BEL-AMI roniek Guy delMoupassaiii 10 AVONTUREN ONDER ZEE zaterdag 1 april te t8u05 De «Seaview» maakt een in spectietocht naar een keten van intercontinentale raketten die op de zeebodem liggen opgeslagen. Plots ontploft één van de tuigen op een onverklaarbare wijze en het inspectieteam wordt gedood. Aan boord van de «Seaview» bevindt zich een vreemd bezoeker Kapitein Brent, die doet denken aan een piraat uit de zestiende eeuw die met zijn schip en zijn schat naar de diepten zonk... HIER 55 LUCY zaterdag 1 cjsrsi te 20uf0 Lucy's dochter wint een pracht van een sportwagen in een loterij. Veel paardekracht betekent echter een hoge autobelasting, en daar is het budget van Kim niet tegen opgewassen. Lucy en Kim beslui ten met de gewonnen auto als hoofdprijs een eigen loterij te or ganiseren. Met de opbrengst daar van kunnen ze dan een goedkope wagen kopen... DE GEHEIMZINNIGE ZES EN HALF zondag 2 april te i5uOQ Andy en z'n groepje besluiten eens een grootscheepse oefening in kaartlezen te hcuden. Natuurlijk lopen ze hopeloos verloren. Hun doel is de St. Christopher Toren, waar volgens de legende de geest van een verdronken zeeman in ronddwaalt. Ze vragen de weg aan een oude zeeman, die hen een kompas geeft en hen verzekert dat, ais ze de naaid maar volgen, ze niet verkeerd kunnen lopen. Het groepje volgt deze wijze raad en baant zich een weg door lanen heggen, winkels, restaurants... ARNIE zondag 2 april te 19u13 Arnie maakt zich zorgen over Felicia, die er maar niet in slaagt aan een man te geraken. Nochtans zou Felicia volgens Arnie een uitgelezen echtgenote kunnen worden, als één of andere man maar eens wat verder keek dan haar weinig aantrekkelijk uitzicht. Op een morgen vertelt Andrea, Ar- nie's dochter, dat ze een liefdes briefje ontvangen heeft van een onbekende bewonderaar. Dat brengt Arnie op een geweldig idee... DE WOUDLOPERS maandag 3 april te 18u05 Kerstmis nadert, en de oude Mr Mc Leod wil zichzelf een uur werk ten geschenke geven, in een winkeltje heeft hij een erg mooi exemplaar zien liggen, maar hij heeft onvoldoende geld om de ho ge prijs ie betalen. A!s hij even later terugkeert ziet hij dat de ei genaar van dc winkel er niet is. Hij denkt dat hij aileen is, en steelt het uurwerk. Hij was ech ter niet alleen in de winkel... MODESTY BLAISE dinsdag 4 april 4a 20u40 De mooie en verleidelijke Mo desty Blaise, die- werkt voor de British Intelligence Service, krijgt de opdracht er over te waken dat een diamanten halssnoer veilig op z'n bestemming komt. De diaman ten moeten overgemaakt worden aan een Sjeik van het Midden- Oosten, in rui! voor een petroleum- concessie. Meer dan één zware jongen zit echter klaar om het pak diamanten te onderscheppen. De gevaarlijkste van allemaal is Gabriel, zowat de verpersoonlij king van het kwade. ROMANGTTO woensdag 5 april tc 20u3S «Romanètto» is het verhaal van een jonge vrouw, die n.a verschei dene maanden gelukkig gehuwd te zijn, ontdekt dat haar welbeminde echtgenoot haar bedriegt met de meid. Dit betekent een grote schok voor haar. Haar verwarring wordt nog groter door de geboorte van haar kind. en door haar relatie met een jonge dokter, die verliefd wordt op zijn mooie patiente. A! deze veranderingen schijnen de idealen en principes waarop zij haar leven gebouwd had, weg te vagen De uitzichtloze situatie drijft haar tot wanhoop, en tot krankzinningheid. DE KLOP OP DE DEUR donderdag 6 april te 20u25 Ds jaren beginnen op Frederik en Annie te wegen. Hij is 75 ge worden en zij is er 67. Alhoewel Nederland niet