70.000 universiteitsstudenten in ons land
voor kultureie revolutie
DE ZOELOES
ge prijs
4.548 gaststudentesi uit
de derdé wereld in Be tg ie
53,7 7 t.h. fransiaiigen en 45,23 t.h. nederlandstaligen
Gangster
met pech.
4
Uit het zopas verschenen jaar
verslag van de Dienst voor Hoge
schoolstatistiek blijkt dat het aan
tal in Belgie ingeschreven univer
siteitsstudenten en -studentinnen
haast 70.000 bedraagt, of 69.634
tegenover 64.779 vorig akademie-
jaar.
26.373 studenten en 11.068 stu
dentinnen of in totaal 37.441 het
zij 53,77 volgen de franstalige
studies, terwijl 24.003 studenten
en 8.190 studentinnen of 46,23
de nederlandstalige kursussen vol
gen.
Het hoogste aantal studenten
telt de katolieke universiteit van
Leuven 13.810 Leuven-Frans telt
er 12.794. Aan de rijksuniversiteit
te Gent studeren 11.093 jongelui,
in Brussel (frans) 8.652, in Luik
8.189. Het kleinste aantal studen
ten telt de Protestantse Teolo-
gische Fakulteit te Brussel met 71
In totaal worden aan 25 universi
teiten, centra hogescholen en zelf
standige fakulteiten gedoceerd.
7.257 BUITENLANDERS
Dit totaal van 69.634 universi
teitsstudenten omvat ook 7.257
buitenlanders die in ons land stu
deren. Van deze buitenlanders die
uit alle delen van de wereld ko
men (28 Europeers, 25 Amerika
nen, 23 Aziaten, 31 uit Afrikaan
se landen, Australië en Nieuw-Zee-
land) hebben zich 4980 studenten
en 1.235 studentinnen inge
schreven aan franstalige en 805
studenten en 237 studentinnen aan
nederlandstalige afdelingen.
Een vierde van alle studenten
bezoekt de medische fakulteiten,
hetzij 17.177 of 24,67 Zowat
dezelfde aantrekkingskracht oefe
nen vier studierichtingen op de
studenten uit: sociale, politieke en
ekonomische wetenschappen
(7.433) de exacte wetenschappen
(7.179) en de filologie (7.163)
Het kleinste aantal studenten vindt
men in de fakulteiten voor kerke
lijk recht, met name vijf. Na het
einde van het akademisch jaar
1968-1969 werden in ons land in
totaal 9.956 einddiploma's afge
leverd.
PER PROVINCE
Wat de verdeling van het totaal
aantal studenten volgens provincie
betreft komt men tot volgende re
sultaten
Franst.
Nederlt
Antwerpen
543
8.106
Brabant
13.091
6.021
West-Vlaanderen
282
6.114
Oost-Vlaanderen
308
7.652
Henegouwen
6.321
36
Luik
6.387
18
Limburg
171
3.101
Luxemburg
1.357
4
Namen
2.470
15
Belgische studenten
wiens ouders in
het
buitenland verblijven 296
84
31.226
31.151
E S
Het Nationaal Komitee voor
Onthaal dat deel uitmaakt van het
Nationaal Centrum voor Ontwik
kelingssamenwerking publiceerde
zopas de balans 1969 van de ak-
tiviteiten in verband met onthaal
van studenten en stagiaires uit
de Derder Wereld.
In totaal studeerden 4.548 stu
denten uit de Derde Wereld tij
dens het afgelopen akademiejaar
in ons land: .3.093 in het Hoger
Onderwijs en 1.455 in het Middel
baar Onderwijs. Te noteren valt
dat er in ons land twee katego-
rieen in deze buitenlandse studen
tenbevolking worden onderschei
den: officielen en niet-officielen.
De niet-officielen zijn gerekruteerd
door privé-instellingen, kregen een
studiebeurs van hun eigen rege
ring of komen op eigen initiatief
naar Belgie studeren. De officie
len daarentegen zijn gerekruteerd
in het kader van de Belgische
Technische Bijstand.
In de kategorie niet-officielen
genieten er 258 van een beurs
aan een Instituut in Belgie. Hierbij
zijn niet gerekend de beurzen
toegekend door de universiteiten
zelf. Grote belangstelling blijft be
staan voor politieke en sociale
wetenschappen, dit jaar wel lich-
Vele China-deskundigen be
schouwen het extremise van de
Kultureie Revolutie als iets on
zinnigs, als iets dat in beweging
werd gebracht door een Lin Piao
of Mao's echtgenote, of eenvou
digweg aberraties van een seniele
tiran.
