BEL-AMI
kroniek
Guy de mmshbum
to
PLEASE SIR
maandag 19 juni te 20u10
Bernard Hedges wil ontslag ne
men als leraar in het schooltje vari
Fenn Street, om nog een jaar aan
de universiteit te gaan studeren.
Alleen heeft hij niet genoeg lef om
directeur Cromwell van zijn beslis
sing op de hoogte te brengen.
De voorzitter van het schoolbe
stuur brengt een onverwacht be
zoek aan de school en is allesbe
halve tevreden met de gang van
zaken daar. Het ziet er naar uit
dat Cromwell ontslagen zal wor
den. Hedges zegt dat hij verant
woordelijk is voor wat er in Fenn
Streeé misloopt. Zodat niet Crom
well maar Hedges ontslagen wordt
3E SPEELVOGELS
zondag 13 juni te 20u25
Danny en Brett moeten weer
eens ondervinden dat een mooie
jongedame helpen soms slechts be
loond wordt. Danny maakte een
afspraakje met Lisa, dochter van
de zeer rijke Zorakin. Zij houdt
echter van Michel, doch haar va
der wil van haar liefde niet weten
Danny besluit haar te helpen.
Doch het lieve kind wordt ont
voerd en nu is vader Zorakin er
van overtuigd dat Danny de ont
voerder is.
BESCHULDIGDE STA OP
maandag 19 juni te 20u35
Een zekere René De Jong, een
jongeman uit Mechelen, verschijnt
voor de korrektionele rechtbank
van Mechelen, beschuldigd van op
lichting... De feiten zouden ge
pleegd zijn op 3 januari 1972
Dit is een aflevering van een
reeks uitzendingen waarin fictieve
processen en gerechtszaken uitge
beeld worden door gelegenheids
acteurs en amateurs.
HET VLIEGTUIG NAAR
LONDEN HEEFT VERTRAGING
dinsdag 20 juni te 20u35
Wanneer het vertrek van het
nuten wordt uitgesteld, -is Josie
wanhopig. Haar echtgenoot Kieron
zal nu intussen wel zijn thuisgeko
men en haar briefje hebben gevon
den. Zij is bang dat hij haar van
het vliegveld zal komen weghalen.
Kieron, een bekwaam zakenman,
is namelijk niet gewend de kous
op de kop te krijgen. Hij gaat
naar het vliegveld en probeert een
scène in het openbaar te vermij
den. Maar Josie is niet van haar
voornemens af te brengen...
IK HAAT MAANDAGEN
woensdag 21 juni te 21uOO
Warschau 's ochtends: de con
cierges maken schoon, de melk
boeren laden verse flessen melk af
voor de winkels, de voorbijgangers
beginnen toe te stromen...
Zo glijden de uren naar de mid
dag, ogenblik waarop de koorts
achtige drukte haar hoogtepunt
heeft bereikt en alles in volle actie
is. Pas tegen -de avond vertraagt
het ritme, wanneer de vermoeide
stedelingen de indrukken van de
dag herkauwen.. Voor de helden
van de film was het een fatale
dag, één van die dagen waarop
alles misloopt.
OP ZOEK NAAR DE BRON
VAN DE NUL
donderdag 22 juni te 20u10
2e tbe! Ontdekking en verraad
1856 Richard Burton en John
Hanning Speke, die in opdracht
van de Britse Royal Geographical
Society op zoek gaan naar de bron
van de Nrjl, komen aan op het el-
land Zanzibar. Van daaruit zal de
eerste grote expeditie naar het
hartje van Afrika vertrekken.
De tocht door de jungle begint,
een tocht vol ontberingen en moei
lijkheden. De dragers muiten.
De mannen bereiken Taborah (in
het huidige Tanzania), waarna ze
naar het Tanganykameer reizen,
ondanks het feit dat ze geruchten
opvangen over een meer noorde
lijk gelegen meer. Burton en Spe
ke slagen er niet in de noordelijke
oever van het Tanganykameer te
bereiken, en kunnen dus niet na
gaan of er daar vanuit het meer
een stroom naar het Noorden
Voor het podium gaven jongelui in
schermkostuum, tenger, met lange
ledematen en gebogen lichaam,
met opgestreken knevels, al een
demonstratie voor de toeschou
wers. Men noemde elkaar namen,
wees meesters en leerlingen aan
temidden van die notabelen van
de schermkunst. Om hen heen
stonden heren in rok te praten,
oud en jong dooreen, die een ze
kere gelijkenis met de jongelui in
schermtenue vertoonden. Ook zij
wilden gezien, herkend en ge
noemd worden. Dat waren de
meesters van de degen in burger.
Vrijwel alle krukken waren be
zet door vrouwen, die een luid ge
ritsel van stoffen en een druk ge
mompel van stemmen veroorzaak
ten. Zij wuifden zich koelte toe als
in de schouwburg, want het was
al benauwend heet in die blader
grot.
Een grappenmaker riep af en
toe «Orangeade, limonade, bier!»
