De groep
der twaalf
OPINIES
Spreiding in
de gazet van aafst
2
««OPINIES»» is een rubriek
waarin personen van verschil
lende politieke of sociale op
vattingen hun eigen stand
punt kunnen weergeven in
verband met problemen van
algemeen belang.
Bijdragen die dit kader te
buiten gaan worden niet ge
publiceerd.
Een artikel in ««Opinies»» ver
bindt daarenboven uitslui
tend de auteur ervan en is
derhalve niet de weergave
van een redaktioneel stand
punt.
Artikel over De Groep der
Twaaif gepubliceerd onder de ru
briek OPINIES in De gazet van
Aalst dd. 15.12.1973 door Luk Van
der Helst.
Als mede-voorzitter van de
■«Groep der 12» zie ik mij genood
zaakt in korte bewoordingen een
paar verkeerde vaststellingen en
conclusies waartoe de auteur komt
en die de publieke opinie zouden
kunnen misleiden, recht te zetten.
1) De auteur merkt op dat «De
Groep der 12» weinig homo
geen is en in feite 15 leden
telt.
in feite is het zo dat de titel
«Groep der 12» de doopnaam
is van de groep die ontstond
in de loop van 1972 o.m. op
initiatief der stad Aalst en 11
andere steden die er toe be
sloten een aktie op touw te
zetten om de aandacht van de
publieke opinie en meteen van
de hogere overheid, te vesti
gen op hun bezwaarde bud-
getaire toestand. Dat niet AL
LE van deze steden, steden
waren met centrumfunctie,
was daarbij van minder be
lang.
Er zullen steeds steden blijven
met initiatief en andere zon
der.
2) De auteur beweert dat er
geen enkel objectief kriterium
bij de samenstelling gebruikt
werd. Welnu, het eerste en
bijzonderste objectief kriteri
um was het feit dat het pre
cies de «centrum-gemeenten»
waren die de grootste begro
tingstekorten boekten ondanks
een hoge fiscaliteit.
Inmiddels hebben weten
schappelijke studies uitgewe
zen dat de benaming «cen
trumgemeente» geen slogan
maar een realiteit is. De stu
dies in kwestie werden pre
cies ondernomen niet voor 12
maar-voor 15 steden met cen
trumfunctie zoals deze wer
den bepaald in «De classifi
catie van de steden naar de
graad van verstedelijking»
van de hand van dhh. Van
Waelvelde en H. Vanderhae-
gen. gepubliceerd in het Sta
tistisch tijdschrift nr. 9 van
1967.
Het feit dat organismen als
het Gemeentekrediet van Bel
gië, De Vereniging van Bel
gische Steden en Gemeenten,
Het instituut Administratie
Universiteit met een groep van
wetenschapsmensen het eer
ste studiewerk van onze
«Groep der 12» hebben over
genomen en op wetenschap
pelijke basis voortzetten,
spreekt voor zichzelf.
Men kan de auteur niet ern
stig nemen wanneer hij de
conclusies van deze studie
groepen in twijfel trekt. De
publikaties van deze vorsers
zijn uiteraard nog bestemd
voor de «Groep der 12» en de
hogere overheid maar ik wil
hem toch graag het studiema
teriaal ter inzage geven om
de leemte aan informatie op
te vangen.
3) Aalst en andere steden kre
gen, aldus de auteur, miljoe
nen uit de verdelingsfondsen,
nl. 103.564.174 fr voor de
stad Aalst. Dat zijn inderdaad
de totaal cijfers van 1972.
Welnu, in dit bedrag steekt
16.011.381 fr. dat wij ontvin
gen uit de hulpfondsen - een
soort armensteun op gemeen
telijk niveau - terwijl wij uit
de werkelijke verdelingsfond
sen slechts 87.552.793 fr ont
vingen. Dat in deze lijst niet
alle steden van de groep
voorkomen is niet onze zaak
In elk geval staat het vast dat
wij, en met ons alle centrum
gemeenten - hun begroting
weze dan tekortsluitend of
niet - veel te weinig ontvan
gen uit de dodaties voorzien
voor de verdelingsfondsen
1974 14.196.000 fr of 304 fr
per inwoner
Het zijn de belastingbetalers
van Aalst die, voor het over
groot deel moeten opdraaien
om deze last te dekken.
