20 jaar vereniging
voor Aalsters
Xultuurschoon
SHANGHAI HOTEL!!
Over de Schoolstraat ofte
het Puytenvoetwegsken en omgeving.
16
door
F. COURTEAUX
11
DE GAZOMETER- OF NESTOR DE TIERESTRAAT
Een deel van het Eenegemwegsken heette in 1866 de Gassteeg la
ter de Gazometerstraat sedert 1852 was daar de gasfabriek met
gashouders gevestigd. De fabriek werd in 1909 overgebracht naar
de Tragel op een deel van de grond kwam de liberale koöperatieve
broodbakkerij tot stand, langs de straat werden huizen gebouwd.
Het gallicisme «gazometer» bleef officieel in voege ais straatnaam
tot na het afsterven van Nestor de Tière (1920).
Deze baanbreker van het realistisch toneel in Vlaanderen genoot
onderwijs in de rijksmiddelbare school op de Graanmarkt van 1865
tot 1371. Jaren lang bleef hij het idool van de Aalsterse toneellief-
'iefhebbers, ook nog na zijn dood.
Loopt de huidige Nestor De Tièrestraat in een gebroken lijn naar
de Vrijheidstraat het vroegere «Eeenegemwegsken» liep van de
Schoolstraat, recht naar de «Coelemerkt», de huidige Esplanade.
Het wegsken werd later grotendeels ingenomen door de gebouwen
van de St. Jozefsschool en van het College. Een klein deel ervan
bleef nog behouden het komt uit tussen de St. Jozefskerk en de
handelszaak «De Knutselaar». Het is nu afgesloten door een poortje
en verleent toegang tot de achterbouw van de voormalige kunstmeu-
beimakerij R. Vernaeve.
Op de hoek van de Vrijheid- en de Nestor De Tièrestraat werd een
tiental jaar geleden een nieuwe woning gebouwd. Met het oog op het
plaatsen van een lift was de ondernemer verplicht betrekkelijk diep
te graven. Daar vond hij een aantal grote en zware brokken zand
steen, niet met mankracht op te tillen. Ze lagen op een groenachtige,
slijkerige bodem die duidelijk sporen vertoonde van de vroegere
stadsgrachten. Tussen deze overblijfselen en de huidige Vrijheidstraat
liep een schuin aflopende muur, stelling aangelegd om het wegschui
ven van de zandsteenkonstruktie te beletten. Wellicht waren het
overblijfselen van de waterregelende sluizen waarover wij het in het
begin van dit hoofdstuk hadden.
DE DUIVEKEETSTRAAT
Op het Meuleschetteveld stond de «Hoeve ter Meuleschetten», ook
«de Duyve Keete» genoemd. In 1671 behoorde ze aan «Mijnheere
van Maasdam», dus aan een du Bosch van het kasteel Overhamme.
«De Keete» was een leen dat over 70 a eigen grond beschikte.
Al vroeg werden hier duiven gehouden, men spreekt over het
Duyfkensvelt in 1634, over de Duyveceet in 1711, over het Duyf-
huysvelt in 1751. De Duyfkensveldwegel was in 1845 een kruiwagen-
weg van 1m breed en 325 m lang.
In het begin van deze eeuw was de huidige Duivekeetstraat een
blinde steeg die eindigde bij een haag daarachter lag een sompige
weide waar de Siesegembeek doorliep. Het voorste deel van de weg
was toen precies breed genoeg om een kar door te laten, het laat
ste deel was nog steeds een voetweg. In dit straatje stonden toen
enkele huisjes, bewoond door schamele mensjes.
Vóór de tweede wereldoorlog werd begonnen met de modernize-
ring van deze wijk. Na de tragische meidagen van 1940 werd he
puin van de zwaar geteisterde Molenstraat naar het huidige Astrid
park (1 ha) overgebracht om de moerassige bodem te verharden
Er werd een beroep gedaan op architekt Breydel, de man die gedu
rende de eerste wereldoorlog het plan voor het grote stadspark ge
tekend had.
LIKWiDATIE BEGIJNHOF
ZETTE SIGNAAL
OP ROOD
WANNEER nu weeral zoveel
jaren geleden Jos Murez van
de Vooruit ergens noteerde,
dat Aalst, vanop 't station
bekeken een indruk van ver
vuiling maakte namen we hem
dan ten zeerste kwalijk.
Maar de joernalist had op de
keper beschouwd nog wel ge
lijk.
Murez schreef het reeds in
de vijftiger jaren.
TOEN
«BEZOEK AALST EN ZIJN
MONUMENTEN»...
Voorjaar 1953 Ergens in een
randgemeente bouwt een welstel
lend man - tenslotte zit de wereld
dan met de Korea-affaire opge
scheept - een fraaie bungalow. De
man voelt zich precies op die fe
bruaridag van dat jaar. zielsgeluk
kig.
Hij is wat men toen reeds noemde
een zeer gekultiveerd man En -
«my home is my castle» - wijst hij
ons op een stapel witte stenen die
hij als dekoratieve elementen zal
aanwenden «Heb ik kadeau ge
kregen van een vriend, ze liggen
als het ware zo voor 't rapen op
't Begijnhof»., aan de Pontstraat,
't Is de moment. Ze breken «den
boel» toch af. 't is schandalig,
maar enfin ik kan er ook niet aan
verhelpen. Daarbij, ik weet het
eigenlijk niet zo goed. Maar de
woningnood is toch zo groot dat
ze misschien best allemaal die an
tieke gebouwen maar afbreken en
het bruikbaar materiaal voor nieu
we sociale woningen aanwenden».
