Qli a 1st bezochten uw zaken het appartement waarvan u droomt... «Het was stikkend heet en de dochter uit ,,'t Kfeyn Gendt" schonk de keizer 'n pot schuimend Leuvensch bier» ssssss-"".-5 investering in reeds verhuurde appartementen' met opbrengst 7% huurkontrakt 3-6-9 geindexeerd onroerende voorheffing ten laste van de huurder eveneens appartementen en burelen winkels beschikbaar gelijkvloers handelsgalerij J ;r- g£c'-:>A.^ - 2 r.EEN OUDE GESCHIEDENIS VERTELD DOOR PETRUS VAN NUFFEL» BKR' R. Terlinden, meier onzer stad, kreeg in den loop van 1810, ten zijnent, het bezoek van Petrus Ely, uit de Goudblomme, die ach ter de Ker, op de Kroonmarkt, af spanning te voet en te peerd hield Ely voerde de diligentie van Aalst op Gent en had dien dag, uit de ze laatste stad, vanwege den pre- fekt, een verzegelden omslag mee gebracht. Het missief bevatte de tijding, dat Napoleon 1 en zijn gemalin Maria-Louisa, op 17 mei 1810, van Brussel, door Aalst zou den komen, om zich naar Gent te begeven. Haastig vergaderden de stede lijke overheden om, zoals zij het noemden «in deeze zoo dringende als buytengewoone circonstancie» de noodige maatregelen te nemen De Aalstenaars kregen aanzoek «hunnen byganck te doen ruymen van steengruys ofte andere vuylig- heyt'i; de onderprefekt had zelfs bevolen de faire déblayer la route dans les faubourgs, en faisant en- lever les pierres, bois et arbres, qui se trouvent sur les bords, en de Zeebergbrug, die in slechten staat verkeerde, te doen herstel len. De hooge ambtenaar kwam ter plaatse zien of zijn geboden naar de letter werden uitgevoerd en stelde met genoegen vast, dat het College der Paters Jesuieten, in de Pontstraat, flink opgeknapt en zuinig gewit was. II serait bon, zegde hij, que les habitants en fissent autant et que du moins ceux-ci, s'ils ne Ie font pas, ornassent leurs maisons de tapis ou de verdures. (Brief nr 27819, 3 mei 1810, Stads archief). Eindelijk had de meier den hier- navolgenden brief aan de inwoners gezonden «Mynheer Ik ontvange zoo aenstonts de uytdrukkelykste beveelen van we gen Mynheer den Prefeet van dit Departement, ten effecte van in gereetheyt, te hauden een getal peirden, omme te doen den dienst van K.K. en K.K. M.M., als wan neer zy door deeze stad zullen passeeren. Ten dien eyde requirere ik U-L, van als nu 't mynder dispo sitie te hauden den nomber van (-) peirden met (-) knegten ofte conducteurs de gemelde peirden moeten voorzien zyn van hunne toornen en de harnaien, alsmede lange strengen omme seffens te konnen worden ingespannen. Ik voorkome U-L. dat, op het eerste order het welke u zal ge- geeven worden, dezelve knegten ofte conducteurs met de gemelde peirden, harnaaien, toornen ende strengen, hun zullen moeten laeten vinden aen de kerke van de ge- wezene Carmeliten binnen deeze stad, om aldaer seffent te konnen ingespannen worden ende voorts te ryden tot aan de Posterye van Kwaet Regt, van waer zy zullen weerkeren nae Aelst, ende hun nen dienst zal cesséeren. »Er zal, van den moment dat de peirden zullen zyn verzamelt, door de administratie der posten be- taelt worden tot dry francs daegs voor eiken man ende peird, ende daer-en-boven den prys van de coursen, die zal betaelt worden voor den dienst van hunne Majes- teyten, ten advenante van twee francs voor ieder peird, ende dry francs voor eiken postillon par post. ii Ik vleye my, Mynheer, dat in deeze zoo dringende als buyten gewoone circonstantie, gy niet zult blyven in gebreke, van zoo haest gy by naeder orde tot dies door my zult worden aenzogt, sef fens de peirden, verzelt met kneg ten, in staet van die te voeren, te doen bewéegen aen de vooren be roepen Carmeliten kerke, ten eyn de van seffens in dienst te wor den gestelt; U.-L. voorkomende dat ik Uw persoonlijk verantwoor delijk maeke van allen ondienst en dat bovendien uwe peirden met de militaire magt zullen worden geprest, ende gy voorts zult wor den vervolgt als wygerig aen den dienst van H.H. K.K. M.M. «Hebbe d'eere U.-L.- te groe ten. R. Terlinden» Bij de Brusschepoort, aan den inkom der stad, werd eene ark of zegeboog opgericht. Het was een meesterstuk van snij- en schilder werk, hetwelk niet minder dan 1.328 frank en 44 centimen kostte De Brusselaer A. van Cutsem be hing het gevaarte met rood flu weel, gouden klokken en frinjes P. Cammaert (ik meen dat zulks de kerkbaljuw was) leverde de tapijten, Willem van Buscum, be stuurder der Teekenschool, een zeer terecht geprezen kunstenaar had zich met het beeld- en timmer werk gelast; de Italianen Servan- doni en Gerardi schilderden voor de ark een bas-relief. Italianen?... Zeker. Ziet men nog dagelijks niet. dat het Italianen zijn, die hier de vloeren in mosaik leggen?... Zoo waren het ten jare 