BEL-AMI kroniek Guy Ge ftapassant W? es K jeugd protest K 17.53 Nieuws K K 18.CO Regionaal nieuws K K 18.10 Voetbaltrainer VS/uIff K 13.00 Hier und Heute K K 19.15 Zijn jullie er allemaal? K 19.25 Arbeidsrecht K K 20.00 Nieuws K 20.15 Titel, Thesen, K Tempersmente K K 21.00 Ecrichion uit Bonn K 2.30 Da e::pert K K 22.15 Nieuws 22.30 Davor K K 0.03 Nieuws K K KLEUR 19.20 Coiorix 19.30 Poigne de fer et séduction 20.00 Nieuws 20.25 Aankondigingen 20.30 Toneelstuk Aansluitend liaüques Journaal DUITSLAND 1 8.20 TeJecoüfsgc 15.50 Nieuws 15.55 lots meer c r het laser onderlijs 16.40 Maxiiant en Miniiant 17.10 Madagascar QUAX, DS BROKKENPILOOT zaterdag 25 november te 13 u. 30 De held van het verhaal is een zeker Quax, die graag een reis zou maken met zijn viendinnetje. Hij neemt die kans eindelijk ge- ziien te hebben in een wedstrijd waaraan als derde prijs een reis voor twee personen naar de Kana rische eilanden verbonden is. Maar Quax doet het te goed: hij wint de eerste prijs een vlieg tuig. Helaas, weet hij niet goed wat ermee aan te vangen, want hij kan niet vliegen. Enkele lessen kunnen misschien verhelpen aan dit euvel, maar zijn leermeester stuurt hem al gauw de laan uit, hij is immers niet dapper genoeg om piloot te worden. SHERIFF CADE zaterdag 25 november te 21 u. 55 In Galena kun je werken in een kolenmijn of geen werk hebben. Het stadje en de bevolking wor den op brute manier geterroriseerd door de eigenaar van de mijn, Hurley Gaines. De sheriff, Sam Cade, heeft tot nu toe geen vat op hem kunnen krijgen, hoewel hij toch bekend staat als niet bepaald zachtzinnig. Als Opie Kingman in de mijn is vermoord, komt Cade erachter dat hij pogingen in het werk stelde om de sociale omstandigheden van de mijnwerkers te verbeteren. Ziijn oudere broer is jaren te voren hetzelfde lot overkomen. De sheriff staat voor de keuze of deze afschuwelijke alleenheer schappij van Gaines voor altijd "te breken of de stad te verlaten. Hij kiest voor het eerste.... WERELDPREMIERE zondag 23 novejDber te 20 u. 25 Hec Ramsey is op v/eg naar zijn nieuwe job onderchef van de politie in een stadje in het mid denwesten van de Verenig.:iSta ten. De postkoest waar h'j in reist wordt overvallen door oen e>ai gangsters... Als hij eindelijk in het stadje aankomt, heeft hij een eerste ontmoeting met zijn vee! jongere baas hoofd van de politie Oliver Stamp. Stamp windt er geen doek jes om hij vreest dat de slechte reputatie van Ramsey nog meer zware jongens naar het stadje zal lokken.. HET GESTICHT maandag 27 november Se 20 u. 10 Dit T V.-Spel speelt zich af in een huis voor bejaarden, een ge sticht in de volksmond. Hierin le ven mensen die hun oude dag ver slijten, op tijd hun natje en droog je krijgen, van gediplomeerd toe zicht genieten enz., maar dit al les maakt hen niet gelukkig. Ze kankeren om alles en nog wat en leven vooral in het verleden. Ook zij die vroeger een hard kleuloos bestaan hadden, vinden nu dit leven zinloos. Ze dissen mekaar verhalen op die druipen van cynisme maar waar toch een hele brok realiteit inzit.... DE ROZE PANTER dinsdag 28 november te 20u45 In een niet nader genoemd land breekt revolutie uit. De mooie en rijke prinses Dala moet naar Eu ropa vluchten. Ze kan nog net haar kostbaarste juweel meene men; de «roze panter» een ge schenk van haar betreurde vader, 'de Maharadja. Prinses Dala komt aan in Rome Daar wordt het juweel gestolen. In het koffertje blijft een witte hand schoen