Politiek
fatsoen ten
stadhuize
Waarom
cote fl'Or
niet kwam
Hugo RAES
16
ALS in een bewindsploeg - hier
het stadsbestuur - konflikten ont
staan als gevolg van verschillende
principes omtrent fundamentele
beleidskwesties en men dan hard
gaat diskussieren is daar niets
onfatsoenlijks aan.
Maar zo integendeel een zelfde
bestuur alle principes over boord
smijt om interne moeilijkheden
naar buiten uit te verdoezelen, is
het een levend monument van
schaamteloosheid.
Men doet zelf niet langer meer
alsof, wat nochtans een stevige
burgerlijke geplogenheid is.
Nu het stadsbestuur gekonfron-
teerd wordt met het regularizeren
van een aantal tijdelijke benoemin
gen moet het weten te kiezen.
In de sfeer waarin sommigen ten
stadhuize hun eigen bewind voe
ren kan het niet anders of de pers
krijgt wel lucht over bepaalde as-
pekten van benoemingsvoorstellen,
die niet vleiend zijn voor sommige
politici.
Er is inderdaad een cynisme dat
zich dermate bloot geeft dat men
zich afvraagt of het niet eerder
onverstand is. Ten ware men de
argeloosheid van de burger over
schat.
Die cynici of onverstandigen wor
den geacht niet meer politiek vala
bel te zijn om nog te behoren tot
een bewindsploeg waarvan toch
verondersteld wordt dat zij in eer
ste instantie de belangen van de
bevolking dient. Dat impliceert op
alle niveaus en in alle opzichten
een verantwoorde politiek inzake
het personeelsbenoeming.
Men wil wel begrip opbrengen
voor sociale situaties, voor een po
litieke dosering met dien verstan
de dat alle kandidaten voldoen
aan de gestelde eisen en dat ook
het demokratisch fatsoen niet in
't gedrang wordt gebracht.
De vraag is of de burgemeester
aan het hoofd wil staan van een
stadhuiselijke oligarchie Een
vraag die ook geldt voor allen die
in het stadsbeleid nog blijk geven
van verantwoordelijkheidszin.
Het wordt tijd dat de dolende
schapen dringend tot de orde wor
den geroepen ook al riskeert men
daarbij politieke incidenten.
De ganse geloofwaardigheid van
deze koalitie dreigt in 't gedrang
te komen indien zij toegeeft aan
de appetijt die sommigen niet kun
nen stillen.
Het politiek fatsoen heeft zijn
grenzen.
0 0 0
IN EEN PLECHTIGE SFEER EN ZONDER MOTIES
DIRK MARTENSPRIJS OVERHANDIGD AAN LAUREAAT
De plechtige overhandigingvan de Dirk Martensprijs 1973 aan de
laureaat Hugo Raes verliep incideniloos, weshalve en gelukkig in
een kalme rustige sfeer met een toespraak van Schepen van den
Eede, Roggeman, van de Jury en de auteur zelf.
Romancier Hugo Raes is enkele maanden geleden in het nieuws
gekomen toen en werkbeurs van 90.000 fr. door het Ministerie van
Nederlandse Kuituur werd toegekend aan de bejaarde dichter Pol Ie
Roy.
Raes protesteerde daartegen in een intervieuw met een Antwerpse
krant en zei dat nu wel bleek dat de kuituur bepaald wordt door
politici. Ook dat vrijzinnigen de beste literatuur schreven. Er was toen
ook herrie vanwege een Vereniging van Schrijvers Werkgroepen die
via een boze motie protesteerde omdat de Minister het voorstel van
de Kommissie van Advies tot bevordering van de Nederlandse Kuituur
had genegeerd. Deze kommissie had Hugo Raes voorgesteld.
Volgens diezelfde Vereniging van Schrijvers en Werkgroepen had
Chabert door zijn beslissing het facisme van Pol Le Roy erkend.
Zoals vele anderen was Pol Le Roy destijds het Verdinaso toege
daan, maar als mens en dichter geniet hij nog steeds een bijzondere
waardering.
De reaktie van de voormelde vereniging viel dan ook in slechte
gronden. De averechtse manier om de romancier Hugo Raes te verde
digen die dan toch uiteindelijk in Aalst aan zijn trekken kwam.
