BEL-Ail kroniek Guy lie loiipassifi! 10 tv- AVONTUREN ONDER ZEE zaterdag 8 januari te 18uQ5 Een aflevering met veel span- inende ogenblikken aan boord van ■de «c Sea View». Een duiker wordt verrast door een storm bij herstel lingswerken aan een gezonken 'atoom du ik boet. Die duiker blijkt de broer van 'Kowiaiski te zijn: Stan Kowalski. Kapitein Crane waagt het erop de ongelukkige, die bewusteloos is, uit zijn benarde positie te redden. Het lukt op het nippertje, want onmiddellijk daarna ontploft er in het wrak een torpedo. Door die ontploffing loopt nu echter ook de «Seaview» averij cp en zinkt naar de bodem van de oceaan. Admiraal Nelson heeft nogal wat last om de inmiddels weer bijge komen Stan een beetje moed in te pompen. Hij is namelijk over tuigd dat niemand het zal overle ven. Nelson tracht nu de at oom- duikboot weer vlottend te krijgen wat lukt maar brengt hierbij weer 'schade aan de «Seaview» aan. Stan, de enige die het moeilijk hanteerbare du-ikpak kan gebruiken weigert echter het aan te trekken •om naar buiten te gaan. Hij wil al leen maar instructies geven. Dus gaat kapitein Crane zelf maar. Na tuurlijk loopt e" wat mis. ARNEE zondag 9 januari te 19u13 In de stad wordt jaarlijks een wedstrijd georganiseerd voor het beste zangkwartet. Totnogtoe was Majors de leider van het kwartet van Continental Flange, maar het liis er nog nooit in geslaagd de trofee te bemachtigen. Nu geeft Majors zijn taak echter aan Ar- inie. Die zit wel een beetje verle gen met de opdracht want hij weet veel te goed dat ziijn baas 'hoegenaamd geen muzikale aan leg heeft en dat daarom hun kwar- ttet nooit kan winnen. Arnie zal er wat moeten op Vinden om hem te vervangen. Hij besluit een zangproef te ver plichten voor alle kandidaatzangers voor het kwartet. Zo gebeurt. Het oude kwartet wordt ontbonden en de proeven hebben anoniem plaats. De grote winnares blijkt Felicia te zijn, de verliezer Majors. Maar er mogen eigenlijk geen vrouwen in het kwartet, en op de koop toe zal Majors nag al op zijn 'neus kijken, als hij er niet meer •bij mag. DE WOUDLOPERS maandag 10 januari te 18u05 Beren maken 's nachts de om geving van Indian River onveilig en het lijdt dan ook geen twijfel 'dat de inwoners van de stad er ep aandringen om de beren neer te schieten. Maar dat is in strijd met de taak van George die er precies in bestaat de natuur en de dieren zoveel mogelijk te be schermen. De junior Rangers lopen nu ech- ter gevaar het slachtoffer te wor den van deze situatie. Zij zijn eu- de Indianenvoorwerpen op het spoor lim een oude Indiaanse wig wam. Plots verschijnen de beren en de vier kinderen mesten haas tig een toevlucht zoeken in een hut. Gaby valt en bezeert haar enkel zodat zij niet verder kan. MUITERIJ OP DE CAINE maandag 10 januari te 20u35 Ergens op de Pacific verkeert 'een torpedojager-mijnveger- in moeilijkheden. Het schip, de Cai ns ;vlucht zuidwaarts om aan de verwoestende kracht van de tor nado te ontkomen. Wanneer luite nant ter zee Stephen Marijk ziet aankomen dat het mis ga'at, ont heft hij de commandant Queeg, ven zijn taak. Het is 18 december 1944. Na de oorlog komt Marijk voor de krijgsraad beschuldigd van muiterij. De krijgsraad heeft de plicht een rechtvaardig oordeel over Marijk te vellen. CATWEAZLE dinsdag 11 januari te 18u05 De Collingfords hebben einde lijk besloten King's Farthing te verkopen, maar ze willen het Ce dric niet vertellen, want ze wen sen diens laatste vakantiedag niet te bederven. Maar Cedric komt het toch te weten en met de telescoop die Cedric heeft cadeau gekregen van Grcome, werpt hij