in het oorlogsge weld is gemengd, is het leven er ook niet gemakkelijk. De levens middelen zijn beperkt. De familie Craets verblijft nu in een kamer en moet hier de winter met één kachel zien door te brengen. Er wordt ook fel gepraat over Els Aden die balletdanseres wil wor de Er lopen zelfs geruchten rond dat Hartonius verliefd is op zijn aangenomen kind en dat hij daar om wi! vermijden dat zij zich in het ballet wil wagen. HÏLFE, HÏLFE DIE 6L0B9LINKS vrijdag 7 april ts 20u55 Een autocar, die kinderen naar schooi brengt, wordt door een groep «Globolinks» aangehouden. Het getoeter van de autocar drijft ze wel even op de vlucht, ze ko men echter steeds weer. Emily, leerlinge, baant zich, viool spelend een weg en gaat op zoek naar hulp. Ondertussen hebben een groep «Globolinks» (duitse woord voor «eigenaardige wezens» de school bes ét. De acnval ig zo vlug en «rrassend uitgevoerd dat het sshocihocfd niet de kans werd ge- late een tegenaanval op het ge- tci'v; re zetten. Emily, de leerlinge, is ondertus sen in hst bos .verdwaald. Ook zij heeft dringend hulp nodig. Zij zuchtte diep, zonder te ant woorden. Hij ging verder, «Het is zo triest voor een jonge vrouw, plotseling zo eenzaam te zijn als jij nu». Hij hield op. Zij zei niets. Hij stamelde, «Je weet in elk geval, wat wij samen afgesproken hebben. Je kunt over mij beschikken wanneer je maar wilt. Ik ben er voor je». Zij stak hem de hand toe en keek hem diep in. de ogen, met de melancholieke 'en zachte blik, die tot in het hart doordringt. «Dank je. Je bent een goed mens. Als ik durfde en iets voor je kon doen zou ik zeggen, «Re ken ook op mij». Hij nam de hem toegestoken hand aan en hield die vast, knelde haar in de zijne met de vurige behoefte haar te kussen. Hij deed het tenslotte, hij bracht de hand naar zijn mond en hield zijn lippen lange tijd tegen de zachte huid, enigszins warm en branderig en geurend. Zodra hij voelde dat deze vriendschappelijke liefkozing te lang ging duren dwong hij zich, de hand los te laten, die zacht op de knie van de jonge vrouw neer viel. Ernstig zei ze, «Ja, ik zal wel eenzaam zijn, maar ik wil proberen dapper te wezen». blij wist niet, hoe hij haar dui delijk meest maken dat hij zich gelukkig, meer dan gelukkig zou voelen, haar op zijn beurt tot vrouw te mogen nemen. Hij kon het haar op dat ogenblik, in die kamer, naast dat lijk, niet zeggen hij meende overigens, dat hij wel zo'n dubbelzinnige, ingewikkelde en gerieflijke zin kon bedenken met een achter de woorden ver borgen betekenis, zo'n zin, die zegt wat men kwijt wil door wat er doelbewust wordt verzwegen. Maar het lijk hinderde hem, dat starre lijk, dat voor hun ogen uit gestrekt lag en dat hij tussen hen aanwezig voelde. Sedert enige tijd meende hij bovendien in het gesloten vertrek een verdachte geur te ruiken, een rottingsgeur af komstig uit die in ontbinding ver kerende borst, de eerste lijken lucht, waarop de arme gestorve nen in hun bedden hun verwanten onthalen diebij hen waken, een af schuwelijke lucht waarmee zij wel dra de holte van hun doodkist zul len vullen. «Zouden wij het raam niet op een kier zetten? Het wordt hier geloof ik een beetje benauwd». Zij antwoordde, «Doe het maar. Ik had het ook al gemerkt». Hij ging naar het raam en zette het open. De geurige zoelte van de nacht stroomde naar binnen en deed de vlammen van de twee kaarsen naast het bed flakkeren. Evenals de vorige avond bescheen de maan met stil en overdadig licht de witte muren van de villa's en het grote glinsterende vlak van de