BEL-AMI
tv-
kroniek
Gay de Moupassant
38
Rusty en Tex. Met zijn drieen zijn
ze eigenaars van een grote kudde
vee. Een jong meisje Abbie en
haar broer Lee verblijven even
eens in Dodge. Wade en Lee krij
gen ruzie en de veehandelaar
schiet de jonge Lee neer. Het
blijkt wettige zelfverdediging te
zijn. Abbie neemt dat echter niet.
WERELDPREMSERE
zondag 16 aprii te 20u25
19e episode Het harnas
Het harnas is het figuurlijke
keurslijf waarin Lome Greene ge
durende zijn 26 jaar huwelijk met
zijn autoritai'o vrouw, heeft ge
leefd. Hij heeft nooit zelfstandig
gehandeld en is al zo ver dat hij
onbewust denkt daartoe niet meer
in staat te zijn. Een jonge vrouw
zal hem echter weer bewust ma
ken van zijn waarde en mogelijk
heden en van de realiteit van het
leven. Lome is eigenaar althans
voor de helft van een boerderij in
de streek Salinas-Monterey. De
andere heift is eigendom van zijn
schoonbroer Murray Hamilton.
Lome heeft echter nooit zijn za
ke beredderd, daarvoor zorgt zijn
invalide vrouw. Op een dag komt
een zekere Julie Sommars met
haar achtjarig zoontje op de boer
derij aan...
DAT LAWAAI, MOET DAT
maandag 17 april te 2öu10
Heeft al dat harde werken, al
die uitsloverij, al dat. zenuwachtig
jachten en jagen waar onze maat
schappij van overloopt, wei enige
zin? Een vraag die Bart van Oos
ten en zijn dochter Marthe rnet
een volmondig «neen» beantwoor
den. Zij doen dan ock niets anders
dan genieten van het leven. Moe
der Emy, een operazangeres, die
als zovele niet kon weerstaan aan
de lokroep van geid, roem en suc
ces, is vertrokken naar Amerika,
om daar hard te werken aan haar
carrière. Bert en Marthe kunnen
het best stellen zonder ai de druk
doenerij en het lawaai van mama
en amuseren zich de hele dag kos
telijk met lezen, plaatjes draaien,
dammen of zalig nietsdoen. Tot ze
op een dag Roland ontmoeten
aandige jongen, maar hard-wer-
kend in de reclame-industrie
Marthe wordt verliefd op hem...
BOOM
dinsdag 18 april te 20u40
Flora Goforth is de weduwe van
vijf industriemagnaten, die haar
een onmetelijk fortuin hebben na
gelaten. Over het eilandje dat haar
toebehoort regeert ze als een ab
solute alleen heerseres. Zij is mooi
en machtig, en in haar ongenaak
baarheid een bijna legendarische
figuur geworden. Tegen do dood
die haar eiland binnensluipt staat
ze echter machteloos.
Er komt nog een tweede indrin
ger op het eiland aan Chris Flan
ders, eens een knappe man d.ie
nu echter zijn beste dagen gehad
heeft. Ook hij is een mysterieuze
figuur een soort dolende ridder,
zwervend van de ene vrouw naar
de andere. Hij heeft echter de wei
nig benijdenswaardige faam een
«engel des doods» te zijn omdat
al veie rijke vrouwen in zijn ar
men gestorven zijn...
DUBEELDEKKERS
woensdag 19 april te 20u10
Stan en Jack zijn net druk be
zig met het knuffelen van twee
lieve busconductrices, als de in
specteur langs komt, die hen
kwaad wegstuurt. Een lelijke te
genvaller natuurlijk maar plots her
innert Stan zich dat Arthur, Olive
en Mum plannen hebben om met
het weekend een bezoekje te
brengen aan tante May. Meteen
zou het beis huis vrij zijn om eens
heerlijk de bloemetjes buiten te
zetten.
De vólgende morgen komt Jack
bij Stan langs om te vernemen of
het aangekondigde reisje doorgaat.
Als dat inderdaad het geval blijkt,
worden de meisjes uitgenodigd.
