BEL-AMI kroniek Otiy tie isiipissani to tief. De naam van cie ex-gedeti- neerde is Johnny Brant. Joan Hackett speelt de rel van Kathy, het meisje dat verliefd wordt op de «verkeerds man». chistische vrijheid enerzijds en strakke orde en regelmaat ander zijds. Maar beide groepen zullen geconfronteerd worden met de on handigheid en onaangepastheid van de administratie. IK SPRING WEER OVER DE PLASSEN maandag 1 mei te ISii.CO Tsjechische familiefilm van Ka- rel Kachyna over een verlamd jongetje dat met veel moed en doorzettingsvermogen erin slaagt weer paard te rijden zoals voor heen. Adam is hei zoontje van een bediende in een stoeterij en droomt ervan, zoals zijn vader, paard te rijden. Maar deze is van mening dat Adam nog te jong is en wil hem dus nog geen paard toevertrouwen. Op een mooie dag kan de jongen dan toch een dra ver bemachtigen. Hij krijgt een ongeval en is verlamd. Zijn enige wens is weer te leren loper, en paardrijden, waar hij uit eindelijk dan toch in slaagt... MET WIE IS HIJ EIGENLIJK GETROUWD maandag mof te 21 u4jG Eenakter van de Britse com merciële televisie die speciaal voor televisie werd geschreven door Edna O'Brien. De regie is van Alan Clarke. Deze éénakter maakt deel uit van een reeks van 18 korte tv-spelen waarin zowat alle genres vertegenwoordigd zijn. Dit tv-spel belicht de relatie tus sen twee Ierse vrouwen, moeder en dochter, die door omstandighe den van elkaar vervreemd zijn. In de hoofdrol (dochter) ziet U de bekende actrice Gienda Jackson, die kortgeleden een (film)oscar kreeg voor de beste vrouwelijke .ertoikingl LA DECHARGE dinsdag 2 mei te 20ti4G Aan de rand van een strand- meer leven drie zware jongens, Mario, Léon en Clovis, met vrouw en kinderen in een woonwagen kamp. Zij hebben geen al te beste verstandhouding met de wet en keren de «ordelijke» samenleving de rug toe. Aan de overzijde ligt een nieuwe stad, bevolkt met Ara bieren, Portugezen en Fransen, die het leven moeizaam trachten te or ganiseren om de armoede te over winnen. Tussen deze twee groepen zal de strijd ontbranden, een strijd tussen de o ude droom van anar- DE WERELD VAN SOMERSET MAUGHAM donderdag 4 mei te 23u25 Het verhaal «Episode» behoort tot de categorie «Victims of Fate» De verhalen van deze categorie hebben als protagonisten mensen wiens leven grondig gewijzigd, soms vernietigd wordt door spe lingen van het lot of door omstan digheden die buiten hun controle liggen, «slachtoffers van het nood lot» dus... Brievenbesteller Fred Manson ontmeet op zijn ronde studente Gracie Carter. Zij worden op el kaar verliefd en wiilen zich verlo ven. Grade's vader, die zich door hard werken een bescheiden zaak heeft opgebouwd, en haar moeder willen van zo een verloving niet horen. Gracie geeft toe, en zal nog een jaar wachten vooraleer aan trouwen te denken. Geleide lijk wordt Fred door de Carters aanvaard, en vader Carter besluit zelfs hem in zijn zaak op te ne men. Geheel onverwacht komt Fred in moeilijkheden. Hij heeft poststukken gestolen en is betrapt geworden. Hij wordt veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf... DÏS ROTE KAPELLE vrijdag 5 mol te 20a 10 «OnicijfetxH Op 17 mei 1942 worden Erwin Panndorf en Anton Borner in de buurt van insterburg gedropt. Zij zijn door Moskou gestuurd om de spionageploeg in. Berlijn te ver sterken. Kleine fouten in namaak- uniformen maken hen al gauw ver dacht. Ook hun valse rantsoen- kaarten vertoner; onnauwkeurighe den en het is voor de Gestapo dan ook maar een koud kunstje om hen te ontmaskeren en te ar resteren. De decoderingsafdeling van het oppercommande ontcijfert inmid dels de door Makarow gebruikte code. Zo kan ze de adressen van Schulze-Boysen, Harnack en Kuck- hoff achterhalen. De Gestapo be gint hen te schaduwen. Men durft de mannen niet dadelijk arresteren wegens de hoge functies die ze bekleden. Eerst zijn er bewijzen nodig, een ongelukkige sameniogp van omstandigheden en toevallig heden zal hen d:c bewijzen in han den spelen... Zij waren dicht tegen eikaar geschoven om de doodsstrijd van de dag te zien, van deze prachti ge lichte meidag. Te Mantes was het kleine olielampje ontstoken, dat nu een geelachtig trillend schijnsel over het grijze laken van de bekleding wierp. Duroy had zijn arm om het mid del van zijn vrouw geslagen en trok haar dicht tegen zich aan. De begeerte van daareyen was overgegaan in vertedering, een lome vertedering, een warme be hoefte aan kleine koesterende stre lingen, aan