hij zich
uit om mij vele persoonlijke atten
ties te bewijzen dat ik buiten
gewoon veel van hem ging houden.
Ja, ik ging zelfs zo ver zijn geval
voor te legger, san de geneesheer
directeur.
Na het dagelijks werk was Ga
vinton dol op een partijtje biljart
en aangezien dokter Peters niet
speelde, vroeg hij mij vaak bij
zich thuis, waar hij een uitstekend
biljart had en dan gaf hij mij
twintig voor op de honderd. Op
een avond toen we zo bezig wa
ren, zei ik tegen hem:
't Is erg hard, dokter, dat Blair
veroordeeld is de rest van zijn le
ven op Lochlea door te brengen».
«Inderdaad». Hij deed krijt aan
zijn keu. «Heb je dan zo'n slechte
dunk van ons huisje hier?»
«O nee dokter, 't Is... 't is bui
tengewoon prettig in veel opzich
ten. Maar per slot van rekening...
't is van de wereld afgesloten
door een stenen muur».
«Die muur heeft een zeer nut
tig doel».
«Natuurlijk dokter. Maar stellig
niet voor Blair. 't Is zo'n fatsoen
lijke vent. En hij heeft lelijk pech
gehad. Vindt u niet dat er een be
roep op de autoriteiten gedaan
zou kunnen worden, of een ver
zoekschrift ingediend?»
Er heerste een stilte waarin dok
ter Gavinton met een karakteris
tiek gebaar langs zijn bovenlip
streek en mij een vreemde blik
toewierp. Toen glimlachte hij
flauwtjes en zich vooroverbuigend
om zijn stoot te maken, merkte
hij op:
«Beste kerel, ik geloof dat onze
vried Blair het heel goed zal ma
ken op Lochlea».
Natuurlijk sloot dat de discus
sie. Maar ik was niet voldaan. Ik
scloofde mij uit om voor mijn
vriend Geordie alles zo prettig
mogelijk te maken.
Een paar weken na dit gesprek
had ik op een avond dienst tijdens
afwezigheid van dokter Peters
hij was opgetogen weggegaan,
naar een opvoering van La Bohe-
me door het Carl Rosa gezel
schap en ik ging de ronde doen
op de mannengalerijen. Ik had in
mijn kamer zitten studeren en het
was later dan gewoonlijk, bijna
elf uur, toen ik de afdelingskeuken
binnenkwam, waar oude Currie de
nacht-oppasser, bezig was een
warme kop Ovomaltine klaar te
maken, zoals hij er gewoonlijk
een naar een aantal minder ster
ke patiënten bracht.
Currie was over de zeventig,
een bedaarde, grijs-gebaarde
Hooglander, gebogen van ouder
dom maar nog flink en sterk, hij
had al bijna vijftig jaar de wacht
in de galerijen van Lochlea en ver
telde mij altijd grinnikend dat hij
al een halve eeuw de zon bijna
niet gezien had. Ik had al veel
prettige babbeltjes met hem ge
maakt onder het drinken van een
kop van zijn voedende drank, maar
toen hij er deze avond een voor
mij inschonk en mij deze overhan
digde, keek hij mij zijdelings aan.
«Geordie heeft vanavond een
ondeugende bui. Ze hebben hem
in Nummer 7 gezet».
Ik keek de oppasser vol verba
zing aan.
«Blair... in nummer 7?»
«Ja», Currie knikte. «Hij was
echt stout».
Ik begreep het niet. Nummer 7,
op deze galerij, was de gecapi
tonneerde isoleercel. Een ogenblik
dacht ik dat de oude man een
grapje maakte, maar zijn gezichts
uitdrukking deed me van die ge
dachte afstappen. Verbaasd en
ontsteld liep ik de keuken uit, nog
met de kop Ovomaltine in mijn
hand. Als Blair werkelijk ziek was
dan zou hij hier blij mee zijn. Ter
wijl ik de galerij afliep, hoorde ik
dat Currie me iets nariep, maar
ik schonk er geen aandacht aan,
en met behulp van mijn sleutel,
zonder welke men op Lochlea ner
gens kon binnengaan, verschafte
ik mezelf toegang in Nummer 7.
vervolgt
nadruk verboden