over het
huwelijk
DE BENDE VAN
JAN DE LICHTE
De publieke belangstelling in Belgie
voet de derde wereld
Informatie via Pers onvoldoende
LOUIS PAUL BOON
HOEVEEL belang hecht de Bel
gische pers aan de Derde Wereld?
Hoe staat het in ons land met de
dokumentatie over de ontwikke
lingslanden.
Om een antwoord te vinden op
die beide vragen hebben de Bel
gische Kommissie «Justitia et Pax»
en de vereniging «Europa-Derde
Wereld» (die bestaat uit E.E.G.
ambtenaren) een onderzoek laten
uitvoeren betreffende de informa
tie over de Derde Wereld die ver
strekt wordt in de Belgische Ne
derlands- en Franstalige dagbla
den en in de periodieke met en
door beide T.V. instituten.
Bovendien werd een enquête
doorgevoerd bij eeen aantal Bel
gische dokumentatiecentra over de
Derde Wereld.
Die studie, waarvan de belang
rijkste resultaten en besluiten zo
pas gepubliceerd werden, is het
werk van drie informatie en doku-
mentatiedeskundigen Jacques
Dorselaer, Baudouin du Bus de
Warnaffe en Jacques Elias. Het
personderzoek had betrekking op
al de informatie die tijdens de
maandenn november en december
1971 verstrekt werd door 22 dag
bladen en 24 week- en maandbla
den en door de twee T.V. ketens.
De enquête betreffende de do
kumentatie had betrekking op 17,
instellingen.
UIT het onderzoek betreffende
de geschreven pers is gebleken
dat de informatie over de Derde
Werld in de dag en weekbladen
ongeveer 4% beslaat van de re-
daktionele oppervlakte. Dit percen-
tange ligt iets boven het interna
tionaal gemiddelde (3%), opge
maakt volgens ramingen van UNO
deskundigen. Van de buitenlandse
is gemiddeld 25 a 30% aan de
Derde Wereld gewijd.
Uit een onderzoek naar het 'on
derwerp van die informatie bleek
dat vooral aandacht besteed wordt
aan de grote konflikten in de Der
de Wereld (zowat 50% van de
plaats die voor de Derde Wereld
wordt ingeruimd) en dat er over
wegend politieke informatie ver
strekt wordt. Het aandeel van de
dagelijkse gebeurtenissen, natuur
rampen enz. lijkt vrij normaal. Ter
wijl volgens de onderzoekers, een
bijzondere inspanning werd gele
verd op het stuk van grote repor
tages en ekonomische beschouwin
gen omtrent de Derde Wereld, is
de informatie betreffende de po
sitieve verwezenlijkingenn in die
landen vrij mager.
Wat de T.V. iinformatie betreft
(B.R.T en R.T.B.) blijkt uit het
onderzoek dat zij niet zeer om
vangrijk is, maar nietteminn posi
tieve aspekten naar voren brengt.
Na een speciaal onderzoek van de
T.V. journaals van de R.T.B. werd
vastgesteld dat gedurende de be
trokken periode ca. 21% van het
T.V.journaal besteed werd aan de
Derde Wereld. Die informatie
gold echter voor 93% de konflik
ten en de politiek.
Wat nu de studie over de doku
mentatie aangaat, die verricht
werd aan de hand van een zeer
gedetailleerde vragenlijst, daaruit
is gebleken dat er wel in België
een zekere hoeveelheid dokumen
tatie betreffende de Derde Wereld
voorhanden is, maar dat daaro
ver weining geweten is en dat ze
vaak niet naar waarde wordt ge
schat.
Anderdeels is gebrek aan mid
delen en personeel er de oorzaak
van dat deze gegevens weining be
nut worden.
In hun besluit stellen de onder
zoekers vast dat de informatie
over de Derde Wereld onvoldoende
is, maar zij geven tevens toe dat
het moeilijk is om de publieke
opinie warm te maken voor de
problemen van de ontwikkelings
landen. Die toestand wordt trou
wens bevestigd door verschillende
perslui en deskundigen inzake ont
wikkelingshulp.
De Engelse volkstelling heeft
een aantal merkwaardige statis
tische faits-divers aan het licht
doen komen.