Mevrouw Walter en haar doch
ters vonden hun gereserveerde
plaatsen op de voorste rij. Nadat
Du Roy hen er gebracht had wilde
hij gaan en zei onderdrukt.
«Ik moet u alleen laten; voor
mannen is er geen zitplaats be
schikbaar».
Maar Mevrouw Walter ant
woordde aarzelend,
«Ik zou u liever hier houden. U
zoudt me de schermers kunnen
noemen. Kijk, ais u op de punt
van dat bankje gaat zitten hindert
u niemand».
Zij keek hem met haar grote
vriendelijke ogen aan. Zij drong
aan, «Toe blijf bij ons, meneer...
meneer Bel-ami. We hebben u no
dig».
En hij antwoordde,
«Dat zal ik dan doen... met ge
noegen».
Van alle kanten hoorden zij op
merken: «Wat enig, die kelder; erg
aardig!»
Georges kende dit keldergewelf
maar al te goed! Hij herinnerde
zich de ochtend die hij er doorge
bracht had, de dag voor zijn duel.
Bij de trap klonk de stem van
Jacques Rival We gaan begin
nen, dames».
Zes heren in nauwsluitende kle
dij, die de borstkas voortreffelijk
deed uitkomen, beklommen het po
dium en namen plaats op de zes
stoelen voor de jury.
Hun namen werden gemompeld:
Generaal Raynaldi, voorzitter, een
kleine man met een grote snor, de
schilder Joséphin Roudet, een gro
te kale man met een lange baard,
Matthéo de Ujar, Simon Ramoncel,
Pierre de Carvin, drie jongelui van
goeden huize en Gaspard Merle-
ron, schermmeester.
Aan weerskanten van de kelder
werden bordjes opgehangen. Op 't
rechtse stond: Crèvecoeur, op het
linkse Plumeau.
Het waren twee schermers van
naam, zij het niet van de allereer
ste orde. Zij kwamen op, beiden
mager, in militair houding, met
enigszins stramme gebaren. Nadat
zij als ledepoppen met de wape
nen hadden gegroet, begonnen zij
elkaar aan te vallen, in hun witte
kostuums leken zij clowneske sol
daatjes, die voor de grap met el
kaar vochten.
Nu en dan klonk het woord
«Touche!» En de zes heren van
de jury staken met kennersblik het
hoofd naar voren. Het publiek zag
niets anders dan twee levende ma
rionetten, die druk met de armen
zwaaiden; men begreep er niets
van, maar keek geboeid toe. De
twee figuurtje leken hun overigens
weinig gracieus en zelfs een beetje
belachelijk. Men dacht aan de
houten worstelaars die op nieuw
jaarsdag aan de boulevards te
koop waren.
De eerste schermers werden af
gelost door twee andere, Planton
47
en Carapin, beiden meesters, de
een burger, de ander militair. Plan
ton was erg klein en Carapin was
erg groot. Het leek alsof de eerste
degenstoot die kleine ballon zou
doen leeglopen als een olifant van
goudvlies. Er werd gelachen. Plan
ton sprong druk heen en weer. Ca
rapin bewoog slechts zijn arm en
de rest van zijn lichaam bleef door
zijn dikte in rust. Om de vijf mi
nuten deed hij een uitval met zo
veel moeite en inspanning, dat hij
de meest gewichtige beslissing
van zijn leven leek te nemen. Het
kostte hem daarna de grootste in
spanning zijn lichaam uit de gebo
gen houding op te richten.
De deskundigen noemden zijn
spel evenwel zeer krachtig en ge
sloten. En het goedgelovige pu
bliek juichte hem toe.
Hierna waren Porion en Lapal-
me aan de beurt, een meester en
een amateur, die elkaar verwoed
te lijf gingen, zodat de juryleden
soms met stoelen en al de wijk
moesten nemen. Zij vlogen van de
ene zijde van het podium naar de
andere, de een aanvallend en de
ander terugwijkend met grote
lachwekkende sprongen.
Ook maakten zij kleine achter
waartse sprongetjes, die de dames
deden lachen en grote sprongen
vooruit, die ondanks alles indruk
maakten. Deze aanval in gymnas-
tiekpas werd door een onbekende
toeschouwer gekarakteriseerd met
de kreet «Jullie worden nooit
moe. De tijd is om!» Het publiek
gekwetst door dit gemis aan goe
de smaak, riep «Ssst!» De jury
oordeelde, dat deze schermers blijk
hadden gegeven van veel kracht
en af en toe van weinig slagvaar
digheid. De eerst ronde werd be
sloten met een fraaie ontmoeting
tussen Jacques Rival en de ver
maarde Belgische beroepsscher
mer Lebègue. Rival viel bij de da
mes zeer in de smaak. Het was
een knappe man, goed gebouwd
en lenig en zijn houding was beter
dan die van al zijn voorgangers.
Hij wist in zijn manier van uitval
len en zich in postuur zetten een
zekere gratie te leggen, die aange
naam aandeed en afstak bij het
krachtige maar alledaagser optre
den van zijn tegenstander. «Ken
nelijk een man van stand», werd
er gezegd.
