HET MILIEUVRAAGSTUK («L'ENVIRONNEMENT») stedebouw en ruimtelijke ordening in aalst DE FUSIE DER GEMEENTEN WAT IS DAT? door Martin HUTSEBAUT Rijksuniversiteit te Gent In een aantal artikelen zal hier de aandacht gevestigd worden op de komplekse problematiek van stedebouw en ruimte lijke ordening, in de brede zin van het woord, zoals deze zich in het Aa'sterse steit. Na een algemene probleemstelling wordt nader ingegaan op diverse aspekten als daar zijn stadscentrum, vervoer en verkeer, huisvesting en grondbeleid, leef milieu en industrie, landbouw, natuurbehoud, rekreatie, stedelijk kunstpatrimonium, herstrukturering van de gemeentegrenzen en inspraak van de bevolking. Doel van deze artikelenreeks is niet pasklare oplossingen voor te stellen. Wel aan de hand van een aantal ideeën, die voor niemand dwingend zijn, de publieke beiangestelling voor deze problematiek te aktiveren, zodat het beleid, bij de aanpak van deze problemen, kan rekenen op de volle aandacht van een gesensibiliseerde en kritische bevolking. 1.1.3. DE AANPAK VAN HET PROBLEM VAN DE LUCHTBEZOEDELING «Zich,hoeden voor uitersten, geharnast zijn zowel tegen de eeuwige zwartkijkerij als tegen een even onverantwoord optimis me is het parool. Maar vooral moet men wetenschappelijk gewa pend zijn in manschappen en mate rieel», aldus W. GELDHOF in zijn reeds hoger geciteerd artikel. Deze opmerking geldt niet al leen met betrekking tot de lucht verontreiniging, maar met betrek king tot het ganse milieuvraagstuk Pollutie ingevolge huisverwarming De aanwending door de parti culieren van de minst-polluerende brandstof (in casu het aardgas) zou door de overheid met alle mo gelijke middelen dienen bevorderd te worden. De openbare besturen zouden op grond van bovengenoemde vaststellingen dan ook in alle aan bestedingsstukken betreffende de op te richten openbare gebouwen een clausule dienen in te lassen die de minst luchtverontreinigende brandstof voor verwarming oplegt. Hetzelfde kan gebeuren met het oog op de door openbare bestu ren of private maatschappijen op te richten sociale woningen. Een oplossing kan ook, net als in het buitenland, gezocht worden in de richting van centralisatie van de warmteproduktie en de instal latie van een stadsverwarming. Verder zou ook dienen toezicht uitgeoefend te worden, niet alleen op de luchtvervuiling zelf, maar ook op de technische bevoegdheid van diegenen die de installatie van de apparatuur verrichten. Pollutie ingevolge uitlaatgassen van motorvoertuigen Voor het steeds in belang toe nemend probleem van de veront reiniging van het stedelijk leefmi lieu door uitlaatgassen wordt veel heil verwacht van de aanwending van electrisch aangedreven voer tuigen, van zuivere brandstoffen (als propaan), van een efficiënte controle op het afstellen van de motoren, van zuiveringstoestellen, e.d.... In verband met de stedebouw zouden wij er hier willen op wijzen dat de meest efficiënte oplossing er nog steeds in bestaat het door gaand verkeer, en alle uitlaatgas sen die er het gevolg van zijn, uit de stad te houden door deze voer tuigen langs de ring om te leiden. vervolg van vorige week Bovendien verzekert een vlotte verkeerscirculatie binnen de stad een minimum aan bezoedeling immers opstroppingen, rode lich ten e.d. die aanleiding geven tot file-vorming van wagens met draai ende motoren betekenen een fac tor van pollutie op zichzelf. Een verkeersvrij centrum ten slotte zou de bevolking die er komt wande len en winkelen behoeden voor de schadelijke effecten van uitlaat gas en lawaai. Pollutie ingevolge de industrie Inzake de bestrijding van de luchtverontreiniging beschikken