2
STADSCENTRUM
stedebouw en ruimtelijke ordening in aalst
DE AANPAK VAN HET
PROBLEEM
door
Martin HUTSEBAUT
Rijksuniversiteit te Gent
In een aantal artikelen zal hier de aandacht gevestigd worden op de komplekse problematiek van stedebouw en ruimte
lijke ordening, in ds brede zin van het woord, zoals deze zich in het Aaisterse stelt. Na een algemene probleemstelling
wordt nader ingegaan op diverse aspekten als daar zijn stadscentrum, vervoer en verkeer, huisvesting en grondbeleid, leef
milieu en industrie, landbouw, natuurbehoud, rekreatie, stedelijk kunstpatrimonium, herstrukturering van de gemeentegrenzen
en inspraak van de bevolking. Doel van deze artikelenreeks is nietpasklare oplossingen voor te stellen. Wel aan de hand
van een aantal ideeën, die voor niemand dwingend zijn, de publieke belangestelling voor deze problematiek te aktiveren,
zodat het beleid, bij de aanpak van deze problemen, kan rekenen op de volle aandacht van een gesensibiliseerde en kritische
bevolking.
r- -- - -
'r
EEN LEVENDIG HART...
Binnen het geheel van de ste-
debouwkundige problematiek ver
dient het stadscentrum een spe
ciale aandacht. De steden zijn im
mers niet homogeen in hun sa
menstellende delen en bepaalde
gedeelten van de stad ontwikke
len een specifieke dialoog.
Prof. J.-P. TRYSTRAM (Univer
siteit van Rijsel) definieert het
centrum als«la partie de la ville
dans laquelle
- Ie dialogue homme-pierre se
ra Ie plus chargé de symbo
lisme;
- les relations entre les hom
mes seront en majorité ano-
nymes.»
Zo wordt het gezag gesymboli
seerd door het stadhuis en het
politiecommissariaat, de scholen,
bibliotheken, theaters en musea
symboliseren het culturele leven,
enz...
Belangrijk is tevens dat het
symbolisme in het centrum niet
enkel verbonden is aan gebouwen
en monumenten, maar ook aan de
open ruimten. Terecht merkt
TRYSTRAM op dat «les jardins
et les pares ne sont pas seule-
ment les poumons des villes; ils
sont aussi Ie symbole de la na
ture, qui prend actuellement une
importance si considérable dans
nos sociétes urbaines».
Het centrum dient echter niet
enkel symbolisch opgevat te wor
den. Immers, «c'est dans l'équi-
libre des symboles que réside la
qualité d'un centre», aldus TRYS
TRAM.
Een stadscentrum is bovendien
de geprivilegieerde plaats van de
«stedelijke toeschouwer». TRYS
TRAM beschrijft hem als «regar-
dé et regardant, acteur et spec-
tateur, l'homme se trouve alors
dans une situation spéciale vis-a-
vis des autres hommes».
Alles samen genomen zouden
wij het zo kunnen stellen dat het
centrum een levendig hart is,
waar alles cuminneert en waar
steeds iets gebeurt. Inderdaad, er
zijn de cafés, de restaurants, de
bioscopen, de theaters, enz..., en
zelfs wanneer de winkels en ma
gazijnen dicht zijn is het er nog
gezellig.
DAT IN ZIJN BESTAAN EN
FUNCTIE WORDT
BEDREIGD
Dat enige stadscentrum wordt
momenteel van verschillende zij
den bedreigd. Verkeer, luchtver
vuiling en lawaai dreigen inder
daad de steden onleefbaar te ma
ken. Het centrum lijdt onder een
chaotische verkeersdrukte in de
vaak te smalle (en tengevolge van
de geparkeerde wagens nog smal
lere) straten en straatjes. Het
groen wordt met de dag schaar
ser of is reeds onbestaande; plek
jes van vredige rust zijn er al
evenmin te vinden. Het hoeft dan
ook geen betoog dat, zoals de
toestand momenteel evolueert in
de meeste steden, er een onmo
gelijke situatie dreigt te ontstaan.
Het feit dat de burgers meer en
meer hun heil gaan zoeken buiten
de stad is hier een teken aan de
wand.
DE UITDAGING
Het kan echter allemaal anders
worden; voorbeelden in het bui
tenland tonen het aan. De binnen
stad kan haar aantrekkelijkheid
behouden en zelfs opvoeren op
voorwaarde dat er snel en door
dacht gehandeld wordt. Te veel
nodige hervormingen blijven in on
ze Vlaamse steden achterwege
tengevolge van de versteende or
ganisatiepatronen die iedere evo
lutie onmogelijk maken. Het con
servatisme in onze steden, zo po
litiek, administratief, organisato
risch als socio-cultureel is vaak
zo sterk dat men slechts aan
menselijk «revisionisme» doet en
nooit de problemen grondig kan
en durft aanpakken. Te veel ge
zocht binnen de traditionele pa
tronen.