de gebaren waarmee men een kind in slaap wiegt. Heel zacht zei hij, «Ik houd veel van je, Madelein- tje». De zoetheid van zijn stem ont roerde de jonge vrouw, joeg haar een rilling door het lichaam en zij bood hem haar mond, zich over hem heen buigend, want hij liet zijn wang op het warme bed van haar borsten rusten. Het werd een lange kus, stil en innig, daarna veerden zij op in een plotselinge en woeste omhel zing, een korte hijgende worste ling, een heftige en onhandige een wording. Zij bleven in eikaars ar men liggen, loom en vertederd nog, tot cie fluit van de lokomotief hei volgend station aankondigde. Terwijl zij met haar vingertop pen het verwarde haar van haar slapen streek zei ze, «Dat was al te dwaas. We ge dragen ons als kinderen», Maar hij kuste haar handen, beurtelings en met koortsachtige gejaagdheid en antwoordde, «ik aanbid je, Madeieintje». Tot aan Rouaan bewogen zij zich nauwelijks meer; wang aan wang staarden zij naar het duister buiten het portier, waar nu en dan lichten van huizen zichtbaar wer den, zij droomden, tevreden nu zij zo dicht bijeen waren en in groei end verlangen naar een veel inni ger en ongestoorder omhelzing. Zij namen een hotel met uitzicht op de kade en gingen naar bed na een matige een heel matige avondmaaltijd. Het kamermeisje maakte hen de volgende morgen om acht uur wakker. Nadat zij"~de op de nachttafel neergezette thee hadden opge dronken keek Duroy zijn vrouw aan en onverwacht nam hij haar, met de geestdriftige blijdschap van de man die een schat heeft ge vonden, in zijn armen en stotter de, «Madeieintje... wat houd ik ver schrikkelijk veel van je... ver schrikkelijk veel...». Zij lachte om zijn glimlach vol tevredenheid en vertrouwen en mompelde, ook hem kussend, «Ik misschien... van jou». Hij bleef zich onrustig voelen over het bezoek aan zijn ouders. Hij had zijn vrouw verscheidene malen gewaarschuwd; hij had haar voorbereid, haar aanwijzigingen verstrekt. Hij meende het onder werp nog eens te moeten aanroe ren. «Het zijn plattelandsmensen, zie je, doodgewone plattelandsmen sen» «Dat heb je me nu. al zo vaak verteld. Kom, sta eens op, dan kan ik dat ook doen». Hij sprong uit bed en zei, zijn sokken aantrekkend. «We zullen er beroerd logeren, hoogst beroerd. Er bestaat alleen een oud bed met een strozak op mijnkamer. Matrassen kennen ze in Canteieu niet». Zij toonde zich verrukt: «Des te beter. Het zal heerlijk zijn, slecht te slapen naast... naast jou... en door het kraaien van de haan te worden gewekt». Zij had haar peignoir aange trokken, een ruime peignoir van witte flanel, die Duroy ogenbiikke- 40 lijk herkende. De aanblik deed hem onaangenaam aan. Waarom? Hij wist dat zijn vrouw een vo! dozijn van die ochtendkledingstuk ken bezat. Had zij haar garderobe aan kant moeten doen orn nieuwe dingen te kopen? Ach ja, hij had liever gewild, dat haar peignoirs, haar nachtkleren, de kleren die hij alleen te zien kreeg, niet de zelfde waren geweest uit de tijd van zijn voorganger. Hij meende dat de soepele zachte stof iets moest hebben bewaard van de om gang met Forestier. Hij ging naar het raam en stak een sigaret op. De aanblik van de haven, van de brede rivier vol schepen met dunne masten en gedrongen stoom boten, die door wentelende wielen op de kade onder luid geraas werden gelost, ontroerde hem, hoe wel hij dit alles door en door kende. Hij riep. «Drommels, wat is dat mooi!» Madeleine kwam naar hem toe, legde in een gebaar vol overgave beide handen op de ene schouder van haar man en bleef verrukt en ontroerd staan. Zij herhaalde, «Ja. ja wat is dat mooi, wat is dat mooi! Ik wist niet, dat er zoveel schepen bestondenl» Een uur later vertrokken zij, want zij zouden het middagmaal bij zijn ouders gebruiken, zoals dagen tevoren al afgesproken was Een oud rijtuig, zwaar onder het roest, bracht hen onder de klan ken van rinkelend metaal weg. Zij volgden een vrij onooglijke boule vard en kwamen daarna buiten de stad, waar een rivier stroomde. Zij begonnen de helling te beklimmen. Madeleine, die moe was dom melde in onder de warme streling van de zon, die haar achter in het rijtuig verrukkelijk verwarmde, als of zij in een lauw bad van licht en buitenlucht lag. Haar men maakte haar wakker. «Kijk eens», zei hij. Op twee-derde van de helling waren zij blijven staan, waar het uitzicht vermaard was en waar men alle toeristen bracht. Zij keken neer in de uitgestrek te vallei, die door de rivier in gro te bochten van