GRAPJASSEN
Begin vorige week hadden een groep studenten en vrienden
van Pol Le Roy aan onze krant telefonisch laten weten dat
zij tijdens de overhandiging van de prijs aan Hugo Raes,
deze auteur eens publiek zouden intervieuwen en hem aan
itfascistische hersenspoeling» onderwerpen. Het was géén
grap zeiden de jonge lui. Wij dachten van wel, zoals dan
uiteindelijk is gebleken. Aalst is nu eenmaal een zachtaardige
stede, steeds in het spoor van Dirk Martens en Erasmus. De
laatste schreef, zoals eenieder bekend Lof der Zotheid.
IN VINO VERITAS
BURGEMEESTER DE BISSCHOP WORDT
GEINTRONIZEERD IN VLAAMSE WIJNGILDE
ALS uiteindelijk slot van het Dirk Martensjaar, de man die wist
dat de wijsheid in de wijn school, wordt heden vrijdagavond
burgemeester de Bisschop geintronizeerd als erelid van de
Vlaamse Wijngilde, afdeling Aalst.
De Vlaamse Wijngilde die dit jaar haar lustrum mag vieren groei
de in enkel jaren tijd uit tot de belangrijkste en representatieve
«confrérie»» van wijnliefhebbers, met afdelingen in West-Vlaande-
ren, Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Limburg en Brussel. Zij ver
wierf naam in de belangrijkste Franse, Duitse en Italiaanse wijn
gebieden enz.
De afdeling Aalst verleent ook op nationaal vlak haar medewer
king aan de verbroedering van de Vlaamse Wijngilde met de in
ternationaal bekende Confrérie les Hospitaliers de Pomerol,
n.a.v. welke een receptie wordt gehouden op het stadhuis te
Brussel, aanvang december o.m. in aanwezigheid van Minister
Chabert, de Ambassadeurs van Frankrijk, U.S.A., enz.
POOLS HOFFELIJKHEIDSBEZOEK
NIET VOLDOENDE
INDUSTRIEGRONDEN
Met veel omzichtigheid heeft
men dinsdag jl. ten stadhiuze
geantwoord waarom het be
drijf Cöte d' Or niet naar
Aalst kwam.
De vraag was voordien nog
eens gesteld tijdens dit we
kelijks pershalfuurtje.
De vestiging van Cóte d'Or
te Aalst vereiste 20 Ha. in-
dustriegrond en daarover be
schikte de stad niet.
Burgemeester De Bisschop
zei verder, over niet meer ge
gevens te beschikken.
Herinneren we eraan dat
meer dan een jaar geleden
aan de pers gevraagd werd
over de kontakten met Cöte
d'Or geen informatie te bren
gen, alvorens men tot een
uiteindelijk akkoord was ge
raakt
Inmiddels heeft de h. De
Riemaecker, schepen te Nino-
ve, de stad Aalst beschuldigd
Cöte d'Or «verkwanseld» te
hebben. Er waren inderdaad
vooruitzichten dat het bedrijf
zich te Ninove zou vestigen.
De Ninoofse Schepen zei ons
in een telefonisch gesprek
dat hij de ganse zaak zal te
berde brengen tijdens de ek.
vergadering van de Interkom-
munale.
Op de interkommunale ver
klaarde men dat dit organis
me niet betrokken was ge
worden bij do kontakten tus
sen Aalst en Cöte d'Or.
Het antwoord dat de stad
Aalst niet verder op stap kon
gaan met Cöte d'Or, wegens
gebrek aan industriegronden
schenkt in eik geval geen vol
doening.
Cöte d'Or stelt c. 1000 per
soneelsleden te werk en heeft
tot dusver geen beroep op
staatstoelagen moeten doen.
Dinsdag II. werd de h. W. Krasko, lid van de Staatsraad van de
Poolse volksrepubliek ten stadhuize ontvangen. Hij was vergezeld
van Consul-Generaal M. Janikowski en Consul M. Studnicki.
Tijdens de receptie hield burgemeester de Bisschop een korte toe
spraak en overhandigde aan de Poolse bezoeker een werk van L.P.
Boon Pieter Daens.