Drugsmokkel Belangrijke vondst DE BENDE VAN JAN DE LICHTE LOUIS PAUL BOON weekkalender LEVENSWIJSHEID Zoals het natuurlijk is, veel din gen te geloven zonder bewijs, zo is het niet minder naturlijk aan enkele andere te twijfelen ondanks hun bewijzen. (Vauvenargues, 1715-1747) WENS HUN EEN GELUKKIGE NAAMDAG Zonadg 17 dec.: Begga. La zarus, Wivina, Yolande. Maandag 18 dec.: Basilaan, Zosimus. Gatiaan, Rufus, Ulto, Winibald, Dinsdag 19 dec.: Fausta, Meuris, Nemesius, Tea, Urbanus. Woensdag 20 dec.: Eugeen, Filogoon, Richildis, Ursan. Donderdag 21 dec.: Petrus, Severien. Vrijdag 22 dec.: Flaviaan, Hunger, Jutta, Zeno. Zaterdag 23 dec.: Dagobert, Evarist, Hartman, Joannes, Vikto- ria (Viktorine). HEILIG EVANGELIE VAN ZONDAG 3e zondag van de Advent «Getuigenis van Johannes» Joh. 1,19-28 ZON 17 dec. 31 dec. OP 8u40 8u45 ONDER 16u38 16u46 MAANSTANDEN Volle Maan op 20 dec. te 10u45 BIJZONDERE DAGEN Zondag 17 dec.: H. Begga, patrones van de begijntjes. Donderdag 21 dec.: H.Petrus patroonheilige van de bouwkundi gen. Heden begint de winter. AGENDA Zondag 17 dec. Trois-Ponts Gastronomisch herfstweekend Nieuwpoort Beiaardconcert van 11 u 15 tot 11 u45 Brussel tot 31 dec. «De Dagen van de Twee Poorten» met als thema «De Bel gische Provincies»; Naamsepoort en Louizapoort Antwerpen tot 7 jan.: Tentoonstelling «Neo-klas- sieke schilderkunst in Frankrijk», in het Intern. Cultureel Centrum Luik tot 17 jan.: In het Mario nettentheater van het Musée de la Vie Wallonne, voorstellingen van «De Geboorte», de zondagen te 10u30 de woensdagen te 14u30 Woensdag 20 dec In de grote gemeenten Kerstmis- en ein- dejaarsverlichting - Kerstfeeêrie - Kerstmis in de stad en dit tot 6 jan. Donderdag 21 dec.: Brussel Jeugdfestival - Vier vrolijke dagen voor allen in de hall van het Zuid paleis Inlichtingen Telefoon 02/43.86.23. Zaterdag 23 dec.: Kortrijk tot 31 dec. Winterfeesten in de Hallen. IN DE NATUUR 19 december Datum waarop de grootste wind sterkte voor december geregis treerd werd. VOLKSE WEERKUNDE 21 december Als het op die dag waait, mag er op een goed appeljaar worden ge rekend. Zuidewind, die vriest; Noordenwind, die dooit; Westenwind, begin van regen Oostenwind, begin van mooi weer I. Als de wind met de zon draait krijgen we mooi weer, als hij opdraait slecht weer. De drugsmokkel heeft in de laatste tijd een enorme omvang ge kregen. Onafgebroken rollen dagelijks tussén de 30 en 40 grote vrachtwagens met oplegger uit Perziê, Turkije en het midden-oosten de E.E.G. binnen meest via de Scharzbach-Autobahn bij Salzburg in Oostenrijk, en een leger van douane-beambten doorpluizen deze vrachtwagens op zoek naar de smokkelwaar, die beslist en zeker in deze treinen van vrachtwagens is verborgen. De douane vangt ook veel, duizenden kilo's, maar is zich bewust, dat hun vangst toch niet meer dan 10 °/o van de smokkelwaar achterhaalt; 90 drugs komt er door en dringt de vergiftiging onze landen binnen. Hoe vernuftig wordt gesmokkeld bespeurt men uit het volgende staaltje. De ben zinetank van een grote wagen kon 1400 tot 1600 liter benzine be vatten. De douane tapte in argwaan de tank af en vulde ze opnieuw, waarbij bleek dat de tank niet meer opnam dan 600 liter. Nu werd de wand van de tank opengebrand en vond men dat de tank een dubbele wand had en tussen de beide wanden 150 kilo morfine