DE BENDE VAN J AM DE LICHTE LOUIS PAUL BOON 4 Bedrijfsleven: Amerika in België In Belgie neemt het Amerikaan se bedrijfsleven een heel voorname plaats in. Nagenoeg SO van de buitenlandse investeringen, die b.v. in 1967 13 miljard fr bedroegen, komt uit de Verenigde Staten. Van de buitenlandse investeringen ging de chemische nijverheid al leen reeds met 10 miljard fr lopen. In 1967 investeerde Amerika in Belgie 10,3 miljard fr, de tweede grootste buitenlandse investeerder Frankrijk bereikte nauwelijks een bedrag van 0,8 miljard fr. Van de buitenlandse investeringen ging Oost-Vlaanderen lopen met 5,2 mil jard fr. (Zelzate), Antwerpen met 2,3 miljard, Brabant met 2,2 mil jard en Luik met 1,5 miljard fr. Alles bij elkaar zijn er momen teel 900 Amerikaanse ondernemin gen gevestigd in Belgie, hetzij nieuwe ondernemingen hetzij door Amerika opgekochte bestaande ondernemingen. Hieronder wordt een overzicht gegeven van enkele voorname bedrijfstakken. BANKEN Vier Amerikaanse banken heb ben in Belgie filialen opgericht; bovendien heeft de «Chase Man hattan Bank» de helft van het ka pitaal verworven van de Antwerp se «Handelsbank» (de andere helft hoort toe aan de «Bank van Brus sel»), terwijl een andere Ameri kaanse bank een participatie nam in de Antwerpse «Benelux Bank». Tenslotte heeft een Amerikaanse bank te Gent de «Eurobank» op gericht. HOLDINGS Een twintigtal Amerikaanse hol dings hebben te Brussel hun Eu ropese kantoren gevestigd. In de dienstensektor treft men nog een aantal Amerikaanse bedrijven te Brussel aan, gewoonlijk in asso ciatie met Belgische firma's «Euro lease» (verhuren van industriële uitrusting) b.v is ontstaan door samenwerking tussen «Hudson Leasing» en de Société Générale. GLAS Vijf Belgische .ondernemingen onder Amerikaanse kontrole TEXTIEL Acht Amerikaanse ondernemin gen in Belgie. Bovendien twee in de schoennijverheid. PAPIER Verscheidene belangrijke en oude Belgische papierfabrieken gingen in Amerikaanse handen over, b.v. «Intermills». VOEDINGSNIJVERHEID Ongeveer 60 van de diep- vriesprodukten in de detailhandel worden geleverd door Belgische ondernemingen in Amerikaans be zit, inclusief de vishandel van Oos tende. Sinds 1967 wordt ook «Ma- terne» uit Amerika gekontroleerd. De Amerikaanse firma «Carna tion» te Leuven zorgt voor de helft van de dozenmelk op de Bel gische markt. «Lacsoons» (Rotse laar) is ook in Amerikaanse han den gekomen, en heeft daarna «Stassano» (Evere) en «Meikin dustrie» (Eeklo) opgeslorpt en kontr'oleert tevens «Artic-Frisko», «National Dairy» en «Fromagerie Franco-Suisse». De beschuiten «Delacre» (Vilvoorde) werden ge kocht door «Campbell», enz (Te Aalst alleen gingen b.V. twee voe dingsbedrijven in Amerikaanse han den over «Leclercq» en «Gluco- series réunies».) De Belgische rijstmarkt heeft bijna niets Bel gisch meer, en ook «Oleochim» is Amerikaans. Dat «Coca-Cola» een Amerikaanse onderneming is, hoeft geen betoog. «Pepsi Cola» trouwens ook, en zelfs het oor spronkelijk Belgische «Bousval». De Amerikaanse «Crown Cork Cy» te Merksem levert het grootste ge deelte van de stopselbehoeften en van het flessenmateriaal. De Antwerpse fruitverdeler «Spiers» is eigendom van «United Fruit» en «Jewell Tea» heeft participaties in Supermarchés G.B en Super bazars. Voorts hebben de Ameri kanen twee luxe-hotels gebouwd «Hilton» en «Westbury». METAALNIJVERHEID In de staalnijverheid treft men vooral Amerikaanse participaties aan in firma's die tezamen mei Belgische groepen werden opge richt. In de sektor van de machi nenbouw is de Amerikaanse aan wezigheid direkt veel groter. Tal rijke gespecialiseerde bedrijven (b.v. «Outboard Marine» te Brug ge), die door de aard van hun pro- duktie gewoonlijk feitelijke mono polies bezitten, zijn in Amerikaan se handen overgegaan of door Amerikaanse ondernemingen op gericht. In de sektoren auto-assem blage en traktoren is de Ameri kaanse aanwezigheid indrukwek kend «Ford», «Chrysler», «Gene ral Motors», «Bus and Car Cy» (Brugge), «Harvester (Vilvoorde) «Clayton» (ex-Claeys te Zedel- gem), «Caterpillar» (Gosselies) «Westinghouse» (Gembloux) enz. In de sektor van de elektrische konstruktie is de Amerikaanse par ticipatie zelfs overwegend, met «Bell Telephone», «Atea», «I.B.M.» «Remington Rand», «Vickers». «Friden» (Mechelen) «Bur roughs», «Buil», «Honeywell», «ETI», «General Dynamics» (sa men met ACEC), «Cobelda», Burndy» enz. Bij de nonferro me talen treft men aan «Reynolds» (die de aluminiumfabriek Aleurop te Ghlin heeft gekocht en ook te Mechelen zit), «Kaiser Aluminium» «Fansteel» (Hoboken) en de «Soc Beige du Titane» te Langerbrugge PETROLEUM EN CHEMIE De Belgische petroleumnijver- heid is grotendeels een Ameri kaans bedrijf. «Esso Belgium» hangt af van «Standard Oil of New Jersey» en zit in «Distrigaz» (aardgas). «Caltex» hoort toe aan «Standard Oil of California», die eveneens samenwerkt met «Petro- fina» öm «Fina» te leveren en syntetische vezels te fabriceren («Amoco» te Geel). De «R.B.P.» is in handen van «Signal Oil». «Texaco» en «Gulf Oii» kent men en «Seca» werd opgeslorpt door t «Continental Oil». «Petrochim» te Antwerpen hangt af van het Ame rikaanse «Philips Petroleum». «Union Carbide» heeft twee fa brieken te Antwerpen. «Monsanto» heeft twee fabrieken te Gent en één te Antwerpen. «Du Pont de Nemours» zit te Mechelen. Tot zelfs in de verffabrieken ziet men «De Coninck» (Merksem) over gaan in handen van «Pittsburgh Glass». Er zijn er nog zoveel, som mige met gekende namen (b.v. «Procter Gambler» te Mechelen «Colgate» te Luik), de meesten minder gekend. Ook talrijke Ame rikaanse farmaceutische onderne mingen hebben Belgische filialen opgericht of gekocht. In de rubber nijverheid tenslotte is «Englebert» eigendom geworden van de Ame rikaanse «Uniroyal», terwijl ook «Goodyear» filialen heeft opge richt. En het is waarheid... Terwijl de cipier al wreedaardig mankend het belfort verlaat, ontmoet hij daar in een stille zijstraat een zwartge- baarde heer, in het uniform van sergeant. Hoogstwaarschijnlijk de sergeant ofte officier van het een of andere nabije dorp. Hij is zo hovaardig als een pauw, zo fier en zo parmantig, met de driesteek op het hoofd en de korte degen aan de zijde. In al zijn glorie ont moet hij er de mankende cipier, waarmee hij dadelijk een gesprek aanknoopt. Neen, hij heeft deze cipier nog nooit gezien. Maar als mannen onder elkaar die allebei op hun wijze wat men het gerecht te maken hebben, is in zo een gesprek niets opvallends. Hij komt met uitgestoken hand op de cipier toe, en schudt deze harte lijk. «Ha, en zijt gij niet de cipier die Jan de Lichte in hoogsteigen persoon te bewaken heeft? En is het inderdaad waarheid dat hij Jan de Lichte is? Ik ken hem heel goed, wij hebben er in ons dorp 'ast genoeg mee gehad». En de cipier, die een dezer zeld zame mensen is welke te lijden hebben onder hun zin voor eerlijk heid en rechtschapenheid, voelt dadelijk antipathie voor deze snoe ver een boeren-sergeant, die peinst dat de driekantige steek op zijn hoofd, en de belachelijke degen aan zijn zijde, voldoende zijn om van hem een baron te ma ken. En hij gaat hem uit de weg bitsig en tegendraads. Reeds willende doorstappen, en alleen nog het hoofd amper naar die snoever toegekeerd, vat hij in korte woorden samen wat hij over VERVOLGT 44 NADRUK VERBODEN die onschuldige daar op de toren denkt. Maar de sergeant laat hem niet zomaar doorstappen, hij houdt hem vast bij een knoop van zijn frak, en schudt ongelovig het hoofd. «Hoe is het mogelijk dat men twijfelen kan aan de identiteit van 'uw gevangene, daar waar ik Jan de Lichte van aangezicht tot aan gezicht reeds heb ontmoet, maar ongelukkiglijk hem niet de hand op de schouder kon leggen». En steeds dichter tegen de ci pier opdringende, fluisterend, knipogend, vraagt hij die man op de toren te mogen zien, en hij zal eindelijk klaarte