Wat vereist is, is een grondige
en totale aanpak van het pro
bleem. Dit houdt verband met het
verkeer, met de stad als distribu
tiecentrum, met de stad als koop
centrum; ook het openbaar ver
voer, de leefbaarheid van het cen
trum en het culturele en sociale
leven hebben er mee te maken.
Bij stadsvernieuwing komt inder
daad nog heel wat meer kijken
dan het ais koopcentrum te be
hoeden. Ontspanning, cultuur,
sfee en gezelligheid moeten van
de stad meer en meer een woon
stad maken, zoniet bloedt de stad
dood. De functie van het centrum
dient ten voordele van de gehele
gemeenschap bepaald te worden
en dus polyvalent te zijn een
functie van vrijetijdsbesteding,
van uitwisseling en ontmoeting,
van cultuur, van toerisme en
volksontwikkeling, van dienstverle
ning en last but not least, een of
ficiële functie.
Gelukkig gaan er de laatste tijd
ook bij ons, stemmen op en wor
den er revolutionaire plannen ont
worpen om de binnenstad te her
denken, om er weer ruimte te
scheppen waar men kan ademen,
wandelen en wonen. Deze oasen
kunnen er echter alleen komen zo
wij bereid zijn, in mindere of
meerdere mate, onze auto af te
zweren, althans zo wij er mee bui
ten de stadskern blijven. Zo snel
mogelijk dienen binnen de stad zo
nes voorzien waarin het verkeer
praktisch verboden wordt. De be
volking dient in vrede te kunnen
wandelen, kuieren en winkelen
Dergelijke maatregelen, waar
door de burgers a.h.w. hun «vat»
op het centrum herwinnen, wer
den reeds met succes toegepast
in talrijke buitenlandse steden. Zij
bevorderen het toerisme en het
collectief gebruik van de stad als
centrum voor allen. Het hoeft
geen betoog dat wij met het zoe
ken naar oplossingen voor onze
binnenstad, nog niet zover staan
als bepaalde van onze buurlan
den. Het Nederlandse voorbeeld
met steden als Maastricht, Breda
Bergen-op-Zoom en Tilburg biedt
ons verschiillende mogelijkheden
om de binnenstad verkeersvrij te
maken.
Om een succesvolle operatie
«verkeersvrij centrum» door te
voeren is absoluut noodzakelijk
voorafgaandelijk de nodige par-
keergelegenheden te voorzien in
de onmiddellijke omgeving van
het centrum (parkering rond het
centrum). Het is bewezen dat ver
afgelegen parkings het niet doen.
Parkeren zonder problemen is
trouwens een van de grote aan
trekkelijkheden van super- en hy-
permarkten, alsook van de shop
ping-centers die in de periferie ge
legen zijn. In de toekomst zullen
wij alleszins meer parking-minded
moeten worden. Het gaat niet op
de auto's chaotisch in het cen
trum achter te laten
Voor de onmiddellijke omge
ving van het stadscentrum zijn
ondergrondse parkings ideaal ge
schikt. Ze bieden o.a. het voor
deel dat de bovengrond kan ge
bruikt worden voor de inrichting
van een parkje. Groen is immers
absoluut noodzakelijk wil men de
stad zijn natuurlijke aantrekkings
kracht teruggeven. Ook in het
stadscentrum dient het groen op
nieuw geïntroduceerd te worden;
het ecologisch evenwicht is er im
mers het sterkst verstoord Een
stedebouwkundig project dat met
groen geen rekening zou houden
is onaanvaardbaar. Let wel, het
gaat hier immers alleen om «kijk-
groen», maar tevens om «gebruik-
groen», d.w.z. locale parken en
parkjes, evenals plantsoenen waar
de mensen kunnen zitten en wan
delen en de kinderen zonder ge
vaar kunnen spelen.
In het kader van de stadsher-
nieuwing willen wij er hier ter
loops op wijzen dat tevens dient
gedacht aan de sanering van be
paalde wijken. Bepaalde wijken
zullen wellicht dienen gesloopt:
andere zullen grondig gemoderni
seerd dienen te worden. Te smalle
straten dienen verbreed teneinde
ook op deze wijze het stadscen
trum terug «open» te leggen.
Bovendien is het belangrijk dat
de tertiaire sector met zijn gam
ma dienstverlenende bedrijven in
het hart van de stad blijft.
Tot slot willen wij er nog op
wijzen dat een plan voor stads-
hernieuwing in etappen kan uitge
voerd worden, na een afdoende
voorstudie en met een efficiënte
follow-up tijdens de uitvoering.
Het verkeersvrij maken van het
centrum kan aanvankelijk bij wij
ze van experiment worden door
gevoerd (één of meer straten of
pleinen kunnen gedurende één of
meer dagen per week voor het
verkeer gesloten worden.