Westerse waarnemers zijn even
wel van mening dat de Kultureie
Revolutie een sluwe en zorgvuldig
geplande, maar met de moed der
wanhoop uitgevoerde operatie was
om af te rekenen met een gene
ratie die had bewezen dat zij zich
niet voldoende liet indoctrineren.
Op die manier wilde men de
Chinese jeugd in dogmatische en
morele zin erop voorbereiden de
fakkel van de revolutie over te ne
men, een revolutie die zich niets
minder ten doel stelt dan het her
scheppen van de menselijke geest
in een wereld, die wordt beheerst
door geheel andere, gevaarlijke en
bedriegelijke waarden.
De prijs die China betaalt voor
de kultureie revolutie is ongemeen
hoog. Hoe hoog precies, is in
ekonomische zin niet te beramen,
als men afgaat op het huidige on
vermogen van de Chinezen te vol
doen aan de normale vraag naar
goederen, die zij vele jaren heb
ben geleverd. Ook over de prijs
die in sociaal opzicht is betaald,
kan men slechts raden. Velen van
de verdwenen generatie bevinden
zich nog steeds op de achtergrond
en zijn normaal aan het werk. Men
realizeert zich spoedig dat China
nog een goed-geoliede machine is,
die alleen maar op gang wordt ge
houden door een soort eigentijdse
Zoon des Hemels.
Leiders in de schaduw
Leiders zijn er natuurlijk nog
steeds maar op een overdreven
manier zorgen zij ervoor dat zij in
de schaduw blijven en aan de zij
de van de massa staan. Een bui
tenlander die een oude vriend
heeft in de ambtenarenwereld, zal
ontdekken dat deze niet meer de
leider is die hij ooit is geweest,
maar thans een meer bescheiden
funktie bekleedt. Roem is vergan
kelijk, zeker ook bij de topfiguren
in China die het eens voor het zeg
gen hadden.
Het is echter maar al te duide
lijk dat vele duizenden mis
schien zelfs miljoenen in dat enor
me land het slachtoffer zijn ge
worden van verbanning, wat in
Chinese termen «buiten gaan wo
nen») wordt genoemd. Hun verdwij
ning geschiedde of «vrijwillig» of
op krachtige wijze, maar in beide
gevallen komt het er op neer dat
zij voor het ondergaan van een
heropvoeding voor een «bevrijding
door werk», zijn weggewerkt uit
de grote centra. Ook in politieke
zin moeten de degradatie en ver
banning van zoveel ervaren leiders
die de revolutie maakten en lei
ding gaven aan de wederopbouw,
enorme konsekwenties hebben ge
had. Heden is de politiemacht to
taal uitgeschakeld. Het leger is
verantwoordelijk voor de handha
ving van de orde en zelfs voor de
regeling van het verkeer.
Het leger blijkt overal de macht
in handen te hebben.
Dit Rode Leger is werkelijk een
volksleger, in die zin dat het kort
weg het volk is, leeft met het volk
en slechts een betrekkelijk kleine
kern heeft van beroepsmilitairen.
Opmerkelijker is nog dat het Chi
nese leger wordt ingezet voor de
uitvoering van publieke werken en
de verbetering van de gezond
heidsdiensten en de levensomstan-
tjes voorbijgestreefd door toege
paste wetenschappen. Andere be
langrijke aantrekkingspolen zijn
ekonomische, medische weten
schappen en landbouwwetenschap
pen.
De leerlingen van het Middel
baar Onderwijs verminderen. Dit is
een politiek die én door de staat
en door het privé-initiatief sinds
vorig jaar wordt gevolgd. Er be
staat immers in de ontwikkelings
landen bijna overal een degelijke
infrastuktuur voor middelbare vor
ming.
Alle studenten worden onthaald
sociaal bijgestaan, kultureel bege
leid door een net van centra voor
onthaal en gespecializeerde dien
sten, die gekoordineerd werken in
de schoot van het Nationaal Ko
mitee voor Onthaal. Deze centra
(ongeveer 30 in aantal), bevinden
zich vooral in de universitaire cen
tra (Gent, Brussel, Luik, Leuven)
of in de hogeschoolsteden (Ant
werpen, Bergen, Namen Gem-
bloux). Hun aktiviteiten bestaan
vooral uit organizeren of informe
ren van kultureie aktiviteiten, so
ciale begeleiding, zoeken van huis
vesting, verschaffen van demokra-
tische maaltijden, ontspanning
enz.
digheden.
