JAN DE NIJS DE BENDE VAN JAN DE LICHTE Beltortkelder van 4 tot 19 maart Retrospektieve tentoonstelling van Oscar Colbrandt (1879-1959) LOUIS PAUL BOON Het is altijd een boeiend mo ment wanneer een jonge schilder voor de eerste keer naar buiten treedt. Jan De Nijs is een geboren en getogen Aal sten aar, dlie ver schillende jaren lessen volgde in grafiek en tekenen aan d:e A-kade- mie van deze stad, zowel in avond als in dag-lessen. Voorlopig is er voor hem geen denken aan om met schilderen alleen zijn brood te verdienen, maar toch beschouwt hij het als zijn voornaamste bezig heid. Een eerste algemene indruk die uit zlijn werken naar voren treedt is wel dat Jan het leven schijnt te ervaren als een min of meer on samenhangend geheel van ludieke en absurde elementen. «De wereld is een schouwtoneel, elk speelt zijn rol en krijgt Zijn deel», heeft Vondel reeds in de 17e eeuw ge schreven. Maar een belangrijk ver schil met de Visie van Vondel is wel dat de huidige generatie de samenhang, de diepere betekenis van het grote toneelspel dat het leven is, niet kan of niet wenst te begrijpen. Van dat ogenblik af krijgt het leven een absurde di mensie. Men denkt onmiddellijk aan de toneelstukken van lonescu. En Jan, die veel toneel gespeeld heeft, grijpt dan ook graag naar de wereld van het theater om ge stalte te geven aan dit ludiek le vensgevoel. Met de woorden «lu diek» en «absurd» is nochtans En niet alleen dat ze hem do- d'êh zullen, maar dat deze'dood martelend, gruwbaar en afschuwe lijk zal Zijn. Dat deze vrouw met de lap over het oog, hem een zijner eigen ogen uit het 'hoofd kan halen met hare haarspelden dat deze Anne-Marie de Clerck, d'ie door Franse soldaten werd miiisbrulikt, haar wraak op hem koelen kan. En dat het Marieke Bleecker, iin nieuwsgierigheid, er zal over heengebogen hangen en hare spijt uitdrukken omdat de marteling niet wat langzamer gaat. En onberekenbaar gelijk de mens lis, zich pogend te ontwor stelen aan de angst die hem ge vangen houdt en Zijn dood ver haastend daardoor springt hij eensklaps naar Jan de Lichte toe. Misschien dacht hij nog hem op het onverwachts te kunnen neer slaan, een ogenblik van verwarring daardoor te stichten, en het open deurgat en de donkere nacht daar achter te kunnen bereiken. Het was geen slecht gedacht. Maar voorwaarts springen gelijk een Wild dier, merkt hij teiaat de voet van de zwijgende botterik Meule- naene, die een weinig werd voor uitgeschoven. H'ij merkt het pas ■terwijl hij reeds struikelt. En zich tevergeefs nog trachtend op te richten in zijn val, krijgt hij een schop in de lenden. Het is Ysenbaert die schopte, en het 'is de stamp van een b-en-a- gelde schoen die een paard had doen meerstruiiken. Kreunend en naar zijn lenden grijpend, stort hij voorgoed neer. Daar is vreemd en biggelend, een droppelken bloed uiit zijn mondhoek komen lopen. En beseffend dat dit zijn laat ste uur is, dat alles toch tever geefs za! zijn, wil hij zijn dood zo - fe niet alles gezegd. Het leven is veel ingewikkelder dan dat. Het heeft ook Zijn poëtische momen ten, en zelfs bepaalde mysterieu ze en fantastische facetten. Zelf citeert Jan #n dit verband de grimmige sprookjes van Louis- Paul Boon. En dit brengt ons met een in de regionen van de erotiek. Zoals Boon aan Roodkapje en an dere sprookjes van Grimm een sexuele dimensie gaf, zo loopt ook de erotiek als een rode draad door de wereld van Jan De Nijs. Absurditeit en erotiek staan trou wens dichter bij elkaar dan men zou denken. Wanneer de mens het leven als een absurde chaos er vaart, krijgt de sexualitei't een grotere betekenis, want ze wordt een van de weinige konkrete fei ten, waaraan men zich kan houden en waarin men zich ludiek kan uit leven. Aan die kale'idoskoop van losjes samenhangende ludieke, absurde, fantastische, poëtische, mysterieu ze en erotische elementen, geeft Jan op kontrastrijke wiijze gestal te in zijn werk. Graag kiest h'ij als vormgevend zinnebeeld het thea ter, met zijn dekors, zijn draperie- en, zijn toeschouwers, zijn spelers en dansers, zijn licht en schaduw, zijn rijkdom aan kleuren. Wij Zien bv een toneelopvoering op de ach tergrond, en een doodskop op het voorplan ais