Dirk Martens, de Aalstenaar Volksgezondheid en Leefmilieu «w 3 SE VERBONDENHESD VAN DIRK MET AALST werd hier geboren in 1446 of 1447. Waarschijnlijk begon hij zijn studiën in de novicenschool van de Wilhelmieten. Betalende kinde en uit nette families waren daar •velkom indien ze de nodige ge schiktheid bezaten en voldoende studieijver aan de dag legden. Dirk '.an er school gelopen hebben met zijn kozijns Daniël en Reynier, de ze laatste zou er sterven als prior. Dat Dirk daar zijn laatste vijf le vensjaren kwam slijten wijst nog eens op de band met de Sterheren an de (huidige) Houtmarkt. Zo als alle vooraanstaanden was hij id van de Aalsterse schuttersgilde <an Sint-Jcris. Bij zijn terugkeer uit Italië was 'net te Aalst dat hij zijn eerste boek drukte, samen met zijn ven noot Jan van Westfalen. Nadat hij een tiental jaren in Spanje had doorgebracht kwam hij nogmaals werken in zijn geboortestad. Hij voelde echter de noodzaak san om een meer intellektueel mid den op te zoeken. Hij hoopte er een hogere werkkring te vinden die hem een ruimer afzetgebied zou bezorgen. Daarom vestigde hij zich eerst te Antwerpen, daarna te Leuven, keerde terug naar Ant werpen om ten slotte nogmaals naar Leuven te komen het was deze tweede Leuvense periode (1512-1529) die de schitterend ste zou v/orden uit zijn loopbaan. Schrijft Barlandus (1486-1538): ««De naam van zijn vaderstad heeft do drukker Dirk, de Aalstenaar, voor het nageslacht geadeld door het aantal, de schoonheid en de verscheidenheid van zijn uitga ven:». Ook FINANCIEEL bleef hij ge bonden aan zijn geboortestld I Hij kocht lijfrenten aan te Aalst, bezat twee huizen in de Lange Zoutstraat die hij bij testamentai re beschikking schonk aan de Wil helmieten. Verder was hij eigenaar van ««een stede, huus ende erve»» in de Kapellestraat en van een deel van het Proostveldeken, ge legen buiten de Molenstraatpoort. De kerkrekening van Sint-Martinus vermeldt in 1525 de jaarlijkse be taling aan Dierick Martens van een rente van 3 s. cp een huis ge legen in ««de Molenstrate» be doeld wordt de Capellestrate). Dat hij beschikte over een ste vig kapitaal wordt bewezen door zijn reizen naar Italië en Spanje. Daarbij kon hij geld investeren in zijn drukkers- en uitgeversbe drijf. Herhaaldelijk vernieuwde hij zijn gotische lettertypen en sneed letters voor zijn Grieksche en He breeuwse uitgaven. Hij deed dit trouwens op onovertroffen wijze was hij niet de eerste drukker in de tijdsorde, toch stond hij bij de humanisten bekend ais ue eerste door zijn kunst. HET KARAKTER Van de Aldo der Nederlanden vertoont in menig opzicht trekken die eigen zijn aan de aard van de Aaistenaars, sympathieke en min der sympathieke kenmerken. Dirk Martens is een EENVOUDIG man. Dorpius vergelijkt hem met een knappe kerkvader zoals Hiero- nymus wegens zijn talenkennis, toch blijft Dirk een toonbeeld van nederigheid. Hij was ten volle BETROUW BAAR zilveren bekers die van Lier moesten komen vetrouwde Erasmus toe aan Dirk. DIENSTVAARDIG was hij ook. Schrijft Dorpius aan Erasmus «Indien Dirk u enige dienst kan bewijzen, is hij helemaal ter uwer beschikking, naar ik meen is er niemand die meer van u houdt»». Da TOEWIJDING aan zijn vrien den kende geen grenzen. In 1518 was Erasmus door iedereen verla ten omdat men vreesde dat hij door de pest was aangetastDirk verzorgde hem gedurende vier we ken Met de vage houding die de Rotterdammer aannam in religieu ze konflikten en door de drukwer ken die Martens voor hem prentte kwam onze Aalstenaar op bepaal de ogenblikken in een gevaarlijke positie te staan. Maar steeds bleef onze stadsgenoot trouw én aan zijn vriend én aan de kerk. Zelf schrijft hij: De VROOM HEID zoek ik, oude man met witte haren en gerimpeld gelaat, na een lang leven van arbeid. Want ik weet dat geen studie aan God behaagt indien ze niet gepaard gaat met vroomheid»». Zijn druk kersmerk dat gebeiteld staat op zijn grafsteen, nl. T M met ster, kring en drievoudig kruis, verving hij in 1518 door het anker met de kabel. Hierover schreef hij «Op dat de kracht der orkanen u niet zou wegslaan moet gij het heilige anker werpen waar uw geest gaat huizen»». Maar Martens was een mens... en een Aalstenaar. Dorpius noemt hem «de ingewij de van Bacchus» en merkt op dat «terwijl wij lustig kouten zit Dirk te drinken en staat flink zijn man, zonder evenwel afzijdig te blijven van het gesprek». Zijn dubbel an ker vulde hij aan met een Griekse spreuk die in het Latijn klinkt «In door FRITS COURTEAUX vino veritas». En bij een voorbe richt haalt hij een Hebreeuwse spreuk aan «Met of zonder kan ben ik een werkzaam man». In zijn oude dag is de Magister bitsig geworden. Glocenius beva1 in 1530 iemand aan met deze woorden «Hij kan hard werken utigescholden worden is voor hem niets nieuws want hij heeft bij Dirk Martens gewerkt Vinden wij hier geen trekken vai- de Aalsterse kamavalvierder Ligt in de aard van Dirk Mar tens eenvoud, trouw, drinkebroer en eerlijk-brutaal niet één van de oorzaken van de onverwoestbare populariteit, van de grapjasserij er van de samenspraken die rond zijr figuur