5
ERVOER EN VERKEER
stedebouw en ruimtelijke ordening in aalst
door
Martin HUTSEBAUT
Rijksuniversiteit te Gent
In een aantal artikelen zal hier de aandacht gevestigd worden op de komplekse problematiek van stedebouw en ruimte
lijke ordening, in de brede zin van het woord, zoais deze zich in het Aaisterse stelt. Na een algemene probleemstelling
wordt nader ingegaan op diverse aspekten als daar zijn stadscentrum, vervoer en verkeer, huisvesting en grondbeleid, ieef-
milieu en industrie, landbouw, natuurbehoud, rekreatie, stedelijk kunstpatrimonium, herstrukturering van de gemeentegrenzen
en inspraak van de bevolking. Doel van deze artikelenreeks is nietpasklare oplossingen voor te stellen. Wel aan de hand
van een aantal ideeën, die voor niemand dwingend zijn, de publieke beiangestelling voor deze problematiek te aktiveren,
zodat het beleid, bij de aanpak van deze problemen, kan rekenen op de volle aandacht van een gesensibiliseerde en kritische
bevolking.
IENAME VAN DE
3KEERSINTENSITEIT
Hst vervoer- en verkeerspro-
lem in onze agglomeratie is een
vloeisel van het feit dat wij
it een onaangepaste uitrusting
I hoofd trachten te bieden aan
i verkeer in een geografisch
leiend gebied, dat af te reke-
n heeft met een sterke toena-
van de verkeersintensiteit.
ÏERKE TOENAME VAN
ET PARTICULIER
F, SONEN VERVOER
Bovendien heeft er zich een
jziging voorgedaan in de bevre-
ging van de vervoerbehoeften.
:ze komt vooral tot uiting in het
irsonenvervoer, alwaar het parti-
ilier personenvervoer een zeer
erke toename gekend heeft ten
iste van het gemeenschappelijk
irsonenvervoer (spoor, trein,
is. dit niettegenstaande het
irticuliere personenvervoer duur-
ir is en meer infrastructuurro-
nd is dan het gemeenschappe-
k vervoer.
Het grootste gedeelte van het
irsonenvervoer is een vraag,
geleid van economische en
iciale activiteiten, waarvan men
ichtans de omvang en de rich-
ng niet of onvoldoende kent.
j De planning moet ingepast wor-
sn in een globaal beeld van
limtelijke ordening, voldoende
lim, waarbij het duidelijker kan
orden welke prioriteiten dienen
legekend te worden aan de ver-
pillende functies, waaronder de
Prvcerfunctie.
IEHOEFTE AAN
'ERNIEUWING
'o klemtoon mag evenwel niet
ozeer liggen op modernisering
an het bestaande systeem, om-
at men daardoor slechts een
jdelijke en ruimtelijke verschui-
ing krijgt van het probleem, maar
soleer op vernieuwing, m.a.w.
Pon mag hier niet blijven staan
tij modernisering, maar het stede
lijk vervoerpatroon moet ingepast
worden in een ruimtelijk kader,
dat zelf toekomstgericht moet
zijn, opdat effectieve coördinatie
zou worden verwezenlijkt tussen
particulier vervoer, gemeenschap
pelijk stedelijk en gemeenschap
pelijk regionaal vervoer, hierbij
prioriteit verlenend aan het ge
meenschappelijk vervoer (dat
comfortabel en snel dient te zijn
om competitief te zijn).
De vervoer- en verkeerspolitiek
dient in het bijzonder oog te heb
ben voor de verschuivingen die
zich zowat permanent voordoen in
de verkeersstromen, (b.v. tenge
volge van de oprichting van een
nieuw industriepark doen zich be
langrijke verschuivingen in de ver
keersstroom voor) teneinde de
ze nieuwe stromen tijdig te detec
teren is een regelmatig onderzoek
van toekomst en bestemming ver
eist (dit zowel kwalitatief als
kwantitatief).
DE MENS NSET U!ï HET
OOG VERLIEZEN
Bij de verdere uitbouw en mo
dernisering van ons wegennet mag
de mens niet langer uit het oog
verloren worden de vervreemding
van de burger t.o.v. het verkeers-
proces dient dringend weggewerkt
te worden. Al te vaak heeft de
moderne mens (en niet in het
minst de meest zwakke, de ouder
ling, het kind, de gehandicapte)
het gevoel van machteloosheid
t.o.v. het razendsnelle en naamlo
ze verkeer. Hij voelt zich gewoon
over het hoofd gezien door de
planners. Met de voetgangers en
fietsers wordt maar al te vaak
geen rekening gehouden. Alles is
immers ondergeschikt aan de ar
beid, want arbeid is produktie en
produktie is consumptie. Opdat
die ketting vlot zou lopen dulden
wij alles, zelfs dat kinderen ge
handicapten en ouden van dagen
gedood worden door het verkeer.
