Nationaal Christelijk Middenstandsverbond
Steun aan aktie benzineverdelers
DE BENDE VAN
JAN DE LICHTE
Gptiek
<Vyld
er
LOUIS PAUL BOON
U» imiiinniiiimtnittiitii/i
5
3
uimimiiiiiiriii/HifmiiiinjimiiiutiimttiHeKtt
ERNSTIGE EN BLIJVENDE BIJVERDIENSTE
geen verzekering of spaarkas
GEVRAAGD
REIZIGER
of
ONDERWIJZEND PERSONEEL
liefst met wagen
Schrijven Luypaert L. 150 R, Neyberglaan,
1020 Brussel
MODIEUZE BRILLEN
ZONNEBRILLEN
de meeste
verscheidenheid
Gespecialiseerd opticien^
K'ontaktienzenspecialist
PONTSTRAAT 14
AALST
TEL (053) 224.09
Centrum voor aanpassing
van kontaktlenzen 5
Aangenomen door alle 5
mutualiteiten en NMBS 5
VERVOLGT
25
NADRUK VERBODEN
De Raad van Afgevaardigden
van het Nationaal Christelijk Mid
denstandsverbond heeft samen
met de gewestelijke voorzitters en
secretarissen van het N.C.M.V., de
actuele problemen van de midden
stand onderzocht en zijn houding
bepaald inzake de te voeren actie.
Vastgesteld werd dat diverse
groeperingen de zelfstandigen
voortdurend oproepen tot allerlei
stakingen en betogingen zonder
vooraf overleg te plegen met het
Gemeenschappelijk Front der Zelf
standigen. Het N.C.M.V. betreurt
die wilde acties die de eensgezind
heid bij de middenstand ondermij
nen. Samen met de overgrote
meerderheid der organisaties die
bij het Gemeenschappelijk Front
aangesloten zijn, beslist het
N.C.M.V. dan ook die verspreide
en ondoelmatige stakingen en be
togingen niet te steunen.
De Raad van Afgevaardigden
van het N.C.M.V. kantte zich
voorts unaniem tegen de plannen
van de regering om de aftrekbaar
heid van de B.T.W. op personen-
De Paardendief lacht de pach
ter uit.
«Men zSeit het dat ge van de
boerenhutten ziijn» zegt hij. «Daar
is men (needs bang van zijn eigen
schaduw, en haalt men het ganse
dorp overhoop veer een zwartge
maakte rover. Maar voor ons, men
sen die wait durven,, is dat - slechts
gespuis... honden dli'e men op de
vlucht kan jagen met een enkel
bars woord, ongedierte dat "mem
verplet met er de voet op te zet
ten.»
«Een bende ratten», roept de
Brusselaar uit. «Ratten waar men
langs de baan zou moeten in
schieten, waarvoor men vergift zou
moet leggen!»
Maar de boeren verdedigen zich,
dat het gezelschap over zaken
spreekt waar men niets van af
weet.
«Gij kent die rovers niet. Er is
de laatste dagen zelfs sprake van
een bende, die zij hebben gesticht
van een goed georganiseerd leger
en waarvan de kapitein zelfs met
de duivel heeft te doen. Men heeft
hem al gezien in de gedaante van
een edelman, en dan plots daarna
was hij een boer of een zigeuner.
De ene beweert dat hij ros van
haar is, en de andere integendeel
pikzwart. Ja, er zijn er zelfs die
beweren, dat men hem alreeds op
twee plaatsen tegelijk heeft ge
zien, en dat toen hij er wegging,
een stank van solfer en pek was
blijven hangen».
«Dat moet de duivel zelf zijn!»
zegt de andere pachter, die zich
traag en ook een beetje onwennig
een kruis slaat.
«En die kapitein, hij heet zeker
Jan de Lichte?» vraagt de Brusse
laar. «Als hij kan doen geloven
dat er spokerij mee gemoeid is,
wagens voor professioneel verbruik
af te schaffen. Het N.C.M.V.-stand
punt terzake en ook wat de B.T.W.
boeten en controledocumenten be
treft, wordt aan de Minister van
Financien overgemaakt.
De Raad van Afgevaardigden
van het N.C.M.V. zegde andermaal
zijn volledige steun toe aan de
actie van de benzineverdelers voor
hogere winstmarge en een weke
lijkse rustdag. De bij het N.C.M.V.
aangesloten Nationale Federatie
voor motorbrandstofverdelers heeft
inmiddels reeds het wettelijk ver
eiste verzoekschrift tot invoering
van die wekelijkse rustdag inge
diend.
De Raad van Afgevaardigden
van het N.C.M.V. beklemtoonde
opnieuw zijn standpunt, in verband
met de herziening van het besluit
inzake prijsverhogingsaangifte dat
overigens niet toepasselijk zou mo
gen zijn op de kleine en middel
grote ondernemingen. Dit stand
punt werd aan Minister van Econo
mische Zaken Simonet overge
maakt.
dan heeft hij seffens heel de boe
renhutten in zijn macht!»
«Ja, hij heet Jan de Lichte!»
zegt de pachter.
En wij, met onze scherpe oren,
waarde lezer, vernemen in die
stem precies iets van trots, van
overmoed... zodat wij die pachter
eens nader gaan bekijken. En ja,
die stem, die houding, ons hoofd
af als dat Lieven Faviel niet is!
«En die andere», vraagt ge...
«de zot van Worteghem?» Inder
daad, dat zou wel kunnen. Maar,
dan zou op de duur heel de bende
hier aanwezig zijn,., dan zou zelfs
die onmogelijk schone vrouw tot
de bende behoren! En ge kijkt
haar aan, en knikt traag met het
hoofd, en fluisterend voegt ge ons
toe: «Inderdaad, het is... Anne-
Marie de Clerck!»