zee. Duroy zoog de lucht met volle teugen in en opeens voelde hij zich vervuld van hoop, alsof hij opgewekt werd door de ritseling van een naderend geluk. Hij keer de zich om. «Kom ook een luchtje scheppen zei hij «het is heerlijk buiten». Zij liep zacht naar hem toe en kwam naast hem staan. «Luister eens en vat wat ik zeg vooral niet verkeerd op. Wees niet boos op me, omdat ik over derge lijke dingen met je spreek op dit ogenblik, maar overmorgen moet ik je alleen laten en als jij naar Parijs terugkomt zou het te laat kunnen zijn. Zie je, ik ben maar een arme drommel zonder vermo gen en ik moet mijn positie nog veroveren, je weet het zeif. Maar ik heb wilskracht en wel enige in- 33 telligentie, geloof ik, en ik ben op de goede weg. Aan een man, die zijn bestemming heeft bereikt, weet men wat men heeft. Aan een men, die pas begint, weet men niet wat men heeft. Hij kan mee- en tegenvallen. Ik heb je in je eigen huis eens verteld dat het mijn liefste droom was, een vrouw als jij te trouwen. Ik zeg je dit nu nog eens. Geef me geen antwoord Laat me uitpraten. Ik vraag je op dit ogenblik niets. De plaats en de omstandigheden zouden mij doen walgen van zo'n vraag. Ik wil je aileen duidelijk maken, dat jij me met een enkel woord geluk kig kunt maken, dat je aan mij een vriend zonder meer, maar ook een man kunt hebben, als je dat wilt, dat mijn hart en al wat ik ben tot je beschikking staan. Ik verlang niet. dat je me nu ant woord geeft; ik wii hierover in de ze kamer verder niet spreken. Wanneer wij elkaar in Parijs weer ontmoeten zul je me laten weten, wat je beslissing is. En tot zolang zwijgen wij hierover, nietwaar?» Hij had het gezegd zonder haar aan te kijken, aisof hij zijn woorden in de duisternis buiten uitzaaide. En zij leek hem ook niet te hebben verstaan, zij ver roerde zich niet en staarde even eens met starre nietsziende blik naar het ruime landschap, vaal verlicht door de maan. Zij bleven lange tijd naast el kaar staan, elleboog tegen elle boog, zwijgend en in gedachten. Eindelijk zei ze, «Het wordt een beetje koud». Zij keerde zich om en ging terug naar het bed. Hij volgde haar. Terwijl hij het bed naderde merkte hij duidelijk, dat Forestier begon te ruiken; hij trok zijn stoei achteruit, want hij zou niet lang tegen die lucht van ontbinding be stand zijn geweest. Hij zei, «We moeten hem morgenoch tend dadelijk kisten». Zij antwoordde, «Ja, dat is al geregeld; de tim merman komt tegen acht uur». En nadat Duroy had verzucht, «Die arme jongen!» liet zij een lange zucht van verdrietige berus ting horen. Zij keken nu niet meer zo vaak naar hem, zij raakten al gewend aan de gedachte van dit sterven, begonnen zich te verzoenen met dit heengaan, dat hen uren tevo ren nog in opstand had gebracht en tot verontwaardiging verleid, daar ook zij sterfelijk waren. Zij spraken niet meer met ei kaar en bleven waken zoals het hoort, zonder in slaap te valien. Tegen middernacht was Duroy de eerste die indommelde. Toen hij wakker werd zag hij, dat mevrouw Forestier ook sliep en nadat hij een gemakkelijker houdig had ge zocht sloot hij de ogen weer, mompelend, «Drommel, je ligt in je bed toch gemakkelijker». Een plotseling gerucht deed hem opspringen. De verpleegster was binnengekomen. Het was vol op dag. De jonge vrouw in de fauteuil tegenover hem leek even zeer overrompeld als hijzelf. Zij zag een beetje bleek, maar was nog mooi en fris en lief, al had zij een nacht in een stoel door gebracht. Na een blik op het lijk begon Duroy te trillen en schreeuwde, «O, zijn