AaSst
DE BENDE VAN
JAN DE LICHTE
Het besfyyr van Horeca AaSst
stelde zijn
aktivsteitsprogramma op
LOUIS PAUL BOON
Aan de uitnodiging van de Contactgroep Arrondissement Aalst tot
de ledenvergadering van 4 juli 1972 werd andermaal door een
twintigtal leden (ruim de helft) gevolg gegeven.
Na de goedkeuring van het proces-verbaal van de zitting van 13
juni 1972 werd dhr Marcel Lefèbre, uit Schendelbeke gecoöpteerd.
Daarna volgde de bespreking van de streeknota's in verband met
het ontwikkelingsplan van de Werkgroep Vlerick. In deze streek
nota's worden per gemeente en per kanton de opmerkingen op het
ontwikkelingsplan geformuleerd, eveneens de eventuele voorstellen
tot aanvulling van het plan, en verder algemene beschouwingen be
treffende het ganse plan.
Het uitgebreid dossier over de streeknota's, zoals het nu reeds
voorhanden is zal tijdens de vacantiemaanden ter informatie toege
stuurd worden aan de gemeenten die nog niet geantwoord hebben.
De binnenkomende gegevens zullen verwerkt worden door het redac
tiecomité dat door de vergadering werd aangesteld en dat bestaat
uit de heren Waltniel, Legroe en Vermang.
Tegen begin september 1972 zal de tekst klaar zijn van het coor-
dinatiewerk over de streeknota's die zal verdedigd worden bij de
bevoegde ministeriële instanties.
Betreffende het uitwerken van een grondiger en meer sociolo
gische en economische studie betreffende onze streek heeft de Con
tactgroep van Staatssecretaris L. Dhoore een brief ontvangen, waar
in hij voorstelt om via EROV een studie-ontwerp op te stellen en in
te dienen op het ogenblik dat de pendelgegevens van de volkstelling
van 1971 ter beschikking zullen zijn.
Vanwege het Instituut voor de Statistiek werd vernomen dat de
pendelgegevens voor 1971 pas in het begin van volgend jaar zullen
bekendgemaakt worden. Niettemin wordt aan EROV gevraagd nu al
een project van studie op te maken en aan de Contactgroep toe te
sturen, die in het najaar met verschillende instanties het ontwerp
zal bespreken, vooral voor wat de optiek van de studie betreft. Waar
bij in het bijzonder rekening zal moeten gehouden worden met de
opmerkingen die gemaakt werden betreffende het ontwikkelingsplan.
Op een bestuursvergadering
van de Regionale Afdeling Horeca
mocht voorzitter Permentier ver
schillende bestuursleden begroe
ten, alsmede de heren Van Dorpe
en De Groote, respectievelijk Di-
rekteur en Adjunkt-Direkteur van
het Algemeen Middenstandsver-
bond.
De vergadering hoorde voor
eerst een verslag over de voorbije
aktiviteiten en de heer Van Dorpe
door wie thans het Sekretariaat
van Horeca wordt waargenomen,
belichte vooreerst de ledentoe
stand en gaf daarna een overzicht
van de financiële resultaten van de
vereniging. Het is zeer bevredi
gend vast te stellen, dat de vereni
ging in het Gewest Aalst over een
groot aantal aangeslotenen be
schikt en het Bestuur zal zich in
zetten, samen met net Sekreta
riaat, om het huidige ledenaantal
nog op te voeren.
Uit de bespreking van het akti-
viteitsprogramma voor de komen-
de wintermaanden werden volgen
de punten weerhouden: in de eer
ste helft van de maand oktober
1972 zal een algemene ledenver
gadering worden gehouden, waar
op de aktualiteitsproblemen van
de Horeca-sektor zullen worden
behandeld o.m. de B.T.W. en fis-
kale moeilijkheden, de wederin-
schrijving in het Handelsregister,
beroepskrediet, sociaal statuut der
zelfstandigen. Bovendien zal een
onderzoek worden ingesteld om de
kursus «Erkend en Gediplomeerd
Drankslijter» opnieuw te laten
doorgaan.