we in Begië over de kaderwet van 28 december 1964, die echter niet toegepast wordt bij gebrek aan uitvoeringsbesluiten inzake de luchtverontreiniging verwekt door de industrie en de electrische cen trales. Inzake industriële pollutie ver bergen de gemeenten zich echter al te vaak achter de opmerking hieromtrent kunnen wij niets doen, hieromtrent zijn we machteloos. Niets is echter minder waar. Reeds met het ter beschikking staande instrumentarium zijn de pemeenten tot heel wat in staat als ze maar hun verantwoordelijheid willen opnemen (we denken hier b.v. aan Waasmusterr waar on langs nog een polluerend asfalt- bedrijf op gemeentelijk bevel werd gesloten en verzegeld en aan Gent (St. Kruis-Winkel) waar op 13 juli '72 een soortgelijk bedrijf op be vel van de Burgemeester werd stil gelegd). Er is meer. De exploitatiever gunningen van de nijverheidsinstel lingen van tweede categorie wordt verleend door het college van Bur gemeester en Schepenen. In deze toelating dienen na een grondig technisch onderzoek voor elk af zonderlijk geval, de nodige exploi tatievoorschriften gesteld met het oog op het bestrijden van de hin der en de gevaren - ondermeer de bezoedeling van de lucht - eigen aan elke soort van inrichtingen. Wat de nijverheidsinstellingen van 1e categorie betreft, die voor hun explotatievergunning zijn aan gewezen op de Benstendige Depu tatie, dient de betrokken gemeente een onderzoek de commodo et in- commodo in te stellen en behoudt zij bovendien nog steeds een ad viesrecht. Welnu, doorgaans houdt de Be stendige Deputatie rekening met het voorafgaandelijk advies van de betrokken gemeente. Met het oog op het preciseren van de lucht- en (water-) zuiver heid dient in het kader van een plan van Ruimtelijke Ordening de industrie op verantwoorde wijze te worden gelocaliseerd. De industrie die een bron van vervuiling en hin der betekent, moet gecentraliseerd worden in industriezones die vol doende ver verwijderd zijn van de woon- en recreatie zones, die ge zien de overheersende windrichtin gen geen gevaar betekenen voor deze zones en die. zo mogelijks hiervan gescheiden worden door belangrijke groenschermen. We willen echter onmiddellijk waar schuwen voor illusies i.v.m. deze groenschermen: groene zones rond industrie dragen zeker bij tot de verwijdering van toxische stoffen, tot verspreiding of verdunning van de vuile lucht, tot het opslorpen van rook en gassen (soort van luchtfilters); doch ze lossen alle problemen niet op. Om volledig ef ficiënt te zijn zouden ze vooreerst zeer breed dienen te zijn, zouden ze niet te dicht bij de industrie zelf mogen ingeplant worden en zouden de boomsoorten zorgvuldig dienen gekozen te worden. Daarbij komt dat een groenscherm pas na ongeveer 20 jaar operationeel wordt. De kleine industrieën met am bachtelijk karakter die geen pollu tie opleveren kunnen op een ge structureerde manier binnen de woonwijken worden opgesteld. Uit het stadscentrum zouden al le industrieën op korte of op lange termijn dienen geweerd te worden. Een speciale aandacht verdie nen de bedrijven u'ie nu reeds in gebouwd zijn dat er geen moge lijkheid bestaat voor uitbreiding. We zouden hier tevens willen pleiten voor een selectieve indus trie - vestigingspolitiek op de in dustrieparken enkel min of meer zuivere bedrijven zouden mogen aanvaard worden. Manifest scha delijke bedrijven dienen resoluut geweigerd te worden. Immers de werkgelegenheid is zeer belangrijk de volksgezondheid lijkt ons ech ter nog belangrijker Voor wat de bestaande schade lijke bedrijven in de stad betreft mag niet geaarzeld worden ze des noods hun exploitatievergunning