was verborgen. Het is een dagelijks enerverend slag leveren. De hande laars, die er achter zitten zijn miljardairs en verdienen duizelingwek kend grote schatten. President Nixon heeft niet lang geleden 50 miljoen dollar besteed om de drugvelden in Turkije op te kopen onder verplichting er onschadelijke gewassen te telen, maar gezien de stroom van vrachtwagens uit die kant rijst de vraag of het geld wel echt goed is besteed. Er is een ovoorstelbaar grote wereldzwijnerij met drughandel ge moeid. In het Oude Testament wordt in 2 Kon.23:8 vermeldt dat konig Josia bevel gaf de wierookaltaren aan de poorten o.a. van Berjeba af te breken en te vernietigen. Archeologen van de universiteit van Tel Aviv hebben thans bij Berjeba bij opgravingen een goed be waard gebleven exemplaar van deze altaren gevonden. VERVOLGT 62 NADRUK VERBODEN «Ja, een zot ben ik,» zegt Jan Cottenier... «maar toch nog zo zot niet als mijn muts staat. Toch nog zo zot niet, dat ik niet besef hoe wij haar op een heel andere ma nier moeten bereiken.» Doch de dagen verlopen, en hoe zij ook hunne hersenen martelen, geen enkele geniale gedachte komt hun te binnen schieten. Opnieuw zich allen laten aanhouden om binnenin de toren te geraken, is een grap die ze niet meer moeten uithalen... en die trouwens ook al de eerste keer mislukte. Kermis is het nu niet, en de bohemers kun nen dus ook geen redding bren gen. En de Zot vragen om nog maals eens voor sergeant te spe len moet men niet het zijn Eran* se soldaten die nu het belfort be waken. En zo zwerven zij rond de muren der stad Aalst heen, gelijk motten rond een lichtende lamp. Zij' dringen door in de straten, be delen er, zitten er van de morgen tot de avond in de kroeg aan de werf. Doch alleen maar om er hun haat en verbittering voedsel te ge ven, om zich te bedrinken, om in de duisternis door een paar stra ten te sluipen en er nu en dan een Franse soldaat te overvallen. Doch zie, het is een grijze en naargeestige dag geweest met een eeuwige druilerige motregen. En waar nu ook, vroeger dan op an dere dagen, de avond valt over het kleine stadje Aelst, zit Jan de Lichte eenzaam en doelloos voor zich uit te staren in de achterkeu ken der kroeg aan de werf. Nu wordt er stil, stil, aan de deur gemorreld. «Jan de Lichte fluistert een stem. Een hijgende, ietwat onze kere stem. En Jan de Lichte tracht in de duisternis de schaduw te herken nen, die daar in het open deurgat nadert. Hij wil vragen wie daar na dert, maar zijn stem, verstikt door hoop en vrees en twijfel beroerd, slaat over. «Zijt gij het, Mie «Ja, ik ben het. Maar zwijg, zijt stil zegt Mie Gendarme. In de duisternis steekt hij de hand naar haar uit, om de zeker heid dezer bevrijding als het ware met de hand te betasten, of zij werkelijkheid is, en geen droom. Hij betast wat hij eerst haar schouder meende te zijn. Het is echter haar gelaat... een verma gerd gelaat, een harde mond... en natbetraande ogen. «Gij weent En Mie Gendarme, vermoeid, gepijnigd en gemarteld - vergetend een ogenblik dat ze zich voorge nomen heeft sterk te zullen zijn - begraaft het hoofd in zijn heup, en breekt in wilde snikken los. Hij denkt er niet aan, Jan de Lichte, hoe het mogelijk is ge weest dat deze vrouw zich van haar boeien bevrijden kon... hoe zij heel alleen tot bij hem is kun nen geraken, neen, hij