12 HET MILIEUVRAAGSTUK («L'ENVIRÖNNEMEUT») stedeboy w en ruimtelijke ordening in aalst de gazet van aalst door Martin HUTSEBAUT Rijksuniversiteit te Gent In een aantal artikelen zal hier de aandacht gevestigd worden op de komplekso problematiek van stedebouw en ruimte lijke ordening, in de brede zin van het woord, zoals deze zich in het Aaisterse stelt. Na een algemene probleemstelling wordt nader ingegaan op diverse aspekten als daar zijn stadscentrum, vervoer en verkeer, huisvesting en grondbeleid, leef milieu en industrie, landbouw, natuurbehoud, rekraatie, stedelijk kunstpatrimonium, harstrukturering van de gemeentegrenzen en inspraak van de bevolking. Doel van deze artikelenreeks is niet pasklare oplossingen voor te stellen. Wel aan de hand van een aantal ideeën, die voor niemand dwingend zijn, de publieke belangestelling voor deze problematiek te aktiveren, zodat het beleid, bij de aanpak van deze problemen, kan rekenen op de volle aandacht van een gesensibiliseerde en kritische bevolking. 1.2,2. OPLOSSING VAN HET PROBLEEM Het probleem van de waterver ontreiniging kan een belangrijke stap dichter bij een oplossing wor den gebracht door de bouw van zuiveringsstations. We willen hier bij onmiddellijk opmerken dat ook andere maatregelen, die eveneens de bodemverontreiniging raken, zich hier opdringen, zoals b.v. een matiging in het gebruik van pes ticiden. Om de kosten van bouw en on derhoud van zuiveringsstations te verlagen is het logisch dat het af valwater van de industrieën samen met het huishoudelijk afvalwater gezuiverd wordteen menging van de twee soorten afvalwaters werkt trouwens in zekere mate de zuive ring in de hand. Om echter tot het bouwen van zuiveringsstations te kunnen over- gaan, moeten de gemeenten in de eerste plaats over een aangepast riolennet beschikken, wat voor alle gemeenten nu nog niet het geval is. In plaats van verschillende zui veringsstations te bouwen zou men de aanleg van één hoofdriool kun nen bestuderen, die het afvalwater van verschillende gemeenten van de Denderstreek zou afvoeren naar van de gemeenten). Voorbeelden elders te lande be wijzen dat de bouw van zuiverings stations realiseerbaar is. Genk zal tegen eind 1973 zijn zuiveringsstation klaar hebben. Het projekt dat 130 miljoen zal hebben gekost (voor 80 door het ministerie van Volksgezondheid gesubsidieerd) en dat zal werken volgens het principe van de bacte- riênbedden, zal een capaciteit heb ben voor een equivalent van onge veer 125.000 inwoners of 18.600 m3 per dag gedurende 18 uren of 1.032 m3 per uur en bij zware regenval 5.200 m3 per uur, gezien de grote verdunning. De vereiste grondoppervlakte bedraagt 4 ha. De aangesloten bebouwingsopper vlakte bedraagt circa 3.200 ha, d.w.z, een toekomstig inwoners aantal van 125.000 inwoners. Zo wel het rioolwater als het indus triewater zal er gezuiverd worden. Het vervuilde water zal via afvoer- collectoren naar het zuiveringssta tion gevoerd worden. Ook de intercommunale vereni ging Interleuven kreeg opdracht tot voorstudie van de waterzuive ring van de Leuvense agglomera tie. In fasen wordt voorzien in de aanleg van moerrico(o)l(en) en de bouw van (een) zuiveringssta- tion(s). De kosten worden er ge raamd op 110 miljoen (waarvan andermaal 80 ten koste van het Rijk, 10 ten laste van de pro vincie, en amper 10 ten laste van de gemeenten). Ook te Merksplas werd de bouw van een zuiveringsstation in aan besteding gegeven. Door de ge meenteraad werd geopteerd voor het systeem der biologische reini ging. Raming der kosten 16,5 mil joen. Het IJzerbekken krijgt in de toe komst vier