4) De vaststelling van de auteur
op het stuk van onderwijslas-
ten is werkelijk onthutsend en
typerend voor gans het artikel
ik citeer«ledereen weet toch
dat het onderwijs (zowel
schoolgebouwen als wedden
van de leraars) voor 100
gedragen worden door de
staat».
Ik geef U de cijfers van de
netto-last die de stad moet
dragen alleen nog maar voor
het lager- en fröbelonderwijs
1972 11.800.000 fr of 252 fr
per inwoner
1973 12.476.000 fr of 271 fr
per inwoner
5) En zo komt onze auteur tot
de eindconclusie dat de ge
meenten van «De Groep der
12» zelf verantwoordelijk zijn
voor hun huidige deficitaire
financiële toestand en er maar
zelf moeten zien uit te komen.
Hier moet ik besluiten dat de au
teur werkelijk onvoldoende geïnfor
meerd is of de zaken niet eens be
grepen heeft
Moet ik U nog een voorbeeld ge
ven nl. met betrekking tot de per
soneelsuitgaven Welnu, de cijfers
van de stedelijke personeelsuitga
ven zijn de volgende
rekening 1971 135 miljoen frank
begroting 1974 196 miljoen frank
In Uw hoedanigheid van sociaal
assistent zult U begrijpen dat deze
schokstijging niets te zien heeft
met «zinloze benoemingen» maar
wel met de door de staat en de
sociale partners vastgelegde soci
ale programmaties in de overheids
sector herwaardering van het
openbaar ambt, aanpassing van de
bezoldigingsregeling, indexaanpas
singen enz. Moet ik besluiten dat
deze sociale aanpassingen en nood
zakelijke verbeteringen door U niet
wórden aanvaard
Errare humanum est, zegt een ge
leerd spreekwoord er wacht U, in
deze materie beslist nog veel stu
diewerk.
Uw kritisch onderzoek van een pro
bleem waarvan de wetenschappe
lijke studie gebeurde door befaam
de vorsers, lijkt mij, op zijn minst
gevaarlijk. In elk geval ben ik be
reid U daaromtrent verder te infor
meren en dokumentatie te bezor
gen
Feit is dat onze «Groep der 12».
begin januari 1974 als geldig ge
sprekspartner door de Eerste Mi
nister en de Minister van Binnen
landse Zaken wordt ontvangen. Dit
dan ter informatie.
Een wetsvoorstel, door Volksver
tegenwoordiger Willems nader toe
gelicht.
Zodra de gewestvorming ef
fectief tot stand zal zijn gebracht,
zullen niet alleen de gewesten
toekomende bevoegdheden worden
overgedragen, maar eveneens de
diensten van de rijksadministratie
die zich met de bevoegdheden in
laten. Deze splitsing en geweste
lijke inplanting, als gevolg van de
uitvoering van art. 107 quater zal
zich derhalve op termijn van
ambtswege realiseren.
Intussen echter blijft de moge
lijkheid om andere rijksadministra
ties of parastatale instellingen of
gedeelten daarvan, waarvan de
bevoegdheid ontegensprekelijk bui
ten de nog in betwisting zijnde be
voegdheid der gewestelijke orga
nen zal blijven vallen, in te planten
in gewesten buiten de hoofdstad.
Uiteraard kunnen enkel eentalige
diensten of afdelingen hiervoor in
aanmerking komen.
Dergelijke spreiding van over
heidsdiensten past in een beleid
dat een evenwichtige verdeling
van de welvaart voor alle streken
van het land beoogt. Ze kan ove
rigens bijdragen tot de «bewoon-
baarmaking» van het hoofdstede
lijk gebied. Men mag bovendien
verwachten dat ze als voorbeeld
spoedig navolging zal kennen in
de bedrijfssector.