frappante tegenstel ling. Of wederom op de achter vlug mogelijk weten gebeuren. In een laatste 'inspanning ontrukt hij het pistool aan zijn gordel en be proeft hij deze Jan de Lichte neer te schieten. Zijn in doodstrijd ge kromde vinger ligt rond de trek ker gehaakt. En Anne-Marie de Mulder, die de beide handen voor 'het gelaat slaat, zowel voor de zwarte lap als voor het ene goede oog, hoort het krakend schot vallen. Maar ails zij langzaam, en tussen harê Vingeren door, naar Jan de Lichte kijkt, dan staat h'ij daar nog at neerkijkend op de Waai, Nogmaals was de met ijzer ge slagen schoen van Ysenbaert neergekomen, maar nu op de hand diie het pistool omklemd hield. En ondanks de bloedige brij die deze hand is geworden, ondanks zijn kapotgetrapte lenden, springt de Waal nog een laatste maal richt, om de duisternis van het open deurgat te bereiken. Het is misschien alleen nog een trekking der zenuwen, want het zijn slechts nog een paar passen die hij doet, om aan de gebroken drempel al weer neer te vallen. Faviel en Vagenende springen hem na. En Marieke Bleecker legt grond een balletdanseres in hevig rood, bedoeld als synthese van wat vrouw en sexe is, met daarte genover op het voorplan een jong paartje, en opzij een blinde, die eventjes gesuggereerd wordt, als rond zwalpend door het leven. Een vormgeving door antithese dus, d'ie de absurditeit van leven en dood oproept. Er 'is nog een tweede onderwerp dat Jan graag gebruikt om aan het ludieke levensgevoel gestalte te geven. Het schijnt ontleend te Zijn aan het stadsleven, aan de g r-o t e a p p a rte m e n-t s g eb ou wen waar de mensen in hun afgeslo ten flats zich aan allerlei bezighe den overgeven, zonder dat Zij enig kontakt met elkaar hebben. Jan geeft dit gestalte door een reeks kleinere scènes naast elkaar te plaatsen op een donkere achter grond. Hier is de vormgeving tech nisch uiterst gevarieerd. Het don kere achterplan is geschilderd, waarop dan bijgewerkte foto's en tekeningen gekleefd worden, of door een speciaal procédé foto's afgedrukt worden. Dit geeft een combinatie van verschillende tech nieken schilderfij, collage, afdruk en tekening. Een dergelijke vormgeving sluit nauw aan bij het nieuw realisme, dat graag gebruik maakt van zo genaamde mixed media (gemeng de technieken en materialen). De expressie is dynamisch dank Zij langzaam en zwijgend de tedere handen over de oren, als de doodsreutel weerklinkt. Faviel en Vagenende komen -te rug en gaan zwijgend naast Jan de Lichte staan, en staren naar de kring rond Tineke. En ook Tineke juist zoals de Waal daarstraks, maar met verglaasden ogen, met bleker en bevender lippen, wijkt enkele passen -achterwaarts. Doch Jan de Lichte wendt de ogen van hem weg, alsof bij iets n-iet de moeite waard is. De felle gele vlam I'S uit zijn -ogen verdwenen. «De ben-de I's dus gesticht!» zegt h'ij alleen. «De bende ii® gesticht, maar ge -moet mij nog niet als het hoofd aanzien. Ge moet mij nog niet on voorwaardelijk uw woord geven. Ik beloof u twee proeven te zul len leveren, twee werken waarnaar -gij zult kunnen oordelen. liets an ders, een schoner leven, de he mel op a-arde kan ik u niet belo ven. Het zijn maar de anderen, die u daarmee zand in de ogen strooi en... zij die munt weten te slaan uit de' oorlog, de honger en het tekort, uw lompen en uw zweren, üw ziekten 'en uw dood. Ik be loof u niéts. Tri-tegen deel, ik Vraag de kompositie iin diagonaal vorm, en het 'multipliceren en fragmente ren van figuren e-n voorwerpen. Veel van -deze kenmerken zal men in Jans werken terugvinden. In de zelfde 'lliljin ligt het aanwenden do-or Jan van acrylverf. Dit 'is een plas- ■tïcverf die snel droogt, waardoor gemakkelijker in lagen over elkaar kan geschilderd worden. De kleu ren Zijn helder en sterk verzadigd, en door verdunning kan men aller lei e-ffekten verkrijgen. Over zijn geheel genomen schijnt de lijn, het grafisch ele- u om vanaf dit ogenblik -niiet -altoen meer voor uzelf, maar o-ok een beetje voor de bende te leven. Dt is het wat ik bedoel met «al len voor ene, ene voor allen.» «Hoe kan ik nu iets -doen, dat voor de bende wat waarde heeft» vraagt Anne-Marie de Mulder, met de zwarte lap voor het