DE WERELD VAN
-SOMERSET MAUGHAM
donderdag 20 april te 20u25
Mevrouw Forrester schrijft al
jaren en jaren gedichten en es
says, die wel goede kritieken ha
len, maar nooit aanslaan bij het
grote publiek. Veel is er dan ook
niet aan verdiend, maar dat is niet
zo erg, want haar man, Albert
Forrester, is een succesrijk han
delaar. Hij heeft de literaire car
rière van zijn vrouw grotendeels
gefinancierd, zelf leest hij het
liefst detective-verhalen, net als de
kok, mevrouw Bulfich.
Dan breekt de dag aan dat Al-
bert zich uit de zaken terugtrekt
en besluit het voortaan rustig aan
te doen. Hij is het litteraire gedoe
van zijn vrouw meer dan beu en
laat haar in de steek...
DIE ROÏE KAPELLE
vrijdag 21 aprii te 20u55
Deel 2 Kent vraagt directeur
Elke nacht stuurt Makarow vijf
uur lang zijn informaties door
naar Moskou. Natuurlijk blijft dit
aan de Duitsers niet onopgemerkt
voorbijgaan. Luitenant-kolonel
Dischfer van de Duitse contraspio
nage in Brussel, krijgt het bevel
de zender uit te schakelen. Hij
laat eerst in Brugge en Gent zoe
ken. Tenslotte laat hij de detecti
vewagen de zender in Brussel op
sporen. terwij! Makarow koorts-
acht^ doorgaat met het zenden
van berichten over de Duitse oor
logsvoering naar Moskou. Op 13
december 1941 wordt hij gearres
teerd...
Enkele malen zei ze zacht in
zichzelf.
Alexandre, Alexandre de
klank van de lettergrepen beluiste
rend. Op een schoon velletje pa
pier schreef zij vervolgens,
«De heer en mevrouw Alexan
dre du Roy de Cantel hebben de
eer, u kennis te geven van het
huwelijk van de heer Georges du
Roy de Cantel, hun zoon, met me
vrouw Madeleine Forestier».
Zij hield de regels op' enige af
stand, was verrukt over het effect
en verklaarde,
«Met enig overleg bereik je al
les wat je wilt».
Zodra hij weer buiten stond,
vast besloten zich voortaan Du
Roy en zelfs Du Roy de Cantel te
noemen, meende hij een man van
meer gewicht te zijn geworden.
Hij liep fierder, droeg het hoofd
hoger, de snor trotser, zoals een
edelman dat moest doen. Hij had
in zijn vreugde bijna de behoefte
tegen voorbijgangers te zeggen,
«Ik heet Du Roy de Cantel»
Maar nauwelijks was hij thuis
of de gedachte aan mevrouw De
Marelie begon hem te verontrusten
en hij schreef haar dadelijk, waar
bij hij haar verzocht, hem de vol
gende dag te komen bezoeken.
Het zal niet meevallen, dacht
hij. Ik zal er flink van langs krij
gen.
Maar zijn aangeboren zorge
loosheid stelde hem in staat, ook
deze onaangename kwestie van
zich af te zetten en hij begon een
artikel uit zijn duim te zuigen
over nieuwe belastingen, die nu
maar eens geheven moesten wor
den, teneinde de staatsbegroting
in evenwicht te houden.
Hij liet daarin de lagere adel
voor honderd franc per jaar deel
nemen en de hogere, van baron tot
en met prins, voor vijfhonderd tot
duizend franc.
Hij ondertekende het met D. de
Cantel.
De volgende ochtend ontving hij
een telegrammetje van zijn minna
res, waarin stond, dat zij om één
uur zou komen.
Hij wachtte enigszins gejaagd
haar komst af, overigens vast be
sloten, de zaak vlug af te werken,
haar dadelijk op de hoogte te stel
len, om vervolgens verstandig met
haar te praten en haar duidelijk te
maken, dat hij niet altijd vrijgezel
kon blijven en dat hij, daar de
heer De Marelie koppig weigerde
te overlijden, naar een ander had
moeten omzien als zijn wettige
echtgenote. Toch was hij onder
de indruk. Toen hij de bel hoorde
begon zijn hart te bonzen. Zij
vloog hem om de hals.