Het bestuur van de Regionale
Afdeling Horeca Aalst spant zich
werkelijk in ter behartiging van
de algemene en beroepsbelangen
van haar leden en durft dan ook
fekenen op de medewerking van
haar aangesloten leden inzake elk
initiatief, dat zij in de toekomst
zullen nemen.
K.A.J. J.K.A.J.
MIJLBEEK AALST
Op 28 juni kwam de leiding en
en paar leden samen om een zo-
merprogramma op te stellen. Zie
hier wat het geworden is
woensdag 12 juli te 14 uur
Volleybalmatch tussen de KAJ
informatie en gespreksgroep van
H. Hart.
Zaterdag 22 en zondag 23 juli
weekend KAJ Mijlbeek met be
zinning, ontspanning en ook veel
plezier.
Woensdag 26 juii te 20 u
in het KAJ lokaal gespreksavond
«Contra of pro het bezoek van
16 jarigen aan dancings»
Dinsdag 15 augustus
wandelrally - prijsuitreiking -
ontspanningsavond. Meer nieuws
volgt maar houdt deze dag al vrij
Woensdag 30 augustus te 20 u
in het KAJ lokaal gespreksavond
met als thema «Verhouding Ar
beiders-patroon»
De instuif is verder open op
zaterdag van 14 tot 17 u en van
19 tot 22 u.
Elke zondagnamiddag geleide
ontspanning van 14 tot 17 u en
van 19 tot 22 u vrije ontspanning.
VERVOLGT 41 NADRUK VERBODEN
Men geeft hem, na enkele da
gen van hongeren, te overdadig
gepekeld voedsel. En als hij dan
bezwijken gaat van dorst, zijn tong
dik opgezwollen ligt en de keel
dichtgesnoerd is geraakt, dan komt
men met het frisse water. Een
kroes wordt hem uitgestoken, en
als hij de bevende handen ernaar
uitstrekt, giet men haar vlak voor
zijn dorstige mond uit.
«Beken, en ge zult te drinken krij
gen!»
«Ik ben een vlaskoopman, en
begrijp niet waarom men mij aan
gehouden heeft», stamelt hij met
dikke tong. Zij verdwijnen met het
water. En hij blijft liggen, sterven
de van dorst.
En weer luistert hij naar een
moeilijke stap op de arduinen tre
den, en hoopt en bidt hij om de
komst van die medelijdenvoelende
manke. Maar weer zijn het de
beulsknechten die hem komen ha
len, die hem op de pijnbank vast
snoeren, hem de duimen en de vin
geren pletten.
En grijnzend vertellen zij hem
hoe haast de ganse bende is aan
gehouden, en hoe allen, hebben
bekend dat hij hun aanvoerder is
«Beken en we zullen u gerust la
ten!»
En hij schudt traag en triestig
het hoofd, en ontkent deze., te zijn
voor wie men hem houdt.
Ik ben een vlaskoopman, en was
wat verlaat toen men mij plots op
mijn weg naar Audenaerde aan
hield».
«Maar ge zijt toch te Velsiecke
geboren?»
«Neen, ik ben niet te Velsiecke
geboren!» ontkent deze arme en
gepijnigde man, al wat men hem
in de schoenen schuift.
«Maar ge zijt toch ergens ge
boren!»
En met het zweet van angsten
en van pijnen over het vermagerde
gelaat, en toch nog verder de iet
wat achterlijke vlaskoopman spe
lend, komedie spelend, tot in het
aanschijn van de wrede dood, ont
kent hij zelfs dat.
«Neen, ik ben niet ergens ge
boren!» ontkent die dappere door
pijn en kwellingen flauwvallende
man.
En dan, eindelijk is het toch
eens de stap van dé mankende ci
pier. De man die hem verdoken
weg wat lelieblaadjes meebrengt,
gedrenkt in olie. om over zijn inge
vreten brandwonden te leggen. Al
te kortstondig zijn echter deze
schaarse ogenblikken, waarin hij
de smalle troost van wat mense
lijkheid ontvangt. Zijn rechters en
beulen jakkeren hem immer verder
af. Men brengt getuigen aan.
