De iliuaüe in de bouwsefctor DE BENDE VAN JAN DE LICHTE LOUIS PAUL BOON AANBEVELINGEN VAN HET NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE HUISVESTING BETREFFENDE DE WEDEROPLEVING VAN DE WONINGBOUW De ongunstige economische conjunctuur die ons land thans kent, weegt zwaar op de bouwsector en vooral op de huisvesting. In de globale investeringen van goederen intervenieert de bouw voor 60 waarvan de helft naar de huisvesting gaat. De huisvesting vertegenwoordigt dus een derde van de totale investeringen. Haar groot economisch belang wordt trouwens beklemtoond door het Planbureau door In het 3e Plan voor economische en sociale expan sie in de jaarlijkse bouw van 60.000 nieuwe woningen te voorzien. Maar de huisvesting dient ook en voor alles als een einddoel op sociaal vlak te worden beschouwd. Het streven naar het sociaal welzijn en de betrachting van een economische opleving gaan dus te samen. Het Nationaal Instituut voor de Huisvesting dient bijgevolg de volgende spoedmaatregelen aan te bevelen, onverminderd de voor stellen die het uitwerkt voor een nieuw huisvestingsbeleid op korte, middellange en lange termijn. AAN DE REGERING VOORGESTELDE SPOEDMAATREGELEN 1. De bouw van 5.000 volkswoningen en kleine landeigendom men meer per jaar bevorderen, op initiatief van de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting en de Nationale Land maatschappij. De twee nationale maatschappijen zouden als opdracht krijgen gezamenlijk 15.000 volkswoningen op te richten (thans 10.000) en zouden voor de realisatie van dit doeleinde door de Staat van de nodige middelen worden voorzien. 2. De oprichting bevorderen van 5.000 bijkomende woningen per jaar door de privésector dank zij een Staatsinterventie. VERVOLGT 14 NADRUK VERBODEN Het kasteelmeneerke, verarmd, raaskalde in machteloze toorn. Hij 'heeft de boeren van hun hofstede verjaagd, als zij op nieuwjaarsdag hun pacht niet te betalen Wisten. Doch elaas, het jaar daaropvol gend, waren ook de nieuwe huur ders niet fh staat 'hun schuld te voldoen. En nu komt Baru op de prop pen. Wij hebben hem leren ken nen in al zijn schone eigenschap pen, waaronder deze van lijkenbe- rover niet de minste is. Hij is naar het land van Aelst gekomen, en heeft zich eerst naar de folter kamers en de gevangenis gewend. Maar de buit was niet zo bijster groot. Enkelen die hadden durven morren. Enkele vagebonden en landlopers, een meisje dat een soldaat van Lodewijk de Vijftien de met een mes is te lijf gegaan. Haar mes sneed zelfs misschien niet al te best. Het mes van Baru echter, dat snijdt langs twee kan ten. En ihiij trekt van streek tot streek, bij meneer de baron in zijn omwald Kasteelke, om hem de duimschroeven aan te zetten. De baron kan zijn schatplicht niet betalen, of weet evenmin te voldoen aan de hoge belastingen die het vreemde leger dist? Baru haast er zich heen, om hem als hoofd der Franse politie de laatste dukaat af te persen. Doch laten wij Baru zich verder op weg begeven naar het kasteel ke van baron de Creyl, en slaan wij liever de binnenweg in, welke ons naar de kroeg «de Honger» brengen moet. Het is er, zoals we reeds weten, voor de eerste maal vergadering van de bende. Het is maar triestig, donker en eenzaam langs deze wegen. We moeten het galgeveld voorbij, dat hier ver buiten de stadsmuren van Aelst ligt. Het is geen vrolijk ge zicht. Maar wat nut, dat we ons hoofd wegdraaien? Het is toch im mers maar, om iets anders op te merken dat ons evenmin vrolijk kan stemmen. Nu eens een afge brande hoeve en dan weer een donker kruis waar een bloederige Onsheer aan vastgenageld hangt. Wij haasten ons, zo goed we kunnen, langs dat smalle b'innen- baantje voort. Nu kronkelt het eens achter een stuk bos, en dan weer brengt het ons over een wan kele steen over een gracht. Het moet daar in «de Honger» weer iets Ziljn zoals