En dan, de zot van Worteghem
vraagt waar we hier ergens zijn,
en of de poorten van Gent nog
niet in het zicht komen. Eikendeen
lacht met die onnozele hans.
«We zijn nog maar pas het kas
teeltje van baron de Creyl voorbij»
zegt de Brusselaar.
En de schone vrouw keert haar
ontblote schouders naar het raam.
Maar haar omsluierde ogen kun
nen de duisternis van de ingeval-
Tenslotte benadrukte de Raad
van Afgevaardigden van het
N.C.M.V. zijn eis dat de sociale
programmatie voor zelfstandigen
binnen het jaar met zes maanden
moet vervroegd worden
Een afvaardiging van het NCMV
heeft aan Minister voor Midden
stand en Landbouw Tindemans een
uitvoerige nota overhandigd waar
in het standpunt van het N.C.M.V,
inzake electriciteits- en gastarie-
ven voor de middenstand wordt
toegelicht. Tevens werd aan Minis
ter van Openbare Werken De Sae
ger een uitgebreide nota overge
maakt waarin de standpunten van
het N.C.M.V. worden uiteengezet
betreffende de inplanting van dis
tributieeenheden en van ambach
telijke ondernemingen in het raam
van de ruimtelijk ordening.
Op woensdag 22 maart zal het
N.C.M.V. een speciale studiedag
wijden aan dit probleem.
J. Verhoeven
arr. sekretaris Aalst
len nacht niet goed meer doorbo
ren, en zij moet haar toevlucht ne
men tot het kanten zakdoekje,
waarmee zij het bedampte glas be
roert. De jonker en de Brusselaar
en ook notaris Woese, bukken zich
allen naar de grond als het kanten
zakdoekje aan hare hand ontvalt.
Is het een teken? «Wij weten
het niet, maar op dat juist eende
re ogenblik is er in de postkoets
plots een oorverdovende knal, een
vlam een licht. Wie neerzat springt
recht, en wie rechtgesprongen is
slaat dadelijk de grond in. En plus
daarbij beginnen allen dadelijk ver
ward door elkaar te roepen en te
vragen wat dat was.
Alles staat in rep en roer, en
rond de uitgang is het een kluwen
van belang geworden. Notaris
Woese ligt gelijk een slappe vaat
doek in de grond, gelijk hij door
de losbarsting van streek is ge
bracht. Hij zou wel willen braken.
De jonker daarentegen is recht
gesprongen, maar botst tegen de
Brusselaar aan. En de Brusselaar,
om zich heen naar steun grijpend
heeft zijn kleine handjes om de
boezem van de schone vrouw ge
slagen. Zij zelf de vrouw, heeft de
panische angst der anderen ten
top gevoerd, met een weibrekend
luid gegil.
De beide pachters wilden in
ontsteltenis naar buiten, maar zijn
op de een of andere manier op
de twee Franse soldaten neerge
komen, zodat dezen zich geen vin
meer roeren kunnen, en in het
Frans luid aan het vloeken gaan,
of men hen wil loslaten.
En terwijl het daarbinnen in de
koets een tumult was dat horen
en zien verging, moet er ook, en
haast tezelfdertijd, buiten op de
baan iets voorgevallen zijn. Met
een schok is de postkoets blijven
staan, terwijl de postillon zijn
steigerende paarden toevloekt. En
ook daar was een losbarsting te
horen, haast als een antwoord op
de losbarsting binnen in de koets.
Toch dachten de inzittenden nog
dat het alles gevolgen waren van
wat binnenin was voorgevallen.
Het schot daarbuiten was voor
hen nog steeds de echo van de
losbranding binnenin. En dat plots
het portier werd opengerukt en
verscheidene mannen naar binnen
drongen, merkten zij eerst nog
niet.
Toch is er almeteens licht van
brandende toortsen. De beide
Franse soldaten vloeken, want met
één oogopslag hebben ze gezien
dat de koets, haast gelijk een slag
veld, in haar meest strategische
punten is bezet. Van in iedere
hoek staan dreigen een koppel
pistolen op hen gericht. De uit
gang is bewaakt. En zij zelf, dit
knarsetandend aanziend, voelen
dat ze goed en wel aan hun bank
zitten vastgebonden.
Ha, dat was het dus, wat de
beide pachters deden, terwijl ze in
de verwarring van daarstraks op
hen neergetuimeld kwamen! Zij
brallen hun vreemde vloeken, maar
dat is ook het enige waartoe ze
nog in staat zijn. Ze horen de jon
ker met de hazelip iets gillen,
maar begrijpen zijn taal niet. Ze
weten niet dat hij om licht roept,
meer licht!
En zij horen, maar begrijpen
het evenmin, dat een onbekende
hem antwoordt «Hier is licht...
hier is Jan de Lichte!» Zij zien
hoe iedereen ontsteld deze man
aankijkt, en hoe het kluwen van
daarnet in zijn graaiende bewe
gingen stilvalt, en er een ijzige
verlamming voor in de plaats
treedt. «Hier is Jan de Lichte!»
En naast hem staat de beeld
schone vrouw, die gij hadt in
derdaad gelijk, waarde lezer
Anne-Marie de Clerck is. Maar in
de duisternis moeten de reizigers
zich aan haar te goed hebben
gedaan, want het keurslijf is hele
maal in wanorde geraakt.
Doch neen, wenden wij er onze
ogen van weg, want zij is immers
het lief van Ysenbaert, en deze
Ysenbaert zelf staat naast haar.
Zij staat tussen haar lief en Jan
de Lichte in, en het is dus maar
best dat wij haar niet te nauwkeu
rig aan kijken.