SHANGHAI
HOTEL
ilE - 8 -
12
V I C K I B A U M
ROMAN VAN NEGEN
MENSEN
DOCTOR EMANUEL HAIN
«Mij hebben ze gedaan gege
ven,» meldde Planke, tegelijk met
zijn herstel «Werkloos 'n Mooie
boel
Zo werd Planke chauffeur in de
huize Hain en betrok met vrouw
en kind de chauffeurswoning. In
zijn vrije uren werkte hij in de tuin.
Kurt, zijn jongen, drie jaar ouder
dan Roland, was een stevige jon
gen met grote handen en levendi
ge ogen. De dokter bevorderde
zoveel mogelijk de vriendschap
tussen de beide jongens en luister
de soms met een tevreden glim
lach, als hun lawaai vanuit de tuin
door het raam opklonk.
Op een woensdagavond in juli.,
toen er bij open deuren gemusi
ceerd werd en de warme nacht
lucht vanaf het terras binnenkwam
ontdekte Max Lilien de jonge Plan
ke, toen dertien jaar oud, verbor
gen in de schaduw van een beuk
naar de muziek luisterend, met ge
spannen trekken en gebalde vuis
ten. Het was de tweede satz van
het D-moll quartet van Schubert.
«Wat is dat voor een jongen?»
vroeg de staatssecretaris. «Hij
schijnt dronken te zijn van de mu-
DEEL I
DE MENSEN
ziek.»
«Dat is Kurt maar,» antwoord
de Irene, de tuindeuren sluitend.
Maar Lilien wilde de jongen eens
van dichtbij bekijken. Hij ging naar
buiten, hurkte naast hem in 't gras
neer en begon na een poos met de
verlegen lachende Kurt te praten.
En toen kwam aan het licht dat de
zoon van chauffeur Planke, maar
één droom had en dat was musi
cus te worden.
Lilien duwde de jongen, die bij
na huilde van verlegenheid, de mu
ziekkamer binnen en stelde hem
voor aan de musici en de gasten.
Onder een stortvloed van vra
gen en vrolijk gelach nam Kurt
plaats aan de vleugel en speelde
iets voor. Dit iets was de weerga
ve van een grammofoonplaat, die
hij zich altijd weer door Roland
had laten voordraaien Praeludium
en Fuga in es-mol van Bach, uit
het «Wohltemperiertes Klavier»,
gespeeld door d' Albert. Geamu
seerd luisterden de gasten naar de
zonderlinge voordracht, vol fouten
en verkeerde interpretaties, valse
noten en verkeerd ritme, maar niet
temin merkwaardig, naïef en innig.
Kurt, met rode, afstaande oren,
scheen zijn toehoorders al lang
vergeten te hebben, verzonken als
hij was in zijn spel. Toen hij op
hield en allen lachend applaudis
seerden, schrok hij ale een slaap
wandelaar. Zijn moeder gaf hem
naderhand een standje en excu
seerde zich bij Irene. Maar de dok
ter en Max Lilien hadden intussen
Kurt's lot in handen genomen en
na enige proefnemingen en pogin
gen werd hij in de Staatsmuziek-
school aangenomen als leerling van
de beroemde professor Boskowitz.
De professor was een zonderling,
met een enorme neus en olifants
oren die elke kleinste nuance op
vingen. «Hij snuffelt met zijn
oren», zei Roland van hem.
Spoedig was Kurt volledig on
der de invloed van zijn leraar. Ro
land nam het hem kwalijk, dat hij
weer alleen gelaten werd. Nu hij
in de echte ontwikkelingsjaren
kwam, werd hij moeilijker dan ooit.
Op school ging het niet meer,
en privé had hij maar één interes
se heraldiek. De kennis en studie
der oude geslachten, namen en wa
pens van Duitsland nam veel van
zijn tijd in beslag. Ook maakte
hij veel abstracte tekeningen,
wormvormige of geometrische
voorstellingen, die op niets leken
wat op aarde of in 't water leefde
en die hij met ziekelijke, tere wa-
terverftinten schilderde en boven
zijn bed hing. Hoewel deze figuren
hoogst vreemdsoortig waren, ging
er toch iets geheimzinnigs en fas
cinerends van uit en speciaal Irene
verdiepte zich er vaak minuten
lang in. Toen men er hem naar
vroeg, gaf Roland zonder aarze
len ten antwoord, dat het afbeel
dingen van zijn dromen waren.
Dokter Hain nam twee van deze
dingen weg en toonde ze aan de
neuroloog van het ziekenhuis. Het
leidde tot niets.
