Twee werelden weekkalender HANDELSPOCKET Bouwhulp door Or A. J. Gronin Noteer in uw agenda A jKA P.V.B.A. Lid van de Handelskamer Aalst DENDERSTRAAT 18 AALST - Tel. 053 - 227.57 m betekent veilig bouwen zonder zorgen - betekent goed en goed- r koop bouwen. Onze faam honderden referenties en honderden gelukkige gezinnen LEVENSWIJSHEID Wij zijn allen min of meer echo'c en wij herhalen, in weerwil van onszelf, de deugden, de ge breken, de gemoedsaandoeningen en het karakter van hen, met wie wij leven. (Joseph Joubert 1754-1824) WENS HUN EEN GELUKKIGE NAAMDAG Zondag 6 september Beata, Donatiaan, Eva, Gondulf, Germanus Maandag 7 september Hild- ward, Klaudia, Regina, Reina, Gina. Dinsdag 8 september Adriaan, Adrien, Adriana, Adrienne Belina, Serge Woensdag 9 september Audomaar, (Omaar, Omer, Doro- teus, Gorgonius, Otger, Trudo Donderdag 10 september: Diethard, Teodard, Nikolaas, Richard Vrijdag 11 september Bodo, Emiliaan, Helgla, liga, Teodora, Vinciana Zaterdag 12 september Aimar, Guido, Tobias ZON 6 sept. 30 sept OP 6u03 6u40 ONDER 19u 18 18u24 BIJZONDERE DAGEN Zondag 6 september 16e zondag na Pinksteren. H. Niklaas patroonheilige van de voddeko- pers. Dinsdag 8 september O. L. Vrouw geboorte, misdag voor de vroedvrouwen H. Adrianus, pa troonheilige van de smeden en de soldaten. Zaterdag 12 september H. Guido, patroonheilige van de kosters, boeren, koetsiers en taxi bestuurders. MAANSTANDEN Eerste kwartier op 8 septem ber te 20u38 Volle Maan op 15 september te 12u10. STERRENHEMEL 12 sept.: De sterrenbeelden van de Dierenriem zijn steeds aan de zuidkant te zien. Wie nu rond middernacht naar de hemel blikt, ziet in volgorde van laag in het noordoosten dan schuin naar bo ven tot het zuidoosten en dan weer naar beneden tot de zuid westelijke horizon, deze sterren beelden Tweelingen, Stier, Vis sen, Waterman, Steenbok. 6 AGENDA Zondag 6 sept.: Brasschaat fatasiastoet Chaudfontaine 16e Concours hippique Dinant 23ste «Flamiche» kaastaarden smulpartij toernooi Kortrijk Xde Golden River City Jazz Festi val Halle processie ter ere van O.L. Vrouw van Halle te 15 u Septemberkermis Namen inter nationale hengelwedstrijd Saint Hubert dag van de jacht Hoog mis opgeluisterd met jachthoorn- muziek; zegening van de honden en wijding van de broden, 10de historische optocht met uitbeel ding van het leven van St Huber- tus Vilers-lez-Heest festival van de Naamse Kasteelconcerten Wetteren ook op 7 en 8 sept.: Kermis. Rondgang van de reuzen, op de 8ste grote jaarmarkt. Dinsdag 8 september Bras schaat wielerwedstrijden 43ste grote prijs van Brasschaat Di nant jachthoornconcert Zaterdag 12 september Brasschaat weekend van de mo derne sporten Oostende auto rally «De 12 uren van Oostende» Vilvoorde europafeesten Vir- ton rally voor oude wagens le per ook op 13 en 14 sept.: 6de Tooghedagen. VOLKSE WEERKUNDE 8 september Het weer van Lieve Vrouw Geboort' Duurt gaarne zo vier weken voort. Van de eerste avond af heerste er een reusachtige vrolijkheid aan boord. Dit was het begin van die na-oorlogse periode toen, na het moordende bloedbad der loopgra ven de jaren van slachting, modder en ellende, van angst teleurstel ling en vrees, de wereld plotse ling gek werd en als een weer tot leven gebracht lijk, losbrak in een wilde, dolle uitbundigheid. Lunch en cocktail-fuiven, sweepstakes op de afstand die het schip per et maal aflegde, «wedrennen» en dekspelen van allerlei aard, geïm proviseerde concerten en gecostu- meerde bals dit waren slechts enkele van de vermaken, verschaft door deze vredige dagen en koorts achtige nachten. Voor zulke fuiven is de scheepsdokter altijd erg in trek, en hoewel mijn aard meer naar het meditatieve neigde, werd ik gewoonlijk bij de festiviteiten betrokken. Ónder degenen die het gezelschap op gang brachten de mensen die aan boord van een schip erin uitmunten allerlei din gen «op touw te zetten» was de hoofdfiguur juffrouw Jope-Smith was een opdringerig iemand, met een knap, maar enigszins hard ui terlijk kennelijk boven de dertig, ofschoon zwierig gekleed om er jonger uit te zien. Zij was niet alleen een snob, maar ook een aanmatigend verve lend mens, dat onophoudelijk praatte over haar «buitenplaats» in Cheltenham, haar adellijke vrien den haar «kamenier», haar paar den haar honden, en haar helden daden op het