De brandende brievenbus
van hoofdpostkantoor
Geldverspilling
Scherpe interpellatie van
Volksvertegenwoordiger
G. Willemsover toestanden
in bestuur postchecks
WAS MIJN SCHOOL ZO SCHOON
HOPMARKT
De computer
industrie
in België
Over de katolieke vroomheid en dynastie
<r
F" t
TELEFOONTJES BIJ DE VLEET
De brandstichting die een onbekende maandagavond jl. pleegde
in de brievenbussen van het Aalsters Postkantoor aan de Hopmarkt
en die ontdekt werd door stadsgenoot T. Geerinckx heeft onvermijde
lijk tot gevolg gehad dat heel wat telefoontjes arriveerden met na
vraag over poststukken allerhande, waarvan een gedeelte werd ver
nield.
In de brievenbus zaten ca. 5.000 brieven, allerhande - ook doods
berichten - verzendingen naar de Postcheck enz. en blijkens wat
een jonge lezeres ons signaleert ook «brieven aan soldaten ergens
te velde».
Volksvertegenwoordiger Ghislain Willems heeft werk gemaakt van
een onderzoek betreffende bepaalde situaties in het Bestuur der
Postchecks o.m. de computerizering die de Aalsterse mandataris
onomwonden een "grote mislukking»» noemde, tijdens een interpella
tie in de Kamer.
II
M
NIET ALLE POSTSTUKKEN VERBRAND
Dank zij de h. Geerinckx werd de brandweer vrij vlug verwit
tigd maar deze moest zich willens nillens beperken tot het
spuiten in de brievenbus zelf, gegeven het feit dat niemand
in het Postkantoor aanwezig is. Mogelijks gaat men daaraan
wel verhelpen.
Wie dus poststukken in de bus heeft geduwd zaterdag na 16 u.
werd inmiddels verzocht ten kantore te informeren. Wat, zoals hoger
gemeld reeds gebeurd is. Inmiddels blijkt dat niet alle verzendingen
vernield zijn en derhalve aan de betrokken bestemmelingen konden
doorgestuuurd worden. Van andere brieven kan men nog de afzender
noteren, zodat deze stukken ambtshalve terug worden gestuurd.
Van de dader of daders was er donderdagmorgen nog geen spoor.
Er is, aldus G. Willems, voer
de computerizering geen enke
le voorstudie verricht en even
min is er enige planning ten
behoeve van de vorming van
het Postcheckpersoneel. Een
schandalig beheer met dure
implikaties.
Ook de aankoop van compu
ters werden tijdens deze inter
pellatie zeer scherp onder de
loepe genomen. Minister An-
seele heeft een kontrakt dat
15 jaar loopt afgesloten met
twee firma's resp. Bell en
Siemens. G. Willems is van
oordeel dat men de konkurren-
tie niet aan bod heeft laten
komen.
Het Centrum voor Informatie
verwerking van de Regie wordt
door het personeel de slaap
kamer van het, Bestuur der
Postchecks genoemd.
Willems vroeg ook aan Staats-
sekretaris Daems hoeveel de
huur van computers bedraagt,
waarvan sommige nog niet ge-
installeerd werden.
Ook de verpolitiezering in het
personeelsbeleid werd aan de
kaak gesteld. In dit verband
zei de Aalsterse volksyertegen-
woordiger dat de socialisten
een vriendjes-politiek bedrij
ven.
Deze interpellatie liet duide
lijk verstaan dat ingevolge
deze toestanden heel wat
gelden worden verspild.
Staatssekretaris Daems re
plikeerde en zei dat er wel
een voorstudie is geweest
en dat er geen enkele firma
een monopolie heeft.
Uiteraard was de interpella
tie van G. Willems het voor
werp van de gesprekken in
het Bestuur der Potschecks.
HET is november 1935. Voor
taan ga ik naar een katolieke
school. Op uitdrukkelijk verzoek
van één van mijn vijf tante-nonne-
kens. De oudste die heeft het al
tijd voor 't zeggen gehad. Toen
haar vier jongere zusters eveneens
de wereld vaarwel zegden en zich
ook bekenden tot de Orde heeft
tante Martha, de oudste haar
jongste broer op zijn kinderlijke
plicht gewezen Broer René zou
geen Kapucien worden. Een tijdje
is hij dan maar bakker geweest
in een Kapucienenklooster, werd
verliefd op een forse boeredochter
en komt terecht in de Kristelijke
Volksbeweging.
