tm 3 wi
De water
van de s
HISTORIEK
De stad Aalst, behorende tot
de stichters van de T.M.V.W. richt
te haar eigen waterdienst op in
1926.
Men bouwde een watertoren op
een hoog gelegen punt aan de
toenmalige rand van de stad (hui
dige Sint-Kamielstraat) en men
begon met het plaatsen der hoofd
leidingen en aansluitingen.
Het bureel werd ingericht aan
de Hopmarkt, in de toenmalige
schouwburg.
Cp de hoofdleiding diameter
1000, Ukkel-Oostende van de
T.M.V.W., welke toen reeds was
aangeleged, werd een aftakking
diameter 200 aangesloten via de
Houtmarkt, Sint Jansstraat, Scher-
reveidstraat, Watertorenplein tot
in de toren.
De hogergenoemde hoofdleiding
Ukkel - Aalst - Gent - Brugge
Oostende - doorliep de stad langs
Brusselsesteenweg, viadukt, onder
de Dender via een grote duiker,
Alfred Nichelstraat, Houtmarkt
(waar aftakking genomen werd)
Zonnestraat, Keizerlijk Piein,
Vlaanderenstraat, Gentsestraat,
Gentsesteenweg.
De waterleidingen van de twee
stadsgedeelten, gescheiden door
de Dender, werden via duikers on
der deze rivier, op drie plaatsen
verbenden nl. aan de Zeebergbrug
St. Annabrug en Zwarte Hoekbrug
In 1935 werden de burelen over
gebracht naar de Vrijheidstraat
(toen stadsmagazijn) waar nu de
brandweerkazerne staat. De evo
lutie verliep in gunstige zin en me
de met de stijging van het aantal
km hoofdnet, steeg ook het aan
tal abonnementen. De burelen aan
de Vrijheidstraat werden te klein
en daarom werd een gans nieuw
komplex opgericht in deSint-Ka-
mielstraat aan de watertoren, be
staande uit burelen, magazijnen,
watermeterplaats, smidse en con
ciërgewoning (1952-1953).
1955 WAS VOOR DE
WATERDIENST EEN
BELANGRIJK JAAR
Op 1 januari van dit jaar werd
deze stadsdienst, bij Koninklijk
Besluit, ingesteld als Zelfstandig
Bedrijf. Het direkte gevolg van de
ze omvorming was het beheer van
deze dienst op een industriële of
commerciële basis, buiten de
stadsdiensten om.
Gezien het bedrijf voor zijn ei
gen rentabiliteit moest instaan,
was het noodzakelijk een commer
ciële boekhouding aan te leggen,
waardoor het mogelijk werd de
juiste kostprijs te bepalen en er
het resultaat uit af te leiden, reke
ning houdende met alle gegevens
welke daartoe in aanmerking dien
den te worden genomen.
Het bepalen van de werkelijke
kostprijs was trouwens een on
misbaar gegeven voor de rationele
leiding van de nieuwe zelfstandige
dienst en voor de vaststelling van
de verkooptarieven.
De handeisboekhouding bood
enorme voordelen op de admini
stratieve, waarin men geen werke
lijke kostprijs kende, en een fiktiet
resultaat bekwam, nl. het verschil
tussen ontvangsten uitgaven.
In 1958 werd te Aalst door In
tercom de stoommaatschappij «ln-
tervapeur» opgericht.
Omdat deze maatschappij toen
voorzag dat zij een belangrijke
waterafnemer zou worden (is nu
bewezen) wenste het bedrijf niet
flat de waterlevering aan Interva-
peur zou gebeuren via de water
toren. Dit om de normale bedeling
niet in gevaar te brengen. Daarom
werd met de T.M.V.W. een over
eenkomst gesloten, met gevolg dat
Intervapeur een rechtstreekse aan
sluiting bekwam op de hoofdlei
ding van de T.M.V.W. (aan de
Zeebergbrug).
Door de toename van het aan
tal abonnenten de stijging van het
nijverheidsverbruik, de verhoging
van het wooncomfort en de meer
menselijke hygiene, nam het wa
terverbruik in grote mate toe.
De aftakking diameter 200 naar
de toren bleek weldra te klein; zij
werd afgekoppeld en een nieuwe
toevoerlijn diameter 300 werd
aangelegd, Zonnestraat via Maan-
straat naar watertoren in 1963.
Dat de evolutie, vooral sinds
1955, enorm is geweest zal blij
ken uit de hiernavolgende statis
tische gegevens.
Door de grote stijging van de
waterafname, inzonderheid de
aansluiting van verschillende lan
delijke gemeenten, was de TMVW
verplicht uit te zien naar nieuwe
waterwinning.