gebied van de vos senjacht hoewel ik vermoedde dat het wild waar op zij jaagde en dat zij tot haar onuitputtelijk ver driet nog niet had kunnen vangen, een man was. Bij geen enkele maaltijd liet zij na ons erover in te lichten hoe welkom zij zou zijn in de vooraanstaande kringen van Darjeeling In verband met haar toekomstig tijdelijk verblijf in Voor indie was het leitmotiv van haar conversatie de superioriteit van de Engelse hogere standen, en de noodzaak het stempel daarvan te drukken op de onderworpen in landse rassen. Voortdurend gaf zij standjes aan de kellner, een aar dige Parsi-jongen, die gewillig maar traag was en wanneer zij hem dan had uitgescholden tot hij totaal uit het veld geslagen was, keek zij uitdagend om zich heen naar haar tafelgenoten. «Zulke mensen moeten eronder gehouden worden, weet je. Vind je ook niet, Ronnie?» «Hemel, ja» Haar broer, volko men onschadelijk, was een trou we echo. «Je hebt absoluut gelijk» «Als je ze hun gang laat gaan, weet je nooit wat voor ideeën ze zich in 't hoofd halen». «Hemel, ja. Ik bedoel - nou, tenslotte, denk er eens aan hoe we ze hebben moeten neerschieten in de Bengaalse opstand». «Precies. Nu ben ik een vrouw met heel ruime opvattingen. Maar in 't beste geval is het nog een stelletje van niets. Geen grein uit houdingsvermogen. Geen trouw. En vals ook. O. ik herinner me, dat Kolonel Bentley me eens vertelde» Wij bereikten Port Said, leder een ging aan land, opgewonden en kwam terug belanden met koop jes van Simon Artz, met zijden stoffen, shawls, sigaretten, parfum en juwelen. Toen die avond het anker gelicht werd en wij langs het standbeeld van De Lesseys het slangenrijke water van het Suez-kanaal ingleden, speelde het orkest luider dan ooit, het dansen werd sneller en doller. De woes tijn strekte zich uit aan weerszij den; kamelen en Bedoeienkampen tekenden zich donker af tegen de purper-kleurige zonsondergang. Toen voeren wij door de Rode Zee, passeerden de kale rotsen van Aden en waren op de wijde Ara bische Zee. De volgende morgen, toen ik consult hield in de spreekkamer naast mijn hut, verscheen de se rang, Hasan met twee van zijn inlandse dekknechten. Hij wachtte op de drempel tot ik hem zou uit nodigen binnen te komen, toen boog hij zijn hoofd in een eerbie dig salaam, en richtte het woord tot mij. Zijn stem, als het ware lang geleden gebroken in zijn strijd met het lawaai van wind en water was schor, maar had een kalme, bezadigde ondertoon. «Dokter sahib, ik vrees dat de ze mannen ziek zijn». De matrozen zagen er inder daad niet gezond uit. Zij klaagden over een algemeen gevoel van onwel-zijn, over hevige hoofdpijn en kwellende pijn in de beenderen. Zij zagen er ook verschrikt uit alsof zij vermoedden dat hun iets ernstigs mankeerde; zij rolden met hun ogen toen ik hun verzocht zich uit te kleden en ik mijn on derzoek begon. Beiden hadden koorts dik beslagen tongen en die droge huid, bij aanraking gloeiend heet, die de ernstigste waarschu wing van de natuur is. Vooralsnog was er geen teken van een long aandoening. Geen keelontsteking. Niets abnormaals in de buik. In stinctief dacht ik aan malaria. Maar toen ik nogmaals hun pols slag onderzocht, ontdekten mijn tastende vingers tot mijn afgrijzen een verzameling harde knobbeltjes precies loden hagel, onder de huid van hen beider polsen. Het was een onmiskenbaar symptoon en on middellijk onderzocht ik nauwkeu riger de plekken achter de knieen en onder de oksels en vond in elk dezer gevallen een duidelijke plek waar de huid vol puistjes zat. Jong en onervaren in mijn be roep, had ik nog niet geleerd mijn gevoelens te beheersen; ook had ik nog niet het vermogen verwor ven zo te veinzen, dat men het doodvonnis maskeert door een be moedigende glimlach. Mijn ge zichtsuitdrukking moet toen zich- baar veranderd zijn, want hoewel de serang niets zei, nam zijn ge rimpelde en gehavende gezicht een nog ernstiger uitdrukking aan. Een ogenblik keek ik hem in de ogen en zelfs toen terwijl ik besefte dat hij net zo goed als ik de aard van deze ziekte kende, moest ik, als met een schok, zijn vastbera denheid en de onversaagde kalm te van zijn blik ondergaan. Nog steeds zei hij niets. Toen ik hem op gedempte toon vroeg met de mannen in de spreekkamer te wachten, boog hij weer eenvoudig het hoofd. Haastig, met bonzend