DE BENDE VAN
JAN DE LICHTE
Beroepsverzekeringsproducen-
ten wensen wettelijk statuut
LOUIS PAUL BOON
4
de wijde wereldi
De Federatie der Producenten
in Assuranties van Belgiè (FE-
PRABEL) heeft te Spa een in
formatieweekend op touw gezet,
met het doel een beter inzicht te
verschaffen in de rol die haar le
den spelen en er meer waardering
voor te laten opbrengen.
Als verzekeringsproducen
ten moeten beschouwd worden
de makelaars - die volledig vrij
kunnen kiezen wat de verzeke
ringsmaatschappij betreft - en de
agenten - die contractueel verbon
den zijn aan één maatschappij bij
wie zij hun volledige produktie
onderbrengen.
De wezenlijke taak van de be
roepsmakelaars en -agenten is de
dienstverlening aan de verzeker
den. Om die taak naar behoren te
vervullen moeten zij bevoegd zijn
in hun vak, eerbaar zijn en de no
dige morele en financiële waar
borgen bieden om het vertrouwen
van hun verzekerden te wettigen;
zij moeten volledig vrij en onaf
hankelijk kunnen optreden als
raadsman van hun cliënten.
In onze huidige samenleving is
de rol van de verzekeringsprodu
cent alsmaar belangrijker gewor
den.
Enerzijds zijn er de potentiële
verzekeringsnemers - die aan een
steeds groter aantal risico's van
allerlei aard blootstaan en met de
dag een dringender behoefte heb
ben aan een «naar maat gemaak
te» dekking van die risico's. Aan
de andere kant vinden we de ver
zekeraars, die zich verenigen tot
alsmaar machtiger groepen voor
wie de cliënt gevaar loopt slechts
een «ponskaart» te worden in een
of andere computer.
Tussen beide polen in is er
de beroepsverzekeringsprodu-
cent, die met zijn cliënt contac
ten van mens tot mens onder
houdt en aldus bij machte moet
zijn om hem verzekeringen die be
antwoorden aan zijn specifieke
behoeften, aan te bevelen en te
bezorgen. Hij is de raadsman die
aan die duistere papieren en for
mulieren met de vele kleine let
tertjes een menselijk gelaat geeft.
Die menselijke factor, die reeds
essentieel is bij het afsluiten van
het verzekeringscontract, wordt
nog belangrijker waar het gaat
om het beheren en voortdurend
aanpassen van die overeenkomst.
Die factor weegt evenzeer door
wanneer zich inderdaad een onge
val voordoet.
De sprekers hebben er tijdens
het weekend op gewezen de tijd
van het amateurisme is voorbij. Er
kan geen plaats meer zijn voor
gelegenheidstussenpersonen.
De beroepsbekwaamheid van
de producenten moet gelijke tred
houden met de groeiende com
plexiteit van het verzekeringswe
zen Zoniet kunnen de belangen
van de verzekerden niet naar be
horen gediend en beveiligd wor
den.
Om te kunnen beschikken over
bevoegde en betrouwbare produ
centen, moet de gehele beroeps
sector gesaneerd worden. Daartoe
bestaat er een ontwerp waarvan
op het weekend gewag werd ge
maakt. Het behelst de oprichting
van een Orde en vult de bestaan
de wettelijke beschikkingen aan
FRANSE HELDIN
Kortgeleden ontdekte Frankrijk, dat het een heldin binnenl
grenzen heeft. De 19 jarige Anne Chopinet, die dezer dagen
loelatingsexamen deed aan de zeer elitaire Ecole Polytechi
werd door het Franse blad Paris Match afgeschilderd als
die door heel Frankrijk bewonderd wordt» en de Nouvel Ob;
teur juichte dat de emancipatie van de vrouw weer een heell
verder was door toedoen van Anne.