achter. Geen twijfel moge lijk hier is «het spook» aan het werk geweest, «Het spook» alias Sir Charles Lytton is een gentle men dief van internationale klas- sa. Een tijdje later vinden we de roze panter terug in Venetië, waar hij door een onbekende vrouw voor een zacht prijsje van de hand wordt gedaan. REQUIEM VOOR EEN NON vrijdag 1 december te 20u55 Wanneer het spel begint schij nen de feiten het gaat hier om een moord - maar al te duidelijk in het nadeel van Nancy Mannigoe Zij wordt inderdaad beschuldigd van moord op het jongste kind van het echtpaar Stevens. In de dodencel wacht zij op de uitvoe ring van het vonnis. De «Stevens» worden in hun middens aangezien als een acht baar koppel en zeer menslievend. Daarom hebben ze ook indertijd Nancy Mannigoe, die verslaafd was aan morphine, opgenomen om een handje in het huishouden u t te steken. Alhoewel het ge recht reeds de doodstraf voor Nancy naeft uitgesproken, blijft de advokaat van haar niet bij de pak ken zitten, meer nog hij kan be wijzen dat ziin cliënte onschuldig is. Mevrouw Walter bleef in on draaglijke kwelling achter. Het ge beurde wilde nog niet duidelijk tot haar doordringen. Maar zij leed gruwelijk. Zij kreeg het gevoel dat zij daar niet de gehele nacht kon blijven staan. Zij wilde vluchten, weglopen, hulp zoeken, gered wor den. Zij overwoog tot wie zij zich kon wendenden. Tot welke man. Zij vond er niet een. Een priester ja een priester I Zij zou voor hem neerknielen, hem alles biechten, haar verkeerd gedrag en haar wanhoop. Hij zou begrijpen dat die schoft niet met Suzanne kon trouwen en zou het weten te ver hinderen. Ja, een priester had zij nodig. Maar waar kon zij er een vinden Waar moest zij heen gaan2? Ove rigens kon zij niet zo blijven staan En opeens verscheen als in een visioen het verheven beeld van Je zus, wandelend op de golven, voor haar geest, Zij zag hem voor zich zoals hij op het schilderij te zien was. Hij riep haar dus. Hij zei, «Kom tot mij. Kniel aan mijn voe ten neer. Ik zal u troosten en U zeggen, wat gij te doen hebt.» Zij nam haar kaars en verliet de kamer. Zij ging de trap af en begaf zich naar de wintertuin. Het schilderij hing in een kleine ruimte die met een glazen deur werd af gesloten, zodat het vocht uit de aarde er geen schade aan kon toebrengen. Het was een soort kapel temid den van uitheemse planten. Toen mevrouw Walter de win tertuin binnenging, die zij nooit anders had gezien dan badend in licht, schrok zij terug voor de die pe duisternis. De grote tropische planten maakten de lucht zwaar met hun sterke geuren. Daar de deuren niet meer open waren ge weest drong de atmosfeer van dat exotisch bos, besloten onder de glazen koepel, moeizaam de lon gen, binnen verdoofde, maakte dronken, was weldadig en toch onaangenaam, gaf de huid een gemengde sensatie van prikkelen de wellust en van sterven. De geslagen moeder liep voetje voor voetje verder, schichtig in de duisternis, waaruit in het flakke rend licht van haar kaars de zon derlinge planten als monsterlijke spooksels naar voren kwamen. Maar opeens zag zij Christus. Zij deed de deur die haar van hem scheidde open en viel op haar knieën. Aanvankelijk bad zij vertwijfeld woorden van liefde stamelend, hartstochtelijk en wanhopig aan roepend, Terwijl haar gebed ver stilde sloeg zij de ogen naar hem op en de angst greep haar bij de keel. Hij leek in het trillend schijn sel van de ene kaars, die hem nauwelijks en van onder op ver- lichtte, zo