Het verkeer is immers het onder
deel van de produktieketting, is
dus heilig I Het kind en de
ouderling niet
Wat wij allen en niet in het
minst de planners van ons toe
komstig wegenpark nodig hebben
is een ander denkpatroon, waarbij
bepaalde nieuwe «values» of
waarden worden ingecalculeerd
die het vervreemdingsproces van
de moderne mens tegenwerken en
van de burger terug nummer één
maken op de waardenschaal, zon
der dat daarom de verkeerseffi
ciëntie in het gedrang wordt ge
bracht. Mens en verkeer dienen
(net elkaar verzoend te worden
door een optimale planning zodat
beiden terug aan hun trekken ko
men I
REALISEREN VAN EEN
EVENWICHT
Met het oog op het realiseren
van het evenwicht tussen de ver
schillende componenten van de
moderne verkeerssituatie (wa
gens, fietsers, voetgangers,..)
dient daar waar nodig de vereiste
plaats ingeruimd voor ieder van
deze componenten. Zo is het evi
dent dat naast een snelweg geen
voetpaden dienen aangelegd, ver
mits het doei is een snel en veilig
verkeer mogelijk te maken I An
derzijds zou het eveneens, evident
dienen te zijn dat b.v. in het hart
van de stad, waar de burgers ko
men winkelen en wandelen, diver
se diensten bezoeken (ban
ken, verzekeringsmaatschappij
en, openbare diensten, vakbonden,
mutualiteiten, polyklinieken), waar
schoolkinderen vier maal daags
met duizenden doorheen moeten,
waar de toerist met volle belang
stelling bepaalde historische ge
bouwen komt bekijken, de voet
ganger werkelijk koning zou zijn
en het verkeer gewoon verboden
zou zijn I Immers, zomin als het
verkeer op de snelweg te verzoe
nen is met voetgangersverkeer
(en dat wordt algemeen erkend
en zelfs gesanctioneerd) is het
voetgangersverkeer in het stads
centrum in optimale omstandighe
den onmogelijk zolang het zwaard
van Damocles (hier het autover
keer) boven de hoofden blijft han
gen (op ieder ogenblik kan im
mers een voorbijrazende wagen
een dodelijk ongeval veroorza
ken!). Op de repercussie van de
ze totaal onlogische situatie in
onze stadscentra op de volksge
zondheid werd reeds ten overvloe
de gewezen, (fysisch gevaar voor
ongevallen maar ook luchtvervui
ling en lawaai).
Het is overbodig op te merken
dat veilige voetgangers- en fiets
paden een erg zwak punt uitma
ken binnen onze Belgische wegen
infrastructuur. Niet enkel de pa
den zelf, maar ook de noodzake
lijke verlichting en bescherming
van deze paden ontbreken nog al
eens I
Het voetgangersverkeer dient
vergemakkelijkt, veiliger en gezel
liger gemaakt te worden. Het zal
gezelliger worden wanneer het
verloopt doorheen stadsgroen, ver
keersvrije straten en pleinen. De
scheiding tussen gemotoriseerd
vervoer en voetgangersverkeer
dient zo ver mogelijk doorge
voerd. Veiiligheid, gemak en af
wezigheid van pollutie en lawaai
zijn factoren die het voetgangers
verkeer zullen bevorderen.
Met verkeerslichten en zebrapa
den bereikt men op wegen be
stemd voor snelverkeer vaak on
voldoende veiligheid voor de voet
gangers (grote snelheid van de
wagens, breedte van de weg enz.)
ook om verkeerstechnische rede
nen zijn verkeerslichten op deze
wegen eerder ongeschikt. De op
lossing zou hier eerder dienen ge
zocht te worden in voetgangers
bruggen of voetgangerstunnels
(we denken hier meer bepaald
aan het kruispunt Groenstraat
Leopoldlaan - kliniek - en aan de
ingangen tot het stadspark na de
werken.)
HET
PARKEERPROBLEEM
Inherent aan het verkeerspro
bleem is het parkeerprobleem.
Reeds eerder werd er hier i.v.m.
het stadscentrum op gewezen dat
het succes van een operatie «ver
keersvrij centrum» (laat ons ech
ter realistisch zijn bij de prak
tische realisatie ervan) afhanke
lijk is van de beschikbaarheid in
de onmiddellijke omgeving van
voldoende parkeergelegenheid. Te
vens hebben wij ons uitgesproken
wat het stadscentrum betreft,
voor de aanleg van ondergrondse
parkeergelegenheden met meerde
re niveaus, zodat de bovengrond
kan benut worden voor het aanleg
gen van een park. Deze onder
grondse parkeergelegenheden zijn
omwille van diverse overwegingen
te verkiezen (esietiek, efficiëntie,
volksgezondheid) boven de pa-
keerpleinen (toestand die we mo
menteel kennen) en de boven
grondse parkeergarages of par-
keerbuildings.
Wij houden eraan er nogmaals
op te wijzen dat de beide maat
regelen, verkeersvrij maken van
het centrum en het voorzien in de
nodige parkeergelegenheden, hand
ir. hand dienen te gaan. Een we
tenschappelijke benadering van de
problematiek (met de nodige tel
lingen en ondervragingen) is ab
soluut vereist wanneer men denkt
aan de concrete realisatie.
Nog i.v.m. het parkeerprobleem
zouden wij er willen op wijzen dat