Wat heeft Anne dan wel gedaan Anne is één v^n de nu
die dit jaar gaan studeren aan de Ecole Polytechnique, een
ding waar tot nu toe alleen mannelijke studenten werden toege|
Wat Anne echter in het nieuws bracht was het feit dat zij bij
toelatingsexamen verreweg de briljantste nieuwkomer bleek ei
mannelijke mede-studenten qua intelligentie de loef afstak
BOEKENWEELDE
Volgens de statistiek komen er iedere seconde 260 boekeil
de persen, ongerekend circa 4500 kranten. Iedere minuut begi
gens een drukker aan de oplage van weer een nieuw boek. Tussj
vijf- en zeshonderdduizend titels komen er jaarlijks bij. Maar
verdeeld is deze boekenweelde niet. Europa alleen neemt bijr
helft van de productie voor haar rekening; telt men Japan, de S
Unie en de Verenigde Staten van Amerika erbij, dan komt mt
bijna 80%. De rest van de wereld, waarin bijna tweederde v-
mensheid woont, produceert niet meer dan 20%.
KOFFERTJE BOEKEN
De Franse staat schenkt in het gemeentehuis aan elk bruid
een koffertje met zes klassieke Franse werken, te weten van B|
Victor Hugo, Voltaire. Stendhal, Flaubert en Chateuabriand
«Marieke Bleecker, pas op
schreeuwt Jan de Lichte... «Ik wil
niet dat ge mij, in uw jaloersheid,
aan het bedriegen gaat!»
«Roep haar terug» zegt Marie
ke Bleecker kalm.
En Jan de Lichte rukt de deur
open en ziet Sara ginder rond het
kampvuur, nog immer naakt de
gouden appeltjes door de motre
gen nat en blinkend gemaakt. Het
kleine donkere hoofd hoog opge
richt komt zij terug.
«En dan?» vraagt ze uit de
hoogte.
«Hebt gij, Sara, onder uw baan
van Aelst naar Oordeghem een ze
kere iemand gesproken die men
de Brusselaar noemt... en heeft
hij u trachten te overhalen om van
onze bende dat te maken, wat ge
mij daarstraks hebt voorgesteld?»
En in wilde haat kijkt zij Marie
ke Bleecker aan.
«Ja, dat heeft hij!» zegt ze «Hij
was klein en dor en schraal, maar
hij was toch veel meer een man,
dan gij er ene zijt. Hij sprak me
ervan, gans Vlaanderen te vuur en
te zwaard te zetten, de kastelen te
plunderen, de kerken in brand te
steken...».
«Marieke Bleecker» zegt Jan de
Lichte... «Ga en zoek dat onoog
lijke mannetje op, dat men de
Brusselaar noemt. Volg, hem, dag
en nacht, want ik wil eindelijk we
ten uit welke hel deze schorpioen
is gekomen, en wat voor schande
lijke streken hij onze bende in de
schoenen wil schuiven».
VERVOLGT
XI !N HET RASPALJE-WOUD
Waarin de lezer mee opstapt naar
het hoogtepunt van dit boek: een
feest van Breughel nooit heeft mo
gen meemaken, een luilekkerland
met smoutebollen, vlaai en rijst-
pap. Maar waar men ook het ge
luk voorspelt, en het ongeluk. En
over alle buitensporigheid van het
feest werpt deze vcorspelling haar
donkere schaduw.
Wie het ons gezegd heeft, dat
er feest gaat gevierd worden in
het Raspalje-woud, wij weten het
niet... misschien was het een ge
havende schooier langs de weg,
een kreupele bedelaar. Misschien
was het een jonge en onbekende
landloopster, of alleen maar de
wind die over het vlakke land van
Vlaanderen scheert, en al op voor
hand iets meebrengt van de geur
der smoutebollen en wafels. Mis-
schienen waren het de opgeschrik
te vogels zelf, die uit de diepten
van het Raspalje-woud krijsend
opstegen, als zij op een open plek
tenten zagen opslaan en een var
ken hoorden gekeeld worden.