sterk op Bel-ami, dat het God niet meer was maar haar minnaar, die op haar neerkeek. Het waren zijn ogen, voorhoofd, gelaatsuitdrukking, trotse en kille houding Zij stamelde, «Jezus Jezus Jezus!» Maar de naam «Geor ges» drong haar naar de lippen. Zij besefte opeens, dat Georges op datzelfde ogenblik misschien haar dochter in zijn armen had. Ergens was hij alleen met haar in een kamer. Hij, hij met Suzanne I Weer stamelde zij «Jezus... Je zus I» Maar zij dacht aan hen... aan haar dochter en haar minnaar. Zij waren in een kamer... en het was donker. Zij zag hen voor zich. Zij zag hen zo duidelijk, dat zij de plaats van het schilderij inna men. Zij lachten tegen elkaar. Zij omhelsden elkaar. De kamer was donker, het bed half zichtbaar. Zij richtte zich op om naar hen toe te gaan, om haar dochter bij het gen, die dochter die zij haatte, die omhelzing te ontrukken. Zij zou haar bij de keel pakken, haar wur gen, die dochter die zij hatte, die dochter, die zich aan deze man gaf. Zij raakte haar al aan... en haar handen stuitten op het doek. Zij had de voeten van Christus aangeraakt. Zij gilde en viel achterover. De kaars rolde om en doofde. Wat gebeurde er met haar Lange tijd zag zij vreemde schrik wekkende dingen. Geoges en Su zanne verschenen haar telkens weer, met de armen om eikaars li chamen en met Christus, die hun walgelijke liefde zegende. Zij had het vage gevoel niet meer thuis te zijn. Zij wilde op staan en vluchten, maar kon het niet. Een verdoving had haar over vallen, die haar leden verlamde en alleen haar denken wakker liet, verward overigens een gekweld door gruwelijke visioenen, onwe zenlijk en beangstigend, alsof de tropische planten met hun zware geuren haar hadden bedwelmd. De volgende morgen vond men mevrouw Walter buiten kennis en half vergiftigd op de vloer voor Jezus wandelend op de golven. Zij was zo ziek dat men voor haar leven vreesde. Pas de volgende morgen was zij weer volledig bij bewustzijn. Toen begon zij te schreien. De verdwijning van Suzanne werd aan het personeel voorge steld als een plotseling in het klooster gaan. En Walter beant woordde een lange brief van Du Roy met een toestemming voor het huwelijk. Bel-ami had dit epistel gepost vlak voor hij Parijs verliet, hij had het de avond voor zijn vertrek al geschreven. Hij deelde er in beleefde bewooordingen in mee, dat hij sedert lang van het meisje hield, dat er tussen hen nooit eni ge afspraak was gemaakt, maar dat hij zich, toen zij uit vrije wil naar hem toe kwam en zei «Ik wil je vrouw worden», gerechtigd had geacht, haar bij zich te hou den en zo nodig te verbergen tot hij antwoord van haar ouders had ontvangen, wier wettig gezag voor hem minder zwaar woog dan de wil van-zijn verloofde. Hij verzocht de heer Walter, poste restante te willen antwoor den. Een vriend zou de brief naar hem opzenden. Toen hij zijn zin had gekregen bracht hij Suzanne naar Parijs terug en leverde haar bij haar ou ders af, terwijl hij zich enige tijd niet bij de familie liet zien. Zes dagen hadden zij aan de oever van de Seine te La Roche- Guyon doorgabracht. Het meisje had zich nooit beter vermaakt. Zij ging voor zijn zuster door en zij brachten hun dagen door in on belemmerde zij het kuise intimiteit in een soort verliefde kameraad schap. Het leek hem verstandiger haar te ontzien. De dag na hun komst kocht zij onder- en boven- kleren zoals de vrouwen uit de streek droegen en zij ging henge len met een grote strohoed