ziet alleen die wilde snikken. «Ha, de schurken I» Wat hier naast hem knielt, en eens een welige bloem was, een wilde Mie Gendarme, dit is nu een vrak. Evenals men hem ge hoond heeft, moet men ook haar nu gehoond, gemarteld, en - o, on zegbare schaamte - misbruikt heb ben. «Mie...» zegt hij, aarzelend, naar woorden van troost zoekend. Maar Mie Gendarme vermant zich reeds, en vaagt de tranen van haar gelaat. «Jan Cottenier I» roept Jan de Lichte... «Zot van Worteghem, kom kijken wie hier is I Verwittig de mannen, roep hen samen dat wij ons wreken kunnen. O, zot van Worteghem, haast u. Trommel hen samen, dat het uur der wraak kan slaan «Neen, Jan de Lichte zegt Mie Gendarme met matte stem... «Neen, stel uw wraak uit. Ik keb hun beloofd, aan" hen die mij los lieten, dat wij ons zo haastig mo gelijk zouden verwijderd hebben uit de stad.» Maar Jan de Lichte heeft geen tijd aandacht te schenken aan de ze zonderlinge woorden. «Zie mij aan, Mie... Ik ben ver anderd. Herkent ge in mij nog die lachende schavuit, die men Klijster Licht noemde Klijster Lichte leeft niet meer. Hij is een bandiet ge- wordene!« Mie Gendarme zet zich neer, de handen tussen de knieën gekneld, en vermijdend hem of de Zot aan te kijken. En zo, het hoofd afge wend, vraagt ze «Weet gij een manier te beden ken waarop een vrouw, die men in een donker hok heeft opgesloten, de ijzeren deur van dat hok zou kunnen openen, sleutels in handen krijgt van haar cel, sleutels van elke deur in het belfort bezit, geen enkel wachter ontmoet, door geen enkele Franse soldaat gehinderd of aangesproken wordt En de Zot kijkt vragend Jan de Lichte aan «Ja, hoe is dat moge lijk geweest?» En nu keert Mie Gendarme even het hoofd naar Jan de Lichte, en hij ziet de flauwe bittere grijns, waarin de lippen zijner vrouw ver wrongen staan... hij ziet die ogen, wier uitdrukking met geen woor den te beschrijven is, en hij hui vert. «Ik heb deze vrijheid betaald!» zegt ze... fluistert ze, zodat men haast haar woorden raden moet. «Nooit zult ge beseffen welke vre selijke dingen ik doorstaan heb om van hen deze vrijheid te ver krijgen. Ik mocht gaan daarna, de grendels werden ontsloten en de deuren opengezet. En dan...» En almeteens staat ze recht, en vraagt ze de Zot een ogenblik weg te gaan uit de achterkamer dezer kroeg. En als de Zot, onzeker, aar zelend achteruit stappend, hen al leen heeft gelaten laat ze de ver hakkelde en verscheurde kleren vallen. «Zie mij aan. Jan de Lichte want niet alleen gij zijt veranderd. Zie dit geschonden en onteerde li chaam aan, en weet welke prijs ik betaald heb.» En na een ogenblik van aarze ling, diepgeschokt, omvat hij haar in zijn armen... streelt hij met de vingertoppen de littekens, de rau we wonden, de verschroeide en verbrande plekken. «Zeg mij wie u dat, om mijnent wille, heeft aangedaan, Mie I» Zeg het mij, en ik zweer het u, iedere lap vlees scheur ik van dat lichaam weg.» «Ik heb de prijs betaald, Jan de Lichte... En ik heb de vrijheid ver kregen op voorwaarde dat it nooit iets zeggen zou over hem... Op voorwaarde dat ik heen zou gaan en zwijgen. Kom laat ons nu dade lijk weggaan, het is een triestige avond met motregen, geen mens zal ons horen of zien als wij langs de vestingen de stad verlaten.»

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1972 | | pagina 4