zuiveringsstations één te leper, één te Poperinge, één te Veurne en één te Diksmuide. De afvalwateren van de steden leper, Poperingen, Veurne en Diksmuide zullen, samen met die van de om liggende gemeenten - en verplicht voor elke gemeente met een in dustrie door die zuiveringsstati ons geleid worden. Zo hoopt men per hydrografisch bekken (Kern- meibeek, leperlee, Handzame- vaart,...) een zuiveringsstation te bekomen. Met dit alles zal een in vestering van 3 miljard gemoeid zijn. In afwachting dat we ook in het Aaisterse zover zijn, zou ook op dit terrein het principe van «de vervuiler betaalt" dienen toe gepast te worden (dit ter finan ciering van een aangepaste milieu- politiek). In de provincieraad van Limburg werd door bestendig afgevaardig de CROUX onlangs voorgesteld een belasting te heffen op de af valwaters. In de jongste provincieraad van West-Vlaanderen werd eveneens voorgesteld dat een proviciale be lasting zou gelegd worden op de industrieën die hun afvalprodukten in de waterlopen loodsen (taks te berekenen per m3 afvalwater). Laat ons tenslotte de absolute noodzaak onderlijnen van een per manente controle op de vervuiling van onze waterlopen. 1.3. BODEM VERONTREINIGING Het derde luik van het pollutie probleem vormt de bodemveront reiniging. Momenteel wordt ons land en ook onze eigen streek geplaagd door rokende stortplaatsen en op gestapelde afvalprodukten die een verpestende geur verspreiden. Bij gebrek aan afdoende verbrandings of andere installaties worden in dustriële afvalprodukten vaak in de grond gestopt en veroorzaken al dus bodem- en eventueel water verontreiniging. De verwijdering van het huis houdelijk en het industrieel vuil stelt inderdaad heden ten dage een geweldig probleem. Momen teel rekent men in ons land op 800 gr huisvuil per dag per inwo ner. Een verdere stijging ligt in het verschiet, gezien de stijgende welvaart (in de V.S. reeds 2 kg). Er is echter niet enkel de om vang van de afval, ook de aard van de afval is van belang. Steeds meer wordt gebruik gemaakt van allerlei wegwerpverpakking in plastic of in andere kunstvezels, dus allemaal stoffen die niet op natuurlijke wijze ontbinden. Deze enorme hoeveelheid afval moet men ergens kwijt. Hierbij mag men niet vergeten dat meer en meer verzet oprijst vanwege de plaatselijke bevolking en vanwege milieuliefhebbers tegen de onge controleerde of zeifs gecontroleer de stortplaatsen omwille van di verse ongemakken welke deze met zich meebrengen. Voor de automo bilist die dagelijks langs deze stortplaatsen voorbijkomt is het anderzijds ook geen prettige geur, om van het estetisch aspect dan nog te zwijgen. Het probleem is dus gesteld en een snelle oplos sing dringt zich op. Om het vuil kwijt te geraken beschikt men momenteel grosso modo over een zestal mogelijkhe den 1 Het ongeordend storten 2 Het louter gecontroleerd storten 3 Het gecontroleerd storten na voorbehandeling (verkleinen); 4 Het gecontroleerd storten na voorbehandeling (composte- ren); 5 Het verbranden 6 Het recupereren (geen auto noom procédé). Tot nog toe worden vooral de twee eerste methoden aangewend. Wanneer het ongeordend storten in alle opzichten te verwerpen is, kan dit niet zonder meer gezegd worden van de tweede methode. Onder bepaalde voorwaarden kan hiervan nuttig gebruik gemaakt worden. De oplossingen voor de toe komst liggen echter in de overige vier methoden. Allen hebben ze bepaalde vóór- en nadelen en geen enkele oplossing kan als «de» ide ale naar voor geschoven worden. Alles hangt af van de concrete om standigheden. De derde en vierde methode vereisen, net als de twee