Twee werelden
weekkalender
HANDELSPOCKET
Bouwhulp
door Dr A. J. Oronisi
Mefeer in uw
agenda
A ftllipJ Sggg
P.V.B.A. Lid van de
Handelskamer Aalst
1
DENDERSTRAAT 18
AALST Tel. 053 - 227.57
betekent veilig bouwen - zonder
zorgen - betekent goed en goed-
koop bouwen.
Onze faam honderden referenties
en honderden gelukkige gezinnen
7
LEVENSWIJSHEID
Wiens oren zo voor de waar
heid gesloten zijn, dat hij haar
niet van een goede vriend kan
aanhoren, aan diens heil moet
men wanhopen.
(CICERO 106-43 v. Chr.)
WENS HUN EEN
GELUKKIGE NAAMDAG
Zondag 13 sept.: Amaat,
Aimé, Frederik, Fritz, Fred, Ferry
Friede, Frederika, Rika, Guido,
Ligorius, Lidorius.
Maandag 14 sept.: Eucharius
Katharina, Maternus, Notburga,
Dinsdag 15 sept.: Albin,
Alfred, Dolores, Lola, Lolita,
Lubin, Roland
Woensdag 16 sept: Crielius
Nelis, Kees, Kor, Cyprianus, Edith
Eugenia
Donderdag 17 sept.: Ariadna
Colomba, Hildegard, Lambert,
Lambrecht
Vrijdag 18 sept.: Irene, Irena
Jozef, Richarda, Stefanie, Fanny
Zaterdag 19 sept.: Albert,
Emilie, Constantia, Januarius,
Lucia, Teodoor
ZON
13 sept.
30 sept.
OP ONDER
6u13 19u02
6u40 18u24
MAANSTANDEN
Vollemaan op 15 sept. te 12u 10
Laatste Kwartier op 22 sept.
te 10u42
Nieuwe Maan op 30 sept. te
15u32
STERRENHEMEL
Venus is als avondster zichtbaar
Mars wordt van half september
weer in de morgen zichtbaar en
dit blijft alzo gedurende de rest
van het jaar.
BIJZONDERE DAGEN
Zondag 13 september 17de
zondag na Pinksteren
Maandag 14 september
H. Kruisverheffing. Oorspronkelijk
werd op deze dag het vinden van
Christus-Kruis herdacht doch later
verplaatst naar de 3de mei. Op
14 sept. herinnert men nu het feit
dat het H. Kruis naar Jeruzalem
werd weergebracht. Immers nadat
de Perzen Jeruzalem hadden ver
overd en zich van Christus-Kruis
hadden meester gemaakt, werden
zij kort daarna door Heraclius,
keizer van Griekenland, verslagen,
die als een der eerste vredes
voorwaarden eiste, dat het H.
Kruis zou worden terugegeven. Na
dat dit geschied was, droeg de
keizer persoonlijk het H. Kruis
naar de Calvarieberg, waar hij het
zijn plaats hergaf in de door Kei
zer Constantijn gebouwde basiliek.
Dinsdag 15 september
Maria van Smarten
AGENDA
Zondag 13 september
Audegem herdenking op het Cana
dees kerkhof te 9u30 Breen-
donk nationale bedevaart naar het
fort van Breendonk te 15 u
Loenhout 18de bloemencorso
voor kinderen te 15 u Sint-
Truiden zevenjaarlijkse stoet ter
ere van St. Trudo Tongeren
jaarlijkse processie ter ere van
O.L. Vrouw «Oorzaak onze Blijd
schap».
Maandag 14 september
Mechelen bloemen- en groente
corso. Klokkenwerpen te 14 u
Dinsdag 15 september
Anderlecht 147ste Grote veejaar
markt.
VOLKSE WEERKUNDE
Septemberregen op het zaad,
Komt het boerke wel te raad
Als het op Sint-Lambert regent,
is het slechts voor enkele dagen
Is het weder in september warm
dan krijgen we een harde winter
KAPELLESTRAAT 11, 9300 AALST - Tel. 053/228.41
«En nu wie zal mij helpen
deze mannen op te passen?»
