REVOLUTIE Periodiek verschijnsel
Keizerlijk plein
DE BENDE VAN
JAN DE LICHTE
LOUIS PAUL BOON
4
Het zou in de bedoeling van Aalsterse Openbare Werken liggen
het Keizerlijk Piein terug in zijn oorspronkelijke staat te herstellen
m.a.w. nieuwe boomaanplantingen aan te brengen en meteen het
parkeren van auto's tussen de bomen te verbieden.
Een en ander zal evenwel pas kunnen uitgevoerd worden zodra
de nieuwe feesthal met parkeerruimte zou klaar zijn.
KET H.CMM. EN DE ACTUELE PROBLEMEN
DER 1ELFSTANDSGEN
De Raad van Afgevaardigden van het Nationaal Christelijk Midden-
standsverbond heeft een uitvoerige bespreking gewijd aan de actuele
middenstandsproblemen.
De Raad sprak zijn tevredenheid uit over de goedkeuring in de
Senaatscommissie van Middenstand der eerste artikelen van het
wetsvoorstel Akkermans tot invoering van de verplichte avondsluiting
te 20 u. in de handel.
In verband met de sociale programmatie voor de zelfstandigen is
het N.C.M.V. van mening dat de versnelde opvoering van de pen
sioenbedragen moet gepaard gaan met de afbouw van het onderzoek
naar de bestaansmiddelen dat tegen het einde van deze legislatuur
volledig moet zijn afgeschaft.
Het N.C.M.V. bevestigt zijn verzet tegen de voorgenomen afschaf
fing van de aftrekbaarheid der B.T.W. op auto's voor beroepsgebruik
Het dringt erop aan dat de k.m.o. zouden ontslagen worden van
de ingewikkelde verplichtingen voorzien in het prijsbesluit Cools. Het
spreekt de wens uit dat de vereiste financiële middelen voor het
stimuleren van de beroepsopleiding en voor de economische relance
de k.m.o. in staat zouden stellen effectief bij te dragen tot de
groei van de tewerkstelling en van de algemene welvaart.
Het eist ten slotte de integrale toepassing van de wet op de han
delspraktijken en een evenwichtige politiek van ruimtelijke ordening
die o.m. ook de stadskernhernieuwing bevordert.
VERVOLGT 35 NADRUK VERBODEN
Eerst is het slechts een oude
vrouw, die daar langs de weg wat
uitrust. Of het is een kind dat aan
de boskant braambessen trekt.
Wat later is het een sukkelaar zon
der benen, zittend onder een hoog-
opgerichte kruislieveheer, die om
een aalmoes bedelt en vraagt
«Allen voor ene?» En dan, dichter
bij, ontmoet ge op het onver
wachts een schooier of een land
loper. En hoe meer we de kroeg
naderen, hoe weerbarstiger de
schildwachten worden.
Midden in de puinen, achter een
omgestampte muur verborgen, is
sen smal gat waar de nieuwge-
metste trap ons diep onder de
grond brengt. Ja, het is dezelfde
Kelder waar Beth indertijd tever
geefs haar goudstukken zocht.
Naast de enkele bekenden, zien
we weer een ganse drom van nieu
welingen... een krioelen van steeds
andere schurftige en opstandige
wezens, waaronder we slechts de
familie Meulebroeck vermelden.
Want het is waarlijk te veel,
het zou een boek moeten worden
over de massa, over het ganse
hongerende Vlaanderen, waarin het
onmogelijk wordt allen bij naam
te vermelden, of hunne daden te
beschrijven.
Zie, daar hebt ge een vrouw die
blond en vlezig is, en met een stug
gelaat voor zich zit uit te staren.
Schande over ons hoofd, waarde
lezer, dat wij het nog niet nodig
hebben geoordeeld, een woord te
zeggen over de vrouw van Jan de
Lichte zelf. Tineke, Pier Putte en
Jef Ie Houcke noemen haar spot
tend «Mie Gendarme». Dit ge
beurt echter maar achter hoek of
kant, en fluisterend dan nog, want
in werkelijkheid vrezen zij haar...
Ja, zij haten haar nog meer dan
zij Jan de Lichte reeds haten.
Bloeiend gelijk een roos, gelijk
een zonnebloem, is zij in wezen
typisch Vlaams: arm maar proper.
Zij wordt woedend als iemand van
de bende onder haar ogen komt
met een gescheurde kazak, en zij
grijpt haar houten kloef als ze ver
neemt dat de een of andere wat
gestolen heeft, en de helft daar
van niet aan de bende heeft gege
ven.