En zonder ons een ogenblik te
51
NADRUK VERBODEN
beraden, stappen wij eveneens op
naar het Raspalje-woud. Het is
de eenzame baan van Grimminge
naar Geeraerdsberghen, die we
moeten volgen. Een baan die
meestal voortslingert door het
dichte Brekeibos, dat reeds een
uitloper is van het grootse en
donkere Raspalje-woud, hetwelk
heden ten dage we zijn in
1749 haast gans Zuid-Vlaande-
ren beheerst.
In een kromming van de weg,
helemaal overschaduwd door het
dichte bladerendak, zullen wij wel
haast de kroeg zie van Schele Ste
ven. Als wij even binnenstappen
zal hij er, in al zijn kruiperigheid,
als een beeld der schele onschuld
willen uitzien... en heel wat afge
ven op de kap der dieven en ban
dieten die deze bossen, deze we
gen, en ook zijn herberg, onveilig
maken.
Maar hij zal zich wei wachten
erbij te voegen, dat zijn beste
klanten deze dieven en bandieten
zelf zijn. En dat nog pas onlangs
zijn eigen kelder werd vergroot
en verbouwd, met lange holle gan
gen en stenen gewelven, om er
een der grootste opslagplaatsen
der bende van te maken.
Nu het ogenblik dat wij op zijn
kroeg toestappen, is er ons een
personage enkele stappen voor.
Het is een norse man met een
zware wiegende stap, maar we
zijn niet al te gehaast om hem in
te halen en een praatje te begin
nen. Het is immers die zwijgende
botterik van een Francies Meule-
naere, de grootste bandiet die er
uren in de omtrek te vinden is.
En uren in de omtrek, dat wil heel
wat zeggen... nu wij door het
dichte Brekeibos stappen, en er in
de meest onmiddellijke nabijheid
heel wat slecht volk zal te vinden
zijn.
Daar krijgt ook hij reeds de
kroeg in zicht. En wiegende met
het bovenlijf stapt hij op de kroeg
deur toe, om er even uit te blazen
en een pint te drinken. Maar zie,
daar uit een klein raam in de zij
muur komt het hoofd van een man
naar buiten kijken, om elke bewe
ging op de baan aandachtig gade
te slaan. Het is Lieven Faviel.
«Heel» roept Lieven. En in een
vlugge beweging der hand maakt
hij het Meulenaere duidelijk, dat
hij in geen geval langs de kroeg
deur moet naar binnen gaan.
«Kom liever langs hier!» wenkt
hij hem toe.
En als Meulenaere doorsta/
der het smalle raam der voi
mer, dan zegt Faviel: «Er
de kroeg bezoek, waar we
mee te maken hebben!»
Meulenaere komt het vo
mertje in, en rukt dadelijk di
van het hoofd, om ze achtelo
gens in een hoek neer te g
Het is niet uit beleefdheid
zich het hoofd ontbloot, mail
dat hij een hoofddeksel nielf
verdragen kan. Daar is eio
geen enkel kledingstuk dat
aan het lijf niet hindert. Zijn
hangt daar aan de hals op
los, zodat zijn ruige, bek
borst ontbloot is. Alleen dat
en een broek, die met een
touw is opgebonden, hee
rond het lijf. In dat touw
een mes. En meer heeft die
gende botterik van een Me»
re niet nodig, om door het
te stappen.
Een bandiet, zegden we.
dat is ietwat onjuist: hij heel
eer nog steeds iets van dille
mens in zich, een forsgekl
en dichtbehaard lijf en daari
slechts aan zelfbehoud denl
geest.
«Wat nieuws? vraagt hij
en bot.
En Faviel, de vinger op ds
leggend, vraagt of hij doo
kleine raam de baan wat i
het oog houden. Hij zelf wil
eens sjoeren door het sleu
der deur, die tot de gelagl
toegang heeft.
Verwittig het volk dat nat
Brekeibos opstapt», zegt
«Maak het hun duidelijk dat
kroeg liefst moeten voorbi
pen».