het ene einde naar het andere werd doorstroomd. Zij zagen de rivier in de verte ver schijnen, bezaaid met talrijke el- landjes en een wijde boog bc schrijvend alvorens door Rouaan te stromen. Verderop liet de stad zich op de rechterover zien, enigs zins wazig in de ochtendnevel, maar met zonlicht op de daken en met talrijke klokketorens spits of gedrongen, ijl en bewerkt ais reusachtige juwelen, de gro tere en kleinere torentjes, de me nigte gotische torentjes op de da ken van de kerken, met hoog daarboven uit de puntige spits van de kathedraal;- de merkwaardige bronzen naald, lelijk, raar en on evenredig, de hoogste ter wereld. Maar recht vooruit, op de ande re oever, verhieven zich de dunne ronde fabriekschoorstenen, zich aan de top verbredend, van de uitgestrekte buitenwijk Saint-Se- ver. Talrijker nog dan de klokke torens verhieven zij tot ver in het landschap hun rijzige bakstenen zuilen en bliezen hun donkere ko- lenadem de blauwe lucht in. En het hoogst van alies, even hoog als de pyramide van Cheops, op een na het hoogste resultaat van menselijke inspanning en haast gelijk aan de trotse spits van de kathedraal, stond daar de grote stoompomp van de Foudre, als de koningin van ai die rokende fabrie ken, zoals de toren de koning was van de menigte spitse gewijde monumenten Achter de industriewijk strekte zich een sparrebos uit en de Seine zette, na tussen beide stadswijken Vervo.gt te zijn doorgestroomci. de tocht voort langs het golvend oplopende terrein, dat in de hoogte met bos begroeid was en hier en daar het skeieï van blak gesteente toonde, en verdween tenslotte aan de ein der, na nog een wijde ronde boog te hebben beschreven. Vaartuigen voeren de rivier op en af, getrok ken door stoombootje die niet gro ter dan viiegen leken en dikke rookwolken uitbraakten. Op het water verhieven zich de eilandjes in een lange reeks, soms onder broken door grotere tussenruimten als de onregelmatig aangeregen kralen van een levende rozenkrans De koetsier van het rijtuig wachtte tot zijn passagiers naar hartelust hun bewondering hadden uitgeleefd. Hij wist uit ervaring, hoe lang de bewondering bij de onderscheiden soorten toeristen duurde. Maar hij was nog niet wegge reden of Duroy zag enkele honder den meters voor hen uit twee oude mensen, die hun tegemoet'iepen Hij sprong het rijtuig uit en riep, «Daar zijn ze! Ik ken ze nog goed». Twee mensen van het platteland een man en een vrouw, die met ongelijke stappen naast elkaar lie pen en elkaar soms met de schou ders aanstieten. De man was klein gedrongen, verweerd en had een vooruitstekende buik, maar hij was krachtig ondanks zijn leeftijd. De vrouw was lang en dor, gebogen en somber, een echte plattelands vrouw die al sedert haar kinder jaren heeft moeten werken en ei genlijk nooit gelachen heeft, ter wijl haar man zat te zwetsen en „te drinken met de klanten, Madeleine was ook uit het rij tuig gestapt en terwijl zij dis twee povere wezens in het oog kreeg kromp haar hart ineen van een verdriet, dat zij niet had voo-- zien. Zij herkenden hun zoon, die deftige meneer, met eens en zij zouden nooit hebben geraden dat die knappe vrouw in haar lichte japon hun schoondochter was. Vlug en zonder te spreken lie pen zij hun kind tegemoet, zonder op die twee stadsmensen te letten, die door een rijtuig werden ge volgd Zij liepen hen voorbij. Georges riep lachend, «Hé papa Duroy!» Plotseling bleven zij beiden staan, aanvankelijk aan de grond genageld, daarna stomverbaasd. De oude vrouw kwam het eerst tot zichzelf en stotterde, zonder een voet te verzetten, «Ben je het, zoon?» De jongeman antwoordde. «Natuurlijk ben ik het, mama Duroy!» Hij ging naar haar toe en zoende haar ais volwassen zoon op beide wangen. Vervolgens drukte hij zijn voorhoofd tegen dat van zijn vader, die er zijn pet voor afgenomen had, een pet zo als men die te Rouaan droeg, een hoge zwarte zijden pet; veekopers liepen ermee. Georges stelde voor «Dit is mijn vrouw». De twee oude men sen keken Madeleine aan. Zij na men haar op als een verschijnsel dat zij niet kenden, in een vage angst, vermengd met een soort waardering bij de vader een af gunstige vijandschap bij de moe der. De vader, die een opgewekte aard had, vrolijker nog geworden door de zoete cider en de alcohol, verstoutte zich en vroeg, met een ondeugende blik in zijn ogen, «Zal ik haar dan maar een zoen geven?» Nadruk verboden

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1972 | | pagina 10