Hasan keek mij verbaasd aan.
«Wel ik natuurlijk.»
«Je moet voorzichtig zijn. Deze
ziekte is heel besmettelijk».
Als de serang mij gekend had,
zou hij misschien geglimlacht heb
ben. Nu echter bleef zijn gezichts
uitdrukking streng.
«Ik ben niet bang dokter sahib»
Samen sponsten Hasan en ik
de patiënten af met een oplossing
van permanganaat, dienden elk
der mannen een krachtig koorts-
werend middel toe, hingen lakens,
gedrenkt in een desinfecterende
vloeistof, om de lighal, en stelden
binnen dit kleine, geheime qua
rantaine-gebied een kookkachel op
waarop vloeistoffen verhit en een
voudige maaltijden klaargemaakt
konden worden. Tenslotte, toen de
passagiers aan de lunch waren,
werkten we de nachtwaker weg
uit het vooronder en met een paar
zwavelkaarsen, die Hasan uit het
scheepsmagazijn haalde, ontsmet
ten we grondig de verblijven der
manschappen. Toen dit volbracht
was, voelde ik mij wat beter op
mijn gemak.
De volgende morgen echter
bracht nieuwe reden tot bezorgd
heid. Bij de inspectie die ik bij
het aanbreken van de dag hield,
ontdekte ik drie nieuwe gevallen
onder de dekknechten, en de man
nen die reeds waren afgezonderd
waren veel erger, van top tot teen
overdekt met smerige, etterende
uitslag, het afschuwelijkste symp
toom van de ziekte. En diezelfde
middag werden er nog vier van
de mannen ziek.
Wij hadden nu tien gevallen in
ons geïmproviseerde lazaret. Het
was een situatie om de sterkste
zenuwen op de proef te stellen.
Maar de serang, kalm en onver
stoorbaar, zijn ogen vastberaden
in zijn donkere, door littekens ont
sierde gezicht, onder het misvorm
de voorhoofd, gaf mij nieuwe
moed. Alleen al in zijn nabijheid
te zijn maakte het moeilijk te wan
hopen. Hij was onvermoeibaar be
zig te patiënten te verzorgen, hun
water te geven, de ondraaglijke
branderigheid van hun huid te ver
zachten met de lotion die ik had
klaargemaakt, voor hen te koken
in de geïmproviseerde kombuis, al
tijd bij de hand wanneer ik zijn
hulp nodig had om een half-be-
wusteloze man op te lichten en af
te sponsen en dit alles vol
voerde hij met complete veron
achtzaming van zijn eigen veilig
heid.
«Pas op jezelf», moest ik hem
smeken. «Ga er niet te dicht bij».
Nu toonde hij zowaar zijn ster
ke tanden zwart gevlekt door
het kauwen van betelnoten met
een plotselinge, vluchtige glimlach
maar een glimlach zo flauwtjes,
zo kortstondig, en bovenal getint
met zo'n aangeboren melancholie,
dat die slechts een ogenblik zijn
diepe, natuurlijk rust verbrak.
«Past u op uzelf dokter?»
«Jazeker. Bovendien dit is mijn
werk».
«Maak u niet ongerust, dokter
sahib. Ik ben sterk. En dit is mijn
werk ook.»