oog. «Gij loopt de wegen langs, An ne-Marie. Ge bedelt overdag, en slaapt 's nachts met de meestbie dende, En overdag bedelend weet ge, waar de boerin ha-ar halve stuiver heeft uitgehaald. En in de nacht bij de meestbiedende lig gend, aanhoort ge de geheimen die men in de slaap prijsgeeft. En ge doet iets voor de bende, als ge dat goed weet te onthouden. Ge doet iets voor ons, als ge ont houdt wie aan de Fransen levert, of aan de Oostenrijkers, en daar goudstukken voor ontvangt. Als ge onthoudt wie er profiteerd van de honger en het tekort, wie zich met woeker of verraad buitenma te verrijkt. Er is alleen nog het volgende. Landlopers en nietsdoeners zijnde, zijt ge langs de wegen te veel een pest. Ge zoudt meer de schijn moeten wekken dat ge een fat soenlijk werk uitvoert!» ment, te overheersen, ho'ewel het pliktunaail element zeker niet ont breekt. Jan schijnt eerder een ver teller 'dan een sfeerscheppe-r te- Zijn. Vandaar de vele personages, de verschillende plans, de ool-lia: ges. Jan heeft wat in Zijn mars, hij heeft iets te zeggen. Indien hij zijn persoonlijkheid en z-ijn ambitie zal weten te paren aan hardnekkig heid e-n volharding, mogen we het beste van hem verwachten voor de toekomst. Prof. Vyncke «Werkt gij?» onderbreekt Pier Putte he-m onbeschaamd. «Iedereen weet dat 'i'k hoeve knecht ben te Erweteghëm,» ver volgt Jan de Lichte onverstoord. «Hier. zijn de papieren. Het zijn valse, 'i'k wee't het. Ma-ar de heren van het gerecht weten het niet, want ze zijn met de echte en au thentieke zegels van een zekere gemeen'te- afgestempeld. «Hoe is u dat gelukt?» vraagt de Zot. «Dat is voorlopig mijn geheim, Wiij hebben, 'im onze ben-de, een geheimschrijver die Zich met niets anders zal bezighouden. Er zijn, i-n onze bende, reeds heren van het gerecht... ik weet het, het is voorlopig slechts hier en da-ar een kleine veldwachter, soms een dronkelap v-a,n een bal juw, dan weer een om de corrup tie verbolgen schout. Zelfs zijn er bij, die ons alleen voor wat geld zullen terwille zijn, gelijk dat al tijd 'in de wereld heeft gegaan. We moeten echter gebruiken wat er te gebruiken valt. En nu, dat elkeen terugkeert naar zijn bezigheden. Ge zult, langs onze speciale koeriers om, vernemen wa-t uw taak is. En ook zult ge, waar ge u ook bevindt, morgen-avond van een aanslag op de postkoets horen... er gaat goud mee vervoerd worden, dat dienen moet om het Franse garni zoen van Gent uit te betalen. Ge zult horen dat het een stoutmoe dige aanval was, door het toene mend gespuis bedreven, en dat de buit heel belangrijk was. En ge zult dan weten dat Jan de Lichte zijn eerste proef heeft volbracht. En niet alleen het nieuws zal u bereiken, maar ook een deel van de buit!» Het Provinciebestuur van Oost- Via-anderen organiseert te Aalst, met de medewerking van het Stadsbestuur, een reeks van drie retrospektieve ten-toonstellingen van vooraanstaande Oostvlaamse kunstschilders uit de eerste helft van deze eeuw. In november 1971 kwam de Gentse kunstschilder Alex Wauters (1899-1965) aan de beurt, en i-n januari-februari zijn stads- en generatiegenoot Victor L'o-riin (1894-1954). In de eerste helft van de maand april volgt nog een grote retro spektieve tentoonstelling va-n OS CAR COLBRANDT (1879-1959). diie met George Minne en Albert Servaes behoort tot de voornaam ste religieuze schilders in de Vlaamse schilderkunst. De tentoonstelling wordt gehou den in het museum Oud Hospita-al Oude Vismarkt te Aalst van Paas zaterdag 1 april tot zondag 16 april 1972, ze 'is kosteloos toegan kelijk elke dag van 15 tot '8 u en op zaterdagen, zon en feest dagen van 10 tot 18 u, 's vrijdags gesloten. Een rijk geïllustreerde katalogus 'is verkrijgbaar tegen 20 fr. Naar aanleiding van bedoelde tentoonstelling wordt tevens, op donderdag 13 april te 20 uur 'in de feestzaal van het Stadhuis, Grote Markt te Aalst een koncert georganiseerd met de medewer king. van het befaamde. Koor «Can tate Domino» uit Aalst en van het Instrumenteel Ensemble van de Stedelijke Muziekakadem'ie van Aalst. De toegang tot het koncert 'is eveneens kosteloos. VERVOLGT 22 NADRUK VERBODEN

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1972 | | pagina 4