Vrouwen die hun man voor de
Anglikaanse staatskerk het ja
woord hebben gegeven, zien het
gemakkelijkst in overspel van hun
echtgenoot een reden om echt
scheiding aan te vragen. Vrouwen
die voor geen enkele kerk ge
trouwd zijn, gebruiken overspel
van de echtgenoot daarentegen
slechts heel zelden als motief voor
echtscheiding. Hun voornaamste
motief is «wreedheid». Dit laatste
is trouwens een typisch vrouwelijk
motief voor echtscheiding; het
wordt zelden door mannen inge
roepen. Bijna de helft van de vrou
wen die niet voor de kerk trou
wen, is zwanger op de huwelijks
dag, twee vijfden van de vrouwen
die in Engeland voor de rooms-
katolieke kerk trouwen, zijn dat
ook, doch slechts één vijfde van
de vrouwen die voor de Anglikaan
se staatskerk trouwen. (Het valt
onmogelijk na te gaan, of deze
vrouwen voorzichtiger zijn, ofwel
puriteinser omgaan met hun ver
loofde). Van de beroepsgroepen
vertonen de beroepssoldaten het
grootste percentage officieel mis
lukte huwelijken.
Uit de statistieken blijkt dat er
twee hoogtepunten in het jaar zijn
voor de geboorten de maanden
maart en september. 'Dit wordt in
verband gebracht met enerzijds
de zomervakantie en anderzijds
het kerstfeest, negen maanden
voordien. Het geringste aantal ge
boorten kent de maand november
wat verband kan houden met de
algemene grieperigheid die in fe
bruari in Engeland heerst.
XXX
Een Australische vakbond is van
mening, dat mensen die in ploe
gendienst werken, een financiële
kompensatie verdienen voor wat
de vakbond noemt «de ontwrich
ting van hun huwelijksleven». De
vakbond zal daar nu een aktiepunt
van maken en voorlichting geven
over het onderwerp.
De bond gewaagt van «de enor
me druk op het huwelijk en de
andere gezinsverhoudingen, ver
oorzaakt door een man of vrouw
die op wisselende tijdstippen ar
beiden».
«Bah, Jan de Lichte!» zegt Pie-
ter smalend. «Wat weet Jan de
Lichte nu van ons dieper en meer
verfijnd leven? Hij is een boeren
jongen van Velsiecke, die niets
van erotiek afweet. Trouwens, wat
hebben wij eigenlijk met die ben
de van Jan de Lichte te maken?»
Adriaen stemt daar volkomen
mee in. Hij komt van Tieghem,
waar hij eveneens heeft ingebro
ken.
«We zullen straks onze zakken
nakijken, als de tent opgespannen
staat!» zegt hij... Maar eerst moet
ik nog dit zeggen er moet ge
deeld worden met de complicen,
daarna met de bende, dan met
Moeder hier in het kamp, en ten
slotte hier onder elkaar. En ziehier
wat er nog voor me zelf zal over
blijven!»
En hij haalt een knoop te voor
schijn, een kleine onnozele broeks-
knoop. Zijn oudere zuster lacht
luid en hel, dat het gelijk een
klinkende bel door het kamp weer
klinkt.
«Een mens zou met zich zelf
een bende moeten stichten!» be
sluit Adriaen... «Maar toch, delen
we al niet veel, we krijgen toch
af en toe iets waar we geen moei
te moesten voor doen».
En zijn oudere zuster trekt haar
donkere ogen verwittigend open,
terwijl ze traag, en schijnbaar
nietsbetekenend, met de duim
naar de uithoek van het kamp
wijst.
Adriaen begrijpt dat gebaar.
Jan de Lichte zit daar dus, in dat
stuk van een wankele woonwagen
die er verwaarloosd in de motre
gen staat, en waar men stukken
van planken heeft genageld over
reten en gaten van een hand
VERVOLGT
48
NADRUK VERBODEN
breed. Wie hem bezoeken wil moet
het trapje van de woonwagen op,
om hem te zien neerliggen op
stro, met de armen onder het
hoofd.
En met daar op een plank bo
ven zijn hoofd een stuk brood te
zien liggen, naast een kruik, moe
ten we onweerstaanbaar terug
denken aan de toren van het bel
fort. En ook hij zelf moet ongeveer
zoiets voelen, want hoort, hij is
er juist over bezig.
Sara ligt naast hem... Sara, dat
vijftienjarige bohemersmeisje. Zij
ligt er met een deken onder zich,
steunend op de ellebogen, en het
smalle donkere hoofd in de hand
palmen.
«Waarom kunt ge het niet ver
dragen dat ik een weinig bezoek
ontvang?» vraagt hij... «Ik snak
naar vrienden, naar nieuws over
de bende. Ik wil hun heldendaden
horen, ik wil weten welke ogen
men ginder te Aelst heeft opge
zet, na die fameuze kermisdag.