Vanzelfsprekend bestond de
kring die zich om dokter Hain
vormde, hoofdzakelijk uit Joden.
Max Lilien, professor Boskowitz,
de musici van de opera, schrijvers,
journalisten, advocaten en de an
dere doktoren die aan huis kwa
men, waren allen Joden, Irene's
vrienden waren uit het andere
kamp afkomstig, conservatieve fa
milies, nationaalgezind en ontevre
den met de nieuwe koers. Verarm
de adel en rijke landjonkers die
voor de «Grüne Woche» naar Ber
lijn kwamen, zoons en dochters
van deze lieden, die geen raad
met zichzelf wisten.
En alweer droeg de tijd een
nieuw masker jazz, korte rokken,
kort haar; vrouwenkiesrecht, te
veel aan vrouwelijke studenten,
controle op de geboorten, nieuwe
zakelijkeheid, relativiteitstheorie,
vliegrecords, veramerikaansing,
films, pracifisme, tempo, tempo
De Spartakusgroepen der revolutie
waren communist geworden, naar
een model geknipt, dat voor Duits
land niet erg geschikt was.
Het parlement bestond uit zo
veel partijen, dat geen enkele de
absolute meerderheid had en de
Duitse oerfout, onverdraagzaam
heid, verscheurde het volk. Max
Lilien keerde zich van de partij af,
gaf zijn positie op en werd com
munist. Er dreigde gevaar. Maar
nog speelden in duizend nachtlo
kalen de dansbands. Het aantal
werklozen steeg en zielige stoeten
bedelaars rijden zich aaneen op de
hoofdpunten van de stad.
Voor 't eerst hadden Emanuel
en Irene een ernstig meningsver
schil. Hij verweet haar dat ze de
jongen verwende bedierf door haar
zwakheid. Zij antwoordde, dat hij
het kind niet begreep, dat iedere
blindedarmoperatie van meer be
lang voor hem was dan Roland's
ontwikkeling.
Intussen kon men Roland's por
tret op elke straathoek zien. De
schilder von Ruding, een neef van
Irene, had de jongen geschilderd,
met vliegende blonde haren en ge
bruikte het als reclameplaat voor
een of andere nationale verneni-
ging. De zoon van de Jood het
oerbeeld van de Duitser. Soms
schrok Emanuel, zo vervlakt was
de verhouding tot zijn zoon. Hij
probeerde met hem te spreken,
maar de jongen had een duivelse
manier hem te ontwijken. Soms
sprak hij dagenlang zijn vader
met «professor» aan. «Hoe maakt
U 't vanavond professor? Hoeveel
lijken heeft professor vandaag
weer in de pekel gezet?»
De jonge Plake maakte goede
vorderingen. Hij was een stille me
dewerker aan de woensdagavon
den geworden en nam verder ook
deel aan huislijke avondjes. Pro
fessor Boskowitz was dol op de
jongen, hij discussieerde met hem
over netelige contrapuntische pro
blemen en leerde hem schaken.
Soms leek het Emmanuel of deze
proletariêrzoon veel meer zijn kind
was dan Roland. De strijd tussen
hem en Irene eindigde hiermee, dat
Roland naar een der nieuwe scho
len op het land gezonden werd en
alleen af en toe een week-eind
thuiskwam. Na anderhalfjaar ein
digde ook dit. Een van de leraren
was op de jongenn verliefd gewor
den, door de merkwaardige beko
ring, die van Roland uitging en had
zich doodgeschoten. Roland vertel
de van deze catastrofe, alsof het
een courantbericht gold, onaange
daan zowel door de afdaling als
door de tragedie.
Demonstraties op straat commu
nistische en nationale. De antise
mitische beweging, opgezet door
een paar warhoofden na de oorlog
kreeg vorm en naam. Lang had
men gelachen om deze Jodenha-
tende mensen, over hun barbaarse
ja bestiale manifesten, over hun
leider, die velen als geestelijk ab
normaal beschouwden. Plotseling
ontstond er een nieuwe partij, de
nationaal-socialistische die stem en
zitting in het parlement kreeg en
invloed en aanhang in den lande.
Een partij van desperado's vóór
desperado's. Duitsland was als een
zieke, die zich van de ene kant -op
de andere gooit en van elke ver
andering verlichting van zijn pijn
verwacht. Geen der partijen be
loofde zulke radicale veranderin
gen als de nationaal-socialistische,
en daarom had geen andere zoveel
stuwkracht bij zulke eenvoudige
ideeën.