Hij won en er werd voor hem
geklapt.
Maar sedert enkele minuten
had een zonderling rumoer van de
hogere verdieping de toeschou
wers verontrust. Er klonk luid ge
trappel, begeleid door bulderend
gelach. De tweehonderd genodig
den, die in de kelder geen plaats
hadden kunnen vinden, vermaak
ten zich blijkbaar op hun manier.
Op de kleine wenteltrap hadden
een vijftigtal mannen postgevat.
Beneden werd de warmte ondraag
lijk. «Lucht!» werd er geroepen
en «Drinken!» Dezelfde grappen
maker brulde boven het stemmen-
rumoer uit «Orangeade, limonade,
bier!»
Rival kwam met rood hoofd aan
lopen, nog in schermkostuum. «Ik
zal verversingen laten brengen»,
zei hij en rende naar de trap.
Maar elke verbinding met de hoge
re verdieping was afgesneden. Men
had even gemakkelijk de zoldering
kunnen doorboren als een uitweg
vinden door die op de trap opge
hoopte mensen.
Rival schreeuwde: «Geef ijs
voor de dames door!»
Vijftig stemmen herhaalden
«IJs!» Eindelijk kwam er een blad
beneden, maar er stonden slechts
lege glazen op. De verversingen
waren onderweg al genuttigd. Een
krachtige stem riep,
«Het is hier om te stikken! La
ten we opschieten en er een eind
aan maken!»
Een andere stem schreeuwde
«De collecte!» En het publiek her
haalde, hijgend, maar nog opge
wekt. «De collecte... De collec
te...»
Zes dames begonnen zich een
weg te banen tussen de zitplaatsen
en er rinkelde geld in de zakjes
Du Roy noemde mevrouw Walter
namen van vooraanstaande figuren
journalisten van grote kranten, van
oude kranten, die neerzagen op
La Vie Frangaise met een zekere
reserve, geboren uit hun ervaring
Zij hadden al zoveel van die poli-
tiek-financiele bladen te gronde
zien gaan, produkten als het waren
van verdachte combinaties, die de
val van een ministerie niet overleef
den. Er waren ook schilders en
beeldhouwers aanwezig, in het ai-
gemeen wel bewonderaars van de
sport, er was een dichter, lid van
de Academie Frangaise, er waren
twee musiei en heel wat vreemde
adel, aan wier namen Du Roy het
aanhangsel Rast toevoegde (afge
leid van rastaqouère, het geliefde
woord voor de zonderlinge buiten
lander), naar hij zei om de Engel
sen na te doen, die Esq, op hun
kaartjes zetten.
Er riep iemand «Bonjour, waar
de vriend!» Het was graaf De Vau-
drec. Nadat hij zich bij de dames
verontschuldigd had ging Du Roy
hem de hand drukken.
Bij zijn terugkomst verklaarde
hij, «Aardige kerel, die Vaudreo.
Je voelt, dat je met een edelman
te maken hebt».
Mevrouw Walter zei daarop niets
Zij was wat moe en haar borst
ging op en neer bij elke ademtocht
een verschijnsel dat de blik van
Du Roy trok. En af en toe keek de
«vrouw van de baas» hem aan
met een blik die troebel en onze
ker was die op hem rustte en hem
tevens ontvluchtte. Hij dacht, Kijk
eens aan.. Zou ik haar toch inge
palmd hebben
De collectrices kwamen voorbij.
De zakjes waren gevuld met zilver
en goud. Er werd een nieuw bord
je op het podium opgehangen
waarop stond Grote verrassing.
De leden van de jury namen hun
plaatsen weer in. Het publiek
wachtte.
Er verschenen twee vrouwen met
een floret in de hand, gekleed in
donkere maillots en een kort rokje
dat tot halverwege de dijen viel en
een zo bol staand plastron, dat zij
gedwongen waren het hoofd opge
richt te houden. Beiden waren jong
en knap. Zij glimlachten terwijl zij
het publiek begroetten. Er werd
langdurig voor hen geklapt.
Zij gingen in de houding staan
onder hoffelijke bijval en gefluister
de grappen. Een welwillende glim
lach leek op de gezichten van de
juryleden te verstarren en zij be
loonden de stoten met een gemom
peld bravo.
Het publiek had grote waarde
ring voor dit nummer en liet het
de twee schermsters merken, dis
in de mannen begeerten wekten er
bij de vrouwen de aangeboren
smaak van de Parijzenaars deder
ontwaken voor wat een klein beet
je op het kantje is, voor platte
volksgenoegens, voor wat zoge
naamd mooi en sierlijk is, voc-
kroegzangeressen en operettelied
jes.
Telkens als een van de scherm
sters uitliep liep er een rilling van
plezier door het publiek. De vrouw,
die het publiek de rug toekeerde,
een mollige rug, deed monden
openvallen en ogen groot worden:
en het was niet het spel van de
degen waaraan men de meeste
aandacht schonk.
Zij werden met een geestdriftig
applaus beloond.
Vervolgt
Nadruk verboden
vliegtuig naar Londen met 20 mi- loopt...