Intussen had ik, uitgezonderd
voor dringende gevallen, mezelf
min of meer in quarantaine ge
plaatst. Op voorstel van de kapi
tein was er, om achterdocht te
voorkomen, bekend gemaakt dat ik
kou gevat had en niet gedispo
neerd was. Ik ging niet meer naar
de eetzaal en al mijn maaltijden
werden op een blad naar mijn hut
gebracht, 's Avonds wanneer ik
aan mijn eenzaam diner zat en
de muziek van het orkest op het
dek boven hoorde, was het moei
lijk een stemming van bitterheid
te onderdrukken. Hoe weinig ver
moedden zij daar, in die dolle
roes, in welk gevaar zij verkeer
den Mijn gedachten gingen onwil
lekeurig naar het verhaal van
Barbey d'Aurevilly over het bal
masque gehouden bij de Franse
koning in Avignon, waar het hof
zich had teruggetrokken om de in
Parijs heersende pest te ontvluch
ten en waar toen de vrolijkheid
het hoogst was, toen alle pretma
kers hun masker afdeden, een
magere, spookachtige onbekende
in hun midden bleek te zijn die
op zijn teringachtige gelaat de fa
tale tekenen van de Zwarte Dood
droeg. Met dezelfde somberheid
keek ik op mijn eigen lichaam uit
naar het eerste teken van de ziek
te niet uit vrees zonderling ge
noeg ging ik zo gebukt onder mijn
verantwoordelijkheid dat ik me
weinig om mezelf bekommerde
maar met een vreemde objectivi
teit en met de overtuiging dat ik
me de ziekte zonder twijfel op
de hals zou halen, onvermijdelijk,
omdat ik sinds mijn kindertijd niet
meer gevaccineerd was. En in de
ze toestand van verhoogde span
ning vervloekte ik de trage gang
van het schip, dat gebrek aan
snelheid dat me voordien reden
tot voldaanheid had gegeven. Of
schoon wij met volle stoom voor
waarts gingen, waren wij van Co
lombo, de dichtsbijzijnde aanloop
haven nog acht dagen verwijderd.
Tweemaal per dag bracht ik rap
port uit bij de kapitein. Ongetwij
feld overtrof zijn angst verre de
mijne, maar zijn jaren, en zijn ge
woonte te bevelen, hielpen hem
deze te beheersen. Wanneer hij
had aangehoord wat ik hem te
vertellen had, knikte hij een paar
maal, terwijl hij mij met gekwelde
boze ogen aankeek: hij scheen
via mij naar de directie van zijn
maatschappij in Liverpool te kij
ken. Vervolgens stuurde hij mij
weg, onder het moeizaam uiten
van een paar bemoedigende woor
den:
«Goed. U doet uitstekend werk.
Zie dat u 't volhoudt».
Maar konden we het volhouden?
In de loop van de volgende acht-
en-veertig uur moesten wij eerst
één, toen nog drie van de stokers,
die de avond tevoren al verdacht
waren, bij de anderen op het ach
terdek voegen. Een totaal van
veertien nu. En een van de vroege
re slachtoffers was in een coma
vervallen en scheen ieder ogen
blik te kunnen sterven. Gebukt on
der deze nog zwaardere last, kon
ik niet slapen en hoewel ik over
dag de meeste uren al in het laza
ret doorbracht, kon ik zelfs 's
nachts er niet toe komen het ach
terdek te verlaten. En daar waar
ik wist dat ik hem vinden zou,
waakzaam en zwijgend onder de
sterren, was de serang.
Het is moeilijk te beschrijven
welk een troost mij van hem toe
vloeide, wanneer hij daar peinzend
mijmerend bijna, stond zich don
ker aftekenend tegen het hakke
bord, met zijn lange armen over
elkaar geslagen, bewegingloos als
een standbeeld. Een zilveren fluit
je, symbool van zijn functie, hing
aan een koord om zijn gespierde
nek. De tropische maan, die zich
voortwentelde langs de fluwelige
lucht, deed de diepe lijnen van
zijn gezicht uitkomen, dat ondanks
zijn verborgen energie de onbe
weeglijkheid had van gesneden
ebbenhout. Wanneer een zieke
zachtjes kreunde van pijn stapte
Hasan geluidloos naar voren om
hem te hulp te komen. Wanneer
hij dan terugkwam, sloeg hij zijn
armen over elkaar, terwijl het schip
een atoom, losgeraakt van de aar
de en verloren op de oceaan, lang
zaam voorwaarts deinde.
Hij was niet dol op praten.