baard!» Die baard was in enkele uren gegroeid op het vlees in ontbinding, zoals hij in enkele dagen op het gelaat van een le vende man groeit. Zij staarden ontsteld naar dat leven, dat zich handhaafde op een dode, als naar een gruwelijk wonder, een boven natuurlijke dreiging van opstan ding, een van die schrikwekkende abnormale verschijnselen, die het verstand verbijsteren en verwarren Daarna gingen zij beiden tgt elf uur rusten. Vervolgens werd Char les gekist en al dadelijk voelden zij zich gerustgesteld en opge lucht. Tegenover elkaar aan tafel aten zij hun middagmaal en nu hadden zij de behoefte troostende dingen te zeggen, opwekkende dingen, terug te keren tot het Ie ven, daar zij met de dode gereed waren. Door het wijd geopend raam stroomde de zoele warmte van het voorjaar binnen en voerde de geur aan van het perk anjers, die voor de deur bloeiden. Mevrouw Forestier stelde Duroy voor, in de tuin te gaan wandelen en langzaam begonnen zij om het gazon te lopen, terwijl zij verrukt in de warme lucht de geuren van sparren en eucalyptus opsnoven. En onverwacht begon zij tegen hem te praten, zonder hem aan te kijken, zoals hij het de afgelopen nacht had gedaan. Zij sprak de woorden traag, met gedempte stem en ernstig uit. «Luister eens, beste jongen, ik heb... min of meer nagedacht over wat je me hebt voorgesteld en ik wil je niet laten vertrekken zonder je iets te antwoorden. Ik za! nu trouwens geen ja of nee zeggen. Wij zullen afwachten, wii moeten elkaar beter leren kennen. Denk jij van jouw kant ook goed na. Laat je niet te gemakkelijk door je gevoelens verleiden. Dat ik hierover nu al met je spreek, terwijl die arme Charles nog niet eens is begraven, komt doordat ik het nodig acht, na wat je mij ge zegd hebt, dat jij heel goed weet wie ik ben, zodat je niet de ge dachte blijft koesteren waarover je sprak, ais jouw... jouw aard je niet in staat stelt, mij te begrijpen en te verdragen. «Begrijp me goed. Voor mij is hei huwelijk geen keten, maar een bondgenootschap. !k wil vrij zijn, volkomen vrij in mijn handelen, mijn daden, mijn komen en gaan, altijd. Ik zou geen controle, geen jaloezie, geen kritiek op mijn ge drag verdragen. Wel zou ik mij verplichten, de naam van de man met wie ik trouwde, hoog te hou den, ik zou hem nooit belachelijk of te schande maken. Maar daar staat tegenover, dat die man in mij een gelijke en een bondgenoot zou moeten zien, in plaats van een ondergeschikt wezen of een ge hoorzame onderdanige huisvrouw, ik weet wel, dat ik afwijkende op vattingen heb, maar ik zal ze niet veranderen. Dat wilde ik zeggen. «En ik vroeg er nog aan toe Geef me geen antwoord, dat zou niet passend zijn en bovendien zinloos. Wij zien eikaar terug en mogelijk praten wij hierover dan nog eens Ga jij nu maar een wandeling maken. I k ga naar hém terug. Tot vanavond». Hij drukte een lange kus op haar hand en ging zwijgend weg. Zij zagen elkaar pas aan de avondmaaitijd terug. Daarna gin gen zij beiden naar hun kamers, op van vermoeidheid. Charles Forestier werd de vol gende dag zonder enige plechtig heid op het kerkhof van Cannes begaven. Georges wilde de snel trein naar Parijs nemen, die om half twee vertrok. Mevrouw Forestier had hem naar het station gebracht. Lang zaam liepen zij op het perron heen en weer, in afwachting van het ogenblik van vertrek. Zij spraken over alledaagse dingen. De trein kwam binnen, een ware sneltrein, met niet meer dan vijf wagons. Vervolgt Nadruk «erboden

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1972 | | pagina 10