Maar zoals gij over mij waakt,
zijt ge precies een nieuwe cipier!
Als ik die kruik daar zie, denk ik
dat er dik en stinkend water in is
Als ik de treden van de wagen
hoor kraken, vrees ik dat het de
beulsknechten zijn die de toren
opklimmen. Alleen...»
«Alleen wat?» vraagt Sara.
«Alleen aan het ruisen van het
bos hoor ik, dat ik in vrijheid ben,
weet ik dat die toren, met zijn
martelend klokkenspel, mij ver
achter de rug is».
«En ik dan?» vraagt Sara.
«Soms», antwoordt Jan de
Lichte... «als ge rechtspringt, ben
ik altijd een weinig verbaasd dat
ge niet mankt, gelijk die andere
cipier ginder».
Sara ligt daar, met rond haar
bruine slangelijf alleen een wijde
en veelkleurige rok, en een zelfge
maakt open schouderstuk, bolero
genaamd. Zij ligt daar, met haar
iets te volle rode mond, met haar
smalle donkere ogen gelijk ravij
nen. En ze kijkt hem aan en zegt:
«Soms denkt ge dat. En soms
j?ou ik u kunnen haten, gelijk ik al
de anderen uit dit land en uit uw
fjende haat!»
«Zoudt ge ook mij werkelijk kun
nen haten?» vraagt hij.
En ze knikt slechts, zo onmerk
baar haast, dat hij het niet heeft
opgemerkt, of dat hij het toch
niet volkomen als een bevestigend
hoofdknikken heeft kunnen aan
zien. En zodat hij zijn vraag her
haalt.
«Ik haat hen», bevestigt ze. «Ik
haat dit lompe en onmondige volk
Ik haat dit kille land, deze lage
wolken, deze motregen. Ik haat
deze modderige wegen met hun
stenen Christussen, die hun vast
genagelde armen openspreiden en
hun nagemaakte bloeddroppels la
ten vallen. Ik haat hen omdat men
ons, de bohemers, als een schooi
ersvolk aanziet, terwijl we inte
gendeel een koningsvolk zijn. Weet
gedat men ons in vroegere jaren
niet alleen van tovenarij, maar
ook van kannibalisme heeft be
schuldigd?»
«Zoudt ge inderdaad mensen
vlees kunnen eten?» vraagt hij
lachend.
En weer knikt Sara, liggend
met dat donkere kopje in de smal
le beringde handen. Zij knikt weer
zo heel even en onmerkbaar. Haar
ogen zijn smal, duister en diep. En
de glimlach rond haar iets te volle
lippen, die aan de hoeken een
weinig krullen, zou een duivelse
glimlach kunnen zijn.
«Ja, ik zou misschien wel men
senvlees durven eten» zegt ze
boosaardig glimlachend. Haar
spottende lach wordt uitdagend
Haar smalle en duistere ogen kij
ken hem liefkozend en troebel aan
zodat hij een weinig huivert.
«Zwijg daarvan», zegt Jan de
Lichte... «Ik heb veel te onlangs
allerlei duivelse kwellingen moeten
onderstaan, dat ge mij nu niet op
nieuw het kille zweet moet doen
uitbreken».
«O, en toch zal ik het zeggen»
roept Sara driftig. «Toch zal ik
het roepen en het uitgillen in
nachten dat het wonderlijk, stil is,
en mijn stem ver over deze wei
den en beemden en moerassen
draagt. Ik zal het uitgillen, al wat
gij niet horen wilt, niet horen durft
Ik zal het uitgillen, al wat men
ons volk heeft misdaan. Ik zal het
uitgillen hoe ik hen haat en haat»
En plots... met hare handen,
waarmee ze allerlei ongecontro
leerde bewegingen heeft gemaakt,
rukt zij het zelfgemaakte schou
derstuk los, hijgend in haar op
winding.
Maar de bekentenis die ze ging
doen blijft achterwege, want de
halfverrotte trappen van het
woonwagentje kraken onder een
stap, en aan de verveloze deur
wordt aangeklopt... aangeklopt
zoals alleen zekere leden van de
bende dit doen, onbekenden
meestal voor de anderen, en wier
taak het is zelfs de getrouwsten
zijner bende op de hielen te vol
gen.
«Binnen!» roept Jan de Lichte.
«Kom binnen, gij onbekende
schooier gij geheime vriend!» En
het is een vrouw die binnentreedt,
een naamloze, wat grijs van haren
en korstig van leden. Een onbe
kende, een bedelaarster langs de
weg.