«Dag, Bel-Ami.» Omdat zijn om
helzing haar kil leek keek zij hem
aan en vroeg.
«Wat heb je?»
«Ga zitten» zei hij. «Wij moe
ten ernstig praten».
Zij ging zitten zonder haar hoed
af te zetten; zij sloeg alleen haar
voile tot boven haar voorhoofd op
en wachtte af.
Hij had de ogen neergeslagen
en probeerde een begin te vinden.
Langzaam zei hij,
«Liefste, je treft me in de
grootste verwarring aan, ik voel
me verdrietig en bijzonder gehin
derd door wat ik je moet beken
nen. Ik houd veel van je, ik houd
met mijn hele hart van je, en de
vrees je pijn te doen is me dan
ook nog onverdraaglijker dan het
geen ik je moet vertellen».
Zij werd bleek, voelde dat zij
begon te trillen en zei haperend,
«Wat is er dan toch? Zeg het
me dadelijk».
En hij zei op verdrietige maar
vastberaden toon, met die schijn
van neerslachtigheid waarmee men
welkome rampen aan kondigt, «Zie
je, ik ga trouwen».
Zij zuchtte als een vrouw die
zal flauwvallen, diep en pijnlijk,
en kreeg het benauwd. Zij hapte
naar lucht, zonder iets te kunnen
zeggen.
Nu zij bleef zwijgen ging hij
verder,
«Je kunt je niet voorstellen, wat
er in mij omgegaan is eer ik tot
deze beslissing kwam. Maar ik
ben niets en ik heb niets. Hier in
Parijs ben ik eenzaam en alleen.
Ik heb naast mij iemand nodig, die
mij vooral raad en troost kan ge
ven, die mij zou steunen. Een
soort bondgenote heb ik gezocht
en gevonden».
Hij hield op, verwachtend dat
zij zou antwoorden, in woede zou
ontsteken, hem zou slaan en kwet
sen.
Zij had een hand tegen haar
hart gedrukt, alsof zij het steunde
en haar adem kwam nog moei
zaam en met schokken, die haar
borsten deden trillen en haar
hoofd schudden.
Hij nam de hand, die op de leu
ning van haar stoei lag, maar zij
trok die heftig terug. Zij mompel
de als in een soort plotselinge af
stomping,
«O. mijn God...»
Hij knielde voor haar neer, even
wel zonder haar te durven aanra
ken en stamelde, dieper ontroerd
dan hij het door haar drift zou
zijn geweest,
«Clo, liefste Clo, begrijp toch
hoe ik er voor sta, begrijp wat ik
ben. O, als ik met je had kunnen
trouwen, ik zou gelukkig zijn ge
weest. Maar jij hebt een man.
Wat kan ik daaraan veranderen?
Kom, denk eens na. ik moet mijn
positie veroveren en dat kan ik
niet als ik geen eigen huis heb.
Je moet eens weten!... Vaak heb
ik neiging gehad, je man te ver
moorden...»
Hij zei het met zijn zoete ge
dempte verlokkende stem, een
stem die als muziek in de oren
klonk.
Hij zag twee tranen opkomen in
de verstarde ogen van zijn min
nares, die even later langs haar
wangen liepen, terwijl er zich aan
de rand van haar oogleden al
twee nieuwe vormden.
Hij zei zacht.
«Toe, huil niet, Clo, huil niet,
alsjeblieft. Ik ben er niet tegen
bestand».
Zij deed een krachtige poging,
zich te beheersen en trots te to
nen en zij vroeg met die beverige
stem van vrouwen, die op het punt
staan te gaan snikken,
«Wie is het?»
Hij weifelde een tel lang, toen
begreep hij, dat er geen ontko
men aan was en zei, «Madeleine
Forestier».
Mevrouw De Marelie begon
over al haar leden te trillen, maar
zij zei niets en leek zo diep in
haar eigen gedachten weg te zin
ken, dat zij hem, aan haar voeten
vergat.
En twee doorzichtige druppels
bleven zich onophoudelijk in haar
ooghoeken vormen en vielen om
plaats te maken voor twee vol
gende.