De Joden sedert meer dan duizend
jaren in het land geworteld, met
Duitsland door duizend banden
verbonden de gemeenschappelij
ke taal, de beschaving, de cultuur,
zich hun Jodendom nauwelijks
meer bewust, schrikten op. Over
grootvader is nog met een pak op
zijn rug de boer opgegaan, herin
nerden ze zich. Het ras herinnerde
zich het lijden, dat het individu ver
geten was. Er hing gevaar in de
lucht, hun ervaring van rusteloos
volk, dat steeds in gevaar had ver
keerd, zei hun dat. Ook dokter
Hain voelde dat. Roland was intus
sen lid geworden van de Hitler-
jeugd en klom door de verschillen
de stadia van de Hitlerjongen om
hoog. Het romantische en heldhaf
tige daarin trok hem aan, zodat
hij gelukkig en vol geestdrift van
de samenkomsten huiswaarts keer
de. Vervolgt
Wanhopig - gefluisterde uiteen
zettingen tussen het echtpaar, 's
nachts, in de donkere slaapkamer
«Het gaat niet langer! Ik moet fiet
hem zeggen dat hij Joods bloed
heeft, ik had het al zo lang moeten
doen En ik zou het ook gedaan
hebben, als ik het belangrijker had
gevonden. Nu is het belangrijk, hij
moet het nu weten», besloot de
dokter.
«Onmogelijk. Wacht nog even.
Ik ben zo bang, de jongen is zo
overgevoelig. Als hij zelfmoord
pleegt, gek wordt? Als hij de slag
niet dragen kan? Wat dan? Wacht
tot hij wat rijper is, beter be
grijpt», antwoordde Irene vertwij
feld. Ze lagen dicht naast elkaar,
haar hoofd tegen zijn schouder,
gewoon en vertrouwelijk. Hij adem
de de geur van haar haren, die
nog altijd dezelfde jeugdige glans
voor hem hadden. «Sta jij aan
mijn kant Irene?» vroeg hij ang
stig. Hij voelde dat ze glimlachte.
«Wat ben je toch dom», zei ze te
der en alles was goed.
Toen werd Max Lilien door een
moordenaar doodgeschoten, het
begin van een rij politieke moor
den. Vóór hij gevangen genomen
kon worden schoot de moordenaar
zichzelf een kogel door het hoofd.
Deze zelfmoord vervulde Roland
met wilde geestdrift. «Dat is echt
heldendom betalen met het ei
gen leven», riep hij uit. «Nu zullen
ze het de Joden eindelijk eens la
ten zien!» Hij stond bij het raam,
tegen de achtergrond van de be
sneeuwde tuin en hief zijn armen
als vleugels op. Emanuel, pijnlijk
getroffen door het verlies van zijn
liefste vriend, voelde een ijskoude
schrik in zijn diepste innerlijk, Ro
land, gevoelig als hij was, zag zijn
vader verbleken. «Excuseer», zei
hij met oppervlakkige beleefdheid.
«Ik vergat dat jij Lilien wel mocht.
Begrepen heb ik het nooit.»
Wij zijn zelf Joden, ik helemaal
en jij half, wilde Emanuel zeggen.
Hij deed zijn mond open, maar het
kwam er niet uit. Irene was achter
hem komen staan en had haar han
den op zijn schouders gelegd. Het
beslissende ogenblik ging voorbij,
verzuimd, onherroepelijk. Uit de
chauffeurswoning klonk Kurt's pia
nospel, Chopins polonaise, feeste
lijk, ondragelijk.
«Je moet je huiswerk nog ma
ken, Roland», zei Irene. Roland
verliet fluitend de kamer.
Kort nadat Hitier aan de macht
was gekomen, legde dokter Hain
zijn ambt als chef-chirurg van het
Charlotte-ziekenhuis neer. Hij
wachtte niet tot een verordening
hem daartoe zou dwingen. Zijn pri-
vé-praktijk was goed en hij werd
ook in het ziekenhuis nog bij bie-
zonder moeilijke operaties geroe
pen.
Thuis veranderde een en ander
er hing een andere sfeer, eenzamer
beslotener, angstiger. Roland liep
er als een slaapwandelaar door
heen, veel te veel met zichzelf be
zig om iets te merken. Op straat
het trap-trap-trap van marcherende-
groepen, in de radio de fanatieke
overslaande stem van de Führer in
de couranten de brallende zinnen
van het derde rijk; vaandels, vlag
gen, hakenkruisen, luidruchtige
geestdrift en heimelijke kritiek.
Nadruk verboden