Over katolieke scholen heeft
tante-nonneken Martha haar op
vatting. Jezuïetenonderwijs komt
niet in aanmerking. Paters Jezu
ïeten in de devotelijke visie van
mijn tante, een Kerk apart. Het is
voor haar een uitgemaakte zaak
Alleen de Kerk van Rome leidt
naar de gelukzalige eeuwigheid.
(Ik heb nooit iemand gekend
die meer de Pausen van Rome
heeft geëerd en gediend dan mjin
tante Martha.)
Zo kom ik dan terecht in Graaf
Liènarts St. Camillusgesticht. Ik
hoor het mijn tante met gezag ver
klaren Een Pauselijke graaf. Voor
alle andere nobelei uit de Zuid-
Oost-Vlaamse kontreinen haalt zij
haar neus op. Een andere uitzon
dering niet te nagesproken. Een
Aalsterse Baron de Béthune.
oOo
Direkteur Polydoor De Vos
draagt een donker blinkend pak.
Een bolhoed dekt zijn kaal hoofd.
Hij heeft zijn smal lang kantoor
tussen het Huis van Z.E.H. van
Heverswijn, de Geestelijke Direk
teur van St. Camillusgesticht en
de Davidsfondsbibliotheek.
Er zijn twee onderwijzeressen
resp. voor het eerste en tweede
studiejaar en zes onderwijzers
Mijnheer Janssens, derde studie
jaar, Mijnheer Flobert, vierde stu
diejaar, Mijnheer De Norre vijfde
studiejaar, Mijnheer Van de Som-
pel, zesde studiejaar, Mijnheer
Van Balen zevende studiejaar en
Mijnheer Beeckman achtste studie
jaar.
Supplementaire, avondlijke Fran
se lessen geeft Direkteur De Vos.
Inschrijvingsgeld 3 F per maand.
In elke klas hangen foto's van
Koning Albert, helm en uniform en
Koningin Elizabeth. Ik denk dat zij
ook het beroep van verpleegster
uitoefent.
Tussen het morgengebed en de
Vier Uitersten, een kwartier gees
telijke bezinning die elke dag voor
afgaat aan onze lessenrooster kijk
ik ingetogen naar de Koningin-Ver
pleegster.
Ik zit in de klas van Mijnheer
Flobert. Die heeft een stem als
Mozes. Hij bekijkt me oplettend.
Volgt mijn blik. De foto van de
Koningin hangt schuin.
Gij daar zegt hijGa verder
Het Symbolum des Geloofs.
Ik sluit vroom mijn ogen «Ik
geloof in God de Vader
Van Molle, vervolgt
Tien Geboden Gods
«De
Nu moet de Cathechismusles
beginnen. Maar de Meester klopt
met een lineaal op zijn pupiter
Mannen, overmorgen is het 15
november. Het feest van het
Vorstenhuis. Van Haver, wat
gedenken we dan
Mijnheer, de dood van Koning
Albert.
Ik denk Dat is mis. Want in de
café's van mijn dorp heb ik ge
hoord dat de Koning van een berg
werd gestampt.
Tijdens de vakantie hebben wij
Koning Albert en de bandiet ge
speeld.
Boerejef was de Koning en
stond boven een hooiopper, en Lo-
wie van Keppes was de bandiet.
Hij was nen Duitser en moest de
Koning van den berg stampen.
Haha, maar Boerejef was te rap
en gaf Lowie zelf ne stamp zodat
die naar beneden vloog.
Manneken, gij zit te dromen...
De stem van Meester Flobert
klinkt niet onvriendelijk. Durf ik
het zeggen...
Meester - nu stokt mijn stem
in mijn keel - wij gedenken dat
ze de Koning van een berg
hebben gestampt zodat hij
dood was
Waarom is het plots zo stil in
de klas en kijken de jongens beur
telings naar de Meester en naar
mij.
Jongen toch - zegt Mijnheer
Flobert, - gij moet leren luiste
ren, minder dromen.
Mannen, 15 november is, zoals
ik reeds zei, de Dag van ons
geliefd Vorstenhuis. Ik zal
daar van namiddag meer over
vertellen. Het is nu tijd voor
de Catechismusles.