hart, be gaf ik mij naar de brug. Kapitein Hamble was er niet, hij was in de kaartenkamer beneden. Met een scherpe blik keek hij op, toen ik binnenstormde. «Kapitein» mijn stem stokte «ik heb pokken aan boord te rapporteren. Twee van de dek knechten.» Ik zag hem zijn lippen stijf op eenklemmen. Hij was een fors ge bouwde man van vijf-en-vijftig, met kortgeknipt haar en rossige, borstelige wenkbrauwen; hij stond bekend als iemand die streng de hand houdt aan de discipline, maar ook als een eerlijk en recht schapen officier. Nu narn zijn lichtsteenrode gezicht een donker der kleur aan. «Pokken». Hij herhaalde de woorden fluisterend. «Bent u daar zeker van?» «Volkomen, kapitein». En ik voegde eraan toe: «We hebben geen vaccin in onze medische voor raden». «Zouden we genoeg kunnen meenemen voor vijftienhonderd passagiers? Doe niet zo dwaas!» Hij beet zich boos op de lip, en diep het voorhoofd fronsend begon hij heen en weer te stap pen door de nauwe kaartenkamer. «Dokter», zei hij tenslotte, ter wijl hij zijn stappen inhield en dicht naar mij toe kwam. op een onmiskenbaar strenge toon, dok ter vergeet die opmerking van mij. Ik was ontdaan en bedoelde het niet zo. Welnu, luister. U bent be last met de zorg voor de gezond heid op het schip. Die is helemaal voor uw verantwoording. Ik kan u niemand van mijn officieren geven ik ben met werk overladen en heb een te kleine staf. Maar ik zal u de serang geven. Hij begrijpt de ze kerels. En geloof me, 't is de fijnste vent die ik heb. Met u bei den moet u zorgen dat deze ziek te zich niet uitbreidt. En wat nog belangrijker is, laat er met geen woord over gerept worden, anders krijgen we met deze menigte aan boord een bloedige paniek, zo waar als God leeft». Ik verliet de kaartenkamer en was mij met een wee gevoel in mijn binnenste bewust van mijn wanhopig verantwoordelijke posi tie. Weg was nu de zorgeloosheid die ik genoten had, toen ik ach terover in een dekstoel Pierre Loti lag te lezen, de zonsondergangen bewonderde en niets ergens te be handelen kreeg dan een snee in een vinger of een goedaardig ge val van zeeziekte. We waren hier midden op de Arabische Zee, met vijftienhonderd passagiers aan boord, totaal zonder middelen om hen te vaccineren... en pokken... de gevaarlijkste besmettelijke ziek te uit de hele medische encyclo paedic. Teruggekomen in de spreekka mer, zag ik dat een der Indische matrozen aangegrepen was door een hevige koortsrilling. Ik wend de mij van de huiverende man naar de serang, wiens ogen strak op mij gevestigd bleven. «Ken je dit?» vroeg ik hem. «Ja sahib, ik heb dit meer ge zien». «We moeten deze mannen af zonderen. leder contact tegen gaan...» Terwijl ik sprak en een opgewektheid en een zelfvertrou wen trachtte voor te wenden die ik in werkelijkheid niet voelde, stemde Hasan rustig met mij in. «Ja sahib. Ik zal doen wat ik kan om u te helpen». Er was geen ziekenboeg aan boord en geen centimeter hutruim te beschikbaar. Eén blik op het volgepropte vooronder toonde al voldoende de onmogelijkheid de besmette mannen ergens in de verblijven der manschappen onder te brengen. Uit het veld geslagen keek ik naar de serang, die, on verschrokken, de volle kracht van zijn kalme, heldere ogen op mij richtte. «We maken een lighal op het achterdek, dokter sahib. Heel koel daar. Met een overvloed van fris se lucht». Op de achtersteven van het schip, op bewonderenswaardige wijze aan het oog onttrokken door een batterij van kranen en windas sen, zette hij zich aan het werk hij liep ineengedrongen en geruis loos heen en weer zijn machtige hoofd en zijn lange soepele ar men gaven dezelfde indruk van kracht en bedaardheid als zijn platgeslagen en misvormde gezicht weerspiegelde. Binnen een uur had hij van canvas een ruime lighal gemaakt, streng beschut, met tou wen afgescheiden van het omrin gende dek. Toen werden er ma trassen en lakens naar boven ge bracht en de twee patiënten wer den geriefelijk geïnstalleerd. Onze volgende stap was, de bemanning te doen aantreden voor een grondig medisch onderzoek. Een van de stokers, die over koorts en hoofdpijn klaagde, ver toonde de eerste verschijnselen van de typische uitslag. Hij werd geïsoleerd bij de andere gevallen. vervolgt nadruk verboden

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1970 | | pagina 5