in «het Verloren Hol», Allemaal holen, vergeten in het veld, verloren achter een stuk bos, waar het ongedierte van rat ten en muizen, van slechteriken en rabauwen zich kan komen ver stoppen. «Het Verloren Hol» het was een schone naam. Maar «de Honger» is al even schoon. Als we de deur openstoten zit er al volk te wach ten en moet de waardin op haar kromme benen heen en weer dra ven met piotten bier. Zij is dat niiet gewend. Het is er, op andere da- COftfMENTAAR EN TOEPASSINGSREGELING a. Openbare bouwsector (N.M.H. en N.L.) De produktiiieverhoging met 5.000 woningen in deze sector dient te worden gespreid tussen de huur en de toegang tot de eigendom. Er wordt voorgesteld dat de Staat aan de twee na tionale maatschappijen de fi nanciële middelen ter beschik king stelt voior de uitbreiding van hun activiteit dat de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting het sys teem van de bouw op belofte van aankoop verruimt door de afschaffing van de thans aan de koper opgelegde voorwaar de een rijkspremie bij de aan koop te verkrijgen hierbij prio riteiten vastleggend ten voor dele van de personen wi'er in komen beperkt is. dat zij de verkoop organiseert van de volkswoningen die door haar interventie worden opge trokken dat de Nationale Landmaat schappij een deel van haar nieuwe woningen verkoopt bui ten de leningen die zij toekent b. Privésector Het gaat er om van de ASLK de toekenning te verkrijgen van 5.000 'hypotheekleningen meer per jaar. Dit oogmerk vergt een Staat- linterventie in de dienst van de 'le ningen ter zake, die zodanig be rekend is dat de intrestvoet ten laste van de leners op 5,75 gen, het ganse jaar door, maar soberkens. En in haar domme ar geloosheid laat de waardin zich dan ook ontvallen, dat haar kroeg iedere avond zo een trek zou moe ten hebben. «Ge zoudt te rap rijk zijn, en de zak met geld zou niet eens meer tussen uw kromme benen kunnen staan!» antwoordt haar spottend een vreemde kerel. Ha, waarde lezer, 'bekijk dat personage eens wat 'beter! Jan Cottenier heet Wij. En we zullen later zien dat hij, aan de zijde van Jan de Lichte, op vele plaatsen zal roven stelen, maar dat hem toch nooit een gruweldaad zal kun nen ten laste worden gelegd. Hij is 40 jaar en komt uit Worteghem en naast zijn naam heeft men dan ook 'die toenaam vermeld: de zot van Worteghem. Zie, en daar zuilen we dank baar gebruik van maken. Hij gaat de man worden die voor de ko mische noot heeft te zorgen. De zot, die midden de gruwelen, de moorden en de branden, wat aflei ding zal moeten brengen. De nar, die na elke zedepreeik van de schrijver een boertigheid gaat uit flappen. wordt teruggebracht (huidig per cent van de sociale leningen die door de erkende kredietvennoot schappen worden toegestaan) Deze leningen zouden worden voorbehouden aan de door de pri vésector opgetrokken nieuwe wo ningen. Inzake de leningen tegen socia le intrest die door de erkende krediet-vennootschappen van de A.S.L.K. worden toegewezen past het in het kader van de bevorde ring van de nieuwbouw gebaseerd op het principe van de verrijking van het onroerend patrimonium een onderscheid te maken tussen de 'leningen voor de nieuwbouw en die voor de aankoop van een bestaande woning. c. Andere toepassingsmoda liteiten betreffende het hypothecair krediet De maxima van de door de overheidsinstellingen toegewezen leningen dienen te worden ver hoogd. De privé insteltingen die spaar geld inzamelen, irn het bijzonder deze wel'ke 'in toepassing van het koninklijk besluit van 10 augustus 1967 door de Staat erkend zijn dienen verplicht een deel van hun 'inkomsten te bestemmen voor de 'hypotheekleningen toegewezen bij de bouw of b'i'j d'e aankoop van nieuwe woningen onder de voor waarden die de ASLK voor haar leningen tegen sociale intrest toe staat. De formaliteiten voor de toe- Wijzing van de leningen dienen