in deze verwarde zaak weten te brengen. De cipier aarzelt. Eerst en voor al mag hij die sergeant niet. En daarbij is het hem ten strengste verboden om het even wie op de toren te brengen, en met de ge vangene te laten spreken. Maar de sergeant is hem de duivel te plat. Nog voor hij zijn bezwaren heeft kunnen uitspreken, komt hij er zelf mee voor de dag, zegt hij Ik weet wel dat het tegen de officie- Ie gang van zaken indruist, dat het verboden is personen op de toren te brengen die niets met het gerecht te maken hebben... doch daar ik zelf in dienst van het ge recht sta, vervallen deze bezwa ren. En daarbij, ge moet vooral in het oog houden wat eer het voor u kan worden bewondering mis schien, eretekens, een hogere wedde als we met zekerheid kunnen bewijzen wie en wat daar in de toren opgesloten zit». En handelend optredend, het de cipier niet mogelijk makend nog verder bezwaren te opperen, grijpt hij hem bij de arm en troont hem mee in de richting van het belfort. Maar aan het hardstenen trapje, dat naar de torendeur leidt, dreigt de zin voor recht en goed orde de cipier toch weer te overweldi gen. Hij tracht zich te ontmaken aan de greep van de sergeant. «Neen, neen, het mag niet!» stamelt hij. «En uw bevordering, uw erete kens, de waardering uwer over sten?» vraagt de sergeant. En als de cipier daarop niets niemendal reageert, vraagt hij verder «En de rechtvaardigheid? Moet een onschuldige blijven opgesloten zit ten? Tut, tut, kom mee! Of liever, wacht... geef mij uw sleutels en ik zal zelf alle verantwoordelijkheid op mij nemen, ge hebt niets an ders te doen dan hier aan de deur zorgvuldig de wacht op te hou den. Kan ik bewijzen dat hij Jan de Lichte is, dan komt alle eer aan u toe... en in om het even welk ander geval keer ik terug, en geen haan kraait er nog over». En de ietwat onthutste cipier de sleutels uit de hand nemend, vra gend om toch vooral deze deur niet te verlaten, haast zich de ser geant reeds naar binnen. Pas als de cipier daar heel alleen staat, dringt het volkomen tot hem door in welk vuur hij nu de vingeren heeft gestoken. En om wie of om wat? Om welke hete kastanjes voor anderen te grijpen? En nu op zijn goede been staande, en dan weer hinkend op zijn malheureuse been zich rechthoudend, breekt hem het zweet der onrust uit. Moest een dér vroede heren rech ters komen opdagen! Moesten nu de beulsknechten de gevangene aan een nieuwe proef willen on derwerpen, of de Fransen de toren komen inspecteren! En hij vergeet dat manke been, en zou wel willen trampelen van ongeduld. Als hij nu toch maar wou komen opdagen, die verdomde dwaas van een offi cier... Officier...? hij weet zelfs niet eens uit wat voor een dorp! En dan toch, eindelijk, is de zwartgebaarde sergeant daar te rug. Met de rug naar de cipier toe gekeerd, en de deur daardoor aan zijn blikken onttrekkend, draait hij de sleutel goed hoorbaar in het zware slot om. En dan, hem vlug de sleutels in de hand stoppend, hem meetronend naar de stillere zijstraat, bekent hij hem dat hij deze man op de toren nog nooit heeft gezien. «Neen, het is Jan de Lichte niet, daarvoor kende ik de schurk veel te goed!» En dan, de taak van deze zon derlinge sergeant is afgelopen. Hij heeft alleen nog de cipier ergens mee te tronen in een herberg, om er te kouten, over om het even wat, zodat het hem niet in het hoofd gaat opkomen om het eer ste halfuur naar het belfort terug te keren. De man echter in zijn sombere hok, die zijn vermagerde wang te gen de kille muur had laten rus ten, en vlugge stappen hoorde na deren hopend, vrezend, trillend in al zijn te lang gespannen ze nuwen die man is nu van zijn boeien ontdaan. «Alle deuren zijn ontsloten, maar ik moet mij nu weghaasten!» zegde de zot van Worteghem want hij was inderdaad de zwart behaarde sergeant! «daar de manke cipier beneden ongeduldig staat te wachten».

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1972 | | pagina 4