Er werd een akkoord gesloten
met de Antwerpse Water Werken,
om water aan te kopen komende
van de Maas via het Albertkanaal.
Zodoende zal een nieuwe hoofd
leiding aangetrokken worden, ver
trekkende van Willebroek, Sint-
Niklaas, Hamme over Dendermon-
de naar Aalst, met diameter 600.
In Aalst zelf zal de leiding ver
trekken op de Tragel, via Dender-
straat, Majoor Claserstraat, Sta
tionsplein, Nijverheidstraat, Werf
Burchtstraat, A. Nichelstraat,
Houtmarkt, Sint.-Jansstraat, Scher-
reveldstraat naar de toren.
De lijn zal rechtstreeks verbon
den worden met onze watertoren
en de bestaande toevoerlijn dia
meter 300 zal dan worden afge
koppeld. Na bijna een halve eeuw
water te hebben gedronken van
de Bocq, zullen de Aalstenaars,
vermoedelijk vanaf 1974, Maaswa
ter aangevoerd via het Albertka
naal te verteren krijgen.
Kwalitatief gezien zal het Maas
water dit belangrijk voordeel heb
ben op het Bocqwater, dat de
hardheid of het kalkgehalte ervan
veel lager ligt.
Dit feit moet zowel abonnent als
bedrijf verheugen, omdat de strijd
tegen de aankalking van binnen-
vertakkingen en watermeters tot
een minimum zal herleid worden.
DE NIEUWE WATERTOREN
Bij de oprichting van de Water-
dienst in 1926 werd een toren ge
bouwd van 38 meter hoogte, met
een capaciteit van 800 m3. De
regeling geschiedde met de hand.
Enerzijds door de uitbreiding
van het net en de grotere afname
en anderzijds door slijtage en ver
oudering voldeed hij, na veertig
jaar dienst, niet meer aan de mo
derne vereisten.
Daarom werd hij afgebroken in
1959, na ingebruikneming van de
nieuwe watertoren.
OPRICHTING INDELING
De nieuwe watertoren, werd op
gericht in 1958 en bezit een capa
citeit van 1.000 m3.
De kostprijs 8.100.000 fr.
De totale hoogte bedraagt 62
m. De kuip (7,5 m hoog) situeert
zich tussen de 46 a 58 m; zij
steunt op 8 betonnen pijlers.
Onder en boven de kuip bevindt
zich een ruim platform van waar
op men bij open weer een prach
tig uitzicht heeft op de Aalsterse
omgeving. Een wenteltrap slingert
zich vanuit de kelderruimte naar
deze twee platformen.
Vanuit de kelder vertrekken 3
vertikale stalen pijpen diameter
300 naar de kuip:
de toevoerleiding
de afvoerleiding
-de overloop.
Op de toevoerleiding is een
electrische watermeter diameter
300, type Kent geplaatst, welke
constant de waterafname regis
treert.
Op de afvoerleiding bevindt zich
een venturimeter waarop kan afge
lezen worden hoeveel water er
buitengaat.
De overloop is verbonden met
de riolering. Via deze overloop
verdwijnt het dakwater en het
eventueel overloopwater van de
kuip.
WERKING
De regeling van de watertoren
gebeurt automatisch.
Onder de kuip, op de leegloop
leiding is een kwikmanometerbuis
aangebracht. Op deze kwikbuis
zijn platina - contacten voorzien
(alle 30 cm waterhoogte een con
tact). Twee contacten dienen als
hoog- en laagwaterstand en zijn
aangesloten op een kringloop. In
de kelder van de watertoren is op
de toevoerleiding een afsluiter dia
meter 150 met electrische motor-
aandrijving geplaatst.
Het bereiken van de hoogwater
stand heeft als gevolg dat de mo
tor aanslaat en de schoofkraan de
watertoevoer afsluit, het bereiken
van de laagwaterstand daarente
gen zal op dezelfde manier de
electrische schoofkraan volledig
openen. De sluittijd en de ope
ningstijd bedraagt vijf minuten.
De manometer welke zich even
eens in de kelder bevindt is voor
zien van een dispositief met meer
dere contacten welke een elec-
trisch registrerende waterhoogte
aanduiden.
Eenzelfde toestel is geplaatst
op het bureel, zodat van hieruit de
waterstand kan gecontroleerd wor
den.
Twee verschillend gekleurde sig
naallampen duiden in de kelder
de stand van het moment (open
of toe) aan, van de electrische
schoofkraan.
De afsluiter diameter 100, met
de hand bediend en in bij-pas op
de hoofddrukleiding geplaatst, ver
zekert het afleveren van een vast
debiet; dit om te vermijden dat
de electrische schoofkraan te dik
wijls open en dicht zou gaan.
