DE BENDE VAN
JAN DE LICHTE
LOUIS PAUL BOON
n aamhaarten
wenóUaarten ucor nieuwjaar
beat el ze nu 11
weekkalender
drukkerij sanders
schoolstraat 26
LEVENSWIJSHEID
Verschrikkelijk is het geweld
der golven, verschrikkelijk de
gloed van het vuur verschrikkelijk
ook de armoede en nog veel meer,
maar niets is zo verschrikkelijk als
een man te trouwen van lagere
geestelijke ontwikkeling er zijn
geen woorden om die ellende te
schilderen; de vrouw gaat er aan
ten onder.
WENS HUN EEN
GELUKKIGE NAAMDAG
Zondag 10 dec.: Eulalia,
Melchiades, Witmar.
Maandag 11 dec.; Damasus,
Ida, Gentiaan, Wilburga.
Dinsdag 12 dec.: Corentin,
Dionysia, Johanna (Janette, Jo,
Jane, Jenny, Jeanine).
Woensdag 13 dec.: Judocus,
(Judoca), Lucia, Odilia (Othilia,
Odile, Diela).
Donderdag 14 dec.: Arseen,
Constance, Folkwin, Johan, Nica-
sius.
Vrijdag 15 dec.: Autbert,
Christiana (Nina), Hadewijch, SiI-
va, Valeriaan.
Zaterdag 16 dec.: Adelheid
(Adelaide, Alida, Adèle), Albina,
Everard, Gisleidis.
«Waar is zij hier nu Waar
kan zij hier het vlugst een schuil
hoek bereiken
Ha, zij bevindt zich niet ver
van de plaats waar de familie
Meulebroeck woont. Goed volk is
dat. Moeder, dochter en zoon, zij
behoren allen tot de bende. Als
zij hun huisje kan bereiken is zij
reeds min of meer in veiligheid.
Als iemand der familie Meule-
broec Jan de Lichte en zijn beste
mannen kan verwittigen, is zij ge
red.
Maar het noodlot waakt. Zo
veel mogelijk gebukt voortrennend
naar het schamele huisje toe,
komt daar over dezelfde binnen-
wegel Marianneke Smet aange
stapt. Zij is de Fransen weest ver
wittigen, en is dan te voet hen
nagekomen. En zij kijkt ietwat ver
baasd, ietwat lacherig, de vrouw
na die zo gek gebogen voortrent.
Doch ook Mie Gendarme, al
vorens in het huisje der familie
Meulebroeck binnen te springen,
kijkt vlug om zich heen, en ziet
ginder die boer aankomen. En ze
begrijpt dat haar redding nog niet
zo nabij is, als zij enkele ogen
blikken geleden alreeds dacht.
Zij springt het huisje binnen...
maar komt daar op een der meest
ongeschikte ogenblikken toe de
vader der Meulebroeckc ligt juist
in lijken. Ja, het is waar ook... zij
heeft gezien dat de luiken afge
sloten waren, en dat er een kruis
van stro over de straatdrempel
was gelegd. Een dode in huis! En
aan het hoofdeinde van het bed
brandt de dodenkaars, en aan het
voeteinde zitten de Meulebroecks
te bidden en de dodenwake te hou
den.
HEILIG EVANGELIE
VAN ZONDAG
Tweede zondag van de Advent
«Johannes zendt zijn 'dfscïgelens
Matth. 11,2-10
ZON OP ONDER
10 dec. 8u34 16u37
31 dec. 8u45 16u47
MAANSTANDEN
Eerste kwartier op .13 dec4 te
19u36
Volle maan op 20 dec. te 10u45
BIJZONDERE DAGEN
Zondag 10 dec.: O.LVrouw
van Loretto, patrones van de vlie
geniers.
Woensdag 13 dec.: H. Au-
bertus, patroon van de bakkers.
H. Lucia, patrones van de blin
den en brillemakers.
AGENDA
Zondag 10 dec.: Nieuwpoort
tot 25 dec. Beiaardconcert op zon
dag van 11 u 15 tot 11u45 Trois-
Ponts Gastronomische herfst-week-
ends Brugge Beiaardconcert op
zondag, woensdag en zaterdag
van 11 u45 tot 12u30 tot 31 dec.
Antwerpen tot 31 dec. Tentoon
stelling «Bijbeldrukken uit de 15e
16e en 17e eeuw - Museum Plan-
tin-Moretus alle dagen behalve op
maandag van 10 tot 17 u Coq-
VERVOLGT
«Vlug!» roept Mie Gendarme....
«Vlug daar, met uw onnozelheid,
help me liever verbergen!»
Doch hoe kunnen ze haar ver
bergen, waar hun huizekotje - hun
ne hut - slechts die ene nauwe en
stinkende ruimte heeft, waarbinnen
zij wonen en eten en slapen En
Mie Gendarme heeft geen keuze...
geen enkel andere keuze dan on
der het lijk te kruipen.
«Haast gij u weg om Jan de
Lichte en Vagenende te verwitti
gen!» zegt ze tot de zoon. «En
gij, stop me goed onder uw vader,
en bidt dan voort dat uw tanden
klapperen!»
En plat ligt zij nu neer, de dode
boven haar.
Zo vinden de Fransen het er,
nadat Marianneke Smet hun de
weg heeft aangewezen. Zij sprin
gen er met vier, vijf man tegelijk
binnen, en in de schapraai zoe
kend, onder de berrebank, in de
bak waar de zondaagse kleren
liggen, werpen zij ook de dode
van het bed... en hebben zij Mie
Gendarme in handen. Nog vecht
zij, nog worstelt zij om.haar vrij
heid. Maar een onverwachte houw
van een sabel stelt een einde aan
Stavelot Gastronomisch week-end
met wildschotels Brussel in het
Rogiercentrum Wijn- en kaasweek
van 15 tot 20 december.
IN DE NATUUR
12 december
Van 12 tot 19 december hoort
men soms donderen.
61
het gevecht.
En Mie Gendarme komt in de
toren van het belfort opgesloten te
zitten, op dezelfde plaats waar
eens haar man verbleef. Maar de
ze keer is men zo mals niet. Zij
moet niet beweren de vrouw van
een onschuldige vlaskoopman te
zijn, die bij vergissing werd aan
gehouden. Neen, men weet meer
dan genoeg wie en wat zij is. En
over het gelaat van allen, die wat
met haar te maken hebben, die
haar ondervragen, martelen, ligt
de grijns van de overwinnaar, van
de jager die met voldoening de
neergeschoten haas betast. Niet
meer een mankende cipier is het,
die haar in het hok op de toren
bewaakt, maar de Fransen zélf,
Zij komen zich vermaken met de
wonde in haar gelaat, die stilaan
geneest. «Kom,» zeggen ze... «we
zullen er nog wat zalf aan strij
ken!» En dan slaan zij met hun
gebalde vuisten de randen der
wonde weer open.
Ondertussen rent Jan de Lichte
rond, her en der, haast het ganse
land van Aelst door. Ja, waarde
lezer, bladzijden en bladzijden
zouden we nu - kunnen schrijven
over de eenzaamste en bitterste
VOLKSE WEERKUNDE
- Begint het te vriezen na Noor
den- of Oostenwind, dan zal de
vorst aanhouden.
- Als de wind met de zon draait,
krijgen we mooi weer; als hij
omdraait slecht weer.
- December zacht en dikwijls re
gen.
NADRUK VERBODEN
bedenkingen van Jan de Lichte.
Een gans boek zouden we kunnen
schrijver, over wat hij in die meest
troosteloze uren heeft bedacht.
Maar het zou geen vrolijk boek
zijn. Het zou geen stichtend re
laas zijn, hoe een mens ertoe be
sluiten gaat, ermee op te houden
een dwaas en een eerlijk man te
blijven.
«Gij zijt geen bandiet!» zo
klinkt het hem dag en nacht in de
oren. Zo hoort hij Meulenaere het
steeds herhalen en herhalen.
«Ha, het is goed, Meulenaere...
ik ben geen bandiet Ik zal er
ene worden. Ik ben het al, meer
dan eikendeen heugen zal. Ik
zweer u dat ge eenmaal over mij
zult beschaamd staan, Meulenae
re, dat ge eenmaal zeggen zult
dit ik een veel te grote bandiet
ben geworden. Hoeveel hebt ge
er ooit kapotgemaakt, Meulenae
re,.... vier, vijf Welnu, ik zal er
veertig, vijftig kapotmaken I»
En hij hoort diep in zich ook
Sara vragen, om brandend en
moordend door de wereld te gaan.
En in de duisternis zijner eenzame
nachten zweert hij haar voldoe
ning te zullen geven.
Geeft weinig hoop op rijke ze
gen.
December koud en sneeuwge-
waad,
Een jaar vol vruchtbaarheid ver
raadt.
«Ik zweer dat ge eenmaal nog
over mij zult beschaamd staan,
Sara... dat ge eenmaal met afgrij
zen over mijn moorden zult ho
ren spreken, en beschaamd zult
zeggen met dat ondier niets ge
meens te hebben.»
En toch... «Allen voor ene!»
Nog is het einde der bende niet
zó nabij als Jan de Lichte in zijn
meest bittere uren vreest. Nog is
het niet met de bende gedaan,
maar staan de getrouwen om hem
heen. De zoon Meulebroeck had
zich tevergeefs gehaast om Jan de
Lichte of Vagenende op te zoeken.
Hij loopt en rent en spreekt elke
bedelaar langs zijn weg aan. En
het is al laat geworden, veel te
laat, als hij eindelijk Faviel op het
lijf botst.
Slechts diep in de nanoen komt
Faviel ertoe. Alleen de volgende
morgen is Meulenaere er, en iet
wat later Ysenbaert, Anne-Marie
de Clerck en Jan de Lichte zélf.
Juist gepast om de oude Meule
broeck in zijn put te helpen neer
laten. En achter dat lijk opstap
pend bespreken ze het gebeurde.
Zij zijn bereid hun leven te wagen
en naar Aelst op te trekken. En
de Zot zegt honend «Ja, en haar
uit de toren te halen, de toren af
te breken I»
En ietwat bitter lachend geeft
hij een parodie van wat hun te
doen staat zij hebben niet an
ders te doen dan alaam mee te
brengen, op de markt een stelling
te plaatsen, en steen na steen dat
belfort te slopen tot men aan haar
hok gekomen is.
«Och zwijg, gij zot, godverdom
me!» zegt Jan de Lichte wrokkig.