nog steeds voortleven in on ze stad Is het daarom dat hij bij plaatselijke gebeurtenissen, op 1 april of met karnaval nog steeds bedacht wordt door de Aalsterse humorist Volksvertegenwoordiger Iffli I SB 9 Er is beroering onder de bevol king van Denderleeuw, Okegem en Liedekerke. Reeds eerder was dit het geval voor de gemeente Welle. Oorzaak hiervan is een project van de gemengde intercommunale «Land van Aalst» om eerst in Welle en nadien in Okegem en Denderleeuw een breekwerf op te lichtèn voor de verwerking van het huisvuil van 19 van de 34 bij die vennootschap aangesloten ge meenten. Meer bepaald zou het project slaan op een natuurgebied van 50 hectaren, waarvan 43 op Den derleeuw en 7 op Okegem. Dat gebied bestaat voor onge veer 80 uit bebossing, uit en kele rietvelden en uit 20 vrucht bare weiden. Het is omgeven door dichte bevolkingskernen en grenst aan een modern bejaardentehuis. In al deze gemeenten werden actiecomités gevormd die het ongenoegen van de bevolking ver tolken. Dat ongenoegen is begrij pelijk als men weet dat de ge meente Denderleeuw en omgeving sinds vele jaren erg te lijden heeft van luchtbezoedeling door de kwa lijke geuren van het aldaar geves tigde vilbeluik en dat het bedreig de natuurgebied er de laatste groenreserve is. De actie van de bevolking blijkt dan ook een dubbel doel te heb ben de bescherming van het kwestieuze natuurgebied en het beletten dat de gevreesde instal latie met bijhorende uitgestrekte stortplaats het leefmilieu er nog onaangenamer zou maken. Men heeft er kennis gekregen van Uw antwoord op de vraag nr 33 van de H. Senator du Mon- seau de Bergendael over de breek werf te Waver (Bulletijn nr 19 van 6-3-1973). Hieruit blijkt dat door de verbrijzelingsmethode slechts 20 van het opgehaalde huisvuil kan verkleind worden en dat de breekwerfinstallatie er in derdaad onvolledig is, schadelijk en gevaarlijk. Meer nog, de ex ploitatie werd stopgezet in af wachting dat het bedoelde sys teem voor het vernietigen van af val aangevuld zou worden met een «moderne en aangepaste ver brandingsoven». Een dergelijke verbrandingsin stallatie zou ten andere in en voor de streek worden opgericht door de stad Aalst indien zij daartoe vergunning krijgt. Langs de pers werd ook ver nomen dat U vaste milieu-plannen hebt onder het motto «Binnen 10 jaar belten weg en helder water» Het zou de bedoeling zijn tussen dit en een paar jaar alle stort plaatsen te laten verdwijnen en subsidies te verlenen opdat de ge meentebesturen gezamenlijk ver brandingsinstallaties zouden op richten. (De Standaard 24 en 25-3-1973) Derhalve moge ik U om ant woord verzoeken op de volgende vragen 1 Is het juist dat U de bedoe ling hebt alle stortplaatsen bin nen afzienbare tijd te laten verdwijnen 2 Zo ja, is het dan niet onzinnig dat door wie ook nog toelating zou worden verleend voor de opening van nieuwe uitgestrek te stortplaatsen waarvan voor zien wordt dat zij minstens 30 jaar zullen dienst doen 3 Is het nog aanvaardbaar dat zulke projekten lokaal gepland en uitgevoerd worden en dan nog door gemengde intercom munale verenigingen, dus met medewerking van particulie ren 4 Wat kan worden gedaan om deze lokale initiatieven in overeenstemming te brengen met uw nationale politiek in zake leefmilieubescherming 5 U stelt vast dat breekwerfin- stallaties onvolledig, schadelijk en gevaarlijk zijn. Dat is on getwijfeld zo sluiting te Wa ver. grondwaterbesmetting te Meise, exploitatieverbod in Nederland voor verscheidene van deze inrichtingen. Meent U dan niet dat de inplanting van nieuwe breekwerven streng zou moeten worden gereglemen teerd en principieel verboden 6 Men mag als zeker aannemen dat de inplanting van een breekwerf met bijhorende stort plaats naast een rivier, zowe! het bodemwater als het grond water zal besmetten. De wet van26 maart 1971 op de be scherming van het grondwater voorziet verbodsmaatregelen door de overheid en correctio nele straffen voor hem die oor zaak is van bederf van grond water. De rechter kan de slo ping bevelen van de inrichtin gen die tot stand zijn gebracht met overtreding van de ter uit voering van deze wet gegeven voorschriften. Is het niet wenselijk, in af wachting van het van kracht worden der wet, alle aflevering van vergunning voor verbrijze lingsinstallaties op te schorten ten einde zware en zekere budgettaire risico's te vermij den 7 Wanneer in dezelfde streek en voor dezelfde gemeenten zo wel een project voor breek werf als een voor brandovenin- stallatie voorhanden zijn, kan uw departement alsdan tussen komen om de twee ontwerper tot één gezamenlijk project van hygiënische en moderne brandoveninstallatie om te wer ken Kan uw departement hier ambtshalve optreden zoniet, wie kan daartoe het initiatief nemen 8 Wordt niet uit het oog verlo ren dat het slib, afkomstig van waterzuivering, niet door verbrijzelingsinstallaties, maar wel door vuilnisverbrandings ovens kan worden verwerkt Is dit geen faktor die eveneens pleit voor het verbod van nieu we breekwerfinstallaties 2

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1973 | | pagina 3