op, versierd met veldbloemen. Zij vond het verrukkelijk op het plat teland. Er was daar een oude to ren met een oud kasteel, waar prachtig tapijtwerk te bewonderen was. Geoges, gekleed in een wollen boezeroen dat hij in een dorps winkel had gekocht, ging met Su zanne wandelen of varen langs de oever. Elk ogenblik omhelsden zij elkaar bevend, zij argeloos, hij op het punt te bezwijken. Maar hij wist zich te beheersen en toen hij zei, «We gaan morgen naar Parijs terug, je vader heeft toestemming tot het huwelijk gegeven,» ant woordde zij onschuldig, «Nu al Ik vond het juist zo leuk, je vrouw te zijn X Het was schemerig in de kleine woning aan de Rue de Constanti nople, want Georges Du Roy en Clotiide de Marelle hadden elkaar voor de deur ontmoet, waren vlug naar binnen gegaan en zij had hem, zonder hem de tijd te jaten de zonneblinden te openen,! Ge vraagd, «Je gaat dus met Suzanne Wal ter trouwen Hij gaf dit welwillend toe en zei, «Wist je dat nog niet Zij kwam vlak voor hem Staan en zei verontwaardigd, «Je gaat met Suzanne Walter trouwen Het wordt steeds mooi- er. Mij houd je sedert drie maan den aan het lijntje zonder er iets van te zeggen, ledereen wist het, behalve ik. Ik heb het van mijn man gehoord.» Du Roy begon spottend te lach en, hoewel toch enigzins ontdaan. Hij legde zijn hoed op de schoor steenmantel en liet zich in een fauteuil vallen. Zij keek hem recht in zijn ge zicht en zei met geprikkelde in gehouden stem. «Sedert je van je vrouw bent gescheiden heb je al met dit plan rondgelopen, maar mij heb je als minnares aangehouden om de tus sentijd te vullen Wat ben jij een schoft Hij vroeg, «Waarom eigelijk? Ik had een vrouw die me bedroog. Ik heb haar betrapt; ik heb echtscheiding gekregen en ik ga met een ander trouwen. Dat ligt toch voor de hand Trillend hakkelde zij, «O, wat ben jij een gevaarlijke geslepen kerel I» Hij begon weer te lachen. «Wel ja I De dommen en de on- nozelen trekken altijd aan het kortste eind.» Maar zij volgde haar eigen ge- dachtengang. «Ik had het dadelijk wel kun nen begrijpen. Maar ik kon ge woon niet geloven, dat je zo'n lie derlijk individu was.» Waardig zei hij, «Ik verzoek je beter op je woor den te letten.» Zij kwam in opstand tegen de terechtwijzing. «Wat? Moet ik jou nog met fluwelen handschoeen aanpakken? Je hebt je tegenover mij als een schoft gedragen sedert ik je ken en dat mag ik je niet eens voor de voeten gooien Je bedriegt iedereen, je buit iedereen uit, je grijpt overal naar genot en geld en ik moet je nog als een fatsoen lijk man behandelen Hij stond op en zei met trillen de lippen, «Zwijg of ik stuur je de deur uit.» Zij stotterde, «De deur uit... de deur uit wou jij me hier de deur uit stu ren?» Zij kon niets meer zeggen, zij stikte van woede en plotseling sloeg haar stem over, alsof de sluizen van haar verbittering zich geopend hadden, «De deur uit? Je vergeet zeker dat ik deze woning heb betaald van het begin af Ach ja, af en toe heb jij de huur overgenomen. Maar wie heeft het huis gehuurd? Ik... Wie heeft het aangehouden? Ik... En jij wilt me de deur uitstu ren! Hoe durf je het zeggen, deug niet! Meen je soms dat ih niet weet, dat je Madeleine de helft van haar erfenis hebt ontstolen De erfenis van Vaudrec Meen je soms dat ik niet begrijp, dat je met Suzanne naar bed bent ge gaan om haar tot een huwelijk te dwingen...» Vervolgt Nadruk vorbcdas

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1972 | | pagina 10