Haast flauwvallend, wankelend
op zijn benen, de haren wanorde
lijk in het holgeworden gelaat, met
brandwonden overdekt, met zwe
rende littekens bezaaid... zo
brengt men hem voor dat tweetal
van een notaris Woese, en de jon
ker met zijn hazelip.
«Herkent gij in deze man de
genaamde Jan de Lichte?»
En notaris Woese knikt heftig
van ja, en de jonker stoot brokke
lige en stuntelige klanken tussen
zijn hazelip door «het is deze
man die ons in de postkoets over
vallen heeft, en van onze papieren
beroofd... het is de monnik die
mij een vlammende toorts in het
gelaat heeft geduwd... het is de
bandiet die mij een schop gaf op
een onnoembare plaats».
En Jan de Lichte, wankelend,
moe en uitgeput, vraagt of de jon
ker zou kunnen omschrijven waar
en wanneer hij die schop zou ont
vangen hebben.
De jonker tracht zicfi te herin
neren.
«Het was, geloof ik, in de post
koets».
«Neen, het was in het kasteel
van baron de Creyl», onderbreekt
hem notaris Woese.
«In de postkoets was het eigen
lijk een vrouw die ons schopte!»
meent de jonker zich te herinneren.
«Neen» zegt Notaris Woese...
«Het was in het kasteel van baron
de Creyl, en het was De Creyl zelf
die een schop heeft gekregen». Zo
staan ze daar, en spreken ze el
kander tegen, en is hun getuigenis
niet veel waard.
Maar de man, die men voor Jan
de Lichte aanziet, en waarvan men
heest zeker is dat hij vandaag of
morgen bekennen zal, bekennen
moet... die man wordt terug naar
zijn hol overgebracht.
Gebroken, sidderend over al zijn
leden, hangt hij daar in de ijzers
geklonken. Alleen maar wat te kun
nen slapen, meer verlangt hij niet.
En zö hoopt en bidt hij, opdat de
cipier zou komen. Die zeldzame
mens, mankend tussen een bende
van verscheurende wolven. Met een
hand, die trilt en krachteloos is
geworden, tracht Jan de Lichte
een knoop van zijn kazak te ruk
ken. Maar zelfs hierin slaagt hij
niet meer, en moet hij de hulp van
de cipier inroepen.
«Ik schenk u deze knoop als
aandenken!» zegt hij. En ondanks
de verwondingen over zijn ganse
lichaam, ondanks zijn gestriemde
gelaat en de opgezwollen en ge- 1
kloven lippen, moet hij glimlachen
een pijnaandoende en onwenni
ge glimlach om het verbaasde
gelaat dat hem aanstaart.
«Ontdoe die knoop van het la
ken!» zegt hij.
En de cipier keert nog dezelfde
dag terug met het gevraagde. Hij
helpt en troost zoveel hij kan deze
onschuldige, deze bij vergissing
aangehouden vlaskoopman. En een
ogenblik zich zelf vergetend, zou
Jan de Lichte geneigd zijn om ook
deze man te overhalen deel uit te
maken van de bende. Maar ten
slotte bezint hij zich, want ook
deze biecht zou een nieuwe en
nog geraffineerder valstrik kunnen
zijn. Hij zwijgt, en neemt het poe
der der bohemers.
En de knoop, ontdaan van de la
kense stof, blijkt een goudstuk te
zijn.
«Hier, nog een knoop van mijn
kazak, nog een en nog een!»
Hij vraagt om een zekere vriend
van hem op te zoeken, in de kroeg
aan de werf.
«Geef hem dat briefje. Het zijn
weliswaar slechts krabbels, maar
de jongen begrijpt geen andere
geschreven tekst. Het is maar om
mijn familie te verwittigen, dat zij
deze gerechtelijke dwaling zouden
oplossen».
De cipier geeft het rare epistel
in de kroeg aan de werf af. Jan
de Lichte vraagt erin dat men de
bohemers opzoeken zou, die een
zalf moeten gereedmaken welke
zijn wonden helen zullen, en die
een poeder moeten samenstellen
dat hem gevoelloos maakt en een
verkwikkende slaap kan brengen.