Tenslotte zijn de contactpunten
van hoog- en laagwaterstand ver
bonden met een electrische alarm
bel, zodat bij technische hapering
deze bel in werking treedt en er
terstond kan opgetreden worden.
In geval van groot defekt, kan
de automatische regeling volledig
uitgeschakeld worden en vervan
gen door bediening met de hand.
Op de toevoer- en afvoerleiding
bevindt zich een manometer welke
de druk weergeeft van het inko
mende (6 a 10 kg) en het uit
gaande (4 kg) water.
De druk van het inkomende wa
ter wordt bepaald door de druk-
pompen van de TMVW onze wa
terleverancier, deze van het uit
gaande water door de val vanuit
de kuip (1 kg per 10 meter).
WATERMETERS
De watermeters die door het be
drijf geplaatst worden en dienen
tot vaststelling van de individuele
verbruiken van onze abonnemen
ten, worden aangekocht bij de C
Générale des Conduites d'Eau te
Luik.
1. Volgens de grootte van de af
name beschikken wij over wa
termeters van
diameter 13 mm met maximum
doorlaat van 3 m3 per uur
diameter 20 mm met maximum
doorlaat van 5 m3 per uur
diameter 30/10 combiné met
maximum doorlaat van 15 m3 per
uur
diameter 40/10 combiné met
maximum doorlaat van 20 m3 per
uur.
het wijzertelwerk
het rollentelwerk
Het rollentelwerktype is het
eenvoudigste, daar het de onmid
dellijke aflezing van het verbruiks
cijfer toelaat (cfr kilometerteller).
Het wijzerplaatsysteem daaren
tegen vergt een zekere kennis,
daar het verbruikscijfer hier dient
samengesteld te worden. (Dit pro
bleem werd door ons, ten over
staan van afwezige abonnenten
opgelost, door afgifte van opname-
kaarten met visueel beeld van het
type van het telwerk).
Elke watermeter is tevens voor
zien van een rood sterretje of
pijltje (op de wijzerplaat), dat
dient tot onmiddellijke vaststelling
van waterverlies op de binnenlei
dingen.
In alle types van watermeters is
het aandrijfrad dat bij de door
gang van water, het telwerk in
werking stelt. Bij niet- doorgang
van water, kan er dus geen regis
tratie zijn.
FABRICATIE EN BESTEMMING
Tot het vervaardigen van water
meters worden verschillende spe
ciaal bestudeerde materialen ge
bruikt. waaronder nikkel, gietijzer
koperlegeringen, caoutchou, glas
e.a. Alle delen van de waterme
ters, die rechtstreeks in kontakt
staan met het water, worden ver
vaardigd uit roestvrije metalen of
uit plastische stoffen die volko
men corrosiebestendig zijn. Elke
watermeter wordt aan een specia
le test (qua druk, hardheid, choc,
dichtheid e.a.) onderworpen, al
vorens de fabriek te verlaten.
De diameter van de watermeter
moet in verhouding zijn met de
diameter van de te spijzen binnen-
vertakkingen en evenredig met de
voorziene afname binnen een be
paalde tijd (al dan niet constant)
Gecombineerde watermeters wor
den gebruikt voor leidingen met
veranderlijke doorstroming (be
stendige of tijdelijk grote afname)
2. Een tweede onderscheid dient
gemaakt tussen watermeters:
drooglopers
natlopers
Bij natlopers staat het water
tot boven het telwerk;
gevolg bij vorst is er kans op
volledige vervriezing van de water
meter.
Bij drooglopers biijft het water
onder het telwerk;
gevolg bij vorst vriest alleen de
vriesring stuk en komt het telwerk
automatisch omhoog. Dus geen
totaie vervriezing van de water
meter.
3. Qua telwerken stellen wij twee
types vast -*?•
LEVERING
Alle watermeters worden ge
plaatst in huur. De abonnent be
taalt hiervoor een huurgeld in
overeenstemming met de diameter
van de geplaatste watermeter.
Het verplaatsen of vervangen
van de watermeter mag alleen ge
schieden door het personeel van
het bedrijf.
Onderhoud en herstelling ten ge
volge van slijtage is ten laste van
de waterdienst, beschadiging uit
oorzaak van vorst, verbranding of
door schuld of nalatigheid van de
abonnent, vallen ten zijnen laste.
Alle herstellingen aan de water
meters worden uitgevoerd in het
atelier, door eigen bevoegd per
soneel.
Indien een abonnent de juiste
werking van een watermeter be
twist bezit het bedrijf een proef-
bank om de juistheid van de wer
king na te gaan,