Die spreiding moet derhalve zo
veel mogelijk worden gestimuleerd
Dat is de algemene doelstelling
van dit wetsvoorstel. Het wil de
Regering ertoe aanzetten de studie
van de spreidingsmogelijkheden
van centrale overheidsdiensten te
bespoedigen, o.a. door een orgaan
op te richten dat zowel t.a.v. de
parastatale instellingen als van de
rijksadministraties over een ruime
re onderzoeks- en adviesbevoegd
heid beschikt.
Dat orgaan, in het voorstel
«Commissariaat-generaal voor
spreiding van overheidsdiensten»
geheten (art. 1) za! zijn onderzoe
kingen vooral moeten richten op
de inplantingsmogelijkheden van
overheidsdiensten in sommige pro
bleemgebieden. Zonder op zijn
conclusies vooruit te willen lopen,
lijkt het ons bij wijze van voor
beeld niet onmogelijk, met het oog
op de algehele expansie van de
gewesten Ninove-Geraardsbergen
en Herzele-Zottegem of van de
Noorder-Kempen, de nederlandsta-
lige diensten van het Centrum Re-
crutering- en Selectie van het Mi
nisterie van Landsverdediging, de
nederlandsïalige diensten van de
Koninklijke Rijkswachtschool en de
nederlandstalige afdeling van de
Algemene Directie Selectie en
Vorming (Openbaar Ambt) res
pectievelijk in één van die gebie
den te vestigen.
Het genoemde Commissariaat-
generaal zou, in de geest van een
op decentralisatie gericht beleid,
facultatief moeten worden geraad
pleegd voor eik voorstel tot ge
ografische spreiding van overheids
diensten. Verplichte raadpleging
ervan zou echter vereist zijn voor
maatregelen met centraliserende
strekking (art. 2).
Buiten zijn permanente tak op
dat gebied, zou het er in het bij
zonder mede worden belast, bin
nen het jaar na zijn oprichting, de
in artikel 3 opgesomde taken uit
te voeren.
ARTIKEL 1
Binnen de drie maanden na de be
kendmaking van deze wet richt de
Koning bij de Diensten van de
Eerste Minister, sektor Openbaar
Ambt, een Commissariaat-generaal
voor spreiding van overheidsdien
sten op, dat belast wordt met de
permanente studie van de moge
lijkheden voor een efficiënt decen
tralisatiebeleid.
ARTIKEL 2
Het advies van dat Commissariaat-
generaal moet noodzakelijk wor
den ingewonnen door elke overheid
die nieuwe diensten wenst te ves
tigen in of bestaande diensten
over te brengen naar Brussol-
hoefdstad. Dat advies mag .varden
ingewonnen voor elke maatregel
tot geografische spreiding van
diensten buiten Brussel-hoofdstad.
ARTIKEL 3
Ten laatste één jaar na zijn oprich
ting maakt het Commissariaat-ge
neraal aan de Regering volgende
gegevens over
1een inventaris van de in de
hoofdstad gevestigde en van
de centrale overheid afhan
gende of onder haar voogdij
geplaatste diensten
2) een gemotiveerde studie over
de sub 1c geïnventariseerde
diensten in verband met de
al dan niet noodzakelijke ves
tiging ervan in Brussel-hoofd
stad
3) een voorstel van maatregelen
in verband met de overbren
ging naar de gewesten buiten
Brussel van die diensten of
gedeelten ervan.
Et, Bogaert
Schepen van financiën van Aalst
weekblad gesticht in 1945
verantwoordelijke uitgever Gustaaf Sanders
kantoor en drukkerij Tel. 053/241.14
Schoolstraat 20 9300 Aaist postrekening 881.72
3 maandabonnement 125 fr.
6 maandabonnement 240 fr.
12 maandabonnement 445 fr.
op verzoek worden advertentietarieven toegezonden