China's grote leger is derhalve
niet zozeer een belasting voor de
ekonomie van het land, dan wel
een grote voorraad arbeidskrach
ten en technische kennis die in
dienst staan van de ontwikkeling
van het land. Daarom realizeert
men zich snel dat zinsneden als
«het leger heeft de macht overge
nomen van de partij» tegen deze
achtergrond zeker betekenis zijn,
vermits het leger en de geheel ge
zuiverde partij nauwelijks van el
kaar zijn te onderscheiden.
Voor een benzinestation aan de
stadsrand van Houston in Texas
hield een wagen met knarsende
remmen halt. De niets vermoeden
de bediende ging de autobestuur
der tegemoet met de klassieke
vraag hoeveel hij moest tanken.
«Weg vriend» schreeuwde de
kerel die tegenover hem stond,
«ik heb geen benzine nodig, maar
uw geld!». Nadat hij de portefeuil
le van de bediende met een in
houd van circa 700 dollar had ge
gapt, sprong de gangster weer in
de wagen om razendsnel de auto
weg in te slaan. Daar had hij wel
het ongeluk van zijn leven, want
nauwelijks 3 km verder moest hij
tot zijn ontzetting vast stellen dat
hij geen brandstof meer had. Hij
kon rustig door de politie ingere
kend worden. De man had dus
toch benzine nodigt!...
Van de 5 rassen en 19 volken,
die in Zuid-Afrika naar een nieu
we samenleving in een Zuidafri
kaans gemenebest streven behoren
er 12 volken tot het zwarte ras.
Het is een zeer verbreid misver
stand deze 12 volken als een een
heid van één samenhorend bantoe
volk te beschouwen. Een Bantoe
volk bestaat niet. Het woord ban
toe betekent alleen maar «zwart»
en al wat zwart is als een geheel
te beschouwen is een rassistische
dwaling. Ze vormen in Zuid-Afrika
12 eenheden van zeer verschillen
de grootte en staan helemaal niet
in één gemeenschappelijk front
integendeel. Het grootste en sterk
ste volk van Zuid-Afrika is het
blanke Afrikanerdom. Nummer
twee in de rij is het Xhosavolk, de
blanken tellen een kleine 4 miljoen
zielen, de Xhosa's 3,5 miljoen.
Het derde volk in grootte is het
Zoeloevolk ongeveer 3 miljoen.
De zelfstandigmaking van die 12
zwarte volken is reeds ver gevor
derd. Na de stichting van het
Transkei der Xhosa's is thans de
achtste in de rij; Zoeloeland, ge
volgd, waar een eigen Zoeloe-ge-
biedsoverheid werd ingesteld. De
grote moeilijkheid is hier, dat Zoe
loeland bestaat uit ruim honderd
niet aan elkaar grenzende brok-
stukjes en om deze tot één staat
te verenigingen eist ruilingen van
grondstukjes tussen blanken, Azia
ten en Zoeloe's op grond van vrij
willigheid, een uitermate tijdroven
de bezigheid. Maar dat men vor
dert blijkt uit de instelling thans
van een centrale overheid der Zoe
loes. Hoofd ervan is de afstam
meling uit het oude koningsge
slacht Buthelezi. Het is interes
sant zijn eerste rede als zodanig
te beluisteren. Hij zeide hierin
«De gebiedsoverheid onder mijn
leiding is een instelling tot vertol
king en vertegenwoordiging van
de aspiraties van ons volk; ze is
onontbeerlijk; ze stelt ons in staat
om met de blanken besprekingen
te voeren op basis van volledige
gelijkheid als staatshoofden, mi
nisters, enz. Zelfs als het beleid
van zelfstandige ontwikkeling mis
lukt, mag men niet vergeten, dat
de regering hierdoor bespreking
op voet van gelijkheid heeft mo
gelijk gemaakt, iets wat vroeger
niet bestond. We zullen er gebruik
van maken. In de eeuw, waarin de
mens naar de maan reist, kan
men niet van de Zoeloes verwach
ten, dat zij de weg naar zelfbe
stuur zullen afleggen met het tem
po van een ossewagen». Inder
daad deze Zoeloe heeft konings
fierheid. De Zoeloes wonen in
hoofdzaak in Transvaal en Natal.
De zorg van de Zuid-Afrikaanse
regering om door geleidelijke op
bouw een democratisch parlemen
tarisme te vormen schenkt aan de
zwarte volken van Zuid-Afrika een
betere staatsontwikkeling dan el
ders in Afrika waar het onvermo
gen om de democratie te verstaan
tot zoveel dictaturen heeft geleid.
Dit wordt hier voorkomen.