En naast haar zit Michel Embo
de geheimschrijver van de bende,
de man die al het gestolen geld
en goed ontvangt er de merken
afscheurt en onkennelijk maakt, en
het dan weer verstuurt naar de
vier hoeken van het land. Een ge
weldige taak, want uit alle delen
van het land komen ketellappers
en liedjeszangers, kinderen en
oude vrouwen tot hem.. Het is een
ononderbroken stroom, een stoet
een optocht, belast en beladen
met pakken en zakken, met lijn
waad en lakense stoffen, met kant
en kerksieraden. Het komt alles
toe bij deze Embo, die het weegt
en keurt en er klinkende munt van
maakt.
En hoort, terwijl hij daarvan
Revoluties zijn in de wereldge
schiedenis een periodiek verschijn
sel. Ze plegen op te treden, als de
problemen van de samenleving
zich sterk opeen hopen en dege
nen, die geroepen zijn om ze op
te lossen, hopeloos in gebreke
blijven. De grote Franse revolutie
kon men zien aankomen. De mis
standen in het vóórrevolutionaire
Frankrijk waren ondragelijk en de
machteloosheid van de regerende
klasse wordt het meest treffend
gekenschetst door het bekende
woord van de voorlaatste koning
Lodewijk «après nous Ie déluge»,
na ons de zondvloed. De koning
en de zijnen zagen het aankomen.
Ze waren te machteloos, te egois-
tisch om de problemen aan te pak
ken. En het gevolg was, dat ze
hun kinderen de guillotine nalieten.
In Rusland ging het niet anders.
Het tsarenrijk had een ontzaglijk
rijke grootvorstenstand, gesteund
door een eveneens ontzaglijk rijke
kerk. De massa klaagde tever
geefs. In 1917 barstte de bom. De
grootvorsten en hun erfgenamen
werden tegelijk met al hun erf-
rechten vermoord en de massa
nam de rijkdom in beslag. Het is
thans ruim een halve eeuw gele
den. De historie heeft nog meer
voorbeelden, de twee genoemde
zijn ons het beste bekend.
WIE HAD DE SCHULD
De geschiedenis heeft gespro
ken en schrijft de schuld aan de
verslag geeft, horen we gemom
pel, Het komt daar weer uit de
groep van Tineke. En almeteens,
met zijn schrale stem, vraagt Pier
Putte waarom zijn deel zo klein
was. «Waarom is dat deel van ons
van mij en van Le Houcke en ook
van Cies Tineke, in evenredigheid
met dat der anderen zo klein? We
hebben ingebroken bij die schip
per, bij de pastoor van Sonneghem
te Ninove, en we kunnen ons met
dat deel niet eens een stuk in
onze kraag drinken
En ja, hier en daar werpt er ie
mand een verontwaardigde blik
naar hun hoek, maar over het al
gemeen is er een stilzwijgen. En
wie zwijgt, stemt toe, zegt het
spreekwoord. Het is inderdaad
waarheid dat zij, ondanks hun
stoutmoedigste inbraken, ondanks
dat goud der Franse soldaten, en
de buit der kastelen, nog steeds
geen onbezorgd leven kunnen lei
den. En Tineke voegt er zelfs in
zelfspot aan toe, dat hij gisteren
nogmaals een slaapmuts heeft
moeten stelen
«Maar als ik vroeger een slaap
muts had gestolen, dan was die
voor mij alleen. Terwijl ik ze nu
aan Michel Embo moet geven, die
aan deze revoluties voorafgaande
regeringen en hun aanhang toe
MAAR HIELP HET
De revolutionaire kreet was al
les gelijk op delen en daarmee
een echte broederschap stichten.
Een mooi ideaal. Mirabeau riep in
de revolutiedagen van Frankrijk
«Verbrijzelt het gouden kalf van
het kapitalisme geheel en laat ons
de stukken delen! Jawel, maar het
eerste is makkelijker dan het laat
ste. Want het samen gelijk op de
len werd in geen van beide revo
luties bereikt. Het kan niet en
wel, omdat de mensen niet gelijk
zijn en ook niet gelijk gemaakt
kunnen worden. Chili ervaart het
heden. Als de revolutie haar te
genstanders vermoordt en hun ei
gendommen steelt, moet ze daar
na het roer grijpen van het schip
van staat, doch mist de mensen,
die de nodige stuurmanskunst be
zitten en het loopt alles mis. Het
einde van de Franse revolutie was
niet vrijheid, gelijkheid en broe
derschap, doch onvrijheid, onge
lijkheid en hernieuwing van de ou
de strijd tussen groot en klein. In
Rusland heeft het bolsjewisme het
proces herhaald en ook na ruim
een halve eeuw tippen de arbei
ders in Rusland niet aan de wel
vaart van het westen en is er al
evenmin gelijkheid. De zondvloed
moordt en verwoest en de nieuw-
ze doorgeeft aan een oud manne
ke».