tie worden vereenvoudigd terwijl de taksen moeten worden verlicht. Zijn lange zwarte baard slaagt er niet in hem een echte rovers tronie te geven. Neen, daarvoor is zijn gelaat te bolster en te lache rig. Hij kan er niets aan doen, maar Hij moet zich telkens op nieuw een dikke buik lachen met al dat volk, met hun gekke gedach ten en hun even gekke daden, die tegen deze gedachten regelrecht indruisen. «De mensen, dat zijn allen zot ten!» zegt de Zot u vertrouwelijk. Geen enkele die ziet dat hij eigen lijk met hen de aap houdt, en als ze dan toch eens in hun domheid naief naar hem 'opkijken, en zich afvragen of bij nu met hun voeten speelt, ja dan neen... dan botsen ze op dat masker van onnozelheid schudden het hoofd en peinzen och, die zot ook! Zo wil de Zot ook nu, om ons wat genoegen te doen, een weinig 'lachen met die kromme benen van de waardin. Och, het zal eerder een flauwiteit zijn, iets op com- mande. En hij zal dan dwaas lachend in de kroeg rondkijken. Doch in gindse 'hoek zit alleen Meulenaere, een zwijgende botte rik, met een gelaat dat de Zot dui delijk genoeg laat verstaan d. Sanering van het patrimonium en verbetering van de bestaande woningen De sanering van het woningpa trimonium lis een verplicht over gangspunt voor de handhaving van de bouwactiviteit op het ni veau dat op economisch vlak ge wenst 'is en a fortiori van haar stij ging naar rata van de uit een oog punt van d'e sociale vooruitgang bepaalde behoeften. De sloping van de niet-verbeter- bare ongezonde woningen dient bijgevolg te worden versneld ter wijl een kredietsysteem op een verruimde basis dient te worden georganiseerd, met toepassing van de Staatswaarborg voor de goede afloop van de leningsver- ni oh tin gen. e. Bouwvergunningen De aflevering van deze vergun- nlinge vergt thans zeer lange ter mijnen, speciaal wat de openbare sector betreft. Een vluggere afwikkeling is on ion tb eerfijk. f. Instellingen Het sociaal en economisch be lang van het huisvestingsbeleid rechtvaardigt het feit dat er ver antwoordelijkheden worden toege wezen. op ministerieel niveau in de schoot van een Departement of van een specifiek Staatssecre tariaat. g. Begrotingsproblemen De te besteden uitgaven om de voorgestelde spoedmaatregelen te verwezenlijken zullen ruimschoots gedekt worden door de uit deze bijkomende bouw voortvloeiende belastingen en taksen. o «Spaar mij uw praatjes, en ge zult van mij ook geen last heb ben!» En zo wendt de Zot zich van de botte Meulenaere weg, om zijn geluk ergens elders te beproeven. «Is het niet zo, Anne-Marie?» vraagt Hij. Anne-Marie? En ja, het is een oude kennis die we daar hebben. Anne-Marie de Mulder die we reeds in «het Verloren Hol» leer den kennen, en die we nu terug vinden in «de Honger». Het lijkt ernaar of ze in een kring loopt rond haar geboortestad, zoals een mot die rond een lamp cirkelt. Hoe is 'het mogelijk dat ge zo kunt 'hongeren naar het stadje waar ge geboren werd, en waar men u toch heeft uit verjaagd! Zij sluipt eromheen, zij bedelt de omtrek af en zoekt des nachts de «verloren holen» op, maar de blik uit haar ene oog blijft de uren harer stad a ankil i j ven. Maar kom, we laten ons weer tot meer tedere gevoelens verlei den. Misschien is het niet eens zo erg, misschien is zij alleen van avond naar «ide Honger» komen afzakken, omdat zij er volk van haar slag wist samenkomen. Om dat er mogelijkheid bestaat dat er gaat gedronken en gebrast wor den, gezongen en geflikfooid... en misschien met de messen gevoch ten ais ze zullen zat zijn. Maar dat hoort er nu eenmaal bij. Anne- Marie legt zich daar al op voor hand bij neer, en is bereid het een met het ander te nemen. Daarbij, het zal er schandelijk wreed moeten toeigaan, will ze iets beleven dat ihaar ene oog nog niet heeft aanschouwd.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1972 | | pagina 4