Het is, waarde lezer geen fanta
sietje van uw dienaar, ergens
staat dit gesprek nog steeds geno
teerd zwart op wit.
Inderdaad in die tijd is de woning
nood hoogst akuut. Er is nog een
Ministerie van Wederopbouw. Het
Aalsterse Begijnhof daterend uit
de 13e eeuw, interesseert in die
tijd als het ware geen kat.
«HET OUD HOSPITAAL
«REDDEN».
Het Oud-Hospitaal of toen meer
bekend als de «Akademie» is
hoogstens nog dienstig voor het
onderbrengen van de Aalsterse
have-nots.
Het Belfort staat er nog vrij stevig.
Het doet dienst als... archief, één
stofferige boel. als muzeum en de
benedenzaal als tentoonstellings
zaal. Op een dag moet wijlen Jan
Van Campenhaut holder de bolder
zijn schilderijen wegnemen want
in de rechterhoek, achteraan sij
pelt de regen zo op zijn Parijse
impressionistische doeken. De elek
trische installatie is derwijze 'dat
menigeen weet dat een kortsluiting
volstaat om het ganse oude Sche
penhuis in één oogwenk in lichte
laaie te zetten. Maar, de brand
weer waakt.
De monumenten in Aalst hebben
hun laatste schoonmaak gehad...
tijdens de oorlogsjaren. (In 1943
komt een van woede ziedende
Wehrmachtsoldaat de Pupillen
school buitengestormd, wanneer
hij merkt hoe het Monument op de
Graanmarkt zo maar een kampeer
plaats is geworden van oorlogs
nozems.) Het Aalsters stadspark
is dienstig voor alles en nog wat.
Enz. enz. enz. Het toenmalige
stadsbestuur is in tegenstelling
met wat men zou verwachten nu
niet precies samengesteld uit Kui
tuurbarbaren. Maar het luidt dat
men er andere katten heeft te ge
selen. Er is in die periode tussen
'47 en '52 heel wat te doen om
de bouw van grootwarenhuizen aan
de Kattestraat. En juist is wel, dat
hetzelfde C.V.P. homogeen stads-
bestur nog steeds gekonfronteerd
wordt met belangrijke naoorlogse
problemen. Het ontbreekt niet aan
goede wil. Er staat hier en daar
aan de inkom van de stad zelfs
een plakaat «Bezoek Aalst en zijn
monumenten». Wat meteen een
Vlaamse krant de gelegenheid
biedt om deze invitatie te koppe
len aan het beeld van het reeds
half vernielde Begijnhof.
Aan de teleurgang van dat Be
gijnhof zal weinig te verhelpen
zijn. Mén heeft andere plannen I
Plannen die het bij de man van
de straat doen. Wie hecht nu
nog belang aan die middeleeuw
se complexen als zopas tijdens
een voorbije wereld oorlog in
Coventry, in Dresden, Milaan,
Rouaan wereldvermaarde histo
rische gebouwen totaal zijn ver
nield.
FRITZ COURTEAUX
HAD TE VROEG GELIJK.
En toch Op een regenachtige fe
bruaridag 1953 horen wij de scher
pe aanklacht van Fritz Courteaux.
Een man die zijn sporen reeds
heeft verdiend in de strijd voor
een schonere, fraaie stad.
Lees dat kleine brochuurtje over
het Aalsters Begijnhof, zegt Fritz
Courteaux. We luisteren naar een
merkwaardige story over een in de
Begijnhofkerk «verdwenen schilde
rij».
Er moet een einde aan komen zegt
F.C. vinnig Over 't Begijnhof mo
gen we een kruis maken. Maar de
rest van het historisch patrimoni
um van de stad verknoeien, om
welke reden ook! Dat niet...
Als het zo verder gaat wordt deze
stad ongenietbaar, zegt woordelijk
F.C. (De slogan Leefmilieu is nog
lang niet in anno 1953).
De likwidatie van het Begijnhof
zet het signaal op rood voor een
initiatief dat moet leiden tot een
aktie die vorm krijgt via de «Ver
eniging voor Aalsters Kuituur-
schoon». Uitgerekend 22 kulturele
verenigingen, op initiatief van F.
Courteaux, die inmiddels dan toch
kan rekenen op de medewerking
van een aantal bekende figuren
o.w. wijlen Raymond de Schaep-
drijver - een man die geen blad
voor zijn mond nam - lanceren hun
«Alarm over Aalst».
Lang nog niet iedereen is over
tuigd dat b.v. ook het Oud-Hospi
taal van verval moet gered wor
den. De toenmalige burgemeester
Debunne, de raadsleden G. Claus
en B. Van Hoorick hebben wel oor
voor de argumenten van Fritz
Couteaux en de «militaire» taal
van de reserve-kolonel 14-18 Ir.
Raymond de Schaepdrijver.
De V.V.A.K. komt van de grond.
Een langdurige, soms ontmoedi
gende aktie. Méér dan zo maar
een hobby. Alleen, Fritz Courteaux
had té vroeg gelijk.
VANAF VOLGENDE WEEK START