Maar ondanks het vele stilzwijgen
tijdens onze lange nachtwaken
kwam ik geleidelijk enkele frag
menten van zijn levensgeschiede
nis te weten. Hij kwam uit de
Pendsjaab maar zijn ouders, stoe
re nomadische Pathans. waren
vandaar al zwervend in zuidelijk
Voor-lndie terechtgekomen. Daar
had hij evenals zovelen in die
kunstgebieden als jongen liefde op
gevat voor het zeemansleven. Bij
na veertig jaar had hij de wereld-
zeeen bevaren, en vijftien jaar
daarvan had hij doorgebracht op
de Rawalpindair. Geen wonder dat
hij het oude schip als zijn thuis
beschouwde. Inderdaad had hij
geen ander thuis, geen plekje op
de wal was het zijne en in het gro
te Voor-lndie had hij noch familie
noch vrienden. Hij was nooit ge
trouwd. Het tafelblok, dat een
maal uit de mast gevallen was en
op zo'n vreselijke wijze zijn gelaat
had geschonden en misvormd, had
zijn gedachten van vrouwen afge
wend.
Van godsdienst was hij Jainist
maar hij had iets in zich, dat ver
boven de leerstellingen der secten
uitging een geloof hem ingeprent
door de zuiverende, eeuwige wind,
de schoonheid en verlatenheid van
grote wateren, door golven beu
kend tegen grijze rotsen en met
palmen omzoomde stranden, door
blauwwitte sneeuw op verre berg
toppen, weelderige rimboes dam
pend in de tropische zonsonder
gang, door de mysteries van dui
zend maal landen en vertrekken.
In zijn hele leven had hij noch
eigendom, noch geld verworven
de weinige bezittingen die zijn
scheepskist bevatte, waren mis
schien een paar ropijen waard.
Deze gedachte deed mij pijn en
in een vlaag van misplaatst mee
gevoel riep ik uit:
«Hasan, je doet zoveel in deze
noodtoestand, de maatschappij
moet je extra loon geven».
Hij fronste zijn voorhoofd. Hij
zweeg lange tijd, een ontstellende
stilte, die slechts verbroken werd
door het langzame gestamp van
de schroefas en het piepende ge
reutel van de zieken. Toen ant
woordde hij: «Wat voor nut heeft
geld, dokter sahib, voor iemand
die alles heeft wat hij nodig heeft?
Met mij is het goed zoals het is».
Hij was ongetwijfeld oprecht;
hij was volkomen vrij van de ge
wone hoop op loon, en had een
strenge verachting voor persoon
lijk voordeel. Geld interesseerde
hem niet. hij had het altijd ver
smaad. Hij kende geen van die
koortsachtige verlangens waarmee
het onafscheidelijk verbonden is.
In plaats daarvan had hij moed,
zelfbeheersing en geloof. De men
sen tussen welke hij werkte, leef
den arm en stierven arm. Het was
zijn gewoonte geworden, zich niet
om de toekomst te bekommeren.
Terwijl ik bij hem stond in het
zacht-glanzende maanlicht werd ik
getroffen door een vreemde pijn.
Naast zijn klare eenvoud schenen
de waarden der wereld plotseling
goedkoop. In de salon, die schit
terend verlicht was met gekleurde
elektrische lichtbollen, was een
grote fuif begonnen. De luide
stemmen en lachsalvo's het ge
knal van champagnekurken, de
voortdurende golf van jazz-muziek
die naar het achterdek kwam, ver
sterkten in mij het gevoel dat de
mensheid de geest had opgeofferd
aan het lichaam, en dat haar geest
kracht ondermijnd was, omdat zij
bang was voor alles wat niet om
sloten werd door comfort, en door
de keurige beschutting die ge
kocht kon worden met geld.
Om de waarheid te zeggen: als
ik mijn eigen kijk op de toekomst
overdacht, mijn hartstochtelijk ver
langen naar succes en rijkdom,
was ik mij bewust van een heime
lijke schaamte. Ik keerde het la
waai de rug toe en van de melk
achtig witte zee daar beneden, van
de zuchtende leegheid van de
nacht, kwam de echo naar mij toe
van de onsterfelijke woorden
«O, gij kleingelovigen. Zijt niet be
zorgd, zeggende: Wat zullen wij
eten of Wat zullen wij drinken
of: Waarmee zullen wij ons kle
den?»
vervolgt
nadruk verboden