1888, de ge broeders Pellarini, die de grot van Mijlbeek oprichtten; en Pi Gisoli, Paliardi en Bazi, die regelmatig het inwendige der Sint-Maartens kerk kwamen witten; en als Italia nen, die ter stede poortersrecht verkregen, waren lang gekend Tou- riani, de Medicis, Berlo en den zangmeester Huberti. Het is aan deze omstandigheid te wijten, stammelingen nalieten, die name lijk op de Zoutstraatpoort woon achtig zijn: de Gerardi's de Itia- no's en de Philippo's. Uit den Spaanschen Tijd bleven hier met terwoon gevestigd de familien d'Alveda, Cairo, de Castaneda, Rodriguez, don Louis de Valdes, e.m.a. Uit de Fransche Omwenteling bleven hier, o.m. Du Tillieux, die de eerste nummers op de huizen schilderde; en Cavignas, de zwer ver-glazenmaker, knecht bij Heintje Vermeiren. Naast den triomfboog was door Lefebvre en Seps eene tent opge timmerd, die 426 frank had ge kost. De straatversiering geschiedde onder het toezicht van de bouw meesters F. Roucel en J.-B. Teir- linck. Deze moet alleszins prach tig geweest zijn gemerkt de voor dien tijd belangrijke sommen er aan besteed. De gevels der huizen verdwenen «onder groene blaede- ren, boomtakken ende tapijten». De Pontstraat en de Nieuwstraat waar de stoet moest voorbij ko men, waren met wit-zand bestrooid en op de Markt aan den Vetzak, hing een reusachtig banderol, met de woorden «Woest Welkom!»; twee rijen sparreboompjes, ver- eenigd met bloemenkransen, ston den geplant van aan de Pont straatpoort tot aan den Gentschen- steenwea, zijde op eene lengte van tweehonderd roeden oude Aal- tersche maat. De boekdrukker J.J. Dücaju was. gelast met «Ie dessin et (execution des Eloges». Dien merkwaardigen dag van 17 Mei 1810 was de onderperfekt de Vos te gast bij den meier. Don derend kondigde het geschut de komst van den Keizer aan, want de Aalstenaars hadden bij hunne drie kleine kanons,: dat zij bezaten te Gent, «artillerie» geleend. Ah!Daar verschenen Hunne Majesteiten, gezeten in een gou den koets, door witte paarden ge trokken en omstuwd van roode la keien en veelsoortige soldaten, die schakos droegen zoo hoog als bo- tertobbens, Aan de Zeebergbrug stonden de schoolkinderen van Mijlbeek, met hun onderwijzer An- toon de Keghel en die zongen een fraai koor «Hang hem op, hang hem op... de lauwerkrans te zijner eer!» Drie muziekkorpsen, een uit Hamme. een uit Lokeren en een van Dendermonde luisterden' den stoet op. Ter Groote Markt geko men, huppelde het vroolijk klok kenspel van den 62-jarigen Corne lls Schepers. Stapvoets geraakte men aan het Kleyn Gendt. Hier was eene estrade getimmerd, waarop de schoolmeester Arjaan Corael aan den Vorst de heilwen shen van gansch de Aalstersche bevolking stuurde. De Historie zegt niets over 's mans redevoe ring, doch. wij weten, dat die on derwijzer, vooraleer in bediening te treden, gedurende vier maan den te Brussel op school was ge weest «bij eenen fameusen mees ter om zig in de schrijfkonste te perfectionneeren». Maar 't was stikkend-heet. En waaraan niemand had gedacht, dat kwam in 't brein van de hos pes uit 't Kleyn Gendt zijn dochter bracht den Keizer een pot schuimend Leuvensch bier, dien Z.M. met alletwee zijn handen vastnam en aan den mond zette C'est du vin, mompelde hij. En aan den barrière zongen de besembinders, de stoelvechters en de trapers uit den Heeten Oven. den Mosselgang, de Duivekeet en de Sint Jobssteeg hun liezen los Leve de Keizer! En voort toog de stoet Gent- waarts, voorbij de Diepe Lochting den Posthoorn Sinte Anna, de La- zarijkapel, het Quaet, 't Galgevel deken en den Schaapstal. Tegen Oordegem was het halte. De Keizer klopte op het venster der karos en moest uitstijgen. En tegen eenen boom voldeed Zijne Majesteit aan een natuurlijke be hoefte. «Dit was 't gevolg van 't Leuvensch bier uit 't Kleyn Gendt» verklaarde later de schoolmeester Corael, in. zijn diepe wijsheid. Maar de veldwachter van Oor degem had van verre alles gezien en wanneer de stoet voorbij was, trok hij heldhaftig den sabel en stak zorgvuldig den gerskant :uit. waarop Napeleon I gewaterd had Mijn grootmoeder,die'van Smet-' lede was, heeft me meermaals ver teld, dat zij dien gerskant, onder een glazen bokaal in het huis van den veldwachter op de kast zien staan had: er stak een kaartje in, op een peseken, met de woorden Hier heeft Napoleon op ge... Jarenlang kwamen al de gapers van uren in den omtrek die zonder linge relikwie bewonderen. RESIDENTIE® SINT JOOSTPLEIN IN HET HART VAN BRUSSEL Totaal uitgevoerd Lichtpunten Grote terras Twee of drie slaapkamers Zorgvuldige isolatie Shoppings-metro-park in onmiddellijke omgeving «ft INLICHTINGEN IN DE RESIDENTIE Tel. 02/11 22 25

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1972 | | pagina 3