Zij stond op. Duroy vreesde,
dat zij zou weggeaan zonder iets
tegen hem te zeggen, zonder ver
wijten en zonder vergiffenis: dat
kwetste hem en vernederde hem
tot diep in zijn ziel. Hij wilde haar
tegenhouden, sloeg beide armen
om haar rok, omstrengelde dwars
door de stof haar mollige benen,
die hij voelde verstarren van weer
stand.
Hij smeekte,
«Ga in vredesnaam niet zo weg»
Nu keek zij van boven af op hem
neer met die natte wanhopige
ogen, lieve verdrietige ogen die
alie smart van een vrouwehart ver
tolkten en zij zei onzeker, «Ik heb
niets meer te zeggen... niets meer
te doen... Je... je hebt gelijk...
je... je hebt precies gekozen wat
je nodig hebt...»
Nadat zij zich door een ach
terwaartse beweging had iosge
maakt ging zij weg, zonder dat
hij nog eens probeerde haar vast
te houden.
Na haar vertrek stond hij op,
verdoofd, alsof hij een slag op het
hoofd had gekregen. Hij kwam tot
zichzelf en mompelde, «Is het zo
niet beter, wat drommel? Het is
achter de rug... en zonder tafe
relen. Het kon niet mooier». Als
van een loden last bevrijd voelde
hij zich opeens opgelucht, klaar
voor zijn nieuwe bestaan; hij be
gon tegen de muur te boksen met
ferme vuistslagen, in een soort
roes van succes en kracht, alsof
hij tegen het lot zelf vocht.
Toen mevrouw Forestier hem
vroeg, «Heb je mevrouw De Ma
relie het nieuws al verteld?» an'-
woordde hij bedaard.
«Ja zeker...»
Zij keek hem met haar scherpe j
blik zeer aandachtig aan.
«En vond zij het niet erg?»
«Nee, in het geheel niet. Z.i
was er juist erg blij om».
Het nieuws raakte al spoedig
bekend. Sommigen verbaasden
zich erover; anderen beweerden
dat zij het wel varwacht hadden,
derden glimlachten en gaven daar
door te kennen, dat het hun niet
verwonderde.
De jonge man, die zijn kronie
ken nu met D. de Cantel, zijn ge
mengde berichten met Duroy en
zijn politieke artikelen, die» hij -af
en toe al eens schreef, met Du
Roy ondertekende, bracht de heift
van zijn tijd bij zijn verloofde door
die hem tegemoet kwam met eer
soort zusterlijke vertrouwelijkheid,
waarin af en toe echte, maar ver
hulde tederheid doorbrak, een ver
langen dat als een zwakheid werd
verborgen. Zij had bepaald dat het
huwelijk in het diepste geheim vol
trokken zou worden, alleen in het
bijzijn van de getuigen, en dat zij
dezelfde avond nog naar Rouaar
zouden vertrekken.
De volgende dag zouden zij de
ouders van de journalist bezoeker,
en enkele dagen bij hen blijven.
Duroy had pogingen gedaar.
haar van dit voornemen af te bren
gen, maar was daarin niet ge
slaagd en had zich tenslotte ge
schikt.
Op de 10e mei dus kwamen de
pasgetrouwden, die de godsdien
stige plechtigheid overbodig had
den geacht, daar zij toch niemand
hadden uitgenodigd, thuis om hun
koffers dicht te maken, nadat zij
even naar het stadhuis waren ge
lopen, en namen op station Saint
Lazare de trein van zes uur 's
avonds, die hen naar Normandie
bracht.
Zij hadden nauwelijk met elkaa-
gesproken eer zij zich alleen in
de coupé bevonden. Zodra de
trein reed keken zij elkaar aan en
begonnen te lachen, om een zeke
re gedwongenheid, waarvan zij
geen blijk wilden geven, te verber
gen. De trein reed langzaam langs
het station des Batignolles en
doorkruiste de grauwe vlakte die
zich tussen de versterkingen en de
Seine uitstrekte.
Nu en dan zeiden Duroy en zijr
vrouw enkele overbodige woorden
tegen elkaar en daarna keken zij
weer uit het portierraam.
Vervolgt Nadruk varbodsn