«Ook dat oud manneke behoort
tot de bende!» roep de vrouw van
Lieven Faviel.
«Zeker, iedereen behoort tot de
bende!» zegt Tineke... «Gans
Vlaanderen en het land van Aelst
behoort tot de bende. En als er
een kasteelke wordt geplunderd,
dan moet de buit uitgedeeld wor
den aan dertigduizend bedelaars,
die allen komen toestromen om te
zeggen dat zij van de bende zijn.
Maar wat heb ik, Tineke, daarmee
te maken? Ik ben geen bestuurder
van een armenhuis!»
En nogmaals ging de strijd ont
branden tussen de groep van Tin
eke enerzijds, en de garde ander
zijds. Maar almeteens, hoe het
kwam weet zelfs nu nog niemand,
was er alarm. Van ginder ver, op
de grote weg naar Geeraerdsber-
ghen, weerklinkt de schrille kreet
van de opgeschrikte nachtvogel,
en even ondertussen ook aan de
andere kant, aan de juist tegen
overgestelde weg naar Wetteren,
weerklinkt die kreet. En de een
zame schildwachten, zittend aan
de voet van een stenen kruis, hur-
opbouw vordert vele geslachten,
die dan allengs opnieuw voor de
oude misstanden komen te staan
KOMEN WE ER NOOIT UIT
Och jawel, we kunnen er steeds
uitkomen. Revoluties zijn de boze
zweren als de evolutie ongezond
heid kweekt. Het is de taak van
de verantwoordelijke klassen van
de maatschappij om eensgezind,
eerlijk, krachtig en zelfverlooche
nend de bestaande problemen
naar recht en gerechtigheid op te
lossen. Indien ieder echter de
zwarte piet aan een ander toe
schuift, die op zijn beurt hetzelfde
doet, dan graven beiden elkanders
graf. We leven in een moeilijke
tijd, maar we komen er niet goed
doorheen, indien we onmogelijke
eisen stellen en het offer uitslui
tend van de anderen 'vragen. De
loon- en prijsspiraal breekt niet,
als niemand eruit wil. De inflatie
«matigen» is een woord van zwak
heid, waar men eigenlijk moest
zeggen ophouden ermee, doch dit
niet aandurft en dan van matiging-
moderatie spreekt, die voor het
probleem zelf moorderatie bete
kent. We moeten de moed hebben
om de dingen echt aan te pakken
en dan doet men de gemeenschap
de beste dienst en voorkomt ook
de revolutie die alleen uitbarsi als
de verantwoordelijken te zwak zijn.
en slechts handelen in de geest
van de voorlaatste Franse Lode
wijk.
kend aan een doornen heg of ver
doken in struikgewas, horen het
zwak tot hen doordringen en geven
het sein steeds verder door, steeds
dichter naar de kelder toe, gelijk
een strop dat men toehaalt.
Wat gebeurt er, dat er van twee
kanten gelijk gevaar dreigt? Er
moet van ginder ver een gewapen
de macht zijn komen aanrukken,
die zich misschien gesplitst heeft
om Velsiecke te kunnen omsinge
len en het nest van dat goddeloos
gebroed te overvallen. Maar dat
het dan juist deze nacht gebeurt.,
als er onder het puin van Tjeef de
Lichte's kroeg een vergadering is
dat heeft men niet zomaar kunnen
ruiken. Hier moet verraad in het
spel zijn!
«Verraad!» weerklinkt het in de
kelder, als men steeds dichterbij,
en steeds schriller, de opgeschrik
te nachtvogel hoort. Een enkel
ogenblik stonden allen precies aan
de grond genageld... voor een
korte wijl staarde men elkander
aan, stom en dwaas, maar de
stond daarna springen allen tege
lijk voorwaarts. Het is echter jam
mer dat er slechts één uitgang is,
dat smalle gat ginder boven de
stenen trap. En allen tegelijk wil
len zij erheen, rennend en drin
gend en stampend. Er wordt ge
schopt er wordt gekrabd en gebe
ten.
Hoelang gaat het nog duren dat
een vrouw het hoofd verliest om
zich met de haarspelden in de
hand een vreselijke uitweg te ba
nen? Of dat er plots een lafhartig
wordende man, in de strijd om
zelfbehoud, zich tussen kinderen
en weerlozen met zijn mes een uit
weg hakt