een laatste, tl li es'te blik op Kings-Farthing. Wanneer hij de klok bekijkt, ziet hij iets vreemds het Romein se cijfer voor het middaguur is niet 12, maar 13. Cedric begrijpt onmiddellijk dat zulks het teken is voor de plaats waar de schat van de Collingfords begraven ligt... 8UDDEN3R00KS dinsdag 11 januari te 20u40 De film begint bij Jean Budden- brook, de «Konsul». Hij heeft vier kinderen: 2 zonen en 2 dochters: Thomas en Christian, Claire en Tony. Jean is een vroom en diep zinnig man, maar minder wils krachtig dan zijn vader. Temidden van het zakelijke werk hunkert hij naar ideale waarden. Het huiselijk bestel en de bedrijfsbenigheden van de Buddenbrooks worden uit gebeeld in scherpe, deskundige trekjes en de mensen (types) die er teven en lijden waarheidsge trouw geschetst: Thomas, de oud- sta zoon die met zijn vader werkt en al spoedig de leider wordt van da familiezaken nadat zijn vader omgekomen is bij een volksop stand. Hij huwt met een rijke vrouw van Hollandse afkomst, een begaafde maar eerzuchtige en veelei'-,30de violiste Gerda. On danks zijn zakelijke en politieke successen krijgt hij steeds meer buien n zwaarmoedigheid tot de nu r:n tenslotte nog verrast voor' 2Ü.0 zoontje Hanno een vu Ij.'.d en decadent kind dat aan tyfus 'sterft. Daarna vertrok hij met veel strijkages. Zodra hij weg was zeli een van de vrouwen, «Wat een aardige man. Wie is het?» Mevrouw Wal ter antwoordde, «Een van onze redacteuren, die nu nog onderge schikt werkt voor de krant doet, maar 'ik twijfel er niet aan of hij komt er heel gauw.» Duroy liep opgewekt en met veerkrachtige stap langs de Bou levard Malesherbes, tevreden over het slot van het bezoek en mom pelend, «Een goed begin.» Dezelfde avond verzoende hij zich met Rachel. De volgende week bracht hem twee verrassingen. Hij werd be noemd tot chef van de rubriek ge mengde berichten en hij werd door mevrouw Walter te dineren gevraagd. Hij legde dadelijk ver band tussen het een en het ander. La Vie Frangaise was in de le plaats een krant, die geld moest inbrengen, daar de eigenaar een bankier was, die de pers en zijn afvaardiging als springplanken had gebruikt. Al wapende hij zich met gemoedelijkheid, al leefde hij achter een masker van glim lachende goedhartigheid, in al z'n zaken maakte hij alleen gebruik van mensen, die hij duchtig aan de tand had gevoeld en die hij als geslepen, brutaal en meegaand beschouwde. Duroy had hem als chef van gemengde berichten een waardevolle kracht geleken. Deze functie was tevoren ver vuld door de redactiesecretaris Boisrenard, een bejaarde correcte journalist, angstvallig en nauwge zet als een kantoorbediende. Hij was al dertig jaar secretaris ge weest op de redacties van diverse kranten, zonder dat hij zijn optre den en inzichten ooit had gewij zigd. Hij verhuisde van de ene re- daktie naar de andere zoals men naar een ander restaurant gaat, nauwelijks merkend dat de keu ken niet overal gelijk is. Gods dienstige zowel als politieke op vattingen waren hem vreemd ge bleven. Hij deed zijn best voor de krant, waaraan hij toevallig mee werkte, met kennis van zaken en kostbaar door zijn ervaring. Hij werkte als een blinde, die niets ziet, een dove, die niets hoort, 'n stomme, die nooit over iets spreekt. Hij had overigens een uitgesproken beroepsfatsoen en zou zich nooit geleend hebben voor iets, dat hij niet geheel aan vaardbaar achtte, aanvaardbaar dan uit het oogpunt van zijn be roep. De heer Walter, die weliswaar waardering voor hem had, had toch dikwijls naar een andere kracht verlangd voor het opstel len van de gemengde berichten, naar zijn zeggen de ruggegraat van de krant. In de gemengde be richten brengt men nieuwtjes, wekt men geruchten, oefent men invloed uit op het publiek en op de inkomsten. Tussen twee sdi- rées in de eerste kringen moet men volkomen onopvallend ver werken, waar het om gaat. Men dient door toespelingen te laten raden wat men wil zeggen, te ont kennen op een wijze die het ge rucht bevestigt of op een dergelij ke manier te bevestigen, dat nie mand het vermeld feit gelooft. In de gemengde berichten moet ie dere lezer dagelijks ten minste iets van zijn gading vinden, opdat ieder ze leest. Men moet rekening houden met alles en allen, met al le kringen, alle beroepen, met Pa rijs en de provincie, met het le ger en de kunstenaars, met de geestelijkheid en de universiteit, met de rechterlijke macht en de publieke vrouwen. De man, die ze opstelt en het leger verslaggevers kommandeert, 24 moet voortdurend waakzaam zijn. op zijn h'oede, ook wantrouwend, vooruitziend, geslepen, bij de hand en plooibaar en hij dient een onfeilbare neus te hebben om een loos bericht op het eerste gezicht te kunnen herkennen, om te beoor delen wat al of niet gepubliceerd moet worden, om te raden wat hij het publiek in de smaak zal vallen; en hij moet dit weten te brengen op een manier, die de uit werking ervan verveelvoudigt. Bolisrenard, die op Zichzelf een langdurige ervaring had, beschikte niet over de hiervoor onmisbare vlotheid; hij miste bovenal de aan geboren geslepenheid om dagelijks weer de verborgen gedachten van de baas te raden. Duroy moest hiervoor de aange wezen man zijn en hij zou voor treffelijk de redactie aanvullen van dit blad, dat «over de diepten van de staat en de klippen van de po litiek koerste», zoals Norbert de Varenne het uitdrukte. De werkelijke redacteuren van de La Vie Francaise waren een half dozijn afgevaardigren, die be trokken waren bij alle speculaties, door de directeur ondernomen of gesteund. In de kamer werden zij «de groep van Walter» genoemd en men benijdde hen, daar zij met hem en door hem veel moes ten verdienen. Forestier, de redacteur politiek, was slechts de stroman van deze zakenlieden, hij deed wat zij hem te verstaan gaven. Zij fluisterden hem zijn artikelen in, die hij altijd thuis schreef, naar hij zei om rus tig te kunnen werken. Maar ten einde de krant een literaire Parij- se tint te geven had men tevens twee schrijvers van naam en van uiteen lopend karakter aangetrok ken: Jacques Rivet, schrijver van de actualiteit en Norbert de Va- rene, dichter en fantasieschrijver, of liever verteller, uit de nieuwe school. Vervolgens had men zich tegen geringe prijs verzekerd van kunst critici voor schilderkunst, muziek en toneel, van een criminele re dacteur en een redacteur voor de paardensport, uit het grote leger schrijvers die zich voor alles laten huren. Twee ervaren vrouwen, «Do mino rose» en «Patte blanche», zonden artikelen voor dames over modeaangeiegenheden, over het uitgaansleven, over goede vormen en levenskunst en deden onthullin gen over vooraanstaande vrou wen. En La Vie Frangaise «koerste over de diepten en de klippen», bestuurd door die vele handen. Duroy was nog niet bekomen van zijn blijdschap over zijn be noeming tot redacteur van de ge mengde berichten, toen hij een gegraveerd kaartje ontving, waar op hij las «De heer en mevrouw Waiter verzoeken de heer Georges Duroy hun het genoegen te doen, op donderdag 20 januari bij hen te komen dineren». Deze nieuwe gunst, toegevoegd aan de vorige, vervulde hem met zoveel vreugde, dat hij de uitnioidli- gling kuste, zoals hij het een lief desbrief zou hebben gedaan. Daarna ging hij naar de kassier om de belangrijke kwestie van de financiën te regelen. Een redacteur gemengde berichten beschikt ge woonlijk over een budget, waaruit hij zijn verslaggevers en de meer of minder bruikbare berichten be taalt, die hem door de een of an der worden aangeboden, zoals fruitkwekers hun vroege vruchten naar een handelaar brengen, die daarvoor belangstelling heeft. Voorlopig zou Duroy beschikken over twaalfhonderd franc per maand en hij narn zich voor, daar op te eigen bate een flink bedrag te besparen. Op Zijn dringende verzoeken had de kassier er tenslotte in toe gestemd, hem een voorschot van vierhonderd franc te geven. Voor de goede vorm overwoog hij eerst nog, mevrouw De Marelle de twee- honderdtachfig franc terug te zen den, die hij haar schuldig was, maar dadelijk daarop bedacht hij, dat hij dan maar honderd twintig franc zou overhouden, een geheel ontoereikend bedrag om zijn nieu we rubriek op gang te brengen. Hij stelde de terugbetaling dus tot later uit. Twee dagen was hij bezig zich in te richten, daar hij een eigen tafel en een correspondentrekast erfde in het grote gemeenschappe lijke redactievertrek. Hij bezette een hoek van dit lokaal, terwijl Boisrenard, die het. ondanks zijn leeftijd nog pikzwarte haar voort durend over een blad papier boog de andere Sin gebruik had. De lange tafel in het midden was voor de stadsverslaggevers be stemd. Deze 'diende gewoonlijk als zitbank, waarbij men of de bener. over de rand liet bengelen, of in oosterse houding midden op de tafel zat. Soms waren er vijf tot zes op die tafel neergestreken, drie ijverig bilboquet speelden in de houding van Chinese poppetjes. Ook Duroy had de smaak van dit spel beetgekregen en hij be gon het al aardig te leren, onder de leiding en dank zij de aanwij zingen van Saint-Potin. Forestier, wiens gezondheid achteruit ging, had hem zijn bilbo quet van Westindisch hout geleend Zijn laatste aankoop die hem iets te zwaar was. En Duroy wierp met krachtige arm de grote zwar te bal aan het eind van het koord terwijl hij gedempt telde: «Een twee drie vier vijf zes». Hij was er voor het eerst in ge staagd twintig punten achtereen te halen op de dag, dat hij bij me vrouw Waiter zou dineren. Een goede dag, vond hij, het ene suc ces na het andere. Want be kwaamheid lin het bilboquet ver schafte wezenlijk een soort aan zien bij La Vie Francaise. Hij ging vroeg van de redactie weg, teneinde zich op zijn gemak te kunnen kleden. Hij liep in de Rue de Londres toen hij voor zich uit een kleine vrouw zag lopers,, die de gestalte van mevrouw De Marelle had. Hij voelde dat hij een kleur kreeg en zijn hart begon te bonzen. Hij stak de straat over om haar van opzij te kunnen zien. Zij Hield haar pas in om eveneens over te steken. Hij Had zich vergist en zuchtte van op luchting. Al vaak had hij zich af gevraagd, hoe hij zioh moest ge dragen als hij haar toevallig ont moette. Haar groeten of doen, als of 'hij haar niet zag? «Ik zal haar niet zien» mompel de hij. Het was koud, de bevroren straatgoten toonden een ijslaag. De trottoirs waren droog en zagen grauw Sin het sohijnsel van de gas lantaarns. Bij zijn thuiskomst dacht de jongeman. Ik moet gaan verhuizen. Dit is niet meer volgens mijn stand. Hij voelde zich zenuwach tig en blij, in staat bergen te ver zetten en terwijl hij tussen bed en raam heen en weer liep zei hij telkens weer, «Nu zal ik rijk worden, rijk! Ik moet aan vader schrijven». Vervalst Nadruk verboden

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1972 | | pagina 10