vorige, uitgestrekte stortplaatsen (dit in tegenstelling uiteraard tot de vijf de methode). Bij gebrek aan deze uitgestrekte stortplaatsen zijn de ze methoden blijkbaar minder ge schikt; ze kunnen echter evengoed de meest geschikte zijn wanneer men belangrijke opvullingswerken wil verrichten en dus vertrekt van de behoefte aan zoveel mogelijk stortmateriaal. Het gekontroleerd storten na verkleining zou het volume huis vuil tot 50 terugbrengen. De na delen verbonden aan dit systeem zouden drievoudig zijn. Vooreerst zouden bepaalde in gebruik zijnde installaties niet meer voldoen voor bepaalde soorten van huisvuil die steeds meer in gebruik komen, zo als plastiek. Tevens zou deze me thode vrij duur uitvallen, niettegen staande de lagere investeringskos ten op een bepaald moment en dit gezien zich een vrij vlugge afschrij ving van de installaties opdringt. De breekwerf zou bovendien nog een bepaalde milieuhinder opleve ren (geur en geluid). Bij het composteren zou zich het probleem stellen van de ver wijdering van de niet-composteer- bare reststoffen die nog een groot gedeelte van het volume kunnen uitmaken. Deze reststoffen zouden dan gebeurlijk nog dienen ver brand te worden. De verbranding levert enige hin der voor het milieu op (een zekere luchtverontreiniging), doch deze zou alleszins geringer zijn dan de ze veroorzaakt door het storten. Ze vergt anderzijds ook veel min der plaats dan een gewoon stort (bij verbranding zou slechts onge veer 10 reststof overblijven). De investeringskosten zouden ech ter veel hoger oplopen, doch de afschrijvingen zouden niet zo vlug dienen te geschieden als b.v. bij een breekwerf. Het recupereren van bepaalde afvalstoffen komt anderzijds tege moet aan het advies van de Club van Rome «niet alles zonder meer te vernietigen, gezien de beperkt heid van onze natuurlijke rijkdom men». Dit procédé komt er op neer de nuttige afvalstoffen eerst uit te selecteren en de resterende afvalstoffen hetzij te verbranden, hetzij te storten (al dan niet na verbrijzeling). Voor vrijwel al deze methoden geldt de regel dat een minimum aan aangesloten inwoners (dat zal verschillen naargelang de gekozen methode) vereist is wil men tot een economisch en financieel ver antwoordde installatie en exploita tie kunnen overgaan. Door senator VERLEYSEN werden in dit ver band interessante cijfers verstrekt tijdens de bespreking van de be groting 1972 van het Ministerie van Volksgezondheid, cijfers die gestemd waren op een Nederland se studie. Voor een gecontroleerd stort worden de verwerkingskosten per ton, volgens de omvang van de bediende bevolking geraamd op 250 fr. voor een bevolking tot 20.000 inwoners. 125 fr. voor een bevolking tot 50.000 inwoners. 100 fr. voor een bevolking vanaf 100.000 inwoners. Voor een gecontoleerd stort, na voorbehandeling (louter verkleinen of zelfs composteren), rekent men op 350 fr. per ton voor een bevolking tot 50.000 inwoners. 200 fr. per ton voor een bevolking tot 100.000 inwoners. 150 fr. per ton vanaf 150.000 in woners. Voor de vernietinging van het huisvuiil door verbranding worden deze cijfers genoemd 500 fr. tot 50.000 inwoners. 350 fr. tot 100.000 inwoners 250 fr. tot 150.000 inwoners. 200 fr. vanaf 250.000 inwoners. vervolg volgende week weekblad gesticht in 1945 verantwoordelijke uitgever Gustaaf Sanders kantoor en drukkerijTe!. 053/241.14 Schoolstraat 26 9300 Aalst postrekening 881.72 3 maandabonnement 100 fr. 6 maandabonnement 190 fr. 12 maandabonnement 360 fr. op verzoek worden advertentietarieven toegezonden

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1972 | | pagina 2