De stadsbegroting 1972
Personeelsbeleid
Uitslag van het
begrotingsjaar 71
Investeringen
in 1971
De stadsschuld
Personeelskader
•n statuten
Geldelijke
aanpassingen
1971
Het Financieel beleid van de stad
Verslag van Schepen E. Bogaert
De stadsbegroting voor het jaar 1972 werd, in vergadering van
de gemeenteraad dd. 28 januari 1972, goedgekeurd. Het tekort
voorzien op het ontwerp van de gewone dienst, bedraagt rond 99
(miljoen, terwijl op de buitengewone dienst een boni wordt geno
teerd van rond de 23 miljoen.
De schepen van financiën heeft, in een inleidend verslag, de bud-
getaire toestand van de stad duidelijk uiteengezet.
Het dienstjaar van aanwending
1971 werd pas einde december jl
afgesloten maar het is zo, dat het
■dienstjaar van uitvoering 1971,
doorloopt tot 31 maart 1972.
Het is dus moeilijk vandaag
reeds een resultaat te geven voor
1971.
Ook bier kunnen wij alleen ver
wijzen naar de berekening van het
vermoedelijk mali der vorige
dienstjaren, zoals deze blijkt uit
de koptabel van de begroting
1972.
Welnu, het tekort van de gewo
ne begroting 1971 was aanvanke
lijk geraamd op 115,8 miljoen
waarvan 63,5 miljoen op 1971
zelf.
In de door de hogere overheid
goedgekeurde begroting na een
grondige herziening van de buiten
gewone dienst op initiatief van
het schepencollege was de toe
stand als volgt
globaal tekort gewone dienst
101,9 miljoen waarvan 58,8 mil
joen op 1971 zelf.
Sindsdien werd het tekort nog
verminderd, dank zij de b eg ra
ting swij'Ziging nr 1 werd het tekort
nog verminderd met rond 7,4 mil
joen, Tenslotte is uit een alge
mene herziening van de boekhou
ding van 1971 gebleken dat voor
rond 25 miljoen uitgaafkredieten
ongebruikt zullen blijven.
Op deze wijze kunnen wij voor
spellen dat het tekort voor 1971
wat de gewone dienst betreft, en
zoals het uit de diieinstjaarrekening
zal blijken, rond 49,9 miljoen zal
bedragen. Veel zal afhangen van
het al dan niet verwezenlijking in
1971, van de fiscale meerwaarden
op de opcentimes die, zoals U
weet, ingevorderd worden door het
Ministerie van Financien.
Ook hier gaat het om voorlo
pige cijfers van diverse AANWEN
DINGEN op voorziene kredieten
van 1971.
A. AANWERVINGEN
ca. 42.000.000 fr
voor bijzondere plannen van
aanleg 9.000.000 fr
voor de feesthal
(K. Plein) 25.000.000 fr
voor de administratie
(Zw. Zust.) 8.000.000 fr
B. DIVERSE WERKEN
ca. 70.000.000 fr
112.000.000 fr
Modernisering algem.
administratie 1.000.000 fr
kabinet secretaris
kantoormachines, enz
Brandweer 3.000.000 fr
voltooiing nieuw arsenaal, in
gebruik vanaf 1.1.1972
Wegenwerken 19.200.000 fr
Bergekouter, Rozendreef,
Goudbioemstraat, Apostelstraat
aankoop van een
bulldozer 1.000.000 fr
Parkeerplaats
Pontstraat 320.000 fr
Openbare verlichting
lichtpunten uitbreid. 1.300 000 fr
Werken aan schoolgebouwen
L. Onderwijs 2.000.000 fr
afwerking meisjesschool
Binnenstraat en nieuwe
bewaarschool Oude Gentbaan
Academie voor schone kunsten
verfwerken 170.000 fr
Vernieuwing meubilair en
didactisch materieel
onderwijsinstellingen 800.000 ir
Cultureel centrum:
voltooiing funderingswerken
8.000.000 fr
Bibliotheek en discotheek
inrichting filialen en uitbreiding
boeken- en platenfonds
500.000 fr
Sportterreinen 3.400.000 fr
afwerking terrein Osbroek
1.800,000 fr
ov e rk a p p in g h asddb a Iter rein
Rozendreef 1.600.000 fr
Modernisering zwembad
verfwerken 260.000 fr
Restauratie dak Belfort
saldo 150.000 fr
Werken gebouwen eredienst
1.030.000 fr
verfwerk pastory
Mijlbeek 230.000 fr
centrale verwarming kerk
St. Martinus 800.000 fr
Kinderkrib Rapenstraat
ruwbouwwerken 27.000.000 fr
Nieuw slachthuis
afwerking 200.000 fr
Kerkhof - modernisering
(aanleg weg, enz) 1.600.000 fr
Volgens de berekening van de
stadsschuld, zoals die blijkt uit de
begroting 1972, is de toestand de
volgende:
1. van de bepaald opgenomen
leninggelden
(goedgekeurde leningen)
527.123.000fr
468.300.000 fr leningen
stadsaandeel
53.200.000 fr leningen voor rek.
v.d. staat (staatstoelagen)
5.600.000 fr leningen voor
derden (waterbedrijf)
2. van nog op te nemen leningen
(nog niet goedgekeurde lenin
gen o.m. voor de investeringen
van 1972).
241.711.000 fr
210.351.000 voor het
stadsaandeel
30.110.000 voor rek. v.d. staat
1.250.000 voor derden
(waterbedrijf)
Men stelt vast dat, door het ver
wezenlijken van het investerings
programma, voorzien in de begro
ting 1972, de schuldenlast van de
stad theoretisch zou oplopen tot
ruim 768,8 miljoen frank.
Dit is, ik herhaal het, een theo
retische visie waarin geen reke
ning wordt gehouden met de AF
LOSSINGEN op de leningen en
deze zijn uiteraard zeer belang
rijk vermits de meeste leningen op
max 20 jaar worden afgelost.
Zo bedragen de aflossingen op
leningen voor 1971 niet minder
dan 28 miljoen frank.
'Aan de andere kant werden tot
begin december 1971, voor ruim
58,2 miljoen leningen aan de
agenda van de gemeenteraad ge
bracht. Er worden echter nog le-
mingsakkoorden van het Gemeente
krediet ingewacht voor vele ande
re leningen betrekking hebbend
op investeringen van 1971, waar
mee aanzienlijke bedragen ge
moeid zijn aanwervingen
27.000.000 fr kinderkrib
27.000.000 (r, e.a.m.
Hoe groot de last van de lening
schuld. ook weze, wij moeten er
rekening mee houden dat de be
hoeften op het gebied van investe
ringen zeer groot zijn en dat de
toekomst van de stad precies af
hangt van de tijdige realisering
van deze projekten op zoveel do
meinen.
De beslissing van de gemeente
raad d.d. 27/2/70 betreffende de
kadervaststelling van de betrek
kingen van het bedienden-, politie-
en werkliedenpersoneel werden bij
K.B. d.d. 13.5.70 goedgekeurd.
De aanwervings- en bevorde-
ringsvoorwaarden van het hoger-
genoemd personeel werden vast
gesteld in de raadszitting van 10
april 1970, en aangevuld bij ge
meenteraadsbeslissing van 8 juni
1970.
Deze beslissingen hadden een
zeer gevoelige weerslag voor het
personeel en tevens voor het bud
get van 1971.
Inderdaad, toen we begin 1971
aan het bestuur kwamen, waren
praktisch al de bevorderingen en
een gedeelte van de aanwervingen
gebeurd, maar de gevoelige finan
ciële weerslag moest uiteraard
volledig worden opgevangen in het
■budget 1971, en al de achterstal
len moesten nog berekend worden.
Stippen wij hierbij aan dat er
nog niets uitgevoerd was van de
.maatregelen voorzien bij de circu
laire d.d. 2. dec.. 1969 varv de
•heer minister: van het openbaar
ambt betreffende de collectieve
overeenkomst irvzake de sociale
programmatie 70-71, terwijl er te
vens nog later bezoldigingsmaat
regelen van kracht werden.
Om hiervan een duidelijk beeld
te hebben, geven wij hieronder
een overzicht van de geldelijke
aanpassingen diie moesten verwe
zenlijkt worden, zoals ik in mijn
timing plande voor einde 1971.
1.1.69 herziening van de wette
lijke graden (secretaris, ont
vanger en officieren van po
litie).
1.1.70 herzieinng van de minimum
graden (levensminiimum)
1.6.70 1. aanpassing van al de
weddeschalen met 3 ook
de verschillende vergoedingen
2. aanpassing van de com-
pensatieschaalregeling na 10
jaar dienst (i.p.v. "na 18 jaar
dienst).
1.7.70 aanpassing van de arbeids
duur met financiële weerslag
op de buitengewone presta
ties en sommige wedden.
1.1.71 1. Toekenning van het con
ventioneel weddesupplement
voor al de personeelsleden
behorende tot de wedde-
groep I
2. Herziening van de wette
lijke graden.
3. uitbreiding van de compen-
satieschaalrege'.ing met nieu
we compensatieschalen.
4. Toekenning van de restruc-
turatiebonificatie na 2 jaar
dienst.
1.7.71 1. Toekenning van de reva-
lorisatietoelage met een mini
mum van 7.000 fr.
2. Aanpassing van het vakan
tiegeld tot 10.000 fr.
1.12.71 Toekenning van de pro-
grammatietoelage 1972
Hier voegen wij dus aan toe de
berekeningen van de achterstallen
van 1970 en 1971 als gevolg van
de bevorderingen zoals hierboven
vermeld.
Tot slot-, en op basis van ge
noemde aanpassingen moesten al
de berekeningen van de overuren
70 en 71 gedaan worden.
Deze talrijke werkzaamheden
zouden in 1971 uitgevoerd moeten
worden door een zeer beperkt
aantal personeelsleden van de
personeelsdienst die daarbij nog
moesten instaan voor de normale
dienstuitvoering van de volledige
loonadministratie en de toepas
sing van de statuten.
Hei gevolg hiervan was dat het
personeel voor een onoverkomelij
ke taak stond waarbij alleen de
hulp van een computer kon leiden
tot een efficients afhandeling van
de zeer dringende taken.
Dank zij het gebruik van dit
modern hulpmiddel en de buiten
gewone prestaties van het betrok
ken personeel was het mogelijk al
die verschillende achterstallen te
vereffenen tegen het einde van
1971. De inschakeling hiervan zal
tevens de aanloop zijn van een
verdere automatisering van de
boekhouding.