te ontnemen zo geen afdoeide oplos- s.ng kan gevonden worden voor de door hun verwekte vervuiling. In geen geval mogen aan deze soort bedrijven nieuwe vergunningen af geleverd worden. Bij de aanmoediging van nieuwe nijverheidsvestigingen dienen een aantal richtlijnen te worden vast gelegd; strenge normen inzake luchtvervuiling dienen opgelegd bij nieuwe inplantingen. De nieuwe nijverheden zullen op dit vlak waarborgen moeten bieden. De gemeente dient ook te voor zien in een efficiënte controle op de vervuiling o.a. doeltreffend meetnet Tevens kan een besten dig klachtencentrum geopend wor den, gekoppeld aan een centraal telefoonnummer (de beste contro leurs zijn nog steeds de mensen die rond de industrie wonen!). Mits samenwerking tussen de in dustriële luchtvervuilers en de me- tereologische diensten kan ook veel onheil voorkomen worden. Door rekening te houden met de 24 uur op voorhand gekende toe stand inzake de stabiliteit van de lucht, de windrichting, enz., kun nen lozingen op ongunstige mo menten vermeden worden. Door aan te sluiten bij de ste delijke of intercommunale installa ties voor vuilverwerking, waarheen de industriële afval gebracht kan worden, kan ook heel wat lucht vervuiling in de stad zelf voorko men worden. Ten slotte zouden wij hier wil len pleiten voor het in Groot-Brita- nië toegepaste principe de ver vuiler betaalt of beter gezegd de vervuilers betalen. In de Provincie raad van Limburg werd een maand geleden door Bestendig afgevaar digde CROUX voorgesteld drie volledig nieuwe (milieubelastin gen goed te keuren, waaronder er één betrekking heeft op de gevaar lijke ongezonde en hinderlijke be drijven. De voorziene opbrengst van 26 miljoen voor de drie belas tingen samen moet de provincie Limburg toelaten een beleid te voeren dat aangepast is aan de noodwendigheden van de milieu zorg. 1,2. WATERVERONT REINIGING 1.2.1, PROBLEEM STELLING Wanneer wij er in het Aalsterse nog relatief goed voorstaan inzake luchtbezoedeling (enkele locale haarden niet te na gesproken), is de toestand veel erger, om niet te zeggen dramatisch, wat de water verontreiniging betreft. Zowel rivie ren als beken zijn volledig gepollu- eerd, voornamelijk ais gevolg van de rechtstreekse lozing van indus triële en huishoudelijke afvalwaters in deze waterlopen. Wat specifiek de Dender betreft deze is uitermate sterk bezoedeld en volgens de SODEGEC-studie in de zomer over bijna heel zijn loop in de Denderstreek zelfs niet in klasse III onder te brengen. Zowel de gemeenten (omwille van het huishoudelijk afvalwater) als de industrieën (omwille van het industrieel afvalwater) dienen hier hun verantwoordelijkheid op te nemen. Aalst was ten tijde van de SODEGEC-studie (én is het waarschijnlijk nog) de grootste bezoedelende factor, zodat hier met de grootste spoed naar een oplossing dient gezocht te worden. De drinkwatervoorziening staat nauw in verband met de verontrei niging van het oppervlakte en grondwater. De wet van 20 maart 1950 op de bescherming van deze waters is geen groot succes ge weest. Na meer dan 20 jaar zijn de noodzakelijke uitvoeringsbeslui ten nog steeds niet verschenen. In 1966 is men aan een nieuwe wet gaan dokteren. Naar wij hopen zul len de uitvoeringsbesluiten van de ze wet niet zolang op zich laten wachten. vervolg volgende week OP WOENSDAG 20 DECEMBER TE 20 UUR in de Feestzaal van het Stadhuis, Grote Markt Aalst Spreker de heer RENE NOEL, senator en eerste schepen van Groot-Mons. Organisatie Kontaktcontruni Mikis Thecdorakis Keizerlijk Plein 10 Aaist - Te!. 213.27

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1972 | | pagina 3