BEL-AMI
roniek
Guy de Maupassant
to
TARZAMS TRIOMF
zaterdag ID februari to 13u30
Deze Tarzan-prent werd tijdens
de oorlogsjaren van Wereidoorio-g
2 gedraaid. De Nazis dringen het
'oerwoud binnen en bezetten dè
verloren stad van prinses Zandra.
Wanneer Boy door de bezetter
wordt ontvoerd, gaat Tarzan zich
met de za'a!k bemoeien. Hij verlost
Boy en herstelt de democratie in
het oerwoud.
AVONTUREN ONDER ZEE
zaterdag 19 februari te !8u05
Bainbridge Wells, een heel be
kend commentator (en avontu
rier) wilde met zijn opnameploeg
-onderzeese filmbeelden maken
voor een wetenschappelijke film.
Ergens ter hoogte van Murro,
■een koraaleiland in de Pacific, wer
den de mannen aangevallen door
een schrikwekkend monster. Wells
slaagde erin te ontsnappen, maar
heel zijn opnameploeg werd ge
dood. Om zijn verhaal geloofwaar
dig te maken toont Wei-Is de enige
foto die hij van het gevecht kon
-maken, aan admiraal Nelson van
-de «Seaview». Tegen zijn zin
-ma-ar over-tuii-gd door de afbeelding
van het monster stelt Nelson
-de «Seaview» -ter beschikking.
Wanneer zij ter hoogte van het
-eBa-n-d gekomen zijn vraagt Patter
son toelat-im-g e-m even op verken
ning te gaan. Hij is er namelijk
van overtuigd dat Wells schuldig
-i-s -a-an de dood van de camera
ploeg
HIER IS LUCY
zaterdag 19 februari te 20ulQ
Lucy Carter heeft -een stoffig
scbi-l-deri-j o-p de -kop -getikt en ver
moedt dat het wel eens een oud
meesterwerk zou kunnen zijn. Om
daarover zekerheid te -krijgen, be
geeft ze Zich -naar Vincent Price,
-die oo-k een vermaard kunstkenner
'is. Het huls van Price is gedeelte
lijk omgevormd tot een gniezei-
-lab-o, folterkamer incluis, voor de
opnamen van een film. Als Lucy
blij Price binnenkomt en het labo
Ziet, li-s ze er van overtuigd dat
-de acteur ook -i-n het I-even van
-alledag dezelfde obscure dingen
-doet als in zijn films.
HAWAII - FIVE - O
zaterdag 19 februari te 21u55
Een man 'die bekend staat als
«Victor» gaat ergens in een bar in
Singapore de vriend van een ze-
-kere Nicole Wyl-ie te lijf. He-t meis
je had geweigerd met hem te dan
sen. Zij krijgt meteen achterdocht
-en vermoedt dat het gure individu
-erop uitgestuurd werd om haar te
-doden, omdat zij ooggetuige ge
weest was van een moordpartij
onder gangsters van Honolulu. Zij
doet dan maar een beroep op 5-0
commandant McGar-rett en stelt
zich meteen ter beschikking om
te getuigen tegen de opdrachtge
ver die een zekere Ravasco blijkt
te zijn...
Vincent Pr'ice van zijn kant
meent dat Lucy een auditie komt
afleggen om een rol in de film te
krijgen. Zo belandt ze in de fol
terkamer...
ARNIE
zondag 20 februari te 19u13
Arnie krijgt onverwacht bezoek
van zijn nieuwe buur, Randy Ro-
b-i-nso-n, die voorheen op de televi
sie met veel succes gastrono
mische shows ten beste gaf. De
man vraagt of hij Arnie's toestel
even mag lenen omdat hij anders
zijn hele show zal missen. Maar
pas heeft de gulle Arnie toege
stemd of hij vraagt nog een ande
re-gunst, of Arnie even kan letten
.op de y-e-, huizers. Ook dat verzoek
wordt ingewilligd, en wanneer de
mannen resoluut de rekening pre
senteren aan Arnie, betaalt de
goedgelovige man ook n-og de 230
dollar van R-obinson. Maar dan
komt de aap uit de mouw: Robin
son heeft geen geld om Arnie te
rug te betalen
WIE IS ALFRED
maardag 21 februari te 20u10
TV-spel van Wim Povel. Eduard
of Alfred heeft een goed naam als
verkoopsdirecteur van ccn grote
firma. Verder heeft bij eer, aardige
maar wat knorrige vrouw, een zoon
Frank cn een dochter Carta. Frank
studeert In Eindhoven. Hij vindt
zijn vader de ene dag een sukkel
de andere dag een prima vent.
Dochter Carla studeert v-oor kleu-
terleidster en zij draagt haar va
der een warm hart toe. Wanneer
het vakantie wordt neemt Carla
eert vriendin mee, Marian, vijfen
twintig jaar oud. -Dit meisje heeft
problemen en dit vooral op het ter
rein van het contact met mensen
met mannen -in het bijzonder. Zij
is- secretaresse en heeft een hele
boe-I moeilijkheden -op 'haar werk.
Dit maakt haar wanhopig en ze
is een psychische -inzinking nabij.
I-n korte, he-l-dere scène-s zien wij
de steeds wisse-le-n-de verhoudin
gen tussen aiie figuren van het
stek.
MISTER FREEDOM
dinsdag 22 februari te 20u40
Mr Freedom -is een soort super
man die de verdediging van de
vrijheid op zich genomen heeft en
daarbij z-o-war de -rol van interna
tionale poMi-emacht speelt.
Hij wordt door zijn -opdrachtge
ver n-aar Frankrijk gestuurd, om
er de «ant.i-F-re-edom» kra-c-bten te
bestrijden. De Fransen willen ech
ter van zijn soort vrijheid niet we
ten. In zijn strijd met de guerilla's
ven het F.A.F. (Fra-ncais-Anti-Free-
den) vernielt hij het halve Iand
Als de Fransen, aangevoerd door
Super Franch Man, miet uit te
schakelen vallen, wendt Mr Free
dom zich tot z-ijn -groots-te vijand;
Mouji-k Man. Zij k-om-en tot een
akkoord; ze zuilen sa-men de gue
rilla vernietigen en Frankrijk om
hun b-e-iide verdelen.
Halverwege de middag kwam
Jacques Rival hem de hand druk
ken en er werd afgesproken, dat
zij-n secondanten hem in een lan
dauer de volgende -ochtend om
zeven uur zouden komen halen,
waarna zij naar het Beis du Vé-
slnet zouden gaan, waar het duel
zou plaatsvinden.
Dit alles had zich geheel on
verwacht voltrokken, zonder dat
h-.j iets had gezegd, zonder dat
hij zijn mening had uitgesproken,
had toegestemd of geweigerd, en
zo 'ove-ri'jld dat hij, ver-d-oovd en
versch-'lkt, n-au-W-ei.jks begreep
wat er gebeurde.
Orn negen uur 's avondss wa hij
thuis, na te hebben gedineerd bij
Bo-lisrena-rd, di:e u-it toewijding niet
van zijn zijde was ge-weke-n.
Zodra hij alleen was iiep hij
minuten aaneen met grote vlug
ge passen zijn kamer op en neer.
Hij was t-e ze-er-overstuur om tot
n-a-denken te - -komen. Een enkele
gedachte vervulde hem: Mor
gen een duel, zonder dat deze
gedachte iets anders in hem wek
te dan een gevoel van opperste
verwanin-g. H-ij was soldaat ge
weest, had op Arabieren gescho
ten, zonder veel gevaar voor zich
zelf overigens, meer zo-als men
tijdens de jacht op wll-de varkens
schiet.
Kortom, hij had ge-daan wat hij
moest doen. Hij had zich geloond
wat hij moest zijn. Er zou over
gesproken worden, men zou hem
prijzen en gelukwensen. Daar-na
zei hij hardop, zo-als men dat
doet wanneer men diep geschokt
is,
«Wat een vlegel van een ke
rel!»
Hij ging zitten en dacht na. Hij
had een kaartje van zijn tegen
stander, dat Rival hem had gege
ven, op zijn tafeltje gesmeten. Hij
las het voor de zoveelste keer in
de loop van de dag no-g eens.
Lou-is Langremont,
Rue Montmartre 176.
Dat was alles.
Hij tuurde naar die samenge
voegde letters, die -iets geheim -
zinnigs leken te he-bbe-n, vervuld
leven van een verontrustende bete
kenis. «Louis Langremont», wie
was die man? Hoe oud, hoe
groot? Welk gezicht had hij? Was
het niet schandelijk dat 'n vreem
de man, een volslagen onbekende
plotseling zonder reden, enkel bij
wijze van grif, zo diep -in zijn be-
staan -kon ingrijpen, en dat naar
aanfei-d-ibg van een oude vrouw,
d-ie ruzie met haar slager had ge
had?
Nog eens zei hij hardop,
«Wat een vlegel!»
Onbeweeglijk bleef bij zitten
broeden, zijn blik strak op bet
kaartje gericht. Woede laaide in
hem op tegen dat stukje papier,
een woede, van haat doortrokken
en vermengt met -een zonderling
ge-voel van onbehaagl jkhel-d. Wat
een dwaze geschiedenis! Hij
greep een nagelschaartje dat
rondslingerde en prikte hét mid
den m de gedrukte naam, alsof bij
ie-mand doo-rs-tak.
H-ij ging dus duelleren en nog
we! op het pistool? Waarom had
hij de degen niet gekozen? Dan
zou hi-j er met een steek -i-n de
arm of -i-n de hand afgekomen zijn
terwijl men met een pistool de af
loop rroolt kon voorspellen.
Hij zei, «Kom, ik moet flink
zijn».
De klank van -ziijn stem deed
hem nilIen en h-ij ke-ek om zi-ch
heen. Hij begon zich steeds ge
jaagder te voelen.
Hij dronk een glas water en
ging na-ar bed.
Zo-dra -h-ij zich h-a-d uitgestrekt
blies hij Zijn licht u-i-t en sloo-t z'-n
ogen. Hij had het warm tussen
zijn lakens, hoewel hot bitter
koud was in Zijn kamer, ma-ar hij
30
kon niet inslapen. H-ij draaide
z-ch om en om, bleef vijf minuten
op zij-n rug liggen, rolde zich op
zijn linkerzij, wentelde zich op
zijn rechterzij.
Hij kreeg weer dorst. Hij stend
op om te gaan drinken en werd
plotseling ongerust: zou ik bang
zijn?
Waarom begon zijn hart zo he
vig te kloppen bij elk vertrouwd
geluld in zijn kamer? Vlek voor
zijn koekoeksklok zou gaar. slaan
bezorgde het zachte knarsen van
de ve-e-r hem -een schok van schrik
h-ij moe-st een paar seconden met
open mond naar lucht happen; zo
benauwd dat hij had.
H-ij begon de mogelijkheid wijs
gerig te beredeneren.
Zou i-k bang zijn?
Nee, hij was stellig niet bang,
want hij was vast besloten door
te zetten, h-ij wilde beslist duelle
ren, -hiij wilde -niet beven. Maar bij
was zo diep o-nder de indruk dat
hij zich afvroeg: Kan Iemand on
danks zichzelf bang zijn?
En die twijfel, die onrust, die
verschtikk-i-n-g overweldigden hem.
Als een krac'ht, die sterker was
dan zijn wil, overheersend en on
weerstaanbaar, hem in bedwang
hield, wat kon er dan gebeuren?
Ja, wat kon er dan niet al gebeu
ren?
Natuurlijk zou hij naar de af
gesproken plaats gaan, daar hij
wilde duelieren. Maar a,s f. j
stond te beven?
Als hij eens flauwviel? Hij stel
de zich deze situatie voor, dacht
aan zijn naam, zijn toekomst.
Opeens werd hij overvallen
door de zonderlinge behoefte l.n
de sp'iegel te kijken. Hij stak zijn
kaars weer aan.
Toen hij zijn gezicht In het
spiegelglas zag wee-kaatst her
kende bij zichzelf nauwelijks en
had het gevoel, -dat hij Zichzelf
nog no-oit ha-d gezien. Zijn oge-n
leken hem reusachtig groot en hij
zag bleek, ja, zelfs erg bleek.
Plotseling schoot als een kogel
de gedachte door hem heen: Mor
gen om deze -tijd ben -i-k mi-ssch-fen
dood. En weer begon zijn hart
zwaar te bonzen.
Hij ging bij zijn bed staan en
zag zichzelf duidelijk liggen tus
sen de -lakens, waaruit hij even
tevoren was opgestaan. Hij had
het -ingevallen gezicht van gestor
venen en de witte handen, die
Zich niet meer zullen verroeren.
Hi-j werd bang voor zijn b-e-d en
om het biet meer te hoeven zien
stiet hij het raam open en staar
de naar buiten.
Een ijzige koude beet hem -rn
Zijn huid van zijn hoofd tot zijn
voeten en hij-gend trok hij zich
terug.
Hij kwam op de gedachte, de
haard op te stoken. Hij deed het
■traag, zonder -om te kijken. Zijn
ha-nd-en beefden em-g-sZi-ns -in een
zenuwachtige -huivering, telkens
als hij -iets aanraakte. Zij hoofd
-tolde; -zijn warrelende onsamen
hangende gedachten werden vaag
en som-b-er; een roes verdoofde
zijn geest, -alsof hij gedronken
had.
En -onophoudelijk vroeg hij zich
af: Wat ga -i-k doen?
Wa-t sta-at m'i-j te wachten? Hij
begon -weer -heen -en w-e-e-r te lo
pen e-n zei -daarbij als een auto
maat: «Ik moet f'link zijn, ik moet
erg -flink Zijn.»
Hij -bedacht, dat h-ij aan zijn
-ouders moest schrijven, vo-or het
geva-l dat er -een ongeluk gebeur
de.
Opn-leuw g-ing hij zitten, nam
Zij-n schrijfcassette en begon,
«Beste pa e-n ma...» Maar h-ij
vo-nd -deze -aa-mhef te -gemeenzaam
voor een zo tragisch geval. Hij
verscheurde het eerste velletje en
begon voor de tweede maal,
«Beste vader en moeder, zodra
het licht wordt ga ik duelleren e
daar het zou kunnen gebeure
dat...» 'f
H-ij durfde de rest niet r.eer t<
schrijven en ston-d haastig op.
Deze gedachte drukte h-em n
loodzwaar. Hij g-ing duelleren.
Daaraan kon hij biet meer o-n-t
snappen. Wat g-in-g er eigenSfj-k ir
hem om? H.j wl-ide dót duel, h.
wilde het doelbewust en vastbe
sloten en toch meende hij, on
danks als zijn wilskracht zelf;
niet -i-n stz.-at te zullen rijn, clt
plaats van het treffen te bereiken
Nu en dan klapperden de tan
den hern in da mond met een kon
scherp geluld. Hij vroeg zich af,
«Heelt mijn tegenstander al
eens eerder -geduelleerd? Is hij
vaak op een sehvetteire n ge
weest? is het een man van naam?
Hij had daze naam no-g nooit ge
boord. Maar als deze man geen
voortref fe-ii-j-k scherpschutter was
zou hij r-lc-t zc-nder aarzelen of
verzet d-l-t gevaarlijk wapen heb
ben aanvaard.
Vervolgens stelde Duroy zich
hun oofcm-oel-ing voor; zijn eigen
houding e-n -het gedrag van zijn
vijand. Hl- matte z.jn bre.n af
door zich de kléinste bijzonderhe
den van het duel voor te stelten;
en opeens zag h-ij -i-n gedachten de
kleine zwarte diepe opening van
de loop, waaruit een kogel zou
komen.
Er overviel hem een verbijste
rends wanhoop. Hij tr lid e over s
zijn I-eden, telkens weer Hepen de
rillingen hem langs de rug. Hij
zette de tanden opeen om niet te
schreeuwen, hij had de krankzir
nrge behestfe, zich op de vlot
te wentelen, tets te v-erscheure-
te blijte-n. Toen zag h-ij op
schoorsteenmantel een glas staa,.
en het schoot hem te binnen dat
hij -In zijn kast nog een haast vo1
Ie fles brandewijn van een li-te,
had staan; hij hield zich nog al-tijd
aan de mille e gc veov.'-e ven c:~
piereverschnikkertje na het of
staan.
Hij greep de fles en zette d
ha-Is aa-n -d-e lippen, hij dronk m-
grote teugen, gulzig. Hij zette ét
fles weg toen hij ademnood kreeg.
De fles was voor een derde leeg.
In zijn maag begon een warmte
ats van vuur te gloeien, die
zich verspreidde -door zijn lede
maten en hem moed gaf door hem
te verdoven.
Hij dacht, Dat is het middel.
En -da-ar Zijn huid nu overal gloei
de deed -hij weer het raam open.
De dag brak ijzig en stil aan.
Boven zijn hoofd leken de sterren
weg te kwijnen aan de lichter wor
dende -lucht en -in de diepe" afgra
ving voor de spoorlijn verbleekten
rode, groene en witte seinlichten.
De eerste lokomotieven kwamen
de remises uit en gingen fluitend
de eerste treinen halen. In de
verte -lieten andere scherp en on
ophoudelijk hun wekro-ep horen,
als hanen op de erven.
Duroy dacht, dat alles zal ik
misschien nooit meer zien. Maar
hij voelde, -dat -hi-j we-er medelij
den met zichzelf g-ing krijgen e-n
verzette zich heftig Kern, -i-k
moet tot aan het duel aan niets
denken, dat Is de er/ge manier
om flink te zijn.
H-ij be-g-cn zich te kleden. Tij
dens het scheren kreeg bijno-g
een kwaad ogenblikje te doorstaan
door-dat hij bedacht, dat hij mis
schien voor het laatst n-aar zijn
gezicht ke-e-k. H-ij nam n-o-g e-e-n
slo-k br-a-hd-e-wijn en ging verder
met z-'jn toilet.
Het daarop volgend uur was
moeilijk door te kernen. H.j liep
heen e-n weer en dwong zich, mi-et
te dénken. Toen hij a-en zliln deur
hoorde kloppen viel hij bijna ach
terover, zo schrok